zaterdag 12 december 2015

Artistieke Jodenhaat moet kunnen volgens rechter (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2015/12/12/artistieke-jodenhaat-moet-kunnen-volgens-rechter/  

= IMO Blog =  

Afgelopen dinsdag oordeelde de rechtbank dat de uitspraken van rapper Ismo niet strafbaar zijn. Hij had in een rap onder andere gezegd “Ik haat die focking Joden nog veel meer dan de Nazi’s” en “flikkers geef ik geen hand”. Daarop volgden verschillende aangiftes, onder andere van het CIDI en het COC. Uit het persbericht van het CIDI, dat het OM oproept in hoger beroep te gaan:

De rechtbank oordeelde 8 december dat de tekst over Joden “op zichzelf wel beledigend van aard” is, maar dat hij valt onder het recht op vrijheid van meningsuiting omdat hij werd gedaan in het kader van de “artistieke expressie”. Onnodig grievend vindt de rechtbank de tekst niet. De rapper is naar het oordeel van de rechtbank boos, doet de uitlating maar één keer in het lied, en overdrijven hoort bij rappen. Volgens de rechtbank ‘was uit de tekst niet duidelijk dat “flikkers geef ik geen hand” over homo’s ging’ en was de tekst bovendien niet beledigend.

CIDI en COC vinden dit vonnis verontrustend: het lijkt een vrijbrief voor discriminerende uitspraken als die maar in een rap worden gedaan. ‘Boos zijn’ mag geen excuus zijn voor het kwetsen van Joden en homo’s, die niets te maken hebben met ‘de woede van Ismo’.

Men wijst voorts op het feit dat de rap 4,7 miljoen keer is bekeken op Youtube en de vele antisemitische tweets van Ismo en retweets, ook juist van de gewraakte tekst. Dit soort beledigende teksten zouden de stemming tegen Joden en homo’s bovendien verder vergiftigen en vallen blijkbaar in vruchtbare aarde. Ismo is voor veel jonge Marokkanen een voorbeeld en een held.

Veel mensen zijn dan ook verontwaardigd over de vrijspraak. Terwijl Joden liever niet zichtbaar van buiten hun kaarsjes voor chanoeka branden, en Joodse instellingen en bijeenkomsten zwaar beveiligd worden, hitsen rappers als Ismo en Appa en ‘opiniemakers’ als Ouaali hun fans op om hun Jodenhaat, sorry, hun begrijpelijke woede en frustratie, openlijk te ventileren. En als zo’n tekst over Joden en homo’s niet beledigend is, wat dan wel? Het is natuurlijk altijd aan de persoon zelf of die zich door zo’n k*tmarokkaantje beledigd voelt, maar de tekst lijkt wel geschreven met het doel om grof en beledigend te zijn. Het lijkt me sowieso onnodig grievend, want waar is het voor nodig om dit te roepen? Als Ismo kwaad is, kan hij rappen over de problemen die hij om zich heen ziet in zijn eigen buurt, over onrecht in de maatschappij of discriminatie. Waarom daar Joden en homo’s bijhalen? Ik durf te wedden dat hij er zelden een heeft ontmoet. Bovendien zijn juist dit kwetsbare groepen die zoals gezegd zelf met discriminatie en bedreigingen te maken hebben. Ik vind het onbegrijpelijk dat de rechtbank dat niet zwaarder heeft laten meewegen.

