vrijdag 19 april 2013

Media niet duidelijk over reden ontslag Palestijnse premier Salam Fayyad (IPI)

 
Salam Fayyad
 

- door Tjalling –

De Palestijnse premier Salam Fayyad heeft op 13 april zijn ontslag ingediend. De gespannen verhouding tussen hem en president Abbas worden in de media als belangrijkste reden van dit ontslag gezien. De twee zouden het niet eens zijn over het Palestijnse politieke en economische beleid. Maar vrijwel alle Nederlandse media hebben in hun berichtgeving concrete voorbeelden achterwege gelaten van waarover Abbas en Fayyad het niet met elkaar eens waren. Juist die weggelaten voorbeelden zouden de interne machtsstrijd en corruptie van Fatah, wat als gematigd wordt beschouwd, hebben kunnen ontmaskeren.

Salam Fayyad, die bekend staat om zijn gematigde toon, genoot krachtige steun van de internationale gemeenschap en wilde het Israëlisch-Palestijnse vredesproces nieuw leven inblazen middels onder meer Palestijnse economische projecten op de Westoever. Fayyad werd opgeleid als econoom aan de Universiteit van Texas in Austin en promoveerde aldaar. Hij vervulde functies met betrekking tot de Palestijnse gebieden bij de IMF en de Arabische Bank. In november 2003 werd hij benoemd tot minister van Financiën van de Palestijnse Autoriteit en voerde hij financiële hervormingen door, zoals het opstellen van een jaarlijkse begroting. Bovendien, en zeker niet onbelangrijk, pakte hij de welig tierende corruptie aan, waarvoor hij internationale erkenning verwierf. Na zijn functie tijdelijk neer te hebben gelegd werd Fayyad in 2009 door Abbas zelf benoemd tot premier. Premier Fayyad werd door Amerika beschouwd als een sterke partner voor de internationale gemeenschap en een belangrijk persoon voor het bevorderen van de economische opbouw van de toekomstige Palestijnse staat en de veiligheid.

Waar Abbas en Fayyad werkelijk ruzie om hadden wordt in de meeste media afgedaan als onmin of een slechte verstandshouding tussen die twee zonder opgaaf van redenen. Dat is jammer, want er was wel reden voor die slechte verstandshouding. Abbas en de leiders van Fatah zagen Fayyad in het algemeen als een bedreiging voor hun controle over de Palestijnse Autoriteit en in het bijzonder de financiën. Daar nu precies wringt het: Fatah was het absoluut niet eens met Fayyad over de besteding van buitenlandse gelden.

Het Gatestone Institute plaatste op 11 april een interessant artikel op zijn website met een pakkende eerste zin: "The Fatah leaders are yearning for the days of Yasser Arafat, when they were able to steal international aid earmarked for helping Palestinians". Top kaderleden van Fatah beschuldigen Fayyad ervan te snijden in fondsen bestemd voor Fatah-leden in de Westbank en de Gazastrook, en te weigeren om salarissen uit te betalen aan voormalige Fatah militanten. En daarmee zijn we bij de oorzaak van het ontslag van Fayyad gekomen. Fatah's belangrijkste probleem met hem was dat hij naar hun mening teveel controle over het budget van de P.A. had, waardoor Fatah niet langer beslag kon leggen op buitenlandse hulpgelden. Bovendien beschuldigden Fatah-leden Fayyad ervan dat hij hun posities en macht aan het ondermijnen was. Hier licht het ANP bericht in o.a. Trouw een klein tipje van de sluier, maar gaat niet verder dan de vage opmerking dat de al langer bestaande spanningen tussen Abbas en Fayyad de laatste zijn tijd opgelopen, voornamelijk over de vraag wie de leden van het kabinet benoemt.

Voorts speelt nog mee dat Fayyad toch al niet geliefd was onder de Palestijnse bevolking omdat men hem zag als iemand die door het Westen in het zadel was geholpen en niet direct of indirect deel heeft genomen aan (terreur-) acties tegen Israël. De in 2005 door hem en Hanan Ashrawi opgerichte Derde Weg Partij haalde in 2006 slechts 2,41% van de stemmen.

Het vertrek van Fayyad komt juist op het moment dat de Verenigde Staten het Israëlisch-Palestijnse vredesproces nieuw leven willen inblazen. De rol van Fayyad, met name het opbouwen van degelijke instituties en een economische basis voor de Palestijnse staat in spé, zal nu door iemand anders moeten worden overgenomen. Dat zal zeker geen positief effect hebben op de onderhandelingen, want weinig Palestijnen kunnen die positie overtuigend invullen. Door het vertrek van de gematigde Fayyad is de kans op een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen alleen maar kleiner geworden. Dat valt niet aan Israël te wijten, wel aan de houding van Fatah en hun zeer bedenkelijke financiële praktijken. Met name dat laatste had door de media aan de hand van concrete voorbeelden toegelicht moeten worden. Het schijnt dat, in tegenstelling tot Palestijns leed, de Palestijnse corruptie voor de media geen hoge nieuwswaarde heeft.

 

 

 

Steeds meer Oost-Jeruzalemse Palestijnen worden Israelisch burger

 
De kop en ook de strekking van onderstaand artikel (van eind december, ik weet het) lijkt wat sterk aangezet, want het gaat nog steeds maar om zo'n 6% van de Palestijnen in Oost-Jeruzalem. Het lijkt ook geen toeval dat het aantal aanvragen vooral groeide toen Israel begon met het bouwen van de afscheidingsbarriere, die het Palestijnse achterland steeds moeilijker bereikbaar maakte.
 
Qua opinie lijken de inwoners vrij gelijk verdeeld tussen mensen die bij Israel en die bij een Palestijnse staat willen horen, al kun je speculeren dat degenen die zich hier niet over uitlieten niet wilden of durfden toegeven dat de Joodse staat hun voorkeur had.
Meer welvaart en betere voorzieningen zijn altijd al een grote motivatie geweest om elders je heil te zoeken.
"Dan neem ik Israelisch water, en als ik wil kan ik altijd nog een Palestijnse vlag naast de watertank hangen."
 
Wouter
___________
 
Steeds meer Oost-Jeruzalemse Palestijnen worden Israelisch burger
ma 31-12-2012

Iedereen probeerde het een tijd lang te negeren, maar nieuwe cijfers maken dat onmogelijk: steeds meer Palestijnen in Oost Jeruzalem vragen en krijgen de Israelische nationaliteit. In de vroege jaren 2000 werd dit nog gezien als verraad en waren het er zo'n 50 per jaar, maar de laatste tien jaar werden 3.374 Oost-Jeruzalemmers Israeli. Over hun redenen en over de gevolgen wordt druk gespeculeerd.

Anders dan pro-Palestijnse teksten klagend over de rechtsongelijkheid van Palestijnen in Oost Jeruzalem vaagweg suggereren, kunnen zij vrij eenvoudig volwaardige Israelische staatsburgers worden. Dit is al zo sinds de annexatie in 1967, waarbij zij de status kregen van 'permanente inwoner'. Maar de eerste jaren werd het aanvragen van een Israelische identiteitskaart gezien als verraad en de PLO bedreigde openlijk Palestijnen die er een hadden.

De laatste tien jaar echter lijkt dit taboe verzwakt en zien steeds meer Oost-Jeruzalemmers vooral de voordelen van het burgerschap. Permanente inwoners hebben bijna evenveel rechten als burgers. Zij kunnen stemmen voor gemeenteraadsverkiezingen (ook al doen Palestijnen in Oost Jeruzalem dat vrijwel niet), maar niet voor de landelijke verkiezingen die in januari voor de deur staan.

