Niet te geloven: in vijf pagina’s over het Israelisch-Palestijns conflict wordt de onafhankelijkheidsoorlog niet vermeld. Het enige dat er over het vele Arabische geweld tegen Israel wordt vermeld is: “Arabische strijders probeerden de joden te verjagen”, direct gevolgd door: “maar die sloegen terug. Joodse milities moordden Arabische dorpen uit.”
Over Begin schrijft men o.a.:
“Menachem Begin is de geschiedenis ingegaan als vredestichter. Dat is opmerkelijk, want een groot deel van zijn leven stond hij bekend als terrorist en extremist.(...) Na de inval (van Duitsland in Rusland, RP) vluchtte hij naar Palestina, waar hij de leider werd van de extremistische zionisten. Zij wilden het hele Bijbelse Israel veroveren, een veel groter gebied dan ‘gewone zionisten’ als Ben Goerion. Ook in zijn strijdmethoden was Begin extremistisch. Zijn milities vermoordden Palestijnse burgers en pleegden terreuraanslagen, op het Koning David Hotel in Jeruzalem vielen 91 doden.”
Het CIDI meldt dat Arafat heel anders wordt omschreven:
Arafat daarentegen wordt niet eenmaal een terrorist genoemd. Zijn beschrijving start zo: “Israel kreeg vanaf de jaren 1960 steeds meer last van Palestijns verzet. De belangrijkste verzetsbeweging werd de PLO van Yasser Arafat.” Van de PLO wordt wel gezegd dat “ze terroristen en guerrillastrijders opleidde” en dat dit “leidde tot een golf van aanslagen en ander geweld.” (Tegen wie, Israelische burgers bijvoorbeeld, wordt niet vermeld.) Dan wordt er verteld dat Arafat in 1993 “een verrassende ommezwaai maakte”: “Hij sloot vrede met Israel.” Maar “lang niet alle Palestijnen waren daar blij mee. Een nieuwe verzetsbeweging, Hamas, zette de strijd tegen Israel voort.” “Leden van Hamas pleegden zelfmoordaanslagen en andere terreurdaden”, staat er nog. Maar ook Hamas wordt geen terroristische organisatie genoemd, ook over de slachtoffers van Hamas wordt niets gezegd.
Het is opvallend dat het Palestijnse geweld steevast ‘verzet’ wordt genoemd terwijl Begin meermaals ‘extremistisch’ wordt genoemd. Verzet klinkt alsof het gerechtvaardigd is, terwijl het geweld van Begin en zijn militie juist als totaal ongerechtvaardigd wordt neergezet met het zwaar negatieve woord ‘extremistisch’. Ik weet niet of men ook nog iets over de ideeën van Arafat vermeldde, die tot 1993 zeker ook ‘extremistisch’ genoemd kunnen worden. Hij sloot overigens geen echte vrede met Israel, want daarna moest de tweede intifada, waarvan inmiddels duidelijk is dat die werd aangesticht door Arafats’ PA, nog uitbreken. Daarbij klinkt ‘vrede sluiten met’, alsof het vooral van Arafat uitging. Beter was geweest: ‘Arafat en Rabin besloten vrede te sluiten’. Zou er voor Rabin ook ruimte zijn in de vijf pagina’s die het boek aan Israel en de Palestijnen besteedt? En voor de mufti, Haij Amin Al Husseini? De antwoorden laten zich raden.
Het Israelische Ynet meldt dat bij het verhaal over de stichting van Israel een foto staat afgebeeld van een Palestijnse jongen die met stenen naar een tank gooit, met het volgende onderschrift: “Klein verzet tegen de Israelische bezetting van Palestijns grondgebied in 2000. Negen dagen later werd deze dertienjarige jongen bij zo’n zelfde actie doodgeschoten”.
Lekker objectief, maar niet heus. Waarom geen foto van een uitgebrande bus, met als onderschrift: “Palestijnse terreurdaad tegen onschuldige Israelische burgers. Er werden in die tijd soms tientallen aanslagen per maand gepleegd, met vaak vele dodelijke slachtoffers. In reactie hierop begon Israel delen van het gebied dat eerder aan de Palestijnen was gegeven, terug te veroveren”.
Het CIDI schrijft:
Met ingang van het schooljaar 2016 verdwijnt ‘het conflict’ uit de verplichte stof voor het Centraal Schriftelijk examen en wordt het een van de keuzeonderwerpen waaraan de school in het Schoolexamen aandacht kan besteden. Het is te hopen dat dit gepaard gaat met het verschijnen van evenwichtiger leerstof en dat deze uitgave van Noordhoff naar de prullenbak verdwijnt – waar hij hoort.
Ik hoop dat dit boek met onmiddellijke ingang uit het lespakket wordt gehaald, en vervangen door een boek met een evenwichtiger tekst. Het is van belang dat VMBO leerlingen, waaronder relatief veel allochtonen, een goed beeld krijgen van het conflict en van hoe Israel tot stand is gekomen. Dit kan helpen om het huidige conflict beter te kunenn begrijpen, en te zien dat het beeld van een oppermachtig Israel tegenover onschuldige, machteloze Palestijnen, geen recht doet aan de complexiteit van het conflict. Dat het niet makkelijk is een evenwichtige tekst te schrijven die niet te ingewikkeld is, geloof ik graag. Wij hebben daar zelf met Israel-Palestina.info overigens ook een poging toe gedaan, misschien dat men daar wat aan heeft?
