Oorlog op Facebook
http://www.niw.nl/oorlog-op-facebook5656/
Door Frank Kromer
Het is niet altijd even gezellig op Facebook in deze tijden van oorlog in het Midden-Oosten. Is het wel de juiste plek om een inhoudelijke discussie te voeren of kom je al snel terecht in het uitwisselen van oneliners? En welke invloed hebben dergelijke discussies op hoe we aankijken tegen ‘de ander’?
Meer dan ooit speelt het Midden-Oostenconflict zich niet alleen af in Israël en de Gazastrook, maar ook op social media. De berichten over gesneuvelde Israëlische soldaten, de foto’s van dode Palestijnse kinderen en filmpjes van raketaanvallen worden in rap tempo verspreid, gedeeld en becommentarieerd op Facebook en zeker ook op Twitter. Sommigen vinden dat ze alles kunnen en moeten zeggen, in de meest grove bewoordingen. Vergelijkingen tussen Israël en de nazi’s, en antisemitische opmerkingen zijn aan de orde van de dag op social media. Berichten over zionistische complotten, over Joden als kindermoordenaars, ze worden voor zoete koek geslikt. Waar een journalistiek filter moet zorgen voor het maken van een onderscheid tussen feiten, fictie, propaganda en pure leugens, zijn op social media die grenzen verdwenen.
„Op Facebook worden heel makkelijk bloedige foto’s uit Syrië gerecycled en voorzien van een label ‘kinderen uit Gaza’. Als je dan ziet hoeveel mensen een dergelijke foto zomaar delen, zonder na te denken, dan schrik je,” zegt David Suurland. Hij promoveerde in 2012 cum laude af aan de Leidse rechtenfaculteit op de verhouding tussen politiek en religie, toegespitst op de islam. Al jaren volgt hij de ontwikkelingen op discussieplatforms en social media. Afgelopen weekend verscheen er van zijn hand een opiniestuk in NRC Handelsblad over Jodenhaat binnen de islam. „Ik volg al bijna twintig jaar maatschappelijke debatten op verschillende fora en één ding is mij duidelijk geworden: je kunt iemands mening daar niet veranderen. Het is puur een middel om je eigen argumenten te slijpen, om je debattechnieken te verfijnen.”
Suurland ziet vooral een verschuiving in het gebruik van informatie op social media. „Informatie is emotie, het heeft als doel om gevoelens op te kloppen. In deze tijd van massamedia is het heel belangrijk om goed te analyseren wat je voorgeschoteld krijgt. Maar als je niet weet hoe je al die informatie moet filteren, dan worden social media politiek vergif. Vergeet niet dat Mohammed Merah [pleger van de aanslag in 2012 op Joodse school in Toulouse, red.], mede door dit soort foto’s in actie kwam. Het verspreiden van gruwelpropaganda heeft oncontroleerbare en soms zeer zware gevolgen, de mensen die daaraan meewerken zijn niet zonder schuld.”
PR-offensief
Zowel Hamas als de Israëlische regering en het IDF zijn volop aanwezig op Twitter, Facebook en YouTube. Ook in Nederland wordt er volop bijgedragen aan de informatievoorziening. Vanuit de kelder van het Joods Cultureel Centrum aan de Van der Boechorststraat in Buitenveldert ondersteunen zo’n twintig jongeren het nieuwe onlineplatform Holland4Israel. „We brengen jongeren bij elkaar en moedigen ze aan om op te komen voor wat voor hen belangrijk is. Tegelijkertijd willen we de Israëlische bevolking een hart onder de riem steken. Ze moeten weten dat er hier in Nederland mensen zijn die achter ze staan,” vertelt rabbijn Yanki Jacobs die betrokken is bij het project.
Een deel van de actieve jongeren is bezig om op verschillende internetfora, waar veel anti-Israël-geluiden worden geventileerd, de andere kant te laten horen. Een van de deelnemers aan Holland4Israel is Joep de Geus, voorzitter van het CiJO, de CIDI-jongerenorganisatie. Voor hem zijn de social media vooral een belangrijke bron van nieuwsgaring. „Het voordeel van Twitter is snelheid. Als je een paar goede accounts volgt, krijg je al het lastminutenieuws zo op je scherm. Toch moet je alles dubbelchecken. Zo zag ik laatst het bericht op een betrouwbare website dat de Al-Aqsamoskee bestormd zou worden. Bleek niks van waar te zijn.”