Het voornaamste nadeel van deze status is: een permanente inwoner die het land voor langer dan 7 jaar verlaat, raakt deze status kwijt. (Diezelfde regel geldt overigens voor buitenlanders die in Israel wonen.) Het gebeurt steeds vaker dat hen wordt gevraagd hun inwonerschap te bewijzen. Een groot aantal Palestijnen die jaren geleden zijn verhuisd naar de Westbank verliezen dan hun status en de bijbehorende voordelen die alle inwoners van Israel genieten: gratis gezondheidszorg en andere sociale voorzieningen, gratis onderwijs, bewegingsvrijheid in Israel en vooral daarbuiten, en de mogelijkheid in Israel te werken.

Harde cijfers
In oktober 2012 publiceerde het Israelische ministerie van Binnenlandse Zaken statistieken die hard aankwamen. Terwijl in de jaren tussen 2001 en 2003 maar zo'n 50 Palestijnen per jaar werden geneutraliseerd, steeg dit aantal in de jaren daarna fors; het hoogste aantal was 700 mensen in 2010 en in totaal kwamen er 3.374 nieuwe burgers bij.
De laatste twee jaar zijn de naturalisaties weer wat gezakt, maar niet bij gebrek aan aanvragen: dat zijn er volgens het ministerie meer dan de ambtenaren aankunnen.
Intussen zouden in totaal bijna 15.000 van de naar schatting 280.000 Palestijnen in Oost Jeruzalem Israelisch staatsburger zijn.

Israelisch of Palestijns?
Zowel aan Israelische als aan Palestijnse kant vraagt men zich af wat deze nieuwe Israeli's bezielt. Horen zij liever bij Israel? Wat zullen de gevolgen zijn als Jeruzalem ooit door vredesonderhandelingen zou worden gesplitst in een Oostelijk deel als hoofdstad van Palestina, en een Westelijk deel als hoofdstad van Israel?

Het Palestijns Centrum voor Opinieonderzoek hield in januari 2011 een onderzoek onder de inwoners van alle 19 Arabische buurten van de stad waarin hen de keus werd voorgelegd.  Daarbij koos 30% voor burgerschap "met dezelfde rechten en privileges als de andere burgers" van een toekomstige Palestijnse staat, 35% zou liever burger zijn van Israel. Omdat 35% van de ondervraagden geen antwoord wilden geven of zeiden dat zij het niet wisten, ligt het aantal dat zou kiezen voor Israel waarschijnlijk nog aanzienlijk hoger.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat zij pro Israel zijn.
Mensen die hebben gekozen voor Israelisch staatsburgerschap, noemen vooral de materiële voordelen als reden. Ook het gebrek aan democratie en de wijdverbreide corruptie onder de Palestijnse Autoriteit en haar voortdurende conflicten met Hamas is voor sommigen een reden om Israelisch burger te worden. Zoals een Palestijn zei tegen een journalist van het Gatestone Institute: "Ik heb liever de hel van de Joden dan het paradijs van Hamas of Jasser Arafat."

Israelisering
Het verschijnsel heeft intussen de naam 'Israelisering' of (vooral onder Palestijnse tegenstanders) 'normalisering' gekregen en burgemeester Nir Barkat, een verklaard tegenstander van het splitsen van zijn stad, speelt hier handig op in. Tegenstanders beschuldigen hem ervan dat hij de levensomstandigheden in Oost Jeruzalem alleen verbetert om te zorgen dat het nooit gesplitst kan worden, hijzelf zegt dat hij de vrede in zijn stad bevordert doordat hij de Palestijnse inwoners 'iets te verliezen' geeft.

Wat zijn motivatie ook is, er wordt veel  verbeterd. In 2011 opende het eerste Israelische postkantoor in Isawiya, een dorpje binnen de grenzen van de stad. Hoewel tegenstanders van 'normalisatie' het voor de opening probeerden af te branden, functioneert het vanaf dag 1 tot tevredenheid en bij recente rellen werd het niet aangeraakt. In datzelfde dorp kregen de straten namen en de huizen nummers, dit alles nadat de inwoners een petitie hiertoe hadden ingediend bij de Israelische Hoge Raad.

Barkatprocedures
Barkat zorgde er ook voor dat het krijgen van bouwvergunningen gemakkelijker werd. Veel gebouwen in Oost Jeruzalem zijn illegaal omdat de eigenaars geen bouwvergunning kregen: zij konden niet bewijzen dat zij de eigenaar waren. Hiervoor is nu de "Barkatprocedure" uitgevonden: als een vergadering van de gemeenteraad en andere belangrijke personen in de gemeenschap besluiten iemands claim te geloven dat hij eigenaar is van een gebouw, krijgt hij een voorlopige vergunning. Als zich na 20 jaar geen andere eigenaars hebben aangediend, wordt de vergunning automatisch definitief.

Eenzelfde truc heeft ervoor gezorgd dat een groot deel van Oost Jeruzalem is aangesloten op het Israelische waternet: omdat op een illegaal bouwwerk geen watermeter geïnstalleerd mag worden, noemt men die nu een "controleapparaat". De laatste twee jaar zijn er zo'n tienduizend geïnstalleerd en steeds meer mensen willen van het Palestijnse net overstappen op Israelisch water: de levering daarvan is veel betrouwbaarder. "Ik kan wel een onverbeterlijke Palestijnse nationalist zijn," zegt een adviseur van de burgemeester, "maar ik wil wel douchen. Dan neem ik Israelisch water, en als ik wil kan ik altijd nog een Palestijnse vlag naast de watertank hangen."
Dezelfde pragmatische redenen plus een reorganisatie in de gezondheidszorg heeft ervoor gezorgd dat Israelische zorgaanbieders de Oost-Jeruzalemse markt op gingen en daar gretig aftrek vonden. De zorg in dat deel van de stad is nu vrijwel even goed als in West Jeruzalem.

Ook in het onderwijs is de Israelisatie doorgebroken. Na 1967 weigerden de scholen op de Westbank het Israelische curriculum door te voeren, en nu nog wordt daar het Jordaanse gehanteerd. Maar in Oost Jeruzalem sturen steeds meer ouders hun kinderen naar scholen die een Israelisch diploma geven en het aantal studenten aan universiteiten in Israel stijgt ook snel. Het maakt het niet alleen makkelijker om werk te vinden; vooral sinds de aanleg van de tram zijn scholen en universiteiten oneindig makkelijker te bereiken dan die op de Westbank, waarvoor je ook nog eens dagelijks langs de checkpoints in de muur moet.

Kiezen met de voeten
Hoewel de openbare voorzieningen nog steeds in sommige opzichten (onderhoud van wegen, ophalen van vuilnis) ver achterblijven bij die in het Westen van de stad, hebben de inwoners van Oost Jeruzalem steeds meer reden gekregen om daar permanent te willen blijven.

Het lijkt er sterk op dat de Palestijnse bewoners er al 'met de voeten' voor hebben gestemd inwoner te zijn van een ongedeelde binationale stad, concludeert vrijwel iedereen die zich met het verschijnsel bezighoudt. Die eensgezindheid houdt op als gaat het over de wenselijkheid van deze ontwikkeling. Voor de één is het een slinks aangelegd obstakel voor een Palestijnse staat met Oost Jeruzalem als hoofdstad, voor mensen als de burgemeester is dit het bewijs van hun gelijk. Maar ontkennen van het verschijnsel is niet langer een optie.
 

 

Meer dan helft Palestijnen in Libanon leeft in armoede

 
De zorg en verontwaardiging over de situatie van de Palestijnen, en de vluchtelingen in het bijzonder, lijkt vooral gerelateerd aan de mate van Israelische verantwoordelijkheid hiervoor. Dat kan deels met antisemitische motieven te maken hebben, maar evenzeer met ervaren Westerse betrokkenheid en dus medeverantwoordelijkheid ervoor. Amerikaanse en Westerse militaire akties in bijv. Afghanistan en Pakistan waarbij burgers omkomen, zorgen hier ook voor meer aandacht en verontwaardiging dan wanneer Aziaten of Arabieren elkaar vermoorden, evenals wandaden van door het Westen ondersteunde regimes.
 
