zaterdag 25 april 2015

NGO's: blokkade Israel belemmert herbouw Gaza? (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2015/04/25/ngos-blokkade-israel-belemmert-herbouw-gaza/  

= IMO Blog =  

Vorige week kwam het zoveelste rapport uit over Gaza dat concludeert dat de wederopbouw niet opschiet, het beloofde donorgeld voor het merendeel niet binnen is en veel Gazanen nog geen fatsoenlijke woning hebben en in armoede leven. Er is nauwelijks aandacht voor de werkelijke oorzaken, namelijk het Hamas wanbestuur, het geld en materiaal dat wordt misbruikt voor de tunnels (vandaar ook dat veel donorgeld nog niet binnen is) en de voortdurende strijd tussen Hamas en Fatah om de macht.

Media nemen klakkeloos de samenvatting over. Zo schrijft de Volkskrant:

De internationale gemeenschap moet druk uitoefenen op Israël om een einde te maken aan de blokkade van de Gazastrook. Die oproep doet een groep van 45 hulporganisaties vandaag. Sinds het einde van de oorlog in het gebied vorig jaar is er nog amper begonnen met wederopbouw en is slechts een kwart van het toegezegde hulpgeld daadwerkelijk gedoneerd.

Vervolgens worden ook de beruchte en onjuist gebleken VN cijfers over het aantal doden weer vermeld met de toevoeging ‘waaronder veelal burgers’, wat dus onjuist is. Winnie Byanyima, uitvoerend directeur van Oxfam, zegt in het rapport (ik citeer Elder of Ziyon):

Only 26.8 percent of money pledged by donors six months ago has been released so far. Even when funded, many reconstruction projects have not yet begun due to restrictions on essential material under the blockade.

Tony Laurance, CEO of MAP UK, said: “The world is shutting its eyes and ears to the people of Gaza when they need it most. Reconstruction cannot happen without funds, but money alone will not be enough. With the blockade in place we are just reconstructing a life of misery, poverty and despair.”

Terecht vraagt Elder of Ziyon zich af, waar die 26,8% van het geld dan voor is gebruikt als het niet naar reconstructie projecten is gegaan?

This report from the Shelter Cluster tells us, and the numbers show that somehow, tens of thousands of Gazans have managed to rebuild their homes with building materials that we are incessantly told are restricted from entering Gaza.

We see that some of the money has gone to building temporary shelters and providing rent money for Gazans who cannot move into their homes. But we also learn that there are plenty of Gazans who have rebuilt their partially damaged homes.

The report says that 144,000 homes were damaged during the war. Of those homes, nearly half – 70,700 homes – have been fully repaired.

If 49% of the homes have been repaired while the international community has only paid 27% of their pledges, clearly Israeli restrictions are not the bottleneck. In fact:

As of 15 March, over 73,000 individuals requiring ABC materials for shelter repairs have been cleared to purchase materials under the GRM. Of these, over 59,000 homeowners have procured full or partial quantities of their allocated construction material to date.

Dit geld is dus wel degelijk voor de reconstructie gebruikt, en van beperkingen van bouwmateriaal door Israel is geen sprake. De reden dat nog geen geheel nieuwe huizen zijn gebouwd, is niet gebrek aan materiaal maar Palestijnse bureaucratie:

Permanent construction of new houses can take several months and would include several stages such as design proposal, building permit approval, mobilisation of contractors and funds, construction and handover of the final build.

Er is zelfs een website van de VN waarop precies is te zien hoeveel materiaal is toegekend aan hoeveel families en wat daarvan reeds is opgehaald. Het overgrote deel van de aanvragen is toegekend; ruim 40.000 gezinnen hebben nog niet (al) het materiaal dat ze toegekend hebben gekregen opgehaald. Bijna 45.000 gezinnen hebben het hun toegekende materiaal opgehaald. Israelische beperkingen spelen volgens dit overzicht geen enkele rol. Opvallend is het hoge aantal gezinnen dat het hun toegekende materiaal nog niet (geheel) heeft opgehaald.

Dat er niet meer huizen zijn gerepareerd komt volgens Elder of Ziyon doordat sommige Gazanen hun bouwmateriaal op de zwarte markt verkopen en zelf genoegen nemen met een tijdelijk onderkomen. Het zou op die manier alsnog terecht komen bij Hamas, waarvan eerder al door Israelische media werd gemeld dat het druk doende is de tunnels te herbouwen. Wellicht worden sommige Gazanen ook op iets minder vrijblijvende wijze ertoe aangespoord hun bouwmateriaal aan Hamas af te staan, in ruil voor ‘protectie’ of een redelijke baan? Dit zijn interessante vragen om uit te zoeken door een team onderzoeksjournalisten. Voorwaarde is wel dat zij niet te bevooroordeeld zijn tegenover Israel en open staan voor het feit dat de misstanden ook op een ander vlak kunnen liggen. Het kan ook interessant zijn om Israel te vergelijken met wat Egypte doet tegen de tunnels en de smokkel, en het beleid rond de grensovergangen.

Het is duidelijk dat NGO’s alle informatie negeren die niet past binnen het narratief van een oppermachtig Israel dat de oorzaak is van de ellende van de hulpeloze Palestijnen. De blokkade waarvan nog steeds wordt gesproken is al jaren geleden opgeheven, en nog slechts enkele zaken mogen niet zomaar binnen worden gebracht omdat Hamas ze voor wapens en tunnels kan gebruiken. Ondanks het feit dat Hamas alweer hard bezig is de tunnels te herbouwen, met cement dat bedoeld is voor de wederopbouw, laat Israel dit materiaal toe en zijn zowat alle aanvragen gehonoreerd. Maar in plaats van waardering voor deze coulance en oog voor de dubieuze en kwalijke rol die Hamas speelt in Gaza, is alle kritiek weer op Israel gericht.

