woensdag 16 november 2016

De ChristenUnie en de nederzettingen volgens Van Agt

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/11/12/christenunie-nederzettingen-volgens-van-agt/

 

– door Tjalling –

Uit het nieuwste artikel van Dries van Agt op JOOP blijkt voor de zoveelste keer dat hij, in verhulde en politiek-correct geformuleerde termen, toch heel duidelijk stelling neemt tegen Israël. Dit keer was het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie voor 2017 aanleiding voor hem om tekeer te gaan. Tegen het Israëlisch beleid in het algemeen en de begrijpelijke Israëlische reacties op zorgelijke ontwikkelingen van de laatste weken, èn de ChristenUnie zou haar eigen partijprogramma verloochen.

Verkiezingsprogramma ChristenUnie

In het verkiezingsprogramma van de C.U. staat o.a. dat die partij ‘de bescherming van mensenrechten als leidraad’ ziet. Van Agt vraagt zich af ‘wat die letters betekenen’, omdat volgens hem de C.U. zich in de politieke praktijk zou beijveren voor het nederzettingenbeleid. Dit kan zo niet worden opgemaakt uit het programma. Er staat in de alinea ‘Israël en de Palestijnen: rechtvaardige vrede’ op pagina 94: “Die vrede komt alleen dan in zicht als Israël zich met oog voor de belangen van de Palestijnen opstelt in het nederzettingenbeleid”. Het is nog steeds niet duidelijk waar in de toekomst de definitieve grenzen zullen lopen tussen Israël en Palestina. Die moeten in rechtstreekse onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen worden vastgelegd, en zullen voor beide partijen een moeilijk compromis zijn. Waarschijnlijk zullen grote nederzettingen die vlak over de Groene Lijn zijn gebouwd officieel bij Israël komen in ruil voor gebieden die nu binnen Israël liggen. In 2008 bijvoorbeeld deed premier Olmert na intensieve onderhandelingen een concreet vredesvoorstel aan Abbas, waarbij de Palestijnen ruim 93% van de Westoever zouden krijgen en een compensatie van bijna 6% land van Israël, plus een corridor tussen de Westoever en Gazastrook.

Van Agt spreekt ook over de door hem zo genoemde ‘fanatieke lobby voor de nederzettingen, die de ChristenUnie bij monde van buitenlandwoordvoerder Joël Voordewind’ in de Tweede Kamer zou voeren. Bedoelt Van Agt hiermee de inzet van Voordewind tegen het (door de overheid) financieren van de BDS, waartegen op afgelopen 16 juni een motie door de Tweede Kamer werd aangenomen? Of de eerdere inzet van Voordewind tegen het eenzijdige labelen van producten uit Joodse nederzettingen? Hij noemt maar één voorbeeld: de steun in 2013 aan een PVV motie die oproept de legaliteit van de nederzettingen te erkennen en ze niet langer als obstakel voor vrede te betitelen. Daarbij wordt uitgegaan van een interpretatie van het internationaal recht waarbij de provisies van het Britse Mandaat nog steeds geldig zouden zijn, een standpunt dat door enkele, maar niet veel, rechtsgeleerden wordt aangehangen. Volgens de visie van de ChristenUnie zijn de nederzettingen geen wezenlijk obstakel voor een vredesovereenkomst – het principe van landruil wordt in vrijwel elk vredesplan gehanteerd -, en hebben zowel Joden als Arabieren legitieme aanspraken op het gebied; reden waarom men er in onderhandelingen uit moet zien te komen.