Israel ziet en presenteert zich graag als een Westers (en dus beschaafd) land dat daarom ook onze steun en sympathie verdient. Eigenlijk is het een hybride land met minstens zoveel Midden-Oosterse als Westerse en ook Oost-Europese wortels (alleen al qua herkomst van de inwoners). Ik denk daarom dat Israel zich met deze Westerse profilering eigenlijk zelf in de vingers snijdt: het wordt veelal beoordeeld (en veroordeeld) naar Westerse maatstaven, maar veel Israeli's zijn niet opgegroeid met een democratische traditie en naar de Westerse normen en cultuur, en het land ligt in een gebied waar die Westerse waarden niet altijd zijn waar te maken. (Ook het Westen zelf maakt ze lang niet altijd waar...)
 
Nog een andere vraag is in hoeverre we Westerse landen aan hogere normen moeten houden c.q. bij de 'rest van de wereld' de lat minder hoog mogen leggen. Volgens sommigen is dat "humanitair racisme", of worden we door een "weg-met-ons" mentaliteit beheerst vanuit een schuldgevoel over ons kolonialistische verleden, die de 'rest van de wereld' ons graag onder de neus wrijft als we kritiek uiten op hun beleid. Schuldgevoel ook over hoe goed wij het hier hebben vergeleken met hun (in Nederland vaak geassocieerd met de calvinistische mentaliteit).
 
Wouter
_______________

 

Lebanese apartheid: More than half of Palestinians in Lebanon live in poverty 

http://elderofziyon.blogspot.nl/2013/04/lebanese-apartheid-more-than-half-of.html 

 

From Ma'an:

Around 160,000 Palestinians are living below the poverty line in refugee camps in Lebanon, the ambassador to Beirut says.

Nearly 13,000 Palestinian refugees are living in extreme poverty in Lebanon, Ashraf Dabour told Ma'an.

Palestinian refugees are banned from entering 75 professions in Lebanon. "Practicing any of these careers is considered a breach of Lebanese law," Dabour said. 

The Lebanese parliament amended a law restricting Palestinian refugees' access to work. "However, the Lebanese cabinet has not put that amendment into effect," the Palestinian ambassador said. 

"We hear sweet talk from Lebanese officials about the Palestinian refugees' right to work and live in dignity, but in reality nothing is translated into action."

Dabour said the Palestinian health sector in Lebanon owed hospitals around $2 million. "There are some medical procedures which our health security program in Lebanon can't afford, and I hereby urge Arab and Palestinian businessmen to help our people in refugee camps in Lebanon."

 

There were, at the end of 2010, between 260,000 and 280,000 Palestinian Arabs in Lebanon (UNRWA has over 465,000 registered "refugees" but about 200,000 actually left Lebanon for Europe and elsewhere.)

Which means that more than half of the Palestinians in Lebanon are in poverty, because of the discrimination they face by the Lebanese government.

Not that this is new news. Two years ago UNRWA came out with a report with more specifics about Palestinian poverty in Lebanon, and it mentioned that one reason was that many were forced to live in "closed" camps that were not integrated into the economy of surrounding towns, and that in itself was an indicator of likely poverty. Only one other area had that same problem - the West Bank, under the PA.

Since then, Palestinian Arab refugees from Syria have come into Lebanon, and been forced into these same overcrowded and poverty-stricken camps, unlike other refugees from Syria. 

Yet this blatant discrimination against Palestinian Arabs in Lebanon is simply not mentioned by those who pretend to care about them. No calls for boycotts by rock stars, no campus demonstrations, no calls for aid.

When their suffering cannot be blamed, even indirectly, on Israel, no one really gives a damn.

The next time you see a "pro-Palestinian" demonstration, just ask them about discrimination against Palestinians in Lebanon. And put it on video.

 

 

Vandaag 70 jaar geleden: de opstand in het getto van Warschau

 
Vandaag 70 jaar geleden begon de opstand in het Joodse getto van Warschau, die zo'n 4 weken werd volgehouden. Velen was inmiddels duidelijk dat voor iedereen slechts de dood wachtte, en de enige keuze die overbleef was hoe men zou sterven. Voor de opstand waren maandenlang wapens het getto ingesmokkeld en plannen gesmeed, maar de opstandelingen maakten zich weinig illusies.
 
In Israel is de opstand op 7 april al herdacht volgens de Joodse kalender: het begin van de opstand in Warschau blijkt namelijk als datum gekozen voor de herdenking van Yom HaShoah. De internationale herdenking van de Shoa (Holocaust) is gelinkt aan de dag dat Auschwitz werd bevrijd, maar de Israeli's kozen liever voor een datum die verwijst naar het eigen Joodse verzet tegen hun vernietiging, niet aan de bevrijding door buitenstaanders (toen de helft van het Europese Jodendom al was uitgemoord).
 
Onder het navolgende artikel staat in de reacties kritiek op de inhoud. Met name de bewering dat het ondergrondse Poolse leger wemelde van het antisemitisme ("rife with anti-Semitism") lijkt me te generaliserend. Feit is wel dat Polen al in de jaren '30, ruim voor de Duitse inval, antisemitische wetten had ingevoerd, en er zelfs in 1946 nog een pogrom plaatsvond.
Onder het communisme, en ook in het huidige nationalistische klimaat, is het moeilijk om de antisemitische geschiedenis van Polen te onderzoeken en er objectief over te publiceren.
 
NB: Over onderstaande foto heb ik onlangs nog geblogd: Het Joodse jongetje in het getto van Warschau
 
Wouter
__________________
 
 
The ultimate emblem of resistance: the Warsaw Ghetto Uprising
On the revolt’s 70th anniversary, exploring how Jews fought to determine their own fates and how that ethos influenced Israel
 
April 18, 2013, 8:42 pm
The most famous image out of the Warsaw Ghetto. (photo credit: courtesy of the USHMM)
‘With the dead fell the ghetto walls, and in their place today stands the state of Israel.” – Meyer Barkai, ‘The Ghetto Fighters’

In the pantheon of Holocaust symbols, Anne Frank is the composite victim and the definitive killing site is Auschwitz. Though thousands of Jewish resistance acts punctuated the genocide, only the Warsaw Ghetto Uprising achieved the status as the ultimate emblem of resistance.

Nazi liquidation of the Warsaw Ghetto. (courtesy of the USHMM)
Nazi liquidation of the Warsaw Ghetto. (courtesy of the USHMM)

Seventy years ago on April 20, Adolf Hitler was supposed to receive a special birthday present from SS chief Heinrich Himmler: confirmation of the final “liquidation” of the Warsaw ghetto, from which 300,000 Jews had already been sent to the gas chambers of Treblinka.

Himmler was unable to come through on his gift, but it was not for lack of trying. On April 19, the day before Hitler’s 54th birthday, the dictator’s eternal boogeymen – the Jews – picked up arms to temporarily halt the annihilation of their people.

Following World War II, both Jews and Poles helped elevate the Warsaw Ghetto Uprising to mythic status. The Jewish uprising and its Polish-led sequel in 1944 allowed both nations to counter victimhood narratives and base reconstituted states upon self-agency, as opposed to rescue from the outside.

But even without nationalist romanticizing, the story of Warsaw Jewry would reside at the center of Holocaust memory. The world’s second largest Jewish community – and its most vibrant – left behind a wealth of primary sources.

Ghetto publications included 47 underground newspaper titles, many of them preserved in milk cans of the legendary Oneg Shabbat archive. Prominent ghetto residents wrote diaries, including renowned child advocate Janusz Korczak, who accompanied his orphans to death.

Testimony from the ghetto sometimes appears larger-than-life, even by Holocaust standards.