De persberichten van NGO’s worden zoals gezegd klakkeloos overgenomen door de media. Men neemt aan dat deze organisaties serieus uitzoeken hoe de zaken zitten en een eerlijk beeld geven van de problematiek en de rol van verschillende actoren daarin. Terwijl men de Israelische regering en pro-Israelische organisaties wantrouwt, wordt veel waarde gehecht aan wat dergelijke, als onpartijdig bekend staande organisaties, zeggen over de situatie. Dat deze organisaties wat betreft Israel alles behalve onpartijdig zijn, wil maar niet doordringen. En niemand lijkt de moeite te nemen de rapporten zelf kritisch te bekijken, de bronnen na te lopen en evt. zelf tegenonderzoek te doen. Nou ja, enkele verstokte pro-Israel bloggers nemen deze moeite. Zij worstelen lijsten van Palestijnse mensenrechtenorganisaties en de VN door van ‘onschuldige’ slachtoffers in Gaza, doen soms tegenonderzoek, googelen de medewerkers en schrijvers van de rapporten. Helaas worden zij volkomen genegeerd door de media, omdat zij niet objectief zouden zijn.

Het wordt tijd dat bloggers als Elder of Ziyon en organisaties als NGO Monitor en PMW even serieus worden genomen als Al Haq, Al Mezan en Betselem. Beide kanten hebben hun agenda en hun belangen, beide beschikken over bepaalde informatie en verdienen het gehoord te worden. En vervolgens kritisch gewogen. Waarbij pro-Israel organisaties gewend zijn zeer kritisch gevolgd te worden, en de Israelische regering weet dat foutieve informatie haar duur komt te staan. Israel deed dan ook uitgebreid onderzoek naar aantijgingen als de dood van Al Dura of de familie die bij een explosie op het strand van Gaza omkwam, voor ze Israelische verantwoordelijkheid hiervoor afwees.

Van Palestijnse kant daarentegen wordt bij elke dode meteen naar Israel als schuldige gewezen, al bleken er in de Gazastrook regelmatig doden te vallen door Palestijnse kogels of explosieven. Tijdens de Gaza oorlog verbood Hamas het filmen van gedode of gewonde strijders en deed het voorkomen alsof alle slachtoffers burgers waren. NGO’s en media gingen hierin mee en stelden nauwelijks kritische vragen. Pas na de Gaza oorlog sijpelde mondjesmaat info door in de ‘mainstream media’ die een ander beeld liet zien, maar toen hadden mensen hun mening al gevormd.

Ratna Pelle

 

Human Rights Watch over Israel (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2015/04/24/human-rights-watch-over-israel/  

= IMO Blog =  

Geregeld brengen organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, Oxfam-Novib en andere NGO’s rapporten uit over misstanden in Israel, de Westbank of de Gazastrook. Deze rapporten zijn vaak nogal eenzijdig en bevooroordeeld, voor een groot deel gebaseerd op (pro)Palestijnse bronnen, en met steevast als aanbeveling dat Israel van alles moet doen of laten en het Westen Israel daartoe onder druk moet zetten.

De eenzijdigheid van deze NGO’s wat betreft Israel is vaak al overduidelijk en overvloedig aangetoond, soms zelfs door ex-medewerkers zelf. Zo schreef Robert L. Bernstein, mede oprichter van HRW, in 2009 in The New York Times:

Israel, with a population of 7.4 million, is home to at least 80 human rights organizations, a vibrant free press, a democratically elected government, a judiciary that frequently rules against the government, a politically active academia, multiple political parties and, judging by the amount of news coverage, probably more journalists per capita than any other country in the world — many of whom are there expressly to cover the Israeli-Palestinian conflict.

Meanwhile, the Arab and Iranian regimes rule over some 350 million people, and most remain brutal, closed and autocratic, permitting little or no internal dissent. The plight of their citizens who would most benefit from the kind of attention a large and well-financed international human rights organization can provide is being ignored as Human Rights Watch’s Middle East division prepares report after report on Israel.

Human Rights Watch

Blogger Elder of Ziyon vergelijkt een recent communiqué over een Saoedisch bombardement in Jemen waarbij 31 mensen omkwamen, met een communiqué naar aanleiding van Israelische bombardementen in de Gazastrook. Het verschil in toon is opvallend:

Yemen: Factory Airstrike Killed 31 Civilians
Saudi-Led, US-Backed Attack Raises Laws-of-War Concerns

 

Airstrikes by the Saudi Arabia-led coalition that hit a dairy factory in Yemen on March 31, 2015,killed at least 31 civilians and wounded another 11. The governments that participated in the attacks should investigate the airstrikes, which may have been indiscriminate or disproportionate, in violation of the laws of war.Forces of Ansar Allah, known as the Houthis, and other opposition forces, also appeared to put civilians at unnecessary risk. Area residents told Human Rights Watch that the Yemany Dairy and Beverage factory, a multi-building compound 7 kilometers outside the Red Sea port of Hodaida, was about 100 meters from a military air base controlled by Houthi forces. Military units loyal to former President Ali Abdullah Saleh were at another nearby military camp.