Mensenrechten

Opvallend is dat Van Agt het nederzettingenbeleid (van Israël) als een soort ijkpunt beschouwt voor het al dan niet voldoende in acht nemen en nastreven van de mensenrechten.
Over de misdaden van bijvoorbeeld Hamas en het ondemocratische bestuur van de P.A. blijft hij zwijgen. Ook dat is opvallend, want Van Agt is immers premier geweest van Nederland, van wie dus zeker ook een evenwichtig standpunt inzake conflictsituaties elders mag worden verwacht. Echter wanneer Israël daarbij betrokken is, dan is de visie van ex premier van Agt beslist niet evenwichtig. Op de website van Likoed Nederland staat een beschrijving uit 2011 van het boek ‘Israël: een staat ter discussie’ waarin Israël vanuit het internationaal recht wordt bekeken. Het is geschreven door dr. Matthijs de Blois, universitair hoofddocent bij de afdeling rechtstheorie aan de Universiteit Utrecht, die ook eerder genoemd standpunt over het Mandaat verwoordt. Citaat uit dit boek: “Het schrijnende feit is dat de aanklagers van Israël landen zijn die de meest basale mensenrechten op de meest grove wijze schenden”. Een voorbeeld hiervan zijn de christenvervolgingen in islamitische landen.

Jeruzalem

Jeruzalem mag van Dries van Agt niet de ongedeelde hoofdstad van Israël worden genoemd omdat het oostelijke deel daarvan in 1967 werd bezet door Israël en geannexeerd in 1980. Feit is ook dat het oostelijk deel van Jeruzalem vóór 1967 werd bezet door Jordanië met desastreuze gevolgen. De meeste Joodse eigendommen en heilige plaatsen werden vernield, en Joden werd de toegang tot de Klaagmuur ontzegd ondanks afspraken daarover in het wapenstilstandsakkoord van 1949. De status van Oost-Jeruzalem is echter door de bezetting en annexatie ervan betwist. Bovendien is er geen internationale overeenstemming over de status van Jeruzalem als geheel. In de ogen van veel Israëli’s is en blijft Jeruzalem de ongedeelde hoofdstad van Israël; een tweedeling van met name de oude stad wordt door velen als onwerkbaar en onwenselijk beschouwd. Maar Van Agt kan zich maar niet verenigen met de identiteit of betekenis van Jeruzalem en Israël. De recente resolutie van de UNESCO kwam daarbij goed van pas.

Tempelberg

Van Agt: ‘Het gevoelige Jeruzalem-dossier liet de gemoederen onlangs weer hoog oplopen. UNESCO, de VN-organisatie voor onderwijs en cultuur, heeft op 12 oktober een resolutie aangenomen waarin Israël werd gekapitteld voor zijn provocaties en onrechtmatig beleid rond de Haram al-Sharif – de heilige plek in de Oude Stad van Jeruzalem, die Israël aanduidt als “Tempelberg”.’
Tempelberg is door hem tussen aanhalingstekens gezet. Voor Van Agt is de heilige plek in de Oude Stad voortaan dus de Haram al Sharif? Verder commentaar bij zijn opmerkingen over het Israëlische beleid met betrekking tot de Tempelberg laat ik achterwege.

Door de op 12 oktober door de raad van bestuur van UNESCO aangenomen resolutie, waar de directeur van UNESCO heel boos om was, wordt het Van Agt weer een stukje gemakkelijker gemaakt om in politiek correcte termen de Joodse identiteit van Israël aan te kunnen blijven vallen. Hij zal er gretig gebruik van maken.

 

Antwoord aan NRC ombudsman Sjoerd de Jong (2)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/11/16/antwoord-aan-nrc-ombudsman-sjoerd-de-jong/

 

Op 19 oktober stuurde ik een open brief naar NRC ombudsman Sjoerd de Jong. Hij reageerde in zijn rubriek op de NRC site en naar mij direct. Mijn antwoord op zijn stuk in de NRC had ik eerder al geplaatst. Hieronder nog mijn antwoord op zijn reactie naar mij.

Ik ben blij dat dit gesprek tot stand is gekomen, en hoop dat het heeft geleid tot een goed gesprek op de redactie en meer oog voor hoe bepaalde opvattingen over Israel en het conflict (vaak wellicht onbewust) de krant in sluipen en de berichtgeving kleuren. Ik blijf de NRC in elk geval kritisch volgen, en (hopelijk) de ombudsman ook.


Beste Sjoerd de Jong,

Ik wil u oprecht en hartelijk danken voor uw uitgebreide reactie. Fijn dat u er zo uitgebreid op in bent gegaan, fijn ook dat u mij niet over een kam scheert met al die andere critici uit het pro-Israel kamp die de NRC van van alles betichten, van extreemlinks, antisemitisch tot fascistische tendensen (‘NSB Handelsblad’).