RP
----------
http://www.cidi.nl/schoolboekje-onevenwichtig-over-israel/
IN EDUCATIE / DOOR ELISE FRIEDMANN / OP 27/05/2015 OM 23:02 / TAGS: CIDI, EGYPTE, GAZA, HAMAS, WESTBANK
In Israel is ophef ontstaan over de onevenwichtige, tendentieuze manier waarop een Nederlands geschiedenisboek voor 4 VMBO het hoofdstuk “Israel en de Palestijnen” beschrijft. CIDI betreurt het dat Nederlandse VMBO-leerlingen via deze onevenwichtige tekst kennismaken met dit ingewikkelde conflict. Dit helpt zeker niet het genuanceerde beeld van de geschiedenis bij te brengen dat past binnen het Nederlandse onderwijs. Het wordt tijd dat er snel een meer evenwichtige methode verschijnt.
“Het ontstaan en de gevolgen van de brandhaard Israël/ Palestina” is een van de onderwerpen die de leerlingen (nu nog) moeten kennen voor het Centraal Schriftelijk eindexamen. Het boek “Geschiedeniswerkplaats” voor 4 VMBO van Uitgeverij Noordhoff besteedt er een hoofdstuk aan.
Dit gebeurt in slechts vijf bladzijden, dus dat de geschiedeis versimpeld wordt is te begrijpen. Maar dat bij dit onderwerp de Onafhankelijksoorloog in het geheel niet wordt genoemd, is een vorm van geschiedvervalsing door weglating.
Deze oorlog, waarbij het pas opgerichte Israel werd aangevallen door Egypte, Transjordanië, Irak, Syrië en Libanon, komt niet in het boek voor. Het geweld dat eraan voorafging, wordt teruggebracht tot slechts deze regels:
“De Veiligheidsraad maakte een verdelingsplan. Er zou een joodse en een Arabische staat komen. De joden gingen daarmee akkoord, de Palestijnen niet. Arabische strijders probeerden de joden te verjagen, maar die sloegen terug. Joodse milities moordden Arabische dorpen uit.
Honderdduizenden Palestijnen sloegen op de vlucht. Zij kwamen terecht in vluchtelingenkampen over de grens. Een dag voor het Britse vertrek riep de zionistische leider Ben Goerion de staat Israel uit.”
Dat was het. Vandaar stapt het boekje rechtstreeks over naar de Zesdaagse Oorlog. Al het Arabisch geweld tegen Joden is gereduceerd tot “Arabische strijders probeerden de joden te verjagen”. Het bloedbad in het Arabische dorpje Deir Jassin echter is uitgegroeid tot iets veel groters: “Joodse milities moordden Arabische dorpen uit”. De Onafhankelijkheidsoorlog is niet gebeurd, Egypte heeft Gaza niet bezet, en Transjordanië de Westelijke Jordaanoever niet. Dit geeft VMBO-leerlingen geen enkel beeld van het ontstaan van Israel zoals het er tot 1967 uitzag; niet eens een onzorgvuldig beeld.
Dit is maar een enkel voorbeeld van de vele onzorgvuldigheden en tendentieuze passages in de vijf pagina’s die aan het conflict tussen Israel en zijn Arabische buren worden besteed.
Een ander voorbeeld is de beschrijving van Menachem Begin, vergeleken met die van Arafat. Begin wordt beschreven onder het kopje: “Terrorist en vredestichter”. De vredestichterskant van Begin wordt als volgt beschreven: “Menachem Begin is de geschiedenis ingegaan als vredestichter. Dat is opmerkelijk, want een groot deel van zijn leven stond hij bekend als terrorist en extremist.” Over die ‘terroristische’ kant van Begin gaat de hele rest van de beschrijving, tot aan de laatste regel: “Een jaar later verbaasde hij de wereld door vrede met Egypte te sluiten en de Sinaïwoestijn aan Egypte terug te geven.”
Arafat daarentegen wordt niet eenmaal een terrorist genoemd. Zijn beschrijving start zo: “Israel kreeg vanaf de jaren 1960 steeds meer last van Palestijns verzet. De belangrijkste verzetsbeweging werd de PLO van Yasser Arafat.” Van de PLO wordt wel gezegd dat “ze terroristen en guerrillastrijders opleidde” en dat dit “leidde tot een golf van aanslagen en ander geweld.” (Tegen wie, Israelische burgers bijvoorbeeld, wordt niet vermeld.) Dan wordt er verteld dat Arafat in 1993 “een verrassende ommezwaai maakte”: “Hij sloot vrede met Israel.” Maar “lang niet alle Palestijnen waren daar blij mee. Een nieuwe verzetsbeweging, Hamas, zette de strijd tegen Israel voort.” “Leden van Hamas pleegden zelfmoordaanslagen en andere terreurdaden”, staat er nog. Maar ook Hamas wordt geen terroristische organisatie genoemd, ook over de slachtoffers van Hamas wordt niets gezegd.
Met ingang van het schooljaar 2016 verdwijnt ‘het conflict’ uit de verplichte stof voor het Centraal Schriftelijk examen en wordt het een van de keuzeonderwerpen waaraan de school in het Schoolexamen aandacht kan besteden. Het is te hopen dat dit gepaard gaat met het verschijnen van evenwichtiger leerstof en dat deze uitgave van Noordhoff naar de prullenbak verdwijnt – waar hij hoort.