Ismo kan buiten zijn eigen gemeenschap op tenminste één steunbetuiging uit onverwachte hoek rekenen. Annabel Nanninga neemt het op voor zijn recht om wie dan ook te beledigen. Zij noemde onlangs Natascha van Weezel een ‘naïef gordelkipje met masochistische redderscomplexen’ en verweet haar een mes in de rug van de Joodse gemeenschap te planten. Nanninga heeft minder moeite met grove, extreme meningen dan met genuanceerde. Van Weezel had haar mond moeten houden tegenover rabbijn Yanki Jacobs die bij Pauw uitlegde waarom hij tegen opvang van asielzoekers nabij de Joodse wijk in Amstelveen is, het CIDI moet ook niet zeuren en vooral niet aan de vrijheid van meningsuiting komen, maar Ismo en Wilders mogen naar hartenlust beledigen “want beledigen mag gewoon in een vrije, open samenleving. Wij hebben niet het recht om gevrijwaard te blijven van beledigingen, en gelukkig maar, want anders is het einde zoek.”  

Beter staken het CIDI en het COC de juridische strijd en gaan zij een rap battle (snelgesproken, ritmische verbale belediging op beatmuziek, red.) aan met rapper Ismo, waarin zij lelijke dingen zeggen over de persoonlijke hygiëne, de moeder en/of het intellect van antisemitische homohater Ismo.

Zo vervolgt ze. Oftewel: word zelf even grof als Ismo, beantwoord beledigingen met nog ergere beledigingen. Waarop er geheid nog extremere beledigingen terug komen, want daar kunnen rappers en k*tmarokkaantjes wat van. Nanninga voelt zich in zo’n maatschappij wel thuis. Ze moet blijkbaar niks hebben van genuanceerde en doordachte meningen, van het respectvol met iemand van mening verschillen en je mening met feiten onderbouwen. Wilders (ze hint in haar stukje nog even subtiel op de aanklachten die tegen hem lopen) is een goed voorbeeld van deze houding. Hij gaat ieder inhoudelijk debat uit de weg, hij mijdt interviews waar hij met lastige feiten wordt geconfronteerd. Hij haalt uit, krachtig en snel, vaak ook op de persoon, de media springen er bovenop en hij heeft weer gescoord. Als andere politici dit zouden overnemen zouden debatten in de Tweede Kamer vol zitten met grof taalgebruik, journalisten zouden a la Rutger Castricum iedere diepgang vermijden maar hun onwelgevallige politici genadeloos afserveren. Lastige onderwerpen zouden worden gemeden, het zou alleen nog maar om effectbejag gaan en punten scoren. Soms is dat nu ook al het geval, en serieuze media en politici zijn in hun taalgebruik en stijl al een behoorlijk stuk richting Wilders, Castricum en Jan Roos opgeschoven. Daar hebben sociale media behoorlijk aan bijgedragen. Iedere halve gare kan anoniem met een paar muisklikken zijn gal spuwen, en het blijft maar al te vaak staan omdat dit nou eenmaal ‘vrijheid van meningsuiting is’.

Toen ik op internet veel begon te lezen over Israel-Palestina, kon ik mijn ogen vaak nauwelijks geloven als weer eens werd geschreven dat de Joden net nazi’s zijn, dat Hitler er een paar was vergeten, dat ze uit zijn op macht en geld en het logisch is dat ze werden vervolgd, etc. etc. Na klagen werd het soms na een paar dagen verwijderd. Verschillende blogs heb ik gewijd aan de grove reacties op doorgaans nette sites, het vaak nauwelijks verhulde antisemitisme. Ook op Facebook stikt het van de antisemitische pagina’s, en het kost vaak veel moeite ze uit de lucht te krijgen, terwijl men bij klachten tegen onschuldige pro-Israel pagina’s soms voortvarender lijkt te zijn. Maar Nanninga vindt dat blijkbaar allemaal prima, en besluit haar column met:

En laten zij de vrijheid van meningsuiting met rust, die gaan we natuurlijk niet beperken voor mensen die last hebben van kwetsgevoelens omdat een non-valeur provocatieve dommigheden debiteert.