Ik heb een openbare reactie geschreven op uw reactie in de krant, waarin ik probeer toe te lichten waarom ik achter de berichtgeving in de NRC een hetze tegen Israel bespeur. Die heb ik bijgevoegd en verschijnt vandaag op de website OpinieZ. Ik wil hier graag op een paar andere zaken die u noemde ingaan.

Wat betreft het verkeerd adresseren: daar heeft u wel een punt, maar juist vanwege uw onafhankelijke positie heb ik me tot u gewend (met overigens een cc aan de hoofdredacteur maar de adressering klopte mogelijk niet). Daarbij staat de krant vaak niet erg open voor kritiek is mijn ervaring. Toch zou ik het erg waarderen als u (als dat nog niet is gebeurd) mijn brief en deze reactie ook aan de redactie kunt voorleggen en mijn kritiek met hen wilt bespreken.

Dan uw voorbeeld van de kop ‘Vijf Palestijnen gedood door Israëlische politie’ die na protesten werd aangepast in ‘Palestijnse geweldplegers gedood door Israëlische politie’. Nu objectiever? Vraagt u, waarop u de kritiek van pro-Palestijnse critici weergeeft, die meenden dat ‘tieners die stenen gooien’ geen geweldplegers zijn en de Palestijn die met een mes op een militair was afgerend nog geen geweld had gebruikt. Het spijt me, maar die kritiek vind ik totaal geen hout snijden. Natuurlijk waren die Palestijnen wel geweldplegers, stenen kunnen dodelijk zijn (en waren dat meermaals) en iemand die met een mes op je afkomt of het vuur opent, wat is dat anders dan iemand die geweld pleegt? Terecht dus dat die kop werd aangepast, en wat mij betreft zeker geen voorbeeld van ‘te snel rechtsomkeert maken’ zoals u lijkt te suggereren.

U gaat uitgebreid in op de serie over Kiswanson en de vraag of die aandacht overdreven is. Ik begrijp de journalistieke overweging bij een eigen scoop en ook het belang van de feiten, namelijk de bedreigingen. U ontkent dat de krant de aantijging overnam dat de Mossad erachter zat. De krant schreef:

Als de politie Kiswanson vertelt dat ze het telefoontje van Volksgezondheid niet kunnen traceren – exceptioneel, vertelt de politie erbij – worden voor Kiswanson haar ergste vermoedens bevestigd: Israël zit hierachter. „Wie anders heeft er belang bij dat ik mijn werkzaamheden neerleg? En wie kan een nummer uit de logboeken van het Nederlandse telefoonnet laten verdwijnen?”

De politie vindt die redenering heel plausibel, krijgt Kiswanson van verschillende agenten te horen. De dreigementen lijken veel te geavanceerd voor een particulier. Hier moet een grote organisatie achter te zitten.

De Israëlische Mossad staat bekend als een zeer professionele geheime dienst, die verantwoordelijk wordt gehouden voor tal van geraffineerde spionageacties en liquidaties, ook op Europees grondgebied. In 2010 richtten de Israëlische veiligheidsdiensten een speciale eenheid op die informatie verzamelt over organisaties die volgens Israël de reputatie van het land kunnen schaden. https://www.nrc.nl/nieuws/2016/08/10/ze-dacht-dat-nederland-veilig-was-3652144-a1515668

Daarna volgt een korte ontkenning door ‘een woordvoerder van het Israelische ministerie van buitenlandse zaken’. De redenering ‘wie anders heeft er belang bij’ etc. is, aldus de NRC, volgens de politie ‘heel plausibel’, met als argument dat de dreigementen ‘te geavanceerd’ lijken voor een particulier en er daarom wel een grote organisatie achter moet zitten. Dan volgt een alinea over hoe professioneel en geraffineerd de Mossad wel niet is, en dat men een speciale eenheid heeft die achter organisaties aanzit die Israels reputatie zouden kunnen schaden.