“The coalition’s repeated airstrikes on a dairy factory show cruel disregard for civilians, as does the deployment near the factory by Houthi and pro-Saleh forces.” said Joe Stork, deputy Middle East and North Africa director. “The attack may have violated the laws of war, so the countries involved should investigate and take appropriate action, including compensating victims of unlawful strikes.”

While civilian casualties do not necessarily mean that the laws of war were violated, the high loss of civilian life in a factory seemingly used for civilian purposes should be impartially investigated, Human Rights Watch said

Israel/Palestine: Unlawful Israeli Airstrikes Kill Civilians
Bombings of Civilian Structures Suggest Illegal Policy

 

Israeli air attacks in Gaza investigated by Human Rights Watch have been targeting apparent civilian structures and killing civilians in violation of the laws of war. Israel should end unlawful attacks that do not target military objectives and may be intended as collective punishment or broadly to destroy civilian property. Deliberate or reckless attacks violating the laws of war are war crimes, Human Rights Watch said.“Israel’s rhetoric is all about precision attacks but attacks with no military target and many civilian deaths can hardly be considered precise,” said Sarah Leah Whitson, Middle East director at Human Rights Watch. “Recent documented cases in Gaza sadly fit Israel’s long record of unlawful airstrikes with high civilian casualties.

Human Rights Watch investigated four Israeli strikes during the July military offensive in Gaza that resulted in civilian casualties and either did not attack a legitimate military target or attacked despite the likelihood of civilian casualties being disproportionate to the military gain. Such attacks committed deliberately or recklessly constitute war crimes under the laws of war applicable to all parties. In these cases, the Israeli military has presented no information to show that it was attacking lawful military objectives or acted to minimize civilian casualties.

On July 9, an Israeli attack on the Fun Time Beach café near the city of Khan Yunis killed nine civilians, including two 15-year-old children, and wounded three, including a 13-year-old boy. An Israeli military spokesman said the attack was “targeting a terrorist” but presented no evidence that any of those at the café, who had gathered to watch a World Cup match, were participating in military operations, or that the killing of one alleged “terrorist” in a crowded café would justify the expected civilian casualties.

 

Bij Israel worden veel sterkere en negatievere bewoordingen gebruikt. Men is er blijkbaar al zeker van dat de Israelische bombardementen ‘unlawful’ zijn, een schending van het oorlogsrecht, terwijl dat bij het Saoedische bombardement nog moet worden uitgezocht. Bij Israel worden continu sterk negatieve adjectieven gebruikt zoals ‘deliberately’, ‘recklessly’, termen die subjectief zijn en de lezer meteen een bepaalde kant op duwen wat betreft Israels intenties. Ook op andere manieren worden die intenties zo negatief mogelijk neergezet:

Israel should end unlawful attacks that do not target military objectives and may be intended as collective punishment or broadly to destroy civilian property. Deliberate or reckless attacks violating the laws of war are war crimes, Human Rights Watch said.

HRW weet het zelf ook niet, maar suggereert hier naar de lezer dat het weleens zou kunnen dat Israel expres zoveel mogelijk dood en verderf zaait om de bevolking collectief te straffen. Die aantijging is verder nergens op gebaseerd en hoort niet thuis in een feitelijk bedoeld communiqué, net zomin als allerhande adjectieven of cynische opmerkingen als de volgende:

“Israel’s rhetoric is all about precision attacks but attacks with no military target and many civilian deaths can hardly be considered precise,” said Sarah Leah Whitson, Middle East director at Human Rights Watch. “Recent documented cases in Gaza sadly fit Israel’s long record of unlawful airstrikes with high civilian casualties.

De Saoedische propaganda wordt niet weggehoond noch wordt er op eerdere Saoedische aanvallen en mensenrechtenschendingen gewezen.  In tegendeel, bij Saoedi Arabie wordt mild, bijna vergoelijkend geschreven:

While civilian casualties do not necessarily mean that the laws of war were violated, the high loss of civilian life in a factory seemingly used for civilian purposes should be impartially investigated, Human Rights Watch said.

Precies. Burgerdoden kunnen een schending van het oorlogsrecht zijn, maar om dat te beoordelen moet precies worden gekeken naar het te verwachten militaire voordeel van de aanval tegenover het te verwachten risico op burgerdoden of schade aan burgerdoelen. En daarvoor is dus nader onderzoek nodig. Israel heeft zelf uitgebreid onderzoek gedaan naar diverse luchtaanvallen tijdens de Gaza oorlog, en daaruit bleek dat dit geen aanvallen waren waarbij doelbewust burgers werden gedood. Integendeel, Israel deed veel om burgerdoden te voorkomen. Toen HRW beide communiqués schreef, was er naar deze zaken nog geen onderzoek bekend en dient men dus terughoudend en feitelijk te zijn in zijn aantijgingen. Precies zoals is gedaan in het communiqué over Saoedi-Arabië.

Het is niet de eerste keer dat HRW zo verschillend schrijft over Israel in vergelijking met Saoedi-Arabië. Elder of Ziyon wijst op een vergelijkbaar geval van een paar weken geleden. Ook hier weer staat sterk veroordelende taal bij Israel tegenover milde taal bij SA. Saoedi-Arabië doelt op terroristen, zo stelt HRW, maar het zou kunnen dat de 34 burgerdoden bij de luchtaanval van SA niet in overeenstemming zijn met het oorlogsrecht. Bij Israel wist men blijkbaar direct al zeker dat het om civiele doelen ging en het oorlogsrecht was geschonden.

Patroon

Deze voorbeelden passen in een patroon. Dit is hetzelfde patroon dat zichtbaar is binnen de VN, binnen de Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering en UNESCO en tal van andere lichamen, waar steeds onevenredig veel aandacht naar (vermeend) Israelisch wangedrag gaat en veel extremere mensenrechtenschendingen door anderen worden genegeerd. Hetzelfde patroon zien we bij tal van ontwikkelings- en vredesorganisaties, en ook bij Amnesty International.

Burgers en vooral linkse politici lijken zich vaak kwader te maken om Israelisch geweld dan dat van andere landen of groeperingen, ook als daar veel meer Palestijnen omkomen. Radikale moslims en boze Marokkanen schreeuwen moord en brand wanneer Israel zich met succes verweert tegen Hamas raketten, aanslagen verijdelt en tunnels opruimt. Maar ook organisaties die gelden als autoriteit op het gebied van mensenrechten, oorlogsrecht en internationale conflicten hanteren dus andere normen en ander taalgebruik voor Israel dan voor andere landen; landen die veelal ondemocratisch zijn, geen onafhankelijke rechtspraak kennen en waar de rechten van dissidenten en minderheden met voeten worden getreden. Deze organisaties worden geciteerd in de media en de conclusies van hun rapporten worden zonder meer overgenomen en aangenomen.

Ondertussen zijn deze organisaties eerder partij in het conflict dan objectieve waarnemers of arbiters. Hun rapporten zijn zoals gezegd veelal voornamelijk op Palestijnse getuigenissen gebaseerd, en op informatie van Israel-kritische en pro-Palestijnse organisaties waaronder VN lichamen als de UNRWA en de OCHA-oPt. De UNRWA speelt onder een hoedje met Hamas, OCHA is nauwelijks beter. VN cijfers over aantallen gedode burgers worden klakkeloos overgenomen, cijfers die de VN weer overnam van Hamas bronnen in Gaza en van de UNRWA, wat neerkomt op hetzelfde. Cijfers waarvan, na ze weken klakkeloos te hebben overgenomen, zelfs kwaliteitsmedia inzagen dat ze misschien toch weleens niet helemaal zouden kunnen kloppen.

Pro-Israelische bronnen worden zelden geraadpleegd en feiten regelmatig verdraaid. Zo beweren UNRWA en allerhande hulp- en ontwikkelingsorganisaties regelmatig dat Israel de Gazastrook nog steeds blokkeert en geen bouwmateriaal toelaat. Navraag bij de COGAT (of even googelen) laat een heel ander beeld zien.

Ratna Pelle

 

donderdag 23 april 2015

Onafhankelijkheidsdag Israel: 'Dit is ons land, er is geen ander'

 

Aharish werd bekritiseerd door extremisten van links en van rechts, ongetwijfeld ook van Arabische zijde (al wordt dat niet genoemd in onderstaand artikel). Juist mensen als zij vormen de hoop voor de toekomst van Israel, een land dat door zeer verschillende bevolkingsgroepen wordt gedeeld, soms meer en vaak minder harmonieus. Een gezamenlijke Israelische nationaliteit moet zich langzaam aan ontwikkelen: of je erbij hoort, mag niet alleen afhangen van wie je ouders of grootouders waren of welke religie je aanhangt.

 

Wouter

________________

 

‘This is our country, there is no other,’ says teary-eyed Aharish in Arabic

Arab-Israeli journalist lights torch at Independence Day ceremony, appeals for tolerance, peace, hope

  April 22, 2015, 10:39 pm

 

Israeli Arab journalist Lucy Aharish lights a torch at the Independence Day Ceremony on April 22, 2015 (screen capture: Channel 2)

·          

Lucy Aharish, an Israeli-Arab news anchor and actress, was among the 14 torch lighters in the official ceremony kicking off Israel’s celebrations of 67 years of independence on Wednesday night. Almost breaking down at the ceremony, she was the only one of the honorees to give part of her brief address in Arabic.

Aharish, 33, a Muslim Arab whose parents hail from Nazareth but who was educated in Jewish institutions, instantly became a target of far-right criticism when it was announced earlier this month that she had accepted the honor of lighting a torch at the state Independence Day ceremony.

Some left-wing critics said her accepting the honor constituted an agreement to serve as a fig leaf of the government.

From the extreme right — Lehava, a group acting to prevent intermarriage and other integration by non-Jewish citizens in Israeli life — was prevented by the police from protesting against Aharish’s involvement in the event.

The group was planning to demonstrate outside the Mount Herzl cemetery in Jerusalem, where the ceremony took place, but did not receive police approval for the protest.

Lucy Aharish receives a medal from Knesset Speaker Yuli Edelstein on Monday, April 20, 2015. (Photo credit: Knesset)

Aharish was teary-eyed when she took her turn at the ceremony, saying she was lighting the torch “for all human beings wherever they may be who have not lost hope for peace, and for the children, full of innocence, who live on this Earth.

“For those who were but are no more, who fell victim to baseless hatred by those who have forgotten that we were all born in the image of one God. For Sephardim and Ashkenazim, religious and secular, Arabs and Jews, sons of this motherland that reminds us that we have no other place. For us as Israel, for the honor of mankind, and for the glory of the State of Israel,” she said.

Aharish, the only Arab lighting a torch in the ceremony, also spoke in Arabic, saying: “For our honor as human beings, this is our country and there is no other.”

The Israeli 67th Independence Day Ceremony at Mount Herzl in Jerusalem on April 22, 2015. (Photo credit: Hadas Parush/Flash90)

During Operation Protective Edge last summer, Aharish, who works as a news anchor at the i24News network, conducted an on-air discussion with a Hamas official in Gaza where she accused the terror group of using civilians as human shields and called on residents of Gaza to rebel against the Hamas regime there.

In an interview with the Times of Israel this week, Aharish defined her identity as Israeli first and foremost.

“Today, when people ask me ‘What are you?’ I say that I’m an Israeli,” she said. “I’m not ashamed of my Israeliness. Then I’m a woman, and then I’m an Arab Muslim. That’s the order: Israeli, woman, Arab Muslim.”

The theme of the 14 Israeli personalities chosen as torch lighters this year was “pioneers.”

The public committee that chose the torch lighters remarked that they were selected “because they achieved extraordinary and inspiring achievements, and made a significant contribution to Israeli excellence and innovation in different aspects of life, like science and technology, security, economics, medicine, agriculture, culture and sports.”

 

woensdag 22 april 2015

Oproep hulporganisaties aan alleen Israël is onjuist

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2015/04/22/oproep-hulporganisaties-aan-alleen-israel-is-onjuist/  

- Door Tjalling -

Op afgelopen 14 april werd in het Friesch Dagblad een artikel gepubliceerd met de titel `Hulporganisaties roepen Israël op blokkade Gaza te beëindigen’. Allereerst moet worden opgemerkt dat Israël zeker niet alleen verantwoordelijk is voor die blokkade en bovendien de noodzakelijke goederen gewoon doorlaat.

In het genoemde artikel wordt onder meer gerefereerd aan een door Oxfam gepubliceerd rapport waarin de internationale gemeenschap wordt opgeroepen zich aan haar beloftes te houden met betrekking tot de wederopbouw van Gaza. De voortgang daarvan verloopt namelijk uiterst moeizaam, maar dat ligt zeker niet alleen aan de blokkade. Het is jammer dat In het krantenartikel zelf de nodige achtergrondinformatie ontbreekt die dit had kunnen toelichten.

Dat de Gazaanse bevolking lijdt onder de oorlogen op haar grondgebied is evident. De reden hiervan kan echter ook zeer zeker niet alleen aan Israël worden verweten. Positief is wel dat in het betreffende artikel ook de reactie van een woordvoerder van het Israëlische ministerie van Buitenlandse zaken werd genoemd: “De echte oorzaak is dat de Palestijnen weigeren het bestaansrecht van Israël te respecteren”. Deze reactie is namelijk volkomen terecht. Bij het streven om te komen tot een oplossing voor het Israëlisch- Palestijns conflict worden diverse obstakels genoemd, zoals de bezetting en het bouwen op Palestijns grondgebied, maar bijna nooit het grootste obstakel; dat is de categorische weigering van Arabische kant om Israël als Joodse staat te erkennen.

De algemeen directeur van Oxfam Novib stelt o.a. dat `de internationale gemeenschap lijdzaam wacht op de volgende uitbarsting van geweld, door akkoord te gaan met de huidige status quo’. Die status quo is echter een gevolg van de Arabische weigering tot erkenning van waardoor ook de oorlogen rondom en in Gaza ontstaan. Daar komt bij dat niet Israël, maar Hamas het geweld uitlokt door de vele raketbeschietingen op Israël. Dit land rèageert daarop. Om te reageren op die raketbeschietingen vanuit Gaza is een bijna onmogelijke opgave. Het Israëlische leger heeft elke keer weer de opdracht om daar waar mogelijk het leven van onschuldige burgers te sparen. Geen gemakkelijke opgave omdat Hamas veelal vanuit burgerlocaties aanvalt. Raketten worden te midden van burgervoorzieningen, zoals huizen, scholen en moskeeën afgeschoten, waardoor de burgers tot een menselijk schild worden gemaakt door degenen die de raketten afvuren. Dit laatste is tevens de oorzaak van het grote verschil in aantallen burgerslachtoffers aan beide kanten. Meer dan 2200 Palestijnen kwamen in de zomer van vorig jaar om en aan Israëlische zijde vielen 72 slachtoffers onder wie 66 militairen. Israël doet er werkelijk alles aan om eigen burgers te beschermen terwijl Hamas nooit geld heeft geïnvesteerd in schuilkelders. Bovendien kan Hamas niet onder natiestaten gerekend worden, maar begaat wel ernstige oorlogsmisdaden, die door het leger van Israël ter bescherming van de eigen burgerbevolking, gestopt moeten worden. Israël is wel een internationaal erkende staat met een eigen leger, wat helaas tegen guerrilla acties moet optreden zodat er sprake is van een asymmetrische oorlogvoering, waarbij Israël als het militair sterkste land verantwoordelijk wordt gehouden voor de gevolgen daarvan.

Op 12 september vorig jaar kwamen vertegenwoordigers van 30 landen en organisaties bijeen in Cairo om te praten over, en financiële toezeggingen te doen inzake de wederopbouw van de zwaar gehavende Strook van Gaza. In totaal zegden zij 3.5 miljard dollar aan hulp toe. De grootste fout die de donorlanden daarbij maakten was het achterwege laten van de eis tot ontwapening van Hamas, als voorwaarde voor de financiële hulp naar de Gazastrook. Deze hulp zou dan via de Palestijnse Autoriteit doorgesluisd moeten worden naar Gaza. In het akkoord over de wapenstilstand tussen Israël en de Palestijnen in augustus vorig jaar, was al afgesproken dat de Palestijnse Autoriteit het bestuur in de Gazastrook zou overnemen van Hamas. Daar nu juist ligt het probleem. De P.A en Hamas zijn het onderling lang niet met elkaar eens. Tot nog toe mag premier Hamdallah van de P.A. de Gazastrook niet binnen van Hamas. Hamdallah zei in december vorig jaar, `dat verscheidene landen, die middelen hebben toegezegd om te helpen bij de wederopbouw van Gaza, hebben aangegeven dat ze dat geld niet zullen overdragen totdat de P.A. de door Hamas geleide Palestijnse enclave onder zijn beheer krijgt’. Hamas dreigt inmiddels met een andere oorlog tegen Israël als Gaza niet wordt `heropgebouwd’ met Hamasleider Mahmoud Al Zahar voorop, die uitriep: “Heropbouw of explosie”! Inmiddels zijn veel donorlanden begrijpelijkerwijs terughoudend geworden in het overmaken van geld, wat de voortgang van de wederopbouw sterk belemmert.