Zij doet het voorkomen alsof het overgevoeligheid betreft wanneer je je gekwetst voelt door grove teksten, en dat moeten we allemaal maar verdragen. Feit is echter dat mensen dat niet eindeloos kunnen. Het maakt mensen ongelukkig, bang en gefrustreerd om telkens weer te worden beledigd en op je meest zwakke plek gepakt. Veel Joden hebben het gevoel in Nederland (en andere Europese landen) niet meer thuis te zijn, ze voelen zich hier niet meer veilig, ze denken dat het halve land antisemitisch is. Ik schrik soms wanneer goed opgeleide mensen met een flink netwerk dingen zeggen als dat het misschien tijd wordt om hun koffers te pakken. Of na in Israel geweest te zijn nog maanden op Facebook posten dat ze Nederland wel beu zijn en terug verlangen.

En wat zouden de antisemieten doen wanneer de Joden (en anderen die ervan balen) hun met gelijke munt zouden terugbetalen? Ze zouden dat niet op zich laten zitten. Natuurlijk zou het aantal bedreigingen en antisemitische incidenten fors toenemen. Als het CIDI die beledigende tegenrap zou maken zouden de bedreigingen binnenstromen, persoonlijke bedreigingen van mensen die weten waar men woont en waar de kinderen op school zitten. Dat is niet met politiebewaking op te lossen. Dat hakt erin, ook als de politie de zaak serieus neemt.

Ik wil niet in zo’n land wonen. De rechtstaat is er om iedereen te beschermen tegen geweld, tegen discriminatie, tegen oproepen tot geweld en ophitsing en tegen grove belediging. Want voor je het weet worden aan woorden daden verbonden. Daarom is het goed dat het CIDI naar de rechter stapt en niet terug gaat schelden. En wanneer het tot geweld komt men zich tot de politie went en niet zelf wraak gaat nemen. Dat werkt natuurlijk alleen zolang dergelijke zaken ook serieus worden genomen en er een goede afweging plaatsvindt.

Joden en homo’s moeten zich in Nederland thuis blijven voelen, ook (of misschien juist) nu er steeds meer mensen van Arabische komaf in ons land wonen, die – helaas – vaak het antisemitisme en de homofobie uit de Arabische wereld mee nemen. Dat is ook de enige remedie tegen verdere polarisering. Alle minderheden en kwetsbare groepen moeten zich in Nederland thuis voelen en beschermd weten. Dat kan niet als we erop los mogen beledigen.

Ratna Pelle

 

Vermeende schending mensenrechten geen grond om EBS uit te sluiten van concessie OV Fryslân

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2015/12/12/vermeende-schending-mensenrechten-geen-grond-om-ebs-sluiten-concessie-ov-fryslan/   

 

– Door Tjalling –    

 

Afgelopen 8 december werd op een bijeenkomst van Gedeputeerde Staten van Fryslân besloten om de concessie voor het openbaar vervoer in Zuidoost Friesland, Vlieland, Terschelling en Ameland te gunnen aan Arriva. Dit vervoersbedrijf was echter niet de enigste deelnemer. Onder de vier gegadigden was ook EBS, een dochteronderneming van het Israëlische bedrijf Egged.

Als een Israëlisch bedrijf, of een dochteronderneming daarvan, gading maakt naar een concessie o.i.d. dan is dit meestal aanleiding voor een partij als de SP of individuele mensen, die zichzelf labelen (…) met predicaten als bijvoorbeeld bevlogen of humaan, om daarover stennis te maken.

Zo had de SP inzake de deelname van EBS al tijdenlang voordat deze aanbesteding aan de orde zou komen,schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. De SP vindt namelijk dat Fryslân ‘alleen zaken moet doen met bedrijven die de mensenrechten respecteren’. De Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied zijn volgens de SP een schending van het Internationaal Humanitair Recht. Dit zou dan betekenen dat Egged en dochterbedrijven daarvan, profiteren van de militaire bezetting.