Zeg nou zelf, dit is toch een uiterst geraffineerde manier om zonder enig bewijs Israel de schuld in de schoenen te schuiven? Er is een motief, men is ertoe in staat, dus men zal het wel gedaan hebben, aldus de NRC. In een rechtszaal zou je er niet ver mee komen. En nee, men geeft hier niet alleen de vermoedens van Kiswanson weer, maar versterkt die met eigen info over de Mossad en het klakkeloos herhalen van wat ‘verschillende agenten’ volgens Kiswanson tegen haar gezegd hebben. Dit vind ik dus een voorbeeld van hoe de NRC subtiel de lezer een bepaalde richting op duwt en Israel in een negatief daglicht plaatst. In hetzelfde artikel wordt Al Haq zo ongeveer de hemel in geprezen als onberispelijke organisatie, om de lezer verder klaar te stomen voor de aantijging dat het boze Israel erachter zit:

Al Haq geniet bovendien een uitstekende reputatie. Zo ontving de organisatie in 2009 de Nederlandse Geuzenpenning uit handen van de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen, onder meer vanwege haar ‘betrouwbare aanpak’. Al Haq documenteert en agendeert vermeende mensenrechtenschendingen in Palestina door Israël en door Palestijnse autoriteiten.

Israël toont zich al jaren getergd door mensenrechtenorganisaties die zijn beleid bekritiseren. Zo sprak een Israëlische bewindsman in 2010 van ‘juridische oorlogsvoering’ tegen Israël. „Vandaag de dag zijn de loopgraven in Genève bij de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, (…), of bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.”

En Israël vuurt terug. Mensenrechtenactivisten worden geregeld gearresteerd en vernederd. Hun bewegingsvrijheid wordt beperkt, hun kantoren worden leeggehaald. De Israëlische minister van Justitie vraagt buitenlandse collega’s te stoppen met het subsidiëren van organisaties als Al Haq. De Nederlandse overheid subsidieert Al Haq al jaren.

Al Haq is een radikale organisatie die wordt geleid door iemand die betrokken was bij een terroristische organisatie en daarvoor  in Israel is veroordeeld en door Jordanië een inreisverbod heeft gekregen. Hij heeft nooit afstand gedaan van dit verleden. Hij praat geweld tegen Israelische burgers goed. Hij is tegen vrede en een tweestatenoplossing. Dat hij die Geuzenpenning heeft gekregen vind ik persoonlijk onbegrijpelijk, en een voorbeeld van hoe kritiekloos er tegenwoordig vaak naar Palestijnse (zogenaamde) mensenrechtenorganisaties wordt gekeken. Dat hij subsidie krijgt van Nederland is mij een doorn in het oog; dat geld kan beter aan projecten en initiatieven worden besteed die werkelijk naar vrede en verzoening streven, waarbij beide kanten met elkaars perspectief en leed worden geconfronteerd. Dat Israel daartegen ageert lijkt me dan ook alleszins begrijpelijk.

Hoewel ik me ook zorgen maak over het rechtsere en repressieve klimaat in Israel, betwijfel ik of Israel zomaar kantoren leeghaalt en mensenrechtenactivisten in de gevangenis gooit. Vaak gaat er een reële verdenking aan vooraf, en het komt helaas voor dat dergelijke organisaties kontakten hebben met terroristen en hen faciliteren. Over de banden tussen bijvoorbeeld UNRWA en Hamas is een en ander bekend. De formulering van Walters dat  ‘Mensenrechtenactivisten worden geregeld gearresteerd en vernederd. Hun bewegingsvrijheid wordt beperkt, hun kantoren worden leeggehaald’ is zo niet te checken. Wat is de bron? Heeft hij weerwoord gehaald?

Wanneer Al Haq beweert dat Al Haq zo door Israel wordt dwarsgezeten en een juriste in dienst van datzelfde Al Haq beweert dat ze door de Mossad wordt bedreigd neem ik dat niet zomaar aan. De bedreigingen zijn ernstig genoeg, maar over wie of wat erachter zit lijkt me duidelijk nog te weinig bekend om er wat zinnigs over te kunnen zeggen. Waarom nam de NRC niet meer afstand van de beweringen van Kiswanson?