De werkelijke oorzaak van de gebrekkige vooruitgang van de wederopbouw is dus de onderlinge ruzie aan Arabische zijde. Daarom is de titel van het artikel wat in het Friesch Dagblad is gepubliceerd echt onzorgvuldig gesteld. Die suggereert namelijk dat de hulporganisaties alleen Israël oproepen om de blokkade te stoppen.

Op de site van `dokters van de wereld ‘is een artikel over ditzelfde onderwerp geplaatst. Daarin worden o.a. enkele aanbevelingen uit het door Oxfam gepubliceerde rapport genoemd, waaronder de aanbeveling om `alle (!) partijen verantwoordelijk te kunnen houden voor schendingen van het internationaal recht, inclusief de verplichtingen voortvloeiend uit het wapenverdrag met betrekking tot wapen die lukraak tegen burgers worden ingezet en om compensatie te zoeken voor vernietigde hulpprojecten’. Dus niet alleen Israël. Overigens is ook het door Oxfam gepubliceerde rapport enkel en alleen vanuit Palestijns perspectief opgesteld, waardoor Israël tekort wordt gedaan.

Gaza ligt dus nog steeds in puin. Logisch dat hulporganisaties willen helpen en ook dat veel landen bereid zijn om geld vrij te maken aan de wederopbouw van Gaza. Dat daar tot nu toe weinig van terecht is gekomen ligt echt aan onderlinge Arabische verhoudingen.

(Dit artikel is op 21 april als opiniestuk verschenen in het Friesch Dagblad.)

 

dinsdag 21 april 2015

Human Rights Watch produceert opnieuw rapport over Israël

 

Op het rapport van Human Rights Watch over kinderarbeid op de Westbank valt het nodige af te dingen. Zo baseert men zich met name op een aantal getuigen, en heeft weer eens nagelaten om bij Israelische instanties navraag te doen.

Missing Peace deed een klein tegenonderzoekje en ontdekte daarbij dat juist Palestijnse bedrijven in de Jordaanvallei vaak jonge kinderen in dienst hebben.

 

HRW-onderzoeker Bill van Esveld beweert dat Palestijnse kinderen geen andere optie hebben dan te werken voor de Joodse nederzettingen omdat de meeste Palestijnse agrarische bedrijven niet meer bestaan. Het Palestijnse Ministerie van Agricultuur zegt echter dat er duizend Palestijnse boerenbedrijven zijn in het gebied, die werk bieden aan 12.000 arbeiders.

Human Right Watch klaagt over het feit dat de Palestijnse kinderen zouden worden uitgebuit op de Joodse nederzettingen omdat zij slechts 60 tot 70 Shekels per dag zouden verdienen. Een VOA nieuws rapport uit februari van dit jaar liet Palestijnen aan het woord die zeiden dat het salaris bij de Joodse bedrijven drie keer zo hoog was als dat bij vergelijkbare Palestijnse bedrijven

 

Op deze manier wordt voortdurend een eenzijdig en zeer negatief beeld van Israel gegeven, en worden misstanden gesignaleerd waar die, zeker in vergelijking met de Palestijnen zelf en met de buurlanden, enorm meevallen. Het heeft misschien wat weg van de manier waarop uitzendbureaus via schimmige constructies Oost-Europeanen onder het wettelijke minimumloon laten werken. Dit is echter van een andere orde dan de suggestie die word gewekt van zeer schrijnende omstandigheden. Daarbij spelen juist de Palestijnse koppelbazen waarschijnlijk een kwalijke rol in de kinderarbeid op zowel Joodse als Palestijnse bedrijven, maar daar gaat het rapport vreemd genoeg niet op in.

 

RP

--------------

http://missingpeace.eu/nl/2015/04/human-rights-watch-produceert-nieuwe-libel-tegen-israel/

Door Missing Peace

 

Vorige week publiceerde Human Right Watch een rapport van 74 pagina’s over vermeende schendingen van rechten van Palestijnse kinderen door Israëlische boeren op de Westelijke Jordaanoever (Judea en Samaria). In feite ging het rapport voornamelijk over kinderarbeid in de Jordaanvallei.

Human Right Watch beweert dat Palestijnse kinderen illegaal worden tewerkgesteld in de Joodse nederzettingen in het gebied en dat zij moeten werken onder ongezonde condities. Ook stelt Human Right Watch dat de kinderen worden uitgebuit.
Zoals het geval is met de meeste ‘onderzoeken’ die Human Right Watch heeft ingesteld naar Israël is ook dit rapport volledig gebaseerd op Palestijnse getuigenissen.