Daarnaast heeft een groep burgers een petitie gestart en in een paar dagen tijd waren er ruim duizend handtekeningen gezet. Deze petitie werd aangeboden aan Gedeputeerde Staten. De groep wees onder andere op het Nationaal Actieplan Bedrijfsleven en Mensenrechten. Hierin staat dat overheden geen zaken mogen doen met bedrijven die mensenrechten schenden. En alsof het niet op kon, het ‘Samenwerkingsverband voor Palestina in Friesland’ stuurde op afgelopen 16 november eveneens een brief, waarin de leden van G.S. Fryslân nadrukkelijk werd gevraagd ‘nee te zeggen tegen medeplichtig OV’. Een ingekorte/aangepaste versie van de brief is te lezen op de blog van Wim Minnaard, medewerker van EAPPI.

Het is bekend dat er t.a.v. Israël zeer onterecht een dubbele moraal wordt gehanteerd, vooral door mensen die begrippen als humaniteit en mensenrechten hoog in hun vaandel hebben. Landen als China, Marokko en niet te vergeten Saoedi Arabië, die werkelijk een loopje nemen met de mensenrechten, mogen van hen kennelijk hun gang gaan, maar Israël dus beslist niet.

Gelukkig keken de leden van G.S. Fryslân bij de beslissing over de concessie voor het OV wel verder dan hun neus lang is. Gedeputeerde Johannes Kramer zei voor de microfoon van Omrôp Fryslân o.a. dat ‘het aspect “mensenrechten” wat volgens sommige mensen bij een Israëlisch vervoerder een rol zou spelen, geen grond is om op te beoordelen’.

 

donderdag 10 december 2015

Bruine Palestijnen

 

Een interessante column over (Duitse) nazi’s in Palestina, maar met twee, wat zijdelingse, beweringen ben ik het niet eens:

Niet alleen kon vrijwel de gehele Arabische bevolking zich prima vinden in de nazi-plannen tot uitroeiing van alle joden...” – Verreweg de meeste Arabieren waren tegen de Joodse immigratie naar Palestina, maar uitroeiing zal niet in het hoofd van de gemiddelde Palestijnse boer hebben gezeten.

Die lokale bevolking echter, grotendeels bestaand uit Arabieren die parallel aan het zionistisch herontwikkelen van het land uit de belendende Arabische landen daarheen waren getrokken op zoek naar seizoensarbeid...” – De meeste Arabieren bleken bij volkstellingen wel degelijk geboren binnen het Britse mandaatgebied. Ik dacht dat hooguit een derde van daarbuiten stamde. Wel was er ook illegale Arabische immigratie, en trokken veel arbeiders vanuit het heuvelachtige binnenland (zeg maar de Westelijke Jordaanoever) naar de kuststrook vanwege de toenemende ontwikkeling daar. De toenemende welvaart en voorzieningen leidden ook tot een lagere kindersterfte en snellere bevolkingsgroei, waarmee de Arabieren profiteerden van de zionistische ontwikkeling.

 

Wouter

_______________

 

BRUINE PALESTIJNEN

8 december 2015

http://www.joodseomroep.nl/bruine-palestijnen/

 

Britse militairen poseren met de buitgemaakte Palestijnse nazi-vlaggen na het oprollen van de NSDAP-Jeruzalem