Suurland volgt het pr-beleid van Israël en Hamas op de voet en vergelijkt dat met elkaar: „Israël heeft pas laat ingezien dat pr de helft van de oorlogsvoering vormt, de Palestijnen zijn daar vele malen beter in. De manier waarop partijen pr gebruiken verschilt ook enorm. Israël richt zich met name op een westers publiek en doet dat met op Amerikaanse leest gemaakte pr-campagnes. Ikzelf hou absoluut niet van dramatische muziek en oneliners. Ik wil gewoon de feiten. Ik denk dat het voor een Europees publiek ook niet heel aantrekkelijk is. Al die bombarie doet in Europese ogen af aan je geloofwaardigheid. Aan Palestijnse zijde is de pr tweeledig. Wanneer het op een Arabisch publiek is gericht ligt de nadruk op de eensgezindheid en strijdbaarheid van de islamitische gemeenschap, de Oemma. Die beelden zijn doorgaans doorspekt met religieuze symbolen. Als het op het Westen is gericht laten deze mensen zien dat ze onze geest heel goed te begrijpen en wordt de nadruk gelegd op mensenrechten, antikolonialisme of anti-kapitalisme.”
Bedreiging
En hoe gebruikt Joods Nederland Facebook en Twitter? David Beesemer, voorzitter van Maccabi Nederland is ook actief op social media: „Ik zet regelmatig uitlatingen op Facebook over de situatie met het Joodse volk in Israël en Europa. Het is voor mij vooral een uiting van woede, van bezorgdheid. Maar het is ook een vrees voor de toekomst.” Vooral verhalen die de reguliere media niet halen, wekken Beesemers nieuwsgierigheid. „Wat ik interessant vind om te lezen is hoe de Arabische wereld dit keer reageert op Hamas. Namelijk zeer terughoudend en vol terechte kritiek. Dat is opzienbarend. Hamas wordt zelfs totaal afgebrand in Egypte. Dat lees je niet zo snel in Nederlandse kranten, daarom zijn de sociale media handig.”
Toch is hij geschrokken van de haatdragende toon op social media. „Ik merk wel dat er duidelijk iets aan het veranderen is. Er is bij mij een enorm onrustig onderbuikgevoel, dat overstijgt het Midden-Oostenconflict. Het is pure Jodenhaat wat wij de laatste maanden zien. Het conflict is alleen maar een excuus, over Syrië hoor je ze bijvoorbeeld niet. Als ik zie wat er geretweet wordt onder Marokkaanse jongeren. Teksten als ‘Pas op Joden… the Holocaust is coming’. Om te kotsen. De overheid durft niet in te grijpen en het begin van het einde is daarmee ingezet.”
Sheila Gogol, lid van de Commissie Dialoog van de Liberaal Joodse Gemeente (LJG), verbleef de afgelopen tweeënhalve week in Israël. Facebook was voor haar de manier om contact te houden met het thuisfront. Ook zij is enorm geschrokken van de haatdragende en kwetsende toon op social media. „Ik heb veel moslimvrienden op Facebook. Ik schrok ongelofelijk van hun berichten. Mensen die ik als vrienden beschouw, plaatsen teksten als ‘Joden zijn monsters’ en ‘Israhel’. De ruwe emoties worden getoond. Toen ik daar zat, in Israël, had ik geen zin in discussies. Het luchtalarm ging om de haverklap af.”
Hoewel ze schrok van de berichten en updates uit islamitische hoek, was Gogol ook weer niet echt verbaasd. „Dat Marokkanen niet van Israël houden, dat wist ik al. En misschien, als ik moslim zou zijn, dan had ik ook wel fel gereageerd. Wij Joden sturen elkaar in tijden van crisis ook ‘extremere’ berichten op social media. Israëlische politieke liedjes, filmpjes en foto’s van soldaten. Maar wij voelen gewoon angst en bedreiging. Die berichten van hen gaan veel verder. Ik heb zoveel leuke ontmoetingen gehad met moslims bij het Joods Marokkaans Netwerk in Amsterdam. Ik begrijp hun situatie, hoe zij zich voelen in Nederland. Maar al die berichten op Facebook daar schrik ik van. Kijk naar die foto die Fatima Elatik op Facebook zette. Dat had ik niet verwacht.” [Na de pro-Palestinademonstratie in Den Haag heeft Elatik een foto verspreid waarop zij een vrouw omarmt die een T-shirt draagt met de tekst ‘Stop genocide’, red.]
Voor Beesemer, die zich in het verleden heeft ingezet voor de verbetering van de relaties tussen Joden en Marokkanen is de maat vol. „Ik heb onder andere Maccabi-zaalvoetbaltoernooien georganiseerd waarbij ik Marokkaanse teams heb uitgenodigd. Maar als ik zie wat heel veel van die islamitische jongens nu op social media gooien. De honden lusten er geen brood van. Ik geloof dan ook niet meer in al die zogenaamde toenaderingsinitiatieven. Die blijken totaal nutteloos, als we nu, zo’n zeventig jaar na de Sjoa, de rekening opmaken. Ik ben er zelf in ieder geval helemaal klaar mee.” Volgens Joep de Geus is het – ondanks alle kanttekeningen die daarbij te plaatsen zijn – wel degelijk mogelijk om een goede discussie te voeren op social media. „Er zijn genoeg redelijke mensen uit verschillende delen van onze samenleving die echt inhoudelijk willen spreken over wat er gebeurt in het Midden-Oosten. Dat is mijn ervaring en daar blijf ik van overtuigd.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten