http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/11/12/christenunie-nederzettingen-volgens-van-agt/
– door Tjalling –
Uit het nieuwste artikel van Dries van Agt op JOOP blijkt voor de zoveelste keer dat hij, in verhulde en politiek-correct geformuleerde termen, toch heel duidelijk stelling neemt tegen Israël. Dit keer was het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie voor 2017 aanleiding voor hem om tekeer te gaan. Tegen het Israëlisch beleid in het algemeen en de begrijpelijke Israëlische reacties op zorgelijke ontwikkelingen van de laatste weken, èn de ChristenUnie zou haar eigen partijprogramma verloochen.
Verkiezingsprogramma ChristenUnie
In het verkiezingsprogramma van de C.U. staat o.a. dat die partij ‘de bescherming van mensenrechten als leidraad’ ziet. Van Agt vraagt zich af ‘wat die letters betekenen’, omdat volgens hem de C.U. zich in de politieke praktijk zou beijveren voor het nederzettingenbeleid. Dit kan zo niet worden opgemaakt uit het programma. Er staat in de alinea ‘Israël en de Palestijnen: rechtvaardige vrede’ op pagina 94: “Die vrede komt alleen dan in zicht als Israël zich met oog voor de belangen van de Palestijnen opstelt in het nederzettingenbeleid”. Het is nog steeds niet duidelijk waar in de toekomst de definitieve grenzen zullen lopen tussen Israël en Palestina. Die moeten in rechtstreekse onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen worden vastgelegd, en zullen voor beide partijen een moeilijk compromis zijn. Waarschijnlijk zullen grote nederzettingen die vlak over de Groene Lijn zijn gebouwd officieel bij Israël komen in ruil voor gebieden die nu binnen Israël liggen. In 2008 bijvoorbeeld deed premier Olmert na intensieve onderhandelingen een concreet vredesvoorstel aan Abbas, waarbij de Palestijnen ruim 93% van de Westoever zouden krijgen en een compensatie van bijna 6% land van Israël, plus een corridor tussen de Westoever en Gazastrook.
Van Agt spreekt ook over de door hem zo genoemde ‘fanatieke lobby voor de nederzettingen, die de ChristenUnie bij monde van buitenlandwoordvoerder Joël Voordewind’ in de Tweede Kamer zou voeren. Bedoelt Van Agt hiermee de inzet van Voordewind tegen het (door de overheid) financieren van de BDS, waartegen op afgelopen 16 juni een motie door de Tweede Kamer werd aangenomen? Of de eerdere inzet van Voordewind tegen het eenzijdige labelen van producten uit Joodse nederzettingen? Hij noemt maar één voorbeeld: de steun in 2013 aan een PVV motie die oproept de legaliteit van de nederzettingen te erkennen en ze niet langer als obstakel voor vrede te betitelen. Daarbij wordt uitgegaan van een interpretatie van het internationaal recht waarbij de provisies van het Britse Mandaat nog steeds geldig zouden zijn, een standpunt dat door enkele, maar niet veel, rechtsgeleerden wordt aangehangen. Volgens de visie van de ChristenUnie zijn de nederzettingen geen wezenlijk obstakel voor een vredesovereenkomst – het principe van landruil wordt in vrijwel elk vredesplan gehanteerd -, en hebben zowel Joden als Arabieren legitieme aanspraken op het gebied; reden waarom men er in onderhandelingen uit moet zien te komen.
Mensenrechten
Opvallend is dat Van Agt het nederzettingenbeleid (van Israël) als een soort ijkpunt beschouwt voor het al dan niet voldoende in acht nemen en nastreven van de mensenrechten.
Over de misdaden van bijvoorbeeld Hamas en het ondemocratische bestuur van de P.A. blijft hij zwijgen. Ook dat is opvallend, want Van Agt is immers premier geweest van Nederland, van wie dus zeker ook een evenwichtig standpunt inzake conflictsituaties elders mag worden verwacht. Echter wanneer Israël daarbij betrokken is, dan is de visie van ex premier van Agt beslist niet evenwichtig. Op de website van Likoed Nederland staat een beschrijving uit 2011 van het boek ‘Israël: een staat ter discussie’ waarin Israël vanuit het internationaal recht wordt bekeken. Het is geschreven door dr. Matthijs de Blois, universitair hoofddocent bij de afdeling rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht, die ook eerder genoemd standpunt over het Mandaat verwoordt. Citaat uit dit boek: “Het schrijnende feit is dat de aanklagers van Israël landen zijn die de meest basale mensenrechten op de meest grove wijze schenden”. Een voorbeeld hiervan zijn de christenvervolgingen in islamitische landen.
Jeruzalem
Jeruzalem mag van Dries van Agt niet de ongedeelde hoofdstad van Israël worden genoemd omdat het oostelijke deel daarvan in 1967 werd bezet door Israël en geannexeerd in 1980. Feit is ook dat het oostelijk deel van Jeruzalem vóór 1967 werd bezet door Jordanië met desastreuze gevolgen. De meeste Joodse eigendommen en heilige plaatsen werden vernield, en Joden werd de toegang tot de Klaagmuur ontzegd ondanks afspraken daarover in het wapenstilstandsakkoord van 1949. De status van Oost-Jeruzalem is echter door de bezetting en annexatie ervan betwist. Bovendien is er geen internationale overeenstemming over de status van Jeruzalem als geheel. In de ogen van veel Israëli’s is en blijft Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël; een tweedeling van met name de oude stad wordt door velen als onwerkbaar en onwenselijk beschouwd. Maar Van Agt kan zich maar niet verenigen met de identiteit of betekenis van Jeruzalem en Israël. De recente resolutie van de UNESCO kwam daarbij goed van pas.
Tempelberg
Van Agt: ‘Het gevoelige Jeruzalem-dossier liet de gemoederen onlangs weer hoog oplopen. UNESCO, de VN-organisatie voor onderwijs en cultuur, heeft op 12 oktober een resolutie aangenomen waarin Israël werd gekapitteld voor zijn provocaties en onrechtmatig beleid rond de Haram al-Sharif – de heilige plek in de Oude Stad van Jeruzalem, die Israël aanduidt als “Tempelberg”.’
Tempelberg is door hem tussen aanhalingstekens gezet. Voor Van Agt is de heilige plek in de Oude Stad voortaan dus de Haram al Sharif? Verder commentaar bij zijn opmerkingen over het Israëlische beleid met betrekking tot de Tempelberg laat ik achterwege.
Door de op 12 oktober door de raad van bestuur van UNESCO aangenomen resolutie, waar de directeur van UNESCO heel boos om was, wordt het Van Agt weer een stukje gemakkelijker gemaakt om in politiek correcte termen de Joodse identiteit van Israël aan te kunnen blijven vallen. Hij zal er gretig gebruik van maken.