In een ander artikel komt Al Haq directeur Shawan Jabarin uitgebreid aan het woord, zonder enige tegenspraak, alsof hij een objectieve neutrale bron is, en geen radikale activist. Dit noem ik geen objectieve berichtgeving. Waarom wordt hem die ruimte gegeven? En als, waarom wordt hij dan niet kritischer bevraagd? Hoe rijmt u dat met de opdracht van de krant objectief nieuws te verslaan en feit en mening van elkaar te scheiden?

Tot slot schrijft u:

Uiteindelijk is de toetssteen voor de vraag of de krant ‘partij’ heeft gekozen de plek waar die expliciet geacht wordt stelling te nemen, het hoofdredactioneel Commentaar. Daar wil ik tot slot een meer persoonlijke opmerking over maken, zodat u weet hoe ik dat Commentaar beoordeel.

Waarop u het belang van  de onaantastbaarheid van Israels bestaansrecht benadrukt. Dat ben ik erg met u eens en ik ben ook erg blij dat u dit zo expliciet benoemt. En inderdaad, door iemand als Abou Jahjah steeds weer uitgebreid de ruimte te geven en over hem te zeggen dat hij ‘meeviel’ wordt een verkeerd signaal gegeven. Antizionisme wordt gelegitimeerd. Het is wat mij betreft echter niet genoeg wanneer de krant in zijn commentaar een enkele keer per jaar het belang van Israels bestaansrecht onderstreept, terwijl de berichtgeving voor de rest een heel andere sfeer ademt. Ik vond het vrij schokkend hoeveel ruimte Abou Jahjah kreeg, hoeveel mensen het voor hem opnamen, maar evenzeer hoe kritiekloos Jabarin aan het woord werd gelaten en Al Haq opgehemeld. Ook dat zijn antizionisten die tegen vrede zijn.

De krant kiest partij in de keuze van haar onderwerpen, in de keuze van de mensen die men aan het woord laat en in de manier waarop nieuws wordt gebracht. Het hoofdredactionele commentaar is daar maar een klein onderdeel van. Het heeft wellicht ook niet meer de waarde van vroeger, toen het prominent in de krant stond en men opzag tegen wat ‘de krant’ zelf nou vindt.

Ik hoop dat u nog een keer de tijd kunt vinden mij te antwoorden.

Met vriendelijke groet,

Ratna Pelle

 

maandag 14 november 2016

Kristallnachtherdenking: dubbele maatstaven van Van der Laan (IMO)





= IMO Blog = 

Na wederom een hoop gesteggel was er dit jaar geen enkele Kristallnachtherdenking bij het monument ter nagedachtenis aan het Joodse verzet tijdens de oorlog. Hier hielden het Platform tegen Racisme en Uitsluiting en zijn voorganger het Comité tegen Racisme de afgelopen jaren hun ‘alternatieve’ herdenking, een herdenking die sinds 2011 niet meer door de gevestigde Joodse gemeenschap wordt ondersteund.
De NOS schreef daarover:

Facebookgroep ‘Time to stand up for Israel’ had laten weten ook een herdenking te willen houden op 9 november bij het Joods verzetsmonument bij het stadhuis van Amsterdam. Burgemeester Van der Laan zag dat niet zitten omdat het PSRU juist op die plek ieder jaar traditioneel de Kristallnacht herdenkt. Hij schreef een brief aan de gemeenteraad dat de nieuwe herdenking 200 meter verderop, naar het Daniel Meijerplein, verplaatst kon worden. Maar daar was de TTSUFI niet blij mee en besloot de herdenking te annuleren.
En:
Maar burgemeester van Amsterdam Van der Laan was bang voor ordeverstoring, net zoals vorig jaar. Toen verstoorde ‘Time to stand up for Israel’ de Kristallnachtherdenking van het PSRU; het platform zou anti-Israëlisch zijn.

