De Volkskrant
Gepubliceerd 2:46 29 mei 2007
'Verschrikkelijk gevoel van onheil'
Interview Van onze verslaggeefster Marjan van den Berg
'In 1967 was ik 13, een overdreven gevoelige puber. Het gevoel overheerste dat alles op instorten stond.'
Wat kunt u zich nog herinneren van de Zesdaagse Oorlog?
'Ik was 13 en zat op het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch. Ik was zo'n overdreven gevoelige puber, en ik voelde me daar niet thuis. Dat werd nog eens versterkt door het verschrikkelijke gevoel van onheil dat die oorlog met zich meebracht. Want het werd me wel duidelijk dat de anderen op school er helemaal niet mee bezig waren.
'Voorzover ik me kan herinneren werd er niet over gesproken in de klas. Thuis wel. Mijn moeder was nog aan het herstellen van de dood van mijn vader. Bij elkaar genomen overheerste het gevoel dat alles op instorten stond.'
Hoe zou u het Israëlgevoel omschrijven?
'Als een heel diep sentiment. Bij nader inzien trouwens ook een melodramatisch sentiment. Het idee leefde dat Israël er alleen voor stond en de overmacht van de omliggende landen niet aan zou kunnen. Zo sterk, die dreiging, dat het bijna iets apocalyptisch kreeg.'
Bestaat het Israëlgevoel nog?
'Nee, zeker niet. De Libanon-crisis van 1982 betekende voor velen een enorme terugval. Vooral de bloedbaden die werden aangericht in de vluchtelingenkampen Sabra en Chatila. De beelden, de berichtgeving die waren zó verschrikkelijk voor de publieke opinie.
'Naar mijn idee was dat een scherpe omkering in het Israëlgevoel, dat toch al iets kunstmatigs had en daarmee heel makkelijk kon omslaan.'
Wat zijn de verschillen met toen en nu?
'Nu is er bijna opluchting dat men van die oude liefde af is: eindelijk kan men zonder die ballast van de Tweede Wereldoorlog Israël bekritiseren. Dat heeft wel iets gezonds. Voor 1982 was er een overdreven liefde en bewondering.
'Het Israëlgevoel was toch ook irreëel en gevoed door schaamte. Ik kan het niet anders omschrijven. Schaamte én bewondering. Want het was natuurlijk ook wel een prestatie, wat daar gebeurde: er werd een land opgebouwd.
'Vroeger hadden we thuis fotoboeken, en die bepaalden voor mij het beeld: hardwerkende pioniers op het land, jonge mensen in korte broeken die sinaasappels plukten. Voor mij persoonlijk zit er een hele bibliotheek tussen toen en nu. Op mijn dertiende was ik nog niet in Israël geweest, nu natuurlijk wel.'
Is er veel veranderd in de houding van de Nederlander tegenover Israël?
'Ik vind dat er in Nederland een te kritische houding ten opzichte van Israël bestaat. Almaar meer voorwaarden worden er aan het land gesteld.
'Ik vind dat daarmee de context wordt ontkend. Het is toch een Midden-Oosters land, en het gedraagt zich, ondanks de bezettingen, nog redelijk netjes, gezien de verhoudingen.
'Israël is zich noodgedwongen steeds meer als een militaire macht gaan gedragen. Het is duidelijk dat ik daar meer begrip voor heb dan veel andere Nederlanders.
'Misschien dat er in Nederland de komende decennia wat meer nuchterheid voor in de plaats komt. Al is het moeilijk nuchter naar dat land te kijken.'