Take the head of Warsaw’s Jewish council, Adam Czerniakow, for example. The engineer and former Polish senator committed suicide when the SS demanded he commence deporting Warsaw’s Jews. It was July of 1942, and 100,000 ghetto Jews had already died of starvation and disease. To quicken the pace of genocide, the Nazis demanded Czerniakow select 6,000 Jews every day for “resettlement” to Treblinka. Out of despair and “to prove to everyone what is the right thing to do,” Czerniakow swallowed cyanide he had stored for the occasion.

Between Czerniakow’s suicide and the start of armed resistance on January 18, 1943, up to 300,000 Warsaw Jews had been gassed at Treblinka. Just 60,000 of the ghetto’s original population of 450,000 remained, bracing themselves for the final liquidation.

The Uprising

Nazi troops entered the ghetto for what they thought would be one of the last times that January morning. As the Germans prepared to rouse their victims from hiding places, they were suddenly assaulted by pistol and grenade-wielding Jews determined to resist deportation.

While most of the Jews hid in cellars, several dozen fighters conducted the first organized armed resistance against the Nazis in Europe. During four major street battles and a coordinated attack at the deportation platform, Jewish fighters killed several SS men.

In the heat of battle during the Warsaw Ghetto Uprising. (courtesy of the USHMM)
In the heat of battle during the Warsaw Ghetto Uprising. (courtesy of the USHMM)

“Thanks to the resistance, during today’s ‘Aktion’ there wasn’t a single instance of the murderers seeking people out in the cellars,” wrote one witness. “They were simply afraid to go down.”

News of the resistance spread throughout Europe, and the image of Jews marching to their deaths as “sheep to the slaughter” encountered a powerful alternative. In a psychological victory, Jews in Warsaw and elsewhere determined to “die with honor.”

Even the Polish underground Home Army — rife with anti-Semitism — called the struggle “worthy of emulation.” Hitler’s troops left the Jews largely to themselves for 87 anomalous days in the condemned ghetto’s existence.

Following the January upheaval, Jewish fighters increased their ranks and prepared for the final showdown. Elaborate hide-outs were prepared for civilians and tunnels dug to connect them. Workers destroyed German machinery in factories where employment was once the only lifeline for ghetto Jews.

No one pretended that resistance would alter the ghetto’s ultimate fate, but fighters and their supporters were determined to inflict a price on the murderers of their families.

On the day before Passover – April 19 – thousands of German, Polish and Ukrainian soldiers surrounded the ghetto. Jewish fighters used homemade bombs, pistols and a single captured machine gun to attack Nazis backed by tanks, artillery and armored cars. More than 200 Nazis were wounded or killed by the end of the day.

The ghetto walls and Nazi forces were overwhelming forces and it would have taken an Exodus-style miracle to free the Jews that evening before Passover. Still, many observers called the genesis of Jewish armed resistance a marvel in itself.

After several days of pitched battles, the Nazis decided to burn the Jews out of their underground hiding places. Every building was set ablaze, burying some victims beneath the rubble and forcing others outside. The “battle of the bunkers” lasted for weeks, longer than armed resistance to the Nazis during the invasion of Poland.

Even during the uprising’s first days, participants and observers began to symbolically frame what would become the most legendary revolt against Hitler’s rule.

“Every doorstep in the ghetto has become a stronghold and shall remain a fortress until the end,” fighters wrote to Poles on the fifth day of the uprising. “It is a fight for our freedom, as well as yours; for our human dignity and national honor, as well as yours. Long live the fraternity of blood and weapons in fighting Poland.”

Inspired by the uprising, the Home Army launched its own revolt against Nazi rule sixteen months later. The Nazis massacred 200,000 Poles and razed Warsaw, making the 1943 Jewish rebellion a preview of the capital’s death knell.

Other acts of resistance

Intense focus on the Warsaw Ghetto Uprising as “proof” that Jews fought back can obscure other resistance acts. The 1943 death camp revolts at Treblinka and Sobibor yielded as many survivors and important testimony about the camps’ procedures, lay-out and personnel.

In Poland and elsewhere, Jews marked for murder carried out armed and unarmed resistance during all phases of the genocide. Before the Nazis could murder them at killing pits or in gas chambers, thousands of Jews fought back – in Bialystok, in Janowska and in Brody, and in hundreds of towns and forests across Europe.

In a twist of history, both Israeli and Polish history-shapers helped canonize the Warsaw Ghetto Uprising for their respective purposes.

The world – except for Israel – marks Holocaust Remembrance Day on January 27, the date Auschwitz was liberated. In 1951, Israel’s leaders chose the uprising’s Hebrew date to memorialize all Holocaust victims, officially calling it the “Day of the Holocaust and Heroism.”

In the early Israeli context, emphasizing Jewish heroism in the Warsaw Ghetto mold outranked the seeming passivity of waiting for liberation by Allied armies.

Prime Minister Benjamin Netanyahu called the uprising “a turning point in the fate of the Jewish people” during this month’s Holocaust Remembrance Day, claiming the warrior mindset born in the ghetto led to Jewish statehood.

David Raporport's Ghetto Heroes Memorial in Yad Vashem's Warsaw Square, Jerusalem. (photo credit: courtesy)
David Raporport’s Ghetto Heroes Memorial in Yad Vashem’s Warsaw Square, Jerusalem. (photo credit: courtesy)

Since 1976, televised Holocaust commemorations have taken place in Yad Vashem’s Warsaw Square, a wall of red bricks through which uprising leader Mordechai Anielewicz and his fighters erupt in a replica of Nathan Rapoport’s iconic sculpture.

Rapoport’s original Ghetto Heroes Memorial stands in a grassy square of Warsaw’s former Jewish quarter. Since the bronze monument’s installation in 1948, the uprising has been remembered as a Jewish affair detached from the experience of Nazi-occupied Poland.

Fewer than 10,000 Jews live in Poland today, compared to more than three-million before the war. The murder of Polish Jews continued even after Hitler’s defeat, albeit in isolated pogroms and not death camps. After the fall of Communist rule four decades later, anti-Semitism went out of vogue as a tool of the manipulative state.

Jewish life in Warsaw has undergone a micro-renaissance in recent years, somewhat demonstrated by this month’s unprecedented activities to commemorate the Warsaw Ghetto Uprising.

Hundreds of volunteers are handing out yellow paper daffodils for people to pin on their clothes, and a human chain of flowers and candles will surround the former ghetto borders. Several weeks of ceremonies, lectures and high-profile political visitors will make the uprising’s 70th anniversary the most visible in Warsaw’s history.

Catalyzing interest in Jewish memory and the uprising is Warsaw’s nascent Museum of the History of Polish Jews.

Designed to foster “a new page in Polish-Jewish relations,” the museum will highlight more than one millennia of Jewish-Polish coexistence. If the Warsaw Ghetto Uprising elevates Jewish resistance, the museum seeks to portray another supposed anomaly – the golden age of Jewish life in Poland.

Already being called the most beautiful public building in Warsaw, the museum was built across the square from Rapoport’s 65-year-old Ghetto Heroes Memorial, close to the uprising fighters’ command center.

As with Jerusalem’s Holocaust History Museum and Berlin’s Jewish Museum, the building’s emblematic design suggests both continuity and the cataclysmic Jewish century. The opaque facade splits open abruptly where it faces the old Ghetto Heroes Memorial, linking the desperate Warsaw fighters to the fragmented recovery of Jewish life in Poland.

Warsaw’s nascent Museum of the History of Polish Jews. (photo credit: courtesy)
Warsaw’s nascent Museum of the History of Polish Jews. (photo credit: courtesy)
 

woensdag 17 april 2013

Israel 65 jaar, maar niet zonder zorgen

 
De staat Israel herdacht de afgelopen dagen haar gevallen soldaten en vierde vervolgens haar 65ste verjaardag c.q. onafhankelijkheidsdag.
Het lijkt op onze 4 en 5 mei. Ook wij herdachten aanvankelijk met name de gevallenen: Nederlandse soldaten en verzetsstrijders en de gevallen bevrijders; pas later kwam er meer aandacht voor de vervolgde en gedeporteerde groepen onschuldigen.
 