Time to Stand Up for Israel had al op 10 november vorig jaar een aanvraag gedaan, en in een gesprek in oktober was er nog geen sprake van verplaatsing omdat er vorig jaar ordeverstoringen waren of omdat men het Platform voor wou laten gaan, zoals hier wordt gesuggereerd. Om een of andere reden is Eberhard van der Laan twee dagen voor de herdenking opeens van gedachten veranderd, maar daarover meldt de NOS niks. Ook neemt men niet even de moeite om na te vragen bij Time wat voor ordeverstoringen dat waren. Er was een persoon die tijdens de toespraak van de Palestijnse Haneen Zoabi erdoorheen begon te schreeuwen en toen door de politie is afgevoerd. Diegene is geen lid meer van Time. Enkele anderen hebben op de ramshoorn geblazen maar zij waren van de groep ‘Wachters’ volgens een artikel in Het Parool vorig jaar. Time zelf ontkent dat ‘hun mensen’ lawaai hebben gemaakt; zij vormden in stilte een kring rond het monument om dit symbolisch te beschermen. De NOS had ook hun versie van het gebeurde moeten opschrijven en niet alleen die van de gemeente.

Waardigheid
In de brief van burgemeester Van der Laan gaat hij uitgebreid in op de Kristallnacht, ‘de waardigheid van het Joodse monument’ en de perikelen van de afgelopen jaren. Opvallend is daarbij hoe mild hij oordeelt over het Platform en hoezeer hij de incidenten van vorig jaar Time aanrekent. Ook neemt hij het Time kwalijk dat men bij het monument wil herdenken opdat het Platform daar niet kan staan, en neemt hij het Platform tegen Time in bescherming, alsof de problemen daar pas begonnen. Het verstoren van een herdenking staat volgens de burgemeester gelijk aan het ontnemen van iemands grondrecht om te demonstreren, waaruit het recht op zijn eigen manier te herdenken voortkomt. Hij schrijft:

Mijn motief voor het stellen van dit voorschrift is de bescherming. Het betreft hier specifiek de bescherming van diegenen die juist vreedzaam stil willen staan bij de mensen voor wie de bescherming 78 jaar geleden te laat kwam. Herdenken mag een ieder op zijn eigen manier doen. Het vermogen om tegengestelde uitingen te verdragen, is juist de kracht van onze democratie, een beginsel dat wij hoog houden in Amsterdam.

Dat klinkt mooi, maar je vraagt erg veel van de Joodse gemeenschap als men maar moet verdragen dat wat voor een herdenking moet doorgaan ontaardt in een radikaal links en vooral anti-Israel feestje zoals vorig jaar gebeurde, toen Israels beleid tegenover de Palestijnen meermaals met de nazi’s werd vergeleken. Ik zou het persoonlijk even erg en ontoelaatbaar vinden als rechtsradikalen bij het monument zouden staan om de Kristallnacht te verbinden aan wat zij als de actualiteit zien en bijvoorbeeld het zogenaamde demoniseren van rechts en de PVV. Zoiets is gewoon totaal ongepast. Radikaal rechts mag demonstreren, zoals radikaal links dat mag, ook onder fraaie en eufemistische namen zoals ‘Stop Racisme en Uitsluiting’ (Wie wil dat nou niet? We zijn het alleen niet helemaal eens over wie er door wie wordt uitgesloten), maar niet altijd en overal. Dat lijkt ook Van der Laan te onderschrijven, waar hij bijvoorbeeld zegt:

Hieruit blijkt dat het verbinden van actuele thema’s met de voorbode van verreweg het ergste uit de menselijke geschiedenis uiterste zorgvuldigheid vereist. De voorbode van de Shoah leert ons bovendien dat we op zijn minst de verplichting hebben om kritisch om te gaan met uitingen van onverdraagzaamheid, zonder daarmee zelf onverdraagzaam te worden.
Bepaalde gedragingen die elders geduld worden, kunnen zich juist daar slecht verhouden met de waardigheid en hetgeen waar het monument voor staat.
Zonder te oordelen over de inhoud van een demonstratie wordt wel bekeken of die inhoud op een bepaalde locatie of tijdstip extra gevoelig ligt en tot wanordelijkheden kan leiden. Een dergelijke lijn wordt gevolgd als het gaat om het Nationaal Monument op de Dam en geldt -zeker op 9 november- ook voor het Joods Verzetsmonument. Het joods Verzetsmonument staat symbool voor de slachtoffers van onderdrukking, de vrijheid en voor diegenen die zijn opgestaan voor gerechtigheid.