De beweringen in het rapport worden niet onderbouwt met controleerbaar bewijs. Human Rights Watch bleek niet in het bezit van salarisstrookjes, betalingsbewijzen, foto’s of andere documenten die de beweringen in het rapport hadden kunnen onderbouwen.

De coverfoto van het rapport werd door Human Rights Watch verwijderd nadat de organisatie erop attent was gemaakt dat de bewuste foto een Palestijnse kind liet zien dat aan het werk was op een Arabische boerderij. Het zal geen verbazing wekken dat het rapport zwijgt over de arbeid die kinderen massaal verrichten op Palestijnse agrarische bedrijven in de Jordaanvallei of elders op de Westelijke Jordaanoever.

Missing Peace deed haar eigen onderzoek in de Jordaan Vallei. Wij bezochten enkele Joodse nederzettingen en Palestijnse agrarische bedrijven in het gebied. In de Joodse nederzettingen Yafit en Gilgal waren naast de Israëlische werknemers slechts jonge mannen uit Thailand aan het werk. Er waren geen Palestijnse kinderen op het moment dat wij ons onderzoek verrichtten.

Bij de Palestijnse boeren was de situatie anders. Kudden schapen en geiten werden in veel gevallen bewaakt door kinderen onder de 15 jaar en op de landbouwgronden zagen wij kinderen aan het werk die in sommige gevallen jonger dan tien jaar waren. Zie bijvoorbeeld deze twee foto’s die wij namen in de buurt van Marj el-Na’je in de Jordaanvallei.

Palestijnse jongen van twaalf jaar aan het werk op een Palestijns Agrarisch bedrijf bij Marj e-Na’je Jordaanvallei

Palestijnse jongen van acht jaar verkoopt groenten in Jordaanvallei

 

HRW-onderzoeker Bill van Esveld beweert dat Palestijnse kinderen geen andere optie hebben dan te werken voor de Joodse nederzettingen omdat de meeste Palestijnse agrarische bedrijven niet meer bestaan. Het Palestijnse Ministerie van Agricultuur zegt echter dat er duizend Palestijnse boerenbedrijven zijn in het gebied, die werk bieden aan 12.000 arbeiders.

Human Right Watch klaagt over het feit dat de Palestijnse kinderen zouden worden uitgebuit op de Joodse nederzettingen omdat zij slechts 60 tot 70 Shekels per dag zouden verdienen. Een VOA nieuws rapport uit februari van dit jaar liet Palestijnen aan het woord die zeiden dat het salaris bij de Joodse bedrijven drie keer zo hoog was als dat bij vergelijkbare Palestijnse bedrijven. Verder publiceerde het Palestijns Bureau voor de Statistiek eerder gegevens waaruit blijkt dat een volwassen Palestijnse boer in de Jordaanvallei 58,2 Shekel per dag verdient.

Het hoofd van de regionale raad voor de Joodse nederzettingen in de Jordaan vallei noemde het HRW-rapport tijdens een interview met de Israëlische legerradio “een weerzinwekkende leugen die ten doel heeft om Israël’s reputatie verder te besmeuren”. Hij voegde eraan toe dat slechts volwassen Palestijnen en gastarbeiders uit Thailand op de nederzettingen werken.
HRW-woordvoerder Uri Zaki zei in hetzelfde programma dat hij de HRW-mensen die de interviews met de kinderen afnamen vertrouwde maar gaf toe dat de meesten van hen geen Arabisch spreken.

Human Rights Watch publiceerde dus een rapport dat een volstrekt onjuist en onvolledig beeld geeft van het verschijnsel kinderarbeid in de Jordaanvallei. Daarnaast is het opvallend dat de organisatie geen onderzoek doet naar kinderarbeid in bijvoorbeeld de buurlanden van Israël. In Jordanië, Egypte,Libanon maar ook in de Palestijnse Autoriteit is kinderarbeid onder vaak onmenselijke omstandigheden een normaal verschijnsel.

Die schendingen van de kinderrechten zijn ontsnapt aan de aandacht van de organisatie. In plaats daarvan vertoont HRW een ongezonde obsessie met Israël. Dat werd al in 2009 beaamd door Robert L. Bernstein die voorzitter van Human Rights Watch was van 1978 tot 1998.

Zowel de Belgische als de Nederlandse media (waaronder NOS Journaal) namen het nieuwe HRW-rapport zonder nader journalistiek onderzoek over.

 

Human Rights Watch geeft Saoedi-Arabie voordeel van twijfel over burgerdoden

 

Elder of Ziyon vergelijkt de verklaring van Human Rights Watch nadat Saoedi-Arabie burgerdoelen in Jemen heeft getroffen en na een soortgelijk bombardement van Israel in Gaza. De verschillen zijn opvallend. In de tekst over Saoedi-Arabië is ook ruimte voor de Saoedische kant:

 

Forces of Ansar Allah, known as the Houthis, and other opposition forces, also appeared to put civilians at unnecessary risk. Area residents told Human Rights Watch that the Yemany Dairy and Beverage factory, a multi-building compound 7 kilometers outside the Red Sea port of Hodaida, was about 100 meters from a military air base controlled by Houthi forces. Military units loyal to former President Ali Abdullah Saleh were at another nearby military camp.

 

Men concludeert dat de aanvallen een schending van het oorlogsrecht zouden kunnen zijn en draagt de regering op de zaak te onderzoeken. Bij Israel geen verzachtende omstandigheden en veel hardere veroordelende taal:

 

Israeli air attacks in Gaza investigated by Human Rights Watch have been targeting apparent civilian structures and killing civilians in violation of the laws of war. Israel should end unlawful attacks that do not target military objectives and may be intended as collective punishment or broadly to destroy civilian property. Deliberate or reckless attacks violating the laws of war are war crimes, Human Rights Watch said.