Voor een zoon van een vooraanstaand historicus had Bibi Netanyahu zich wel wat voorzichtiger kunnen uitdrukken, toen hij onlangs de voormalige grootmoefti van Jeruzalem het uitvinden van de sjoa, de holocaust, in de schoenen schoof. Die grootmoefti, Mohammad Amin al-Hoesseini, directe familie van de bekende Egyptenaar Jasser Arafat, had zo'n hekel aan joden dat de Engelse mandaat-beheerders hem al in 1920 tien jaar cel gaven voor de pogroms die hij leidde. Maar hoewel hij een huisvriend was van Hitler, had de laatste de Palestijnse potentaat niet nodig om zelf voor zes miljoen dode joden te zorgen.
Want wie denkt dat het Heilig Land land in de jaren dertig van de vorige eeuw vrij was van nazistische smetten, vergist zich deerlijk. Niet alleen
kon vrijwel de gehele Arabische bevolking zich prima vinden in de nazi-plannen tot uitroeiing van alle joden, ook andere nieuwe bewoners van het toenmalige Eretz steunden de plannen voor een zo joodloos mogelijk Palestina. Nadat vanaf medio 19e eeuw de eerste grote joodse immigratiebewegingen vanuit Oost-Europa daarheen op gang kwamen, lieten christelijke bewonderaars van het Avondland zich niet onbetuigd. Als het Godsrijk nabij was, wat was daarvoor dan een betere plek dan het land dat toch al heilig heette? Vanaf 1868 stroomden vanuit Duitsland protestanten van het 'Tempelgeselschaft", een vrome afscheiding van de kerk van Württemberg, naar het onder Osmaans bewind staande Palestina Ze stichtten een 'Wilhelma' gedoopte landbouwnederzetting ten oosten van Jaffa, het huidige Tel Aviv. Wilhelma-Hamîdije heette de plek voluit: naar zowel de koning van Württemberg als de Duitse keizer Wilhelm II, terwijl het tweede deel gedienstig verwees naar de Ottomaanse sultan Abdul Hamid II, met een iets minder krijgshaftige snor dan zijn Duitse evenknie.

Met de lokale Arabische bevolking hadden de Duitsers weinig op. De nieuwkomers combineerden hun protestantse arbeidsethiek met de door de vroege zionisten geïntroduceerde moderne techniek, zoals de stoomaangedreven olie- en korenmolens.
Maar ook het toenemend antisemitisme van de Duitse kolonisten hield gelijke tred met de uitbreiding van kibboetsiem door de steeds groter wordende joodse bevolking. De 'Jekken' (Duitsers, jiddisj) zagen door de getalsmatige toename der joden hun droom van een Christelijk Avondland in Palestina langzaam vervliegen. En hoewel de Engelsen, onder wiens mandaat Eretz na de Turkse nederlaag in WO1 immers viel, er alles aan deden om die joden de toegang te ontzeggen, nam de stroom immigranten in de jaren dertig alleen maar toe. Niet vreemd daaraan was de befaamde Balfourverklaring van 1917, waarin de Engelse minister van buitenlandse zaken had verklaard dat joden het land als thuisland mochten beschouwen, mits ze de lokale bevolking niet voor de voeten liepen.
Die lokale bevolking echter, grotendeels bestaand uit Arabieren die parallel aan het zionistisch herontwikkelen van het land uit de belendende Arabische landen daarheen waren getrokken op zoek naar seizoensarbeid, pretendeerden dat het land als vanouds moslimgebied was en bestreden joden waar ze konden. Ideologisch konden ze daarbij rekenen op de steun van de aanwezige Rijksduitsers, waarvan uiteindelijk een derde lid was van de nazi-partij NSDAP, het hoogste aantal van alle 'buitenlandse' nazi-broederpartijen in de 'Auslands-NSDAP'.
Zo kwam ene Ludwig Buchhalter daarheen als leraar aan de Duitse school en wat later 'Ortsgruppenleiter' van de lokale NSDAP in Jeruzalem. De Hitlerjeugd afdeling-Haifa bood zelfs cursussen Hebreeuws aan om de lokale joden beter te begrijpen én te bestrijden. Niettemin leefden de Rijksduitsers strikt gescheiden van alle niet-Duitsers. De joden, dat was nog tot daaraan toe, daar zou mee afgerekend worden. Maar Arabieren die in Duitse ogen slechts genadebrood aten van die perfide zionisten en het ontwikkelen van het land aan diezelfde zionisten overlieten, die konden in de ogen van de Arische afdeling van het Avondland ook op weinig waardering rekenen.
Volgens der Palestijnse nazi's werd de toestroom van joden veroorzaakt door 'de macht van het joodse goud'. Volgens hen inspireerde de macht van de harde valuta in combinatie met de 'zionistische propaganda' de joden meer tot emigratie dan de wérkelijke redenen: de pogroms, de vervolging, de discriminatie, de massamoord. Het is een fabel die nog wel eens opduikt als 'verklaring' van de massale emigratie van joden na '48 uit Arabische landen: niet de vervolging maar zionistische propaganda en poen deden hen vertrekken naar Israël.
Bij de Palestijnse Rijksduitsers werd hun toch al religieus geïnspireerde antisemitisme – de joden die immers Jezus vermoord hadden – versterkt door hun rassenbiologische ideeën. De strijd zou gaan tussen het wereldjodendom dat naar totale macht streefde, versus de Arische wereld, de Arabische inbegrepen, die tot taak had de joden te bestrijden door totale uitroeiing. In hun huisblad, de 'Warte des Tempels' werd de rassenleer van bloed en bodem dan ook aangeprezen als een godsgeschenk. Vormde Hitler-Duitsland de eerste renaissance van een nieuw Duitsland, in Palestina moest hetzelfde bereikt worden met de Arabieren.