Het past mijns inziens niet erg bij de waardigheid van het monument en ook het moment om iemand als Zoabi te laten spreken, die aan de lopende band Israel met de nazi’s liep te vergelijken. Voor nabestaanden van de Holocaust, die zelf vaak een band hebben met Israel en er familie hebben wonen, is dat zeer pijnlijk. Zij worden als de nieuwe daders weggezet die aan de verkeerde kant van de geschiedenis terecht zijn gekomen. Het Platform doet dit ook voortdurend, en plaatst zich in de traditie van het linkse verzet tegen de Jodenvervolging en hun tegenstanders in de rol van de nazi’s. Maar ook Van der Laan doet dit, in genoemd citaat waar hij zegt dat de les die we uit de Holocaust moeten trekken, is dat we waakzaam moeten zijn tegen onverdraagzaamheid (eens), en vervolgens alleen TTSUFI hiervan beticht en het platform op een lijn stelt met de mensen ‘voor wie bescherming 78 jaar geleden te laat kwam’.

Twee maten
Van der Laan lijkt met twee maten te meten: het Platform hoeft nergens rekening mee te houden ondanks de gevoeligheid van tijd en plaats, de waardigheid van het monument etc., terwijl hij Time een paar mensen die zich niet aan de (ook door haar gestelde) regels hielden, zwaar aanrekent. Het feit dat op de ‘herdenking’ van het Platform zeer radikale types afkomen, dat sprekers vaak bekend c.q. berucht zijn uit de radikale anti-Israel scene, en dat voor antisemitisme en de Kristallnacht zelf nauwelijks plaats is (het schijnt dat op deze ‘herdenking’ niet eens een minuut stilte wordt gehouden voor de slachtoffers van toen), vindt de burgemeester geen probleem. Waar hij wel over valt:

De inhoud van uw recente uitingen (op sociale media) en de wijze waarop u de kennisgevingen heeft ingediend, leveren bij mij concrete aanwijzingen op dat u niet slechts wil herdenken, maar dat het tevens of zelfs voornamelijk het Platform het zo lastig mogelijk wil maken om zijn wijze van herdenken voort te zetten. Met andere woorden; u wilt bij dat monument staan opdat het Platform daar niet kan staan.
En:
Bij de demonstratie van het Platform vorig jaar ontstonden verstoringen bij het monument, mede als gevolg van uw oproep, immers gepleegd door personen en groepen die gehoor hadden gegeven aan uw oproep en zich bij u hadden aangesloten.

Het is waar dat Time de Platformherdenking bij het monument wilde verhinderen; men heeft een zo ruime vergunningaanvraag gedaan (drie dagen van 12 in de middag tot 9 in de avond) dat het platform daar niks kan doen. De aantijging dat Time op sociale media heeft opgeroepen de herdenking te verstoren moet hij wat mij betreft nog bewijzen. Er is vorig jaar opgeroepen naar de platformherdenking te komen, in eerste instantie ook met Israelische vlaggen, wat ik zelf niet erg gepast vind omdat je dan wederom de aandacht weghaalt van waar het daar over moet gaan. Het gaat immers niet om voor of tegen Israel, maar om waardig herdenken zonder je eigen politieke visie op te dringen of de overlevenden van de slachtoffers van toen onnodig te krenken. Maar er is bij mijn weten niet opgeroepen de boel daar luidruchtig te verstoren.

Zoals gezegd waren de sjofarblazers volgens Het Parool leden van de Wachters, een mij onbekende groep die ‘als supportersvereniging van de staat Israël door het land reizen om zich daar waar het nodig is te laten zien’. Heeft Van der Laan informatie waaruit blijkt dat zij door de oproep van Time besloten naar de herdenking te komen, en dit niet al zelf van plan waren?