Voor de slachtoffers van de Shoah heeft Israel een aparte herdenkingsdag; die was een week eerder op 7 april (Jom Hasjoa).
Naast alle tijdens of ten gevolge van hun militaire dienst (of politiedienst e.d.) omgekomen Israeli's, werden wel ook de slachtoffers van terreuraanslagen eergisteren herdacht. In totaal zijn er het afgelopen jaar 92 namen bij gekomen. Opvallend is dat bijna de helft daarvan veteranen waren die alsnog aan letsel uit hun diensttijd overleden.
 
Sommige nabestaanden van gesneuvelde en omgekomen soldaten hebben moeite met schakelen naar een feest de volgende dag, en hebben gevraagd of de dodenherdenking niet verder vantevoren kan plaatsvinden. Of een combinatie met Jom Hasjoa goed zou werken?
 
Onderstaand artikel blikt kort terug op de afgelopen 65 jaar en vat de zorgen samen die Israel (nog steeds) teisteren.
 
Ter gelegenheid van Israels 65ste verjaardag hebben we op IPI een artikel geplaatst over het Israelische volkslied "Hatikva".
 
Wouter
_____________
 
 
Israel at 65: Success still plagued by uncertainty
On the eve of the anniversary of country’s creation, the Jewish renaissance in the Holy Land remains a work in progress
 
April 15, 2013, 2:30 am
 
AP — In 65 years, Israel has surpassed the dreams of its founders, emerging as the Middle East’s strongest military force, a global high-tech powerhouse and a prosperous homeland for the Jewish people.

Yet it remains a divided society, and its most intractable problem — peace with its Arab neighbors — has yet to be resolved.

On the eve of the 65th anniversary of its creation, the Jewish renaissance in the Holy Land remains a work in progress.

Dominating the short term is Iran’s nuclear program, which Israel believes is aimed at developing an atomic weapon that could be used against the Jewish state, despite Iranian denials. Unrest along Israel’s borders is equally worrisome.

Over the longer term, reaching peace with the Palestinians remains elusive, with the sides unable to agree even on how to restart negotiations. Palestinians consider creation of Israel a catastrophe that caused a stubborn refugee problem.

The 46-year occupation of Palestinian territories also ignites domestic and international tensions. Without a partition, Arabs could one day outnumber Jews, threatening Israel’s democratic nature.

Israel began observing its annual Memorial Day on Sunday evening, honoring fallen soldiers and victims of militant attacks. At 8 p.m., air raid sirens sounded nationwide to mark a minute of silence. A two-minute siren was set for Monday morning.

At sundown Monday, the country abruptly shifts its mood to mark its 65th Independence Day with fireworks, military processions and picnics. The transformation from grief to joy is an annual ritual meant to show the link between the sacrifices and the accomplishments.

“Today there are also those who rise up against us and threaten to destroy us. They did not succeed in the past, and they will never succeed,” Prime Minister Benjamin Netanyahu told a Memorial Day ceremony Sunday. Netanyahu’s older brother, Yonatan, was killed in a military operation in 1976.

Israel declared independence on May 14, 1948, marking the date each year on the Hebrew calendar. Since then, it has been in a constant state of conflict with its neighbors, most recently eight days of exchanges last November with Palestinian militants firing rockets from the Gaza Strip. It has signed peace treaties with just two Arab nations, Egypt and Jordan.

Yet the country is thriving in other ways. It has weathered the global financial crisis better than most, with unemployment below 7 percent and a growing economy. As a “startup nation,” it has pioneered breakthroughs, including Wi-Fi technology, the computer firewall and instant messaging. In the past decade, Israeli scientists have won six Nobel prizes in chemistry and economics.

It has absorbed immigrants from more than 100 countries to host the world’s largest Jewish population, evolving from a largely agrarian backwater to consistently rank high in measures of standard of living. Israel has given the world international supermodels, and its war history has inspired Oscar-nominated films and a TV series that was adapted into “Homeland,” the award-winning American show.

“The state of Israel is truly a fantastic success story, perhaps among the greatest success stories of the 20th century,” said Tom Segev, an Israeli author and historian. “There’s an Israeli culture, a renewal of the Hebrew language. The most amazing thing is that we now have a third generation of Israelis for whom the country is a given. ‘Israeliness’ has become something that we take for granted.”

On the other hand, Segev noted that the country is still grappling with the same basic issue that plagued it in 1948 — its relations with the Palestinians.

Israel still does not have internationally recognized borders, and remains in control of about 2.5 million Arabs living in the West Bank and east Jerusalem. Israel captured the areas, along with the Gaza Strip, in the 1967 Mideast war, withdrawing from Gaza in 2005. The Palestinians claim all three territories for a future state.

“We haven’t been able to solve this and we may not be able to solve it all,” Segev said. “Most Israelis look at the Palestinian issue as a military problem and not a political problem. As long as it is quiet and there is no terror, we think everything is fine.”

Israelis argue that the Palestinians have rejected generous peace offers, a claim the Palestinians reject, pointing to Israel’s construction of Jewish settlements in the West Bank and east Jerusalem as a sign of bad faith.

Nahum Barnea, a veteran newspaper columnist, said that even if Israel can resolve its conflict with the Palestinians, its place in the heart of the Muslim world will never be certain.

“The occupation [of the West Bank] is an open wound. But even if the occupation were to miraculously end, the country’s relations with the rest of the world would not suddenly be solved,” he said. “Our struggle is not behind us. It is with us and ahead of us.”

Israel has serious internal problems as well.

About 20 percent of its 8 million citizens are Arabs, who are often treated like second-class citizens and frequently identify with the Palestinians.

Nearly 10 percent of Israelis are ultra-Orthodox Jews, who have clashed with the general public over their dependence on welfare instead of work, refusal to serve in the military and attempts to impose their strict practices on broader society.

More than half of Israel’s first grade students are now either Arab or ultra-Orthodox Jews, predicting a future demographic makeup that is less loyal to the state and less productive to its workforce.

Israel’s transformation into a high-tech, knowledge-based economy has also fueled a growing gap between rich and poor, setting off protests in the summer of 2011 against the country’s high cost of living.

Despite all their issues, Israelis are among the world’s happiest people. Recent surveys by the OECD, Gallop and the United Nations’ World Happiness Report all had Israel near the top.

Most Israelis appear to have developed an ability to block out the nation’s problems and focus on life in a country that just a century ago was just a dream.

“Israelis feel that things are good with them, but not with the state,” Segev said.

Copyright 2013 The Associated Press

 

dinsdag 16 april 2013

Kwart buitenlandse hulp Palestijnen naar 'defensie'

 

We hadden al berichten over geld dat naar Palestijnse gevangenen gaat en naar een nieuw museum. Ook zouden bijna alle gevangenen worden gemarteld. Gezien de grote sommen westers geld die er jaarlijks naar de Palestijnse Autoriteit vloeien, dit om de vrede en stabiliteit te bevorderen en het extremisme tegen te gaan, is dit alles zeer zorgelijk.

Er wordt veel ophef gemaakt over producten die niet uit Israel maar uit de nederzettingen zouden komen. De Europese consument wil – terecht – niet meebetalen en iets ondersteunen waar hij niet achter staat. In verschillende landen zijn de regels daarvoor aangepast, en de nederzettingen liggen sowieso continu onder vuur van EU diplomaten en politici, journalisten, deskundologen en wie er verder graag toe wil doen op dit gebied. Over EU geld voor terroristen (want dat zijn veel gevangenen, en vooral zij die het langst vastzitten en het meeste geld krijgen) en andere zaken hoor je doorgaans alleen zure en populistisch-rechtse anti-Europa mensen. Wel, ik ben niet rechts en niet anti-Europa maar vind dit wel een kwalijke zaak. Ik heb niks tegen EU geld voor de Palestijnen, mits dat ook wordt besteed aan zinnige zaken zoals onderwijs dat Palestijnen leert dat er een holocaust heeft plaatsgevonden en dat de Joden ook rechten hebben in en verbonden zijn met het land. Of geld voor echt onafhankelijke organisaties die niet alleen Israelische wandaden maar ook eigen problemen en misstanden durven aankaarten. Geld voor meer milieubewustzijn, voor verbetering van basale voorzieningen, en voor een werkelijke en permanente oplossing en herhuisvesting van de vele vluchtelingen en hun nakomelingen.

Ouders van meer dan dertig jaar gevangenzittende Palestijnen of veroordeelden wegens 'bloed aan de handen', ontvangen ruim 2300 euro per maand. Families van andere gevangen Palestijnen krijgen maandelijks 765 euro uitgekeerd. Dit jaar trekt de Palestijnse leiding 45 miljoen euro voor hen uit, heeft het Israëlische ministerie van Defensie becijferd.

De PA maakt al vanaf 2003 maandelijks geld over aan Palestijnse gevangenen in Israël. De uitkeringen zijn in 2011 verdrievoudigd, meldde de Israëlische tv-zender Channel 2 vorige maand. De onthulling leidde in Noorwegen, dat jaarlijks veertig miljoen euro doneert aan de PA, tot politieke ophef.

Als dit zelfs in het pro-Palestijnse Noorwegen tot ophef heeft geleid moet het elders ook kunnen. 

 

RP
----------- 
 

Zie verder: Kwart buitenlandse hulp Palestijnen naar 'defensie' (Nederlands Dagblad)

John Kerry en de grenzen van Israel en Palestina (IPI)

 
Kerry-Abbas
 

John Kerry, de opvolger van Hillary Clinton als Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, is de afgelopen weken drie keer naar het Midden-Oosten gereisd. Eén van de hoofddoelen was om het vredesproces tussen Israel en de Palestijnen weer vlot te trekken, waarvoor hij begin vorige week onder meer directe gesprekken voerde met premier Netanyahu en president Abbas. Kerry neemt zich nog enkele maanden de tijd om met een voorstel te komen voor een herstart van de onderhandelingen die al sinds 2008 stil liggen. Naar verluid wil hij de Palestijnen en andere Arabische staten mee krijgen door als uitgangspunt het Saoedische vredesplan uit 2002 te nemen, maar om dit oude plan voor Israel acceptabel te maken zijn er minstens enkele aanpassingen nodig. Zo moet er ruimte zijn voor gebiedsuitwisseling, harde toezeggingen voor Israels veiligheid en normalisatie van betrekkingen, en een eenduidige afstand van het vermeende Arabische 'recht op terugkeer'; de Arabieren brachten het echter steeds als een eindbod waarover verder niet te onderhandelen viel, en Palestijns hoofdonderhandelaar Saeb Erekat zei nu eveneens dat er niet aan het plan gesleuteld kon worden.

Op de vooravond van Kerry's bezoek had Abbas Netanyahu opgeroepen een landkaart te overleggen met daarop de grenzen van de Palestijnse staat die hem voor ogen staat. Het zou veel waard zijn om snel overeenstemming over die grenzen te krijgen, daar dit een einde zou kunnen maken aan het eindeloze getouwtrek over waar de Israeli's wel en niet woningen kunnen bouwen. Alan Dershowitz kwam in november al met een onderhandelingsplan dat zo snel mogelijk duidelijkheid moest scheppen over de toekomstige staatsgrenzen en daarmee Israels bouwgrenzen. Er is echter een klein probleem met het vastleggen van de grenzen aan het begin van onderhandelingen.

Land voor vrede

Sinds 1967 geldt als vredesformule het motto "land voor vrede": destijds door Israel veroverd gebied zou worden afgestaan in ruil voor een vredesverdrag dat garanties voor Israels veiligheid bevat. Niet alleen Israel zelf, maar de internationale gemeenschap heeft dit tot uitgangspunt gemaakt in VN Veiligheidsraad resolutie 242, die opriep tot een Israelische terugtrekking in ruil voor veilige en erkende grenzen, maar waartegen de Arabieren in 1967 een drievoudig 'nee' zeiden. Van een Palestijnse staat was in die resolutie overigens nog geen sprake. Egypte sloot tenslotte in 1979 een vredesverdrag en kreeg de gehele Sinaï terug. Over de onderhandelingen met Syrië over teruggave van de Golanhoogte had premier Rabin verklaard: "De diepte van de [Israelische] terugtrekking zal corresponderen met de diepte van de vrede [die Syrië in ruil biedt]". Uit Libanon en de Gazastrook heeft Israel zich uiteindelijk teruggetrokken zonder vredesverdrag, met als gevolg een constante dreiging door de daar gevestigde vijandige regimes (Hezbollah c.q. Hamas), die meermaals tot geweldsescalaties hebben geleid.

Volgens de "land voor vrede" formule zijn Israelische concessies op het gebied van de grenzen onderdeel van de onderhandelingen, en zouden tegenover toezeggingen voor landoverdracht Palestijnse toezeggingen moeten staan over veiligheidsvoorzieningen voor Israel en erkenning van Israelische claims in de oude stad van Jeruzalem en het afzien van het vermeende recht op terugkeer van de vluchtelingen. Wanneer je de discussie over de grenzen losmaakt van de andere onderwerpen, komt dit principe in de knel.

Eisen vooraf

De Palestijnen onder president Abbas wijken met hun voorwaarden vooraf nog verder af van dit internationaal aanvaarde uitgangspunt: voordat er onderhandeld kan worden moet Israel op dit gebied voor 100% de Palestijnse claims inwilligen, waarbij het onduidelijk is of en wat men daarvoor terug gaat krijgen.

Abbas liep in 2009 weg van de onderhandelingstafel nadat Israel weigerde een bouwstop van negen maanden te verlengen en uit te breiden met Oost-Jeruzalem. Amerika probeerde nog een compromis te vinden, namelijk een verlenging zonder Oost-Jeruzalem, maar dat was onbespreekbaar voor Abbas. Sindsdien heeft hij de lijst met voorwaarden verder uitgebreid: alle gevangenen vrij, of op zijn minst die gevangenen die het langst vastzitten (en dus bij zware delicten betrokken waren), een erkenning door Israel van de wapenstilstandslijnen van voor 1967 als toekomstige grens, en nu wil hij zelfs een landkaart van Netanyahu zien.

Israels positie (geen voorwaarden vooraf en alles tijdens de onderhandelingen bespreken) is meer in overeenstemming met de land voor vrede formule dan de Palestijnse opstelling. Zeker gezien het feit dat Israel in algemene termen allang duidelijk heeft gemaakt dat men gebied wil opgeven, niet over de Palestijnen wil blijven heersen en een Palestijnse staat onder voorwaarden zou accepteren. De Palestijnen ondertussen willen vooraf hun belangrijkste eisen ingewilligd zien, en als dat niet gebeurt halen ze hun gelijk via andere routes zoals de VN. Daarmee saboteren zij de land voor vrede formule juist; men wil wel land en soevereiniteit, maar hoe en wanneer er vrede voor wordt gegeven blijft schimmig. De VS en Europa zouden daarom Israels oproep om zonder voorwaarden vooraf te gaan onderhandelen moeten steunen. Wel kan van beide partijen worden gevraagd in algemene termen aan te geven bereid te zijn tot concessies en het recht op zelfbeschikking van de ander te erkennen.

Het Arabische Vredesplan

Het Saoedische (en later Arabische) vredesplan kwam 35 jaar te laat, en had zelfs in 1967 niet echt voldaan. Nadat Israel in 1967 de oude stad van Jeruzalem had veroverd (of heroverd, of bevrijd volgens sommigen), was een volledige terugtrekking hieruit al vrijwel meteen ondenkbaar. De oude stad bevat enkele van de voor religieuze Joden meest heilige plaatsen en was ook voor veel seculiere Joden een symbolisch belangrijke plaats als de hoofdstad van de vroegere Joodse natie, het Zion uit "zionisme", en overigens de eerste stad waar de Joden  (weer) in de meerderheid waren tot hun verdrijving door het Jordaanse leger. Bovendien gaf dit vredesplan geen eenduidige oplossing voor het 'recht op terugkeer' dat de Palestijnen claimen en als hun sterkste troefkaart tegen Israel beschouwen. Het plan werd voorts gelanceerd nadat de Israeli's juist alle vertrouwen in het vredesproces hadden verloren, en een 'sterke man' hadden gekozen die de terreur van de Tweede Intifada moest bedwingen, die in de ogen van veel Israeli's de oogst was van het Oslo vredesproces en de
Israelische terugtrekking uit een deel van de Westelijke Jordaanoever. Het plan bood vrede en veiligheid voor alle staten in de regio aan, maar pas nadat Israel aan alle voorwaarden van het plan had voldaan. Blijkens enquêtes steunt ongeveer een derde van de Israelische bevolking en tweederde van de Palestijnen het plan. Het woord "Joods" (als in Joodse volk, Joodse staat of Joodse zelfbeschikking) komt niet in het plan voor, maar sommigen zien een opening in de formulering dat over het Palestijnse vluchtelingenprobleem overeenstemming moet worden bereikt. Het plan verwijst daarbij echter naar VN resolutie GA 194, dat in Arabische opvattingen het 'recht op terugkeer' garandeert.

Voor Israel ontbreken ruimte voor gebiedsuitwisseling, harde toezeggingen voor Israels veiligheid en normalisatie van betrekkingen, en een eenduidige afstand van het vermeende Arabische 'recht op terugkeer'. Het zou kortom een welkom startpunt voor vredesbesprekingen zijn, maar is voor Israel niet acceptabel als eindbod.

Wouter (met dank aan Ratna)

 

Europees hulpgeld aan PA rechtstreeks naar Palestijnse terroristen in gevangenis

 

Hulpgeld van de EU (en dus ook Nederland) voor de Palestijnse Autoriteit wordt (naast andere discutabele zaken) gebruikt om gevangenen in Israelische gevangenissen te betalen. PMW heeft hier nieuw bewijs voor gevonden, in een interview op de Palestijnse TV. 

 

RP

---------

 

Yes, the PA directly pays terrorists in prison

 

From Palestinian Media Watch:

 

Since 2011, Palestinian Media Watch has been supplying governments and media worldwide with documentation that the PA pays high monthly salaries to Palestinians imprisoned in Israel for security offenses, including terrorists serving multiple life-sentences for murder. 

Yet for nearly two years, the British and Norwegian Foreign Ministries have told their MPs that PMW's documentation was incorrect. They argued that the PA does not pay salaries to security prisoners, which would be a reward for terror, but gives "social aid to the families" like other PA social welfare programs. This, they have now explained, was what the PA assured them.

In spite of all PMW's documentation, Norway and the UK have justified their continued funding of the PA, saying that none of their support money was going into a funding program specifically for terrorists, but was going to the wives and children. (See quotes below.)

PMW is now releasing a recent interview with a wife of a Palestinian prisoner that verifies the accuracy of PMW's reports. In the interview, the prisoner's wife and mother of five children complains repeatedly that the prisoner, her husband, has not given her and their children control of his salary, but instead gave it to his brother.

 

PA TV journalist Roba Al-Najjar to wife of prisoner: "For nearly four years, the prisoner's allowance from the Ministry of Prisoners' Affairs and the official institutions has not reached your hands and your children's hands... Did you try to turn to the authorities?"

Prisoner's wife: "A year and a half ago, I went to the Ministry of Prisoners' Affairs... Their answer was: 'Your husband transfers it to the person he wants. It's in his power not to transfer [it to you] and we can't do anything about it."

Prisoner's wife: "[My husband] told me: 'If you do what I want, it [the monthly salary] will return to you. As long as you are like this, it won't return to you.'"


According to the prisoner's wife, many other prisoners likewise don't give control of their salary payments to their wives:

 

Prisoner's wife: "It's not just me, this problem, many of the prisoners' wives and children suffer from it, from the transfer of his salary, the prisoner's salary."

 

As is clear from the account of the prisoner's wife broadcast on PA TV and the response of the PA Ministry of Prisoners' Affairs, the payment is the prisoner's salary, is under his control, and is not a social welfare payment.

 

The Palestinian Ministry of Prisoner Affairs consistently calls the money it sends to prisoners "salaries" or "wages," not "aid" or "support" or anything that would indicate that it is a social welfare program. In addition to the salaries, however, they also provide some direct services to released terrorists, such as paying for their education, providing loans, offering trips to Mecca for the Hajj, free health insurance and vocational counseling. 

The West is funding all of this.

 

Westers hulpgeld voor Palestina Museum bij Ramallah

 

Ons geld voor de Palestijnse autoriteit gaat niet alleen naar de gevangenen in Israelische gevangenissen (vaak terroristen die aanslagen op Joodse burgers hebben gepleegd), naar het martelen van gevangenen door de Palestijnse autoriteit, naar schoolboeken waarin nog steeds Israels bestaansrecht wordt ontkend en Joden en Israeli’s als agressief en vijandig worden neergezet, maar ook naar de herschrijving van de geschiedenis in een nieuw nationaal museum. 

 

RP

----------- 

 

Your tax dollars at work: $20 million "Palestine Museum"

http://elderofziyon.blogspot.nl/2013/04/your-tax-dollars-at-work-20-million.html

 

From Ma'an:

 

Palestinian officials on Thursday joined a ceremony to lay the cornerstone for a new museum of Palestinian culture, history and society in Birzeit near Ramallah.

Organizers said the museum would provide Palestinians with "a valuable source of information on Palestine and its history".

The museum is to be constructed in two phases, the first of which is slated for completion by the end of 2014. It is expected to cost some $20 million.

"The museum will not only be for Palestinians but will reach out to the whole world through an advanced digital network," project manager Omar al-Qattan said as ground was broken on the new venture.

"It will be more than a traditional building with archaeological relics. We are looking at an institution that will transcend all boundaries -- geographical and political," he added.

 

There is nothing wrong with building a museum, even if it supports a narrative that is at odds with history. (In video, they say that ancient Palestinian culture is "one of the most infuential [sic] cultures the world has ever seen." Well, yes, if you mean the culture of the Jews who lived in an area later called Palestine.)

In fact, "Palestinian culture" is mostly a fiction. There have been some specific examples of local culture - costumes in Bethlehem, soap in Nablus - that have been collected ex post facto into a collective "Palestinian" culture in order to further a national myth that is a mere decades old. It could hardly be described as influential on a world scale, or even in a pan-Arab scale. From the Arab perspective, remember, "Palestine" was really considered southern Syria up until the early 20th century.

Be that as it may, Palestinian Arabs have every right to build whatever they want. That is not the problem.

When museums are built in the rest of the world, they are funded by private donors and foundations, with perhaps the aid of local government. However, this museum in Bir Zeit - like most other Palestinian Arab initiatives - is using Western government funds.

The major funder is called "The Welfare Association." Despite its universal sounding name, it is dedicated solely to Palestinian Arab projects. 

Its money comes from "the Arab Fund for Economic and Social Development, World Bank, EU, Islamic Development Bank, Arab Monetary Fund, Kuwait Fund, AGFUND, Ford Foundation, and the governments of Austria, Canada, France, Italy, and Switzerland, among others."

Apparently, the West has become so enamored with the Palestinian Arab cause that it believes that propagating the PalArab national myth is worth millions of Western dollars. Yet as we saw recently, the Palestinian Arabs knowingly push this myth not only to achieve a unity that has eluded Arab residents of Palestine for centuries, but also to actively battle against the undeniable facts of Jewish culture in the same land. (In this case, it looks more like they want to subsume Jewish culture rather than deny it altogether.)

It is highly questionable whether it is appropriate for the West to spend so much money and effort to build a national myth for a nation they want desperately to exist. (How much Western money is earmarked for Kurdish or Armenian culture?)

It far worse, however, when that same money is being used deliberately to erase or marginalize the culture of a real nation that has existed for thousands of years.

 

 

Britse steun voor marteling Palestijnse gevangenen


 

In Groot-Brittannië zijn onthullingen naar buiten gekomen over het martelen van Palestijnse gevangenen met Brits ontwikkelingshulpgeld. Afgelopen december rapporteerde de in Londen gevestigde Arabische mensenrechtenorganisatie (The Arab Organization for Human Rights) dat 96% van de gevangenen van de Palestijnse Autoriteit op de Westbank gemarteld zou zijn. Het ging daarbij om 13.271 gevangenen in de periode 2007-2011.

Het Britse dagblad The Daily Mail ging op onderzoek uit en kwam eveneens met schokkende onthullingen. Een voormalige Palestijnse gevangenisfunctionaris verklaarde dat marteling gemeengoed is:

 

"Ondervraging is een oorlog tussen twee personen. In de jaren negentig werd er daarom keihard op los geslagen. Nu is de meest gebruikte methode 'shabeh': de gevangene krijgt een masker op en wordt urenlang in een pijnlijke positie vastgebonden."

 

De Britse belastingbetaler betaalt jaarlijks 86 miljoen pond (ongeveer 100 miljoen euro) aan de Palestijnse Autoriteit. Zelfs zonder de bedragen die nog via de EU en de VN verstrekt worden, is dat meer per hoofd van de bevolking dan aan wie dan ook.

 

Ik ben hierover tot nu toe niks, helemaal niks, in reguliere Nederlandse media tegen gekomen. Als dergelijke zaken over het martelen in Israelische gevangenissen naar buiten zou zijn gekomen, kwam het op de NOS, Nieuwsuur, en alle krantensites. Maar het gaat om Palestijnen die Palestijnen martelen, volgens dit bericht zou dat bij bijna alle gevangenen gebeuren, en dan is het niet interessant. Ik herhaal mezelf, maar hierover zul je ook zelden wat tegenkomen bij de bekende Palestina activisten zoals van Agt, Meulenbelt, Abu Pessoptimist etc. Op de Joop staat nu heel verrassend het zoveelste artikel van Jaap Hamburger over de bezetting, en op het rechtse De Dagelijkse Standaard lezen we heel verrassend over deze misstand onder het Palestijnse gezag. Zoals je ook over het trieste lot van Palestijnse vluchtelingen in Libanon of Syrië alleen meer te weten komt via zionistische sites als Elder of Ziyon. Het wordt tijd dat bij nieuwssites en media de nieuwsgaring weer eens voorop zou staan en niet of iets binnen de eigen kleur of paradigma past. Ben je begaan met de Palestijnen? Dan moet het je ook raken als ze door mede Palestijnen worden gemarteld.

 

RP

----------

 

Britse steun voor de marteling van Palestijnse gevangenen

http://www.dagelijksestandaard.nl/2013/04/britse-steun-voor-de-marteling-van-palestijnse-gevangenen

Geplaatst door Awi op 15 april, 2013 - 15:14

Steeds meer Europese landen beginnen zich af te vragen wat zij nu eigenlijk financieren met hun 'ontwikkelingshulp' aan de Palestijnen.

In Noorwegen woedt op dit moment een discussie over het betalen van salarissen door de Palestijnse regering aan Palestijnse terroristen, betaald met Noors ontwikkelingsgeld. Uiterst pijnlijk was het dat vorige maand bleek dat de Noorse regering het Noorse parlement daarover heeft voorgelogen, door herhaaldelijk te beweren dat er geen salarissen aan Palestijnse terroristen werden betaald. De Noorse regering heeft nu moeten erkennen dat dit niet klopt, omdat zij zelf was bedrogen door de Palestijnse regering van Abbas.

In Groot-Brittannië zijn onthullingen naar buiten gekomen over het martelen van Palestijnse gevangenen met Brits ontwikkelingshulpgeld. Afgelopen december rapporteerde de in Londen gevestigde Arabische mensenrechtenorganisatie (The Arab Organization for Human Rights) dat 96% van de gevangenen van de Palestijnse Autoriteit op de Westbank gemarteld zou zijn. Het ging daarbij om 13.271 gevangenen in de periode 2007-2011.

Het Britse dagblad The Daily Mail ging op onderzoek uit en kwam eveneens met schokkende onthullingen.Een voormalige Palestijnse gevangenisfunctionaris verklaarde dat marteling gemeengoed is:

"Ondervraging is een oorlog tussen twee personen. In de jaren negentig werd er daarom keihard op los geslagen. Nu is de meest gebruikte methode 'shabeh': de gevangene krijgt een masker op en wordt urenlang in een pijnlijke positie vastgebonden."

De Britse belastingbetaler betaalt jaarlijks 86 miljoen pond (ongeveer 100 miljoen euro) aan de Palestijnse Autoriteit. Zelfs zonder de bedragen die nog via de EU en de VN verstrekt worden, is dat meer per hoofd van de bevolking dan aan wie dan ook.

Eenderde van al deze internationale hulpgelden besteedt de Palestijnse Autoriteit aan de politie en veiligheidsdiensten, waarmee dus een repressieve politiestaat in stand wordt gehouden. De Engelsen helpen zelfs ook nog in de praktijk, doordat de Britse veiligheidsdiensten agenten hebben in Jeruzalem, om de Palestijnse veiligheidsdiensten technisch te ondersteunen.

De Palestijnse rechter Ahmad Toubasi verklaarde aan The Daily Mail: "Ja, wij weten dat de Britten geïnteresseerd zijn in mensenrechten en dat Britse belastingbetalers niet willen dat die geschonden worden. Maar dat gebeurt toch."

Een recent vrijgelaten gevangene bevestigt dat: "Mijn hele gevangenschap [van ruim een maand] kreeg ik vrijwel dagelijks 'shabeh'. Ik kreeg een doek over mijn hoofd en werd aan een muur gehangen, met slechts mijn tenen op de vloer. Je spieren zwellen op en alles gaat pijn doen. Vaak hoorde ik medegevangen schreeuwen." De journalist van The Daily Mail zag dat zijn armen en handen nog steeds opgezwollen waren.

De Palestijnse mensenrechtenorganisatie 'Independent Commission on Human Rights' meldt dat bij bezoeken de ophanghaken gewoon zichtbaar zijn aan de gevangenismuren, maar dat op hun rapportages niet gereageerd wordt.

De Palestijnse gevangenen zijn vaak studenten, die van misdaden worden beschuldigd als 'het in gevaar brengen van de balans in de Palestijnse samenleving'. Professor Raed Neirat van de universiteit van Nabloes verklaarde: "Alleen ik al heb elk jaar minstens tien studenten die hun studiejaar niet halen omdat ze tentamens hebben gemist vanwege gevangenschap".

De Britse consul sir Vincent Fean heeft nu zijn zorgen overgebracht aan de Palestijnse Autoriteit. Maar net als Noorwegen is Engeland merkwaardig genoeg nog niet zo ver om eindelijk te stoppen met het geven van ontwikkelingshulpgeld aan de repressieve Palestijnse regering. Die regering verheerlijkt terreur tegen Israel en martelt de eigen Palestijnse bevolking, en dit alles betaald met overvloedig Europees belastinggeld.