De Auslands-Organisation (AO) der NSDAP groeide als kool. Binnen een jaar meldden zich vanaf 1932 honderden Duitse kolonisten in Haifa bij de architect Karl Ruff, die de contacten met het thuisland onderhield. Een derde was lid, terwijl de NSDAP elders in de wereld onder Duitse emigranten krap de vier procent haalde. Daarom kon in maart '33 de latere NSDAP-Landesgruppenleiter Cornelius Schwarz vanuit Jeruzalem opgewekt aan zijn zoon Erwin in Caïro melden: 'er is hier al een redelijk goede Hitlergemeente hier, waar steeds meer jongelui naartoe stromen.' Dat was te merken in het straatbeeld van vooral de havenstad Haifa. Hoewel een overwegend joodse stad, wisten de Rijksduitsers van Haifa vanaf hun hoofdkwartier op de Carmelberg (thans Beit Hecht) het straatbeeld te verlevendigen met met regelrecht uit het derde rijk gekopieerde symboliek. Zo waaide bizar genoeg de hakenkruisvlag boven Haifa. Gek genoeg deed de lokale SA echter vrij weinig om het toch ruim aanwezige joodse gespuis in te dammen. Op hun beurt deed de Arabische bevolking er wél alles aan om de herkenbaarheid van de Hiterlerfans te verhogen: zo moesten in de door het beheerste gebieden Duitse auto's nadrukkelijk hakenkruisvlaggen meevoeren om ze te kunnen onderscheiden van joodse en Britse bolides. De lokale NSDAP droeg om diezelfde reden álle Duitsers op om hakenkruisspeldje te dragen, of ze nu lid waren of niet.
De Duitsers werden verdacht van, of maakten zich ronduit schuldig aan collaboratie met de Arabieren, zeer tegen de zin van joden en Britten in. Ludwig Buchhalter beschrijft in zijn memoires hoe zijn gehakenkruiste wagen ongehinderd de Arabische dorpen door kon rijden, maar tegen Tel Aviv door het joodse huisleger der Haganah beschoten werd. En zo kwam het tot de absurde situatie dat de tussen de nazi-nederzetting Wilhelma en Jeruzalem pendelende melkwagens een groot hakenkruis op hun tank hadden staan, maar nogal vaak door meeliftende joden beschermd moesten worden tegen nationalistische joodse aanslagen.
En ja, broeders onder elkaar, toen moest het er maar es van komen: op 9 december 1941 werd de grootmoefti vorstelijk ontvangen door de Führer te Berlijn. Dat was nog rijkelijk laat want al in 1933 had de grootmoefti de moffen zijn diensten aangeboden met handige tips hoe zo veel mogelijk joden te verdrijven dan wel om zeep te brengen. Hij had daartoe zelfs een Arabisch bataljon (nr.845) laten samenstellen, dat hij aan Hitler aanbood om samen de strijd aan te gaan. Eventueel ondersteund door het eveneens uit de koker van de moefti afkomstige 'Oostturkse SS-Regiment' en de SS-moslim-divisies 'Skanderberg' (Albanië) en 'Kama' (Kroatië). Men ziet: de grootmoefti kwam niet met lege handen.