Dovend licht
Het Platform en Time beschuldigen elkaar over en weer van van alles. Leden van Time noemen het Platform antisemitisch; het Platform noemt Time in een nota bene officieel persbericht een ‘extreemrechtse gelegenheidsorganisatie, met de illustere naam: “Time to stand up for Israël” ‘. Niet alleen Time maar ook de gemeente moet het ontgelden:

Met de gemeente Amsterdam hebben een drietal gesprekken plaatsgevonden. We spraken met vertegenwoordigers van politie en de ambtenaar Openbare Orde. Zij werden van elke stap op de hoogte gehouden maar van enige steun van die kant is helaas geen sprake. Ook een beroep op de antifascistische- en antiracistische traditie van het gemeentebestuur van Amsterdam heeft niet geleid tot ondersteuning. Ook daar moeten we helaas vaststellen dat men zwicht voor druk vanuit rechtse hoek en gevreesd moet worden voor een dovend licht (om v. Randwijk te parafraseren).

Welja, weer plaatst men zichzelf met ronkende taal in de hoek van de slachtoffers die door nazi’s worden belaagd terwijl de gemeente voor deze duistere krachten zwicht. Het zal je maar gezegd worden. Wat een arrogantie jezelf zo ver verheven boven je critici te wanen, en wat een belediging voor de werkelijk dapperen en goeden van toentertijd.

Zoals in het begin reeds opgemerkt komt de burgemeester twee dagen voor de herdenking die Time bij het monument wilde houden (met o.a. de dochter van de initiatiefnemer van het monument als spreker), tot het besluit dat het risico op ordeverstoringen te groot is en de waardigheid van het monument daarmee wordt aangetast. Je zou zeggen: hij wist toch al eerder van de ordeverstoringen vorig jaar en het feit dat Time wilde verhinderen dat het Platform bij het monument haar soort van herdenking houdt? Vanwaar dit besluit op het allerlaatst? Welke nieuwe informatie kwam hem opeens ter ore? Is hij door bepaalde mensen gewezen op felle reacties op Facebook, zoals op de pagina van het Platform? Heeft iemand hem op de soms stevige politieke uitspraken op het account van Time activiste Sabine Sterk gewezen? Op sociale media worden wel ergere dingen geroepen. Zoals gezegd was bij de Platformherdenking een Fatah activist met een terroristisch verleden aanwezig, en op de gastenlijst stonden meer extreme figuren. Waarom tilt Van der Laan zoveel zwaarder aan het activisme van Time dan aan dat van het Platform, en waarom neemt hij dat zo expliciet in bescherming? Waarom lijkt hij blind voor het feit dat wat aanvankelijk een mooie herdenking was, waarin de Joodse gemeenschap en anti-racisten samenwerkten, is verworden tot een activistische bijeenkomst tegen rechts, Zwarte Piet en Israel?

Petitie
De negatieve houding van de gemeente is niet nieuw. Vorig jaar heeft de werkgroep ‘Joden in Verzet’ (bestaande uit Joodse oud-verzetsmensen, nabestaanden, en kinderen van Joodse verzetsstrijders) een petitie opgesteld en aan de burgemeester en wethouders van Amsterdam aangeboden, waarin wordt opgeroepen geen toestemming te geven voor de herdenking van het Platform bij het monument voor het Joodse verzet. De petitie werd niet in ontvangst genomen; men had geen tijd en vond het niet belangrijk. Blijkbaar is de stem van een deel van de Joodse gemeenschap niet belangrijk voor de burgemeester en het college. Deze mensen voelen zich door de hele gang van zaken geschoffeerd. Juist deze frustratie vergroot de kans op ongeregeldheden en botsingen rond het monument.

Het beste zou zijn als het weer gewoon bij een herdenking zou blijven voor iedereen die de Kristallnacht en de slachtoffers van toen wil herdenken; mensen die een politieke manifestatie of bijeenkomst willen houden tegen Wilders en andere radikaal rechtse of populistische partijen, tegen Zwarte Piet of tegen Israel, kunnen dat op een andere datum doen. En wie met Israelische vlaggen wil zwaaien en op de sjofar blazen om het huidige antizionisme te hekelen kan dat ook beter op een andere dag doen. Ik zou zelf misschien het liefste aan zo’n herdenking de waarschuwing voor zowel antisemitisme, Wilders, Trump, antiracisme en doorgeschoten Israelhaat verbinden, maar soms is less more en toont grootheid zich in de beperking. 

Ratna Pelle

NB: zie ook het pleidooi van Sebastien Valkenberg uit 2015: