donderdag 14 april 2016

Man van Palestijnse "beste lerares ter wereld" leverde chemicaliën voor bommen

 

Onderstaande opmerkelijke bericht is van maart. De Palestijnse lerares die onderscheiden werd als ‘beste lerares ter wereld’ blijkt getrouwd met een chemicus die ooit veroordeeld werd voor het leveren van chemicaliën voor bommen die zes Israëli’s het leven kostten. Dat was in 1980, toen zijzelf een jaar of acht was. Sommigen, zoals organisaties van terreurslachtoffers, vinden het toch ongepast dat zij nu een ‘vredesprijs’ krijgt.

 

Hanan al-Hroub begon kinderen over geweldloosheid te leren nadat haar man in het bijzijn van hun eigen kinderen gewond was geraakt door (naar verluid) Israelisch geweervuur, vermoedelijk tijdens de tweede Intifada maar de meeste artikelen over haar geven weinig details of context. De kinderen waren daardoor getraumatiseerd geraakt, wat haar aanzette om een leermethode voor geweldloosheid te ontwikkelen.

 

Wouter

_____________

 

Husband of Palestinian who won ‘world’s best teacher’ served time for terror

Omar al-Hroub provided chemicals used for bombs that killed six Israelis in 1980; wife Hanan recently got $1m. award for teaching non-violence

BY JTA AND AGENCIES March 31, 2016, 11:26 pm 

http://www.timesofisrael.com/husband-of-palestinian-teacher-who-won-nonviolence-prize-served-time-for-terror/

 

Palestinian primary school teacher Hanan al-Hroub reacts after she won the second annual Global Teacher Prize, in Dubai, United Arab Emirates, March 13, 2016. (AP Photo/Kamran Jebreili, File)

 

A Palestinian teacher who won a $1 million prize for teaching nonviolence will keep her award even though her husband participated in a terror attack that killed six Israelis.

Hanan al-Hroub received the UK-based Varkey Foundation’s Global Teacher Prize at a ceremony in Dubai earlier this month for a curriculum she called “No to Violence.”

Her husband, Omar, served 10 years in an Israeli prison after being convicted as an accomplice in a deadly 1980 bombing attack in Hebron in which the victims were walking home from Friday night Sabbath prayers, The Associated Press reported. Omar al-Hroub was a chemist who provided chemicals needed for making the bombs, the AP reported.

“The judging process examines the qualities and achievements of the candidates themselves only,” the Varkey Foundation said in a statement, according to the AP.

An article in the Qatari newspaper al-Araby al-Jadid called Omar al-Hroub a “freedom fighter … who took part in one of the most daring guerrilla operations in the occupied territories.”

The Al-Hroubs declined the AP’s request for comment.

Qadura Faris, the director of a Palestinian prisoners’ association, told the AP that Omar Al-Hroub accepted the 1993 Oslo Accords, served as a deputy Cabinet minister in the Palestinian Authority and supports a two-state solution with Israel.

He said Omar Al-Hroub remains a senior Palestinian official who is close to President Mahmoud Abbas and “believes in his peaceful approach”.

Al-Hroub, who teaches at the Samiha Khalil High School in al-Bireh, near the West Bank city of Ramallah, said she developed her nonviolent method after her children witnessed her husband being shot by Israeli soldiers during the second intifada.

According to the website of the Global Teacher Prize, her curriculum has “led to a decline in violent behavior in schools where this is usually a frequent occurrence; she has inspired her colleagues to review the way they teach, their classroom management strategies and the sanctions they use.”

The Varkey Foundation was founded by Sunny Varkey, who established the for-profit GEMS Education company. When it granted al-Hroub the award on March 14, it made no mention of her husband’s past.

“As a point of principle, we only look at the qualities, achievements and conduct of the candidates themselves,” it said.

“As Hanan al-Hroub has said herself, she has spent her whole life dealing with the effects of violence on children at close hand and every day she works toward a world where children, wherever they come from, can grow up peacefully,” it added. “She has spent her entire career teaching the principle of nonviolence. She believes in nonviolence in all its forms and in all circumstances.”

Meir Indor, chairman of the Almagor Terror Victims Association, an Israeli advocacy group, said he didn’t blame the teacher for her husband’s actions, but that she nonetheless should not have received the prize. It made “a mockery of those murdered by her husband,” Indor said.