Zijn aanhoudende Palestijnse strijd tegen communisten en joden, waarbij een zekere nadruk op de strijd tegen de laatsten hem niet ontzegd kon worden, leidde in Eretz Israël tot een scheiding van zowel geesten als mensen. De dienstplichtige Duitsers moesten terug naar het thuisland, de rest werd ofwel geïnterneerd door de Britten of achterna gezeten, zoals ook de genoemde Buchhalter, die over zee kon ontsnappen. Toen 'woestijnvos' Erwin Rommel in Noord-Afrika wel érg ver doorstootte naar het oosten, leek het de Britten raadzaam de nog aanwezige Rijksduitsers te verschepen naar Australië. Daar brachten circa 500 van hen een redelijk welvarende oorlogstijd door, waarbij zelfs in het kamp in april 1945 nog gelegenheid was de verjaardag van Adolf Hitler te vieren. Aan deze vrolijkheid kwam een einde bij de stichting van de staat Israël, toen hen verdere toegang tot het land verboden werd. Immers, de jonge staat had al genoeg te stellen met de Arabische opstandelingen om niet nog eens hun collaborerende medestanders onderdak te bieden.

Ze waren er immers steeds op uit geweest na de overwinning der bruine broeders op het Westen, van Palestina een geheel op arisch-arabische grondslag gebaseerde staat te maken. Maar het is, zoals u wel weet, anders gelopen: de Arabieren, of zo u wil Palestijnen, gokten op het verkeerde paard en verloren mét de nazi's de oorlog. De joden verloren veelal hun hele familie. Toch werden gek genoeg de voormalige nazi's na de oorlog beter gecompenseerd dan menig joods oorlogsslachtoffer. In de zogeheten Luxemburger Overeenkomst kwamen de Bondsrepubliek en de Jewish Claims Conference (JCC) overeen van de in totaal 3,5 miljard D-mark compensatie voor joods oorlogsleed zo'n 54 miljoen vrij te maken voor de schadeloosstelling van de Palestina-Duitsers. En zelfs die ruime beloning voor collaboratie leverde in Duitsland zoveel oppositie op -men vond dat de Palestijnse Duitsers nooit Israël uitgewezen hadden mogen worden- dat de CDU-Bondskanselier Konrad Adenauer de deal in de Bondsdag tegen de wil van zijn eigen fractie en met de steun van de sociaaldemocraten erdoorheen moest drukken.
Ook die voormalige 'NSDAP-Ortsgruppenleiter' van Jeruzalem, Ludwig Buchhalter, pakte daar een graantje, zeg maar gerust een grote bak graan van mee. Voor het verlies van zijn huis in Jeruzalem werd hij, tot aan zijn pensioen in 1975 in dienst van Baden-Württemberg als leraar, door de staat Israël met een vijfcijferig bedrag per jaar schadeloos gesteld.

Zijn mede-geesteskind, de nederzetting Wilhelma bestaat nog. Tegenwoordig heet het Bnei Atarot en zijn de huisjes met hun typische Duitse chalet-uitstraling, op letterlijk een steenworp afstand van de luchthaven Ben Goerion, zeer gewild bij de nouveau-riches die de voormalige Duitse kolonie langzaam restaureren en veranderen in een yuppenbuurt. Een grotere gruwel is er niet voor de voormalige nazi's: hun wijk geheel bewoond door joden. En nog rijke ook.

 

Paul Damen 2015