Of de juridische implicaties die Bart Schut hieronder schetst juist zijn, weet ik niet, maar evident is dat de 'Reguleringswet' die Palestijnse grond onteigent waarop nederzettingen zijn gebouwd (indien kolonisten 'niet wisten dat ze op privégrond bouwden'), desastreus is voor Israels verhoudingen met de rest van de wereld. Om te beginnen zal het indienen van de wet er sterk aan hebben bijgedragen dat de regering Obama er in december vanaf zag om een resolutie tegen de nederzettingen van de VN Veiligheidsraad te blokkeren.
Wouter
____________
Een draak van een wet
De kersverse 'Regulation Law' maakt het mogelijk dat de Israëlische regering land onteigent dat Palestijns privébezit is. De juridische, morele en diplomatieke schade van de wet is nauwelijks te overschatten.
Buiten Israël is nauwelijks steun te vinden voor de onteigeningswet die deze week door de Knesset werd aangenomen. De VN, de EU en haar machtigste staten (Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland), eerder al de regering-Obama en uiteraard de hele Arabische wereld, zijn unaniem in hun afwijzing van de maatregel, die een schier onbeperkte uitbreiding van de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever mogelijk maakt.
De Israëlische politiek zelf is tot op het bot verdeeld. De gehele oppositie stemde deze week tegen, aan coalitiezijde schaarde alleen Likoed-veteraan Benny Begin zich bij de tegenstanders. Advocaat-generaal Avichai Mandelblit heeft laten doorschemeren bij het Hooggerechtshof tégen de wet te pleiten, een bijna unieke actie. Aan de andere kant kunnen de kolonisten op de Westbank hun geluk niet op. De nieuwe regel maakt de legalisering van 4000 illegaal gebouwde woningen mogelijk, waardoor ontruimingen – zoals die van Amona vorige week – definitief tot het verleden zouden behoren.
Te goeder trouw
De Regulation Law bepaalt dat wanneer kolonisten 'te goeder trouw' (lees: wanneer zij niet weten dat het land waarop zij bouwen Palestijns privébezit is) bouwen op de Westelijke Jordaanoever, de regering in Jeruzalem de eigenaar schadeloos stelt met 125 procent van de commerciële waarde van het land of met de waarde van twintig jaar huuropbrengst. De Palestijnse eigenaar is daarmee zijn land kwijt, voorgoed. De wet geldt voor alle toekomstige en de (naar schatting zo'n 4000) bestaande bouwwerken op Palestijns privéland. De sloop van de door het Israëlische Hooggerechtshof illegaal verklaarde woningen in Amona is met onmiddellijke ingang stopgezet, dit tot grote vreugde van rechts Israël.
De wet komt dan ook uit de koker van Naftali Bennett, leider van het uiterst rechtse Habayit Hayehudi (het Joodse Huis) en minister van Onderwijs. Bennett pleit al jaren voor volledige annexatie van de Westelijke Jordaanoever en het vrijwel onbeperkt kunnen bouwen van nederzettingen lijkt een belangrijke stap in de verwezenlijking van dit doel. Zijn partijgenoot in de Knesset Shulli Muallem-Refaeli zei voor de stemming van afgelopen maandag dat de wet 'is opgedragen aan de moedige bewoners van Amona die zijn gedwongen een lot te ondergaan dat geen Joodse familie ooit nog zal bedreigen'.
Rugdekking
In ieder geval kan (en moet) de Regulation Law worden gezien als een escalatie van het nederzettingenbeleid. Sinds het begin van dit jaar kondigde de regering-Netanyahu ook al de bouw van meer dan 7000 woningen op de Westbank en in Oost-Jeruzalem aan. Het is moeilijk deze ramkoers los te zien van de nieuwe rugdekking die Netanyahu verwacht vanuit het Witte Huis. Maar de vraag is of zelfs de zo Israël-verliefde Trump-regering deze wel zeer unilaterale stap van Jeruzalem zal waarderen. Washington heeft Netanyahu vriendelijk gevraagd niet te vaak met dit soort verrassingen te komen. Er zal een moment zijn waarop de Amerikaanse toon in een waarschuwing verandert en de Regulation Law zou hier weleens het eerste voorbeeld van kunnen worden. Volgende week bezoekt Netanyahu voor het eerst de kersverse president in Washington.
De reden dat de internationale gemeenschap zo scherp reageert is dat de Regulation Law elke kans op een tweestatenoplossing om zeep lijkt te helpen. Hoewel dit ongetwijfeld ook de bedoeling is van Bennett en zijn rechtse bondgenoten, is elke andere uitkomst onbespreekbaar voor zo ongeveer iedereen buiten Israël. Met dit soort maatregelen dreigt Jeruzalem het laatste restje steun en sympathie in met name de Europese hoofdsteden – waar het nederzettingenbeleid als grootste obstakel voor vrede wordt gezien – te verliezen.
Betwist of bezet
Dat de nieuwe wet een duidelijke schending van internationaal recht is, lijdt geen twijfel. De Vierde Conventie van Genève verbiedt uitdrukkelijk de bouw van nederzettingen in bezet gebied. Normaal gesproken verweert Israël zich hiertegen met het argument dat 'Judea en Samaria' niet bezet maar betwist zijn. Maar op het moment dat de regering in Jeruzalem een Israëlische onteigeningswet van kracht maakt in dat gebied, is van betwisting geen sprake meer. Nationale wetgeving is immers alleen van kracht in het eigen territorium. De wet ondermijnt dus Israëls sterkste (en wellicht enige) argument tegen de illegaliteit van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Het is heel simpel: of het gebied is 'betwist' en dan is de Regulation Law er niet geldig, of de wet geldt en dan is het gebied niet langer betwist maar 'gewoon' bezet. Israël kan juridisch net zo min Palestijns privéland onteigenen als Nederland de maximumsnelheid op de Duitse Autobahn kan beperken.
Waar de meerderheid van de Knesset dit argument tegen de Regulation Law niet ziet of wenst te zien, richten tegenstanders hun hoop op het Hooggerechtshof in Jeruzalem. Verwacht wordt dat de raadslieden grote moeite met de wet zullen hebben, niet alleen op bovenstaande juridische gronden, maar ook omdat de wet specifiek gericht lijkt te zijn tegen jurisprudentie van het Hof. Bennett probeerde met indiening ervan ontruimingen zoals die in Amona te voorkomen en daarmee uitspraken van het Hooggerechtshof in de wielen te rijden. Zelfs minister van Defensie Avigdor Liberman, toch niet bepaald een vredesduif, weet het zeker: "De kans dat de wet wordt afgeschoten door het Hooggerechtshof is 100 procent." Misschien is dat wel het beste dat Israël op dit moment kan overkomen.