= IMO Blog =
Het is een bekend cliché: “de een z’n terrorist is de ander z’n vrijheidsstrijder”. Oftewel: het is maar net aan wiens kant je staat hoe je iemand noemt die een aanslag pleegt, mes trekt, zichzelf opblaast of een bom laat afgaan op een druk marktplein of in de moskee. Ja en nee. Het is duidelijk dat wanneer je aan de kant staat van de geweldplegers, je ze geen terroristen noemt. Maar kies je daarmee ook automatisch partij als je ze wel terroristen noemt? Als dat zo is, kiezen de media voortdurend partij. Afgelopen zaterdag stond er nog een artikeltje van het ANP in o.a. het Parool waarin werd gesproken van terroristen die gasten in een hotel in Egypte aanvielen. Beveiligers en de politie kwamen snel in actie waarbij een terrorist werd gedood en de ander gewond raakte, aldus het ANP bericht. Ook de man die in Parijs vorige week een politiebureau bestormde met een slagersmes was volgens sommige media een terrorist. Doorgaans noemen we geweld tegen willekeurige burgers vanuit een politiek of religieus motief terrorisme, soms geldt dat ook voor geweld tegen gezagsdragers. Dat dat een negatieve lading heeft klopt, geweld tegen burgers zien we doorgaans als ongerechtvaardigd. Hotelgasten, moskeegangers of mensen in een winkelcentrum zijn geen legitiem doelwit, ook al leven ze in een rotland met een vreselijk regime en ook al steunen ze dat regime misschien wel.
Naast het ANP artikeltje in het Parool stond een stukje van het AP over het doodschieten van een terrorist die een week eerder een aanslag pleegde in Tel Aviv. Hij werd echter geen terrorist genoemd maar achtereenvolgens een ‘schutter’, een ‘man’ en een ‘Arabische man’. Het ANP heb ik nog nooit kunnen betrappen op het gebruik van het woord’ terrorist’ wanneer Palestijnen in Israel burgers aanvallen uit nationalistische of religieuze motieven. Media noemen deze aanvallers ‘aanvallers’, ‘messentrekkers’, ‘schutters’, en heel vaak ook gewoon ‘een man’. Dan krijg je zinnen als ‘een man in Tel Aviv stak in op verschillende mensen waarvan er twee zwaargewond raakten.’ Of: ‘een man werd doodgeschoten nadat hij twee mensen aanviel met een mes’. Volkomen nietszeggend dus. ‘Een man die een man aanviel en vervolgens door een andere man werd doodgeschoten’, dat zegt niet veel behalve dat mannen wellicht gewelddadiger zijn dan vrouwen. ‘Een terrorist die instak op winkelend publiek en vervolgens door de politie werd doodgeschoten’ geeft al wat meer clous, en nog duidelijker is wanneer erbij staat dat het om Palestijnen/Arabieren ging die Israeli’s (doorgaans Joden, maar ze vergissen zich weleens) aanvallen, en vervolgens in Palestijnse media en door Fatah en de PA als helden worden vereerd. Het gaat om politiek gemotiveerde daden die worden gesteund door een groot deel van de Palestijnse maatschappij. Maar dat staat er nooit.
Bezettingsparadigma
Waarom zijn Palestijnen voor de media zelden terroristen? Omdat men beseft dat dat woord veel controverse oproept, vooral (maar zeker niet alleen) bij kijkers van Arabische komaf. En omdat het Palestijnen in de rol van daders plaatst, en dat past niet in het heersende paradigma over het conflict. Een IS strijder een terrorist noemen wil er nog wel in bij veel mensen, maar een Palestijn die voor zijn land vecht en wordt onderdrukt door het Israelische bezettingsleger? Dat is partij kiezen! Het heersende paradigma rond Israel-Palestina is steeds sterker dat geweld tegen burgers weliswaar fout is, maar de bezetting het hoofdprobleem is en dus oorzaak van veel ander geweld en ellende. En dat Israel veel meer burgers doodt, maar omdat dat een regeringsleger is heet dat geen terrorisme maar een ‘legeroperatie’.
De ‘kwaliteitsmedia’ komen hieraan tegemoet, of, beter gezegd, zij hangen dit paradigma ook aan en vinden het dus terecht om een Hamas terrorist geen terrorist te noemen ook al steekt hij op burgers in en een terrorist in Egypte of Frankrijk die precies hetzelfde doet wel. Het gaat de media blijkbaar niet zozeer om de daad, en ook niet om de ideologie van de dader maar om de precieze situatie en wie tegen wie vecht. Een aanslag in Tel Aviv vindt men ook erger dan een in een plaats op de Westbank, want daar horen Israeli’s (lees: Joden) niet te zijn volgens de media, en ook niet in Jeruzalem over de Groene Lijn (vaak ‘bezet Palestijns Oost-Jeruzalem’ genoemd).