 

Het verschil is stuitend.

 

RP

--------------

 

HRW again gives benefit of doubt to Saudis for airstrikes on civilians

http://www.elderofziyon.blogspot.nl/2015/04/hrw-again-gives-benefit-of-doubt-to.html

 

Last month I showed the striking differences between how Human Rights Watch treated Saudi and Israeli airstrikes that kill civilians.

Here is another example of the differences between the wording of a recent HRW report on a Saudi airstrike in Yemen versus a similar report from last Just about an Israeli airstrike in Gaza. 

Note how HRW is bending over backwards to not directly accuse the Saudis of doing anything illegal, only suggesting that there might be problems and asking for an impartial investigation, while noting that the Houthis are placing military targets near civilian structures.

As opposed to Israel where they immediately accuse the IDF of violating the laws of war, purposeful targeting of civilians for no reason, and including sarcasm about Israel's "precision" strikes.

 

HRW communique

April 16, 2015

17 days after the Saudi airstrike in Yemen

HRW Communique

July 16, 2014

7 days after Israeli airstrike in Gaza

Yemen: Factory Airstrike Killed 31 Civilians

Saudi-Led, US-Backed Attack Raises Laws-of-War Concerns

 

Airstrikes by the Saudi Arabia-led coalition that hit a dairy factory in Yemen on March 31, 2015,killed at least 31 civilians and wounded another 11. The governments that participated in the attacks should investigate the airstrikes, which may have been indiscriminate or disproportionate, in violation of the laws of war.

Forces of Ansar Allah, known as the Houthis, and other opposition forces, also appeared to put civilians at unnecessary risk. Area residents told Human Rights Watch that the Yemany Dairy and Beverage factory, a multi-building compound 7 kilometers outside the Red Sea port of Hodaida, was about 100 meters from a military air base controlled by Houthi forces. Military units loyal to former President Ali Abdullah Saleh were at another nearby military camp.

“The coalition's repeated airstrikes on a dairy factory show cruel disregard for civilians, as does the deployment near the factory by Houthi and pro-Saleh forces." said Joe Stork, deputy Middle East and North Africa director. “The attack may have violated the laws of war, so the countries involved should investigate and take appropriate action, including compensating victims of unlawful strikes.”

While civilian casualties do not necessarily mean that the laws of war were violated, the high loss of civilian life in a factory seemingly used for civilian purposes should be impartially investigated, Human Rights Watch said

Israel/Palestine: Unlawful Israeli Airstrikes Kill Civilians

Bombings of Civilian Structures Suggest Illegal Policy

Israeli air attacks in Gaza investigated by Human Rights Watch have been targeting apparent civilian structures and killing civilians in violation of the laws of war. Israel should end unlawful attacks that do not target military objectives and may be intended as collective punishment or broadly to destroy civilian property. Deliberate or reckless attacks violating the laws of war are war crimes, Human Rights Watch said.

 

“Israel’s rhetoric is all about precision attacks but attacks with no military target and many civilian deaths can hardly be considered precise,” said Sarah Leah Whitson, Middle East director at Human Rights Watch. “Recent documented cases in Gaza sadly fit Israel’s long record of unlawful airstrikes with high civilian casualties.

 

Human Rights Watch investigated four Israeli strikes during the July military offensive in Gaza that resulted in civilian casualties and either did not attack a legitimate military target or attacked despite the likelihood of civilian casualties being disproportionate to the military gain. Such attacks committed deliberately or recklessly constitute war crimes under the laws of war applicable to all parties. In these cases, the Israeli military has presented no information to show that it was attacking lawful military objectives or acted to minimize civilian casualties.

 

On July 9, an Israeli attack on the Fun Time Beach café near the city of Khan Yunis killed nine civilians, including two 15-year-old children, and wounded three, including a 13-year-old boy. An Israeli military spokesman said the attack was “targeting a terrorist” but presented no evidence that any of those at the café, who had gathered to watch a World Cup match, were participating in military operations, or that the killing of one alleged “terrorist” in a crowded café would justify the expected civilian casualties.

 


Notice how HRW took far less time to "investigate" Israeli actions and declare them guilty than they spent to tell us that they don't quite know what happened in Yemen.

There is another difference.

The dead Yemenis are not even worth naming in HRW's dispatch, but HRW went into details of the lives of the victims of Israeli airstrikes, humanizing them.

For example:

 

Relatives and survivors said the victims frequently went to the beach café. Khaled Qanan, 30, told Human Rights Watch that the attack killed two of his brothers, Mohammed, 25, a master’s degree student in Arabic, and Ibrahim, 28, who sold fish. Ramadan Sabbah, 37, the two victims’ brother-in-law, said:

 

They went to the beach café all the time, including every day since this operation started [on July 8]. They said they felt safer there than they did in Khan Yunis. But there was nothing to shelter them; it was just chairs and fabric. When we found the bodies, they didn’t have visible injuries. Ibrahim had only a small cut, but we found his body almost 200 meters away. Mohammed was found on the asphalt. The road is cracked from the explosion.


Too bad that HRW couldn't figure out that the Qanan brothers were terrorists.

As the Meir Amit Center documents, they were both members of the Fatah Abu Rish Brigades.

But HRW said, flatly, that these soccer-loving terrorists were civilians. And HRW used that as a reason to accuse Israel of war crimes.

Once again, HRW's bias against Israel is unmistakable.