Ik kan mij op zichzelf voorstellen dat je de politieke situatie ook mee laat wegen, al blijft het vreemd dezelfde daad zo anders te framen. Dat moet dan echter wel consequent gebeuren, en de motieven van de daders eerlijk weergegeven. Hamas (en Fatah, en alle andere Palestijnse gewapende groeperingen) wil niet de Westbank ‘bevrijden’ maar heel Israel dat in hun ogen bezet is, en daarmee is een aanslag van hen op de Westbank even erg als een in Tel Aviv. Bovendien hebben ze zelf ieder compromis afgewezen. De voortdurende bezetting is, zoals hier al zo vaak beschreven, niet in hoofdzaak Israels schuld maar voor een groot deel het gevolg van de Arabische weigering een compromis en vrede te sluiten. De meeste kolonisten zijn bovendien bereid naar Israel te verhuizen indien hun regering dat verlangt in het kader van een vredesregeling. Tot slot is het conflict ouder en veelomvattender dan de bezetting, en werd er lang voor de bezetting al gevochten. De eerste georganiseerde Palestijnse aanvallen gericht op Joodse burgers in Palestina dateren van rond 1920, waarna nog een reeks van dergelijke pogroms zouden volgen. In en rond Israels onafhankelijkheidsoorlog gebruikten beide partijen veelvuldig geweld tegen burgers. Het geweld van Israels kant is algemeen bekend en wordt door velen als genocide, terreur of etnische zuivering bestempeld, terwijl over de Palestijnse en Arabische aanvallen doorgaans wordt gezwegen.
Het paradigma van de bekende ‘kwaliteitsmedia’ klopt dus niet, er worden daarin een hoop zaken verdraaid weergegeven en weggelaten. Dit vertekende beeld wordt versterkt via terminologie als wie een terrorist is, maar ook het eerst melden van de dood van Palestijnen en pas daarna vermelden dat zij op Israelische burgers instaken. Israeli’s ‘komen om’, Palestijnen worden doodgeschoten. Wanneer Palestijnen de dader zijn wordt dit vaak helemaal niet direct gemeld. ‘Bij een aanslag kwamen .. mensen om’, maar ‘het leger schoot .. Palestijnen dood’. Dit versterkt uiteraard het beeld van de Palestijnen als slachtoffer en Israel als agressor. Ook het vermelden van het totaal aantal doden sinds het begin van de nieuwe geweldsronde aan het einde van ieder artikel draagt daaraan bij. Israel heeft meer Palestijnen gedood dan omgekeerd, maar daarbij is bepalend dat de meeste Palestijnen werden gedood toen zij Israeli’s aanvielen of dit wilden doen.
De maten van Van Hoogstraten
Vorig weekend maakte Monique van Hoogstraten het weer eens bont wat betreft kromme vergelijkingen. Ze bestond het te beweren dat:
Weer is een Palestijnse verdachte van een terreuraanslag gedood. Joodse verdachten worden opgepakt en berecht. Huizen van Palestijnse terroristen worden met de grond gelijk gemaakt. Huizen van Joodse terroristen niet. Meten met twee maten? Ja, zeggen sommigen: Palestijnse levens zijn minder waard in Israël. Nee, zeggen anderen: de Joodse staat moet juist Joodse levens beschermen.
Dit is een perfecte weergave van het paradigma dat Israel de agressor is en discrimineert en Palestijnen de underdog zijn. Ze ‘vergeet’ voor het gemak even dat er zo’n 100 keer zoveel Palestijns terrorisme is als Joods terrorisme (wanneer die term wordt gebruikt mag Palestijns terrorisme opeens ook, het is dan immers niet meer stigmatiserend tegenover Palestijnen), en dat de Palestijnse verdachten zich doorgaans wat lastiger laten oppakken. De terrorist waar dit item over ging schoot in het wilde weg om zich heen; Joodse terreurverdachten doen dat doorgaans niet. Alleen op de Westbank worden huizen van Palestijnse terroristen vernield, een omstreden gebruik dat een tijdlang was verboden door het Hooggerechtshof maar sinds een paar jaar weer wordt uitgevoerd. Hoeveel is trouwens een Joods leven waard in ‘Palestina’? Een stuk minder dan een Palestijns of Arabisch in Israel, maar ja, daarop ingaan past niet in het paradigma. Ieder land in oorlog beschermt in de eerste plaats zijn eigen burgers en discrimineert in die zin, maar geen enkel ander land wordt daar op zo’n manier op afgerekend.
Door het woord ‘terrorist’ te mijden waar het geweld tegen Israelische burgers betreft (behalve wanneer men in hetzelfde item van Joods terrorisme kan spreken) laadt men de verdenking op zich juist partij te kiezen voor de Palestijnen. Zij zouden meer reden hebben om zich in Israel op te blazen of op burgers in te rijden c.q. te steken dan iemand in Egypte, Bagdad of Parijs.
Wanneer je googelt op terrorisme en Israel krijg je ruim vijf en een half miljoen resultaten, die echter voor een flink deel gaan over Joods terrorisme of andersoortig terrorisme door Israel en niet door de Palestijnen. Palestijns terrorisme geeft slechts 164.000 resultaten, Israelisch terrorisme 334.000 resultaten en Joods terrorisme 234.000. Dat klopt met mijn eigen indruk dat men vaker en makkelijker van Joods terrorisme spreekt dan van Palestijns, omdat dat te stigmatiserend zou zijn of daarmee de schijn zou worden gewekt partij te kiezen voor Israel (iets wat ten allen tijde en onder alle voorwaarden vermeden moet worden). Ter vergelijking: terrorisme Egypte geeft 864.000 resultaten en terrorisme Irak 13,5 miljoen. Wanneer Arabieren elkaar onderling afmaken en daar van beide kanten even brute methodes voor worden gebruikt vervalt de schroom om het beestje bij de naam te noemen. Er is daar ook geen paradigma hoog te houden waarin de ene partij vooral onderdrukker of dader is en de andere slachtoffer. Dat komt de onpartijdigheid sterk ten goede.
Ratna Pelle