 

maandag 11 april 2016

Het Oekraïne-verdrag en de Joden (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/04/10/oekraine-verdrag-en-joden/

 

= IMO Blog = 

Het Oekraïne verdrag had als prettige bijkomstigheid dat je je ook eens in een ander onderwerp gaat verdiepen. In de discussies die ik er o.a. op Facebook over voerde, kwam ik als argument tegen het verdrag tegen dat Oekraïne zeer antisemitisch is, en dat men nooit afstand heeft genomen van het verleden en de collaboratie met de nazi’s. Wikipedia schrijft dat de Oekraïense nationalisten actief deel namen aan de Jodenvervolging en er relatief veel Oekraïners werden ingezet als ‘Hiwi’ (Hilfswilliger) bij de Wehrmacht of als bewaker in een concentratie- of vernietigingskamp bij een van de SS-Totenkopfverbände. Er diende zelfs een compagnie Oekraïners in het SS-Wachbataillon ‘Nordwest’ in Nederland. Nationalisme, onderdrukking door de Sovjetregering, antisemitisme en de kans om te ontsnappen aan de slechte levensomstandigheden waren volgens Wikipedia de belangrijkste motieven om met de Duitsers te collaboreren.

Berucht is ook ‘Babi Yar‘, de massaslachting van meer dan 30.000 Joden in twee dagen, die alleen kon plaatsvinden door de hulp van de lokale politie en andere antisemieten. Ik citeer Ami Isseroff:

Babi Yar is a ravine near Kiev, capital of the Ukraine, which was part of the former USSR. On September 29-30, 1941, over 33,000 Jews were murdered there by SS Einzatsgruppe C, German Schutzpolizei and members of the Ukrainian police. Subsequently, more Jews, Roma, mental patients, Ukrainian nationalists,  and Russian soldiers were murdered there. Perhaps 100,000 to 200,000 were killed in all.

(…) Therefore, the murder at Babi Yar was in no way a spontaneous response to partisan attacks and should not be understood as such. It was strikingly similar to massacres that had occurred elsewhere in the Ukraine and the Baltic. The uniqueness of Babi Yar lies only in the exceptional number of people murdered in a brief time — it was the largest single massacre of its kind — and in the unwillingness of the Soviet government to admit that Jews or other special groups had been targeted, or even to admit that the massacre had taken place for such a long time.

Oekraïners stonden bekend als bijzonder wrede kampbewakers. De eerlijkheid gebiedt te melden dat ook in andere Oost Europese landen, waarvan sommigen nu lid van de EU, de nazi’s veel steun ondervonden van lokale politie of gezagdragers, en in veel landen gaat de erkenning daarvan en de verwerking van het verleden moeizaam. We hebben associatieverdragen met verschillende landen die zo hun zwarte bladzijden hadden en daar niet altijd even open en eerlijk over zijn (Chili, Turkije, Servië, en ook een aantal Arabische landen rond de Middellandse Zee). Toch was ik geschokt toen ik las dat er nu nog straten naar de collaborateurs van toen zijn vernoemd (zoals oud nationalist en nazi sympathisant Bandera) en sommigen hen nog steeds als held zien. Ook zitten er neonazi’s in het huidige parlement, al gaat het maar om 10 van de 450 afgevaardigden. NRC schrijft daarover in een zeer informatief stuk:

Bij de parlementsverkiezingen in oktober 2014 kreeg de rechts nationalistische Vrijheidspartij (Svoboda) 4,7 procent van de stemmen en de radicale Rechtse Sector (Pravi Sektor) 1,8 procent. Ze bleven daarmee onder de kiesdrempel van 5 procent steken, maar kwamen via de districten, waar de andere helft van de parlementszetels wordt verkozen, toch met een tiental afgevaardigden in de volksvertegenwoordiging van 450 leden.

Ook in bijvoorbeeld Griekenland zitten er neonazi’s in het parlement, en er zijn meer EU landen met erg dubieuze partijen in het parlement. Het openlijk eren van nazi-helden is natuurlijk een ander verhaal. Ik vond op het weblog van journalist en slavist Laura Starink (ik herinner me haar nog van het NOS journaal ten tijde van de Perestrojka en Gorbatsjov) interessante info over Stepan Bandera, n.a.v. een boek dat over hem is verschenen. Hij vocht voor de oorlog tegen Polen, waar West-Oekraïne toen deel van uitmaakte, en pleegde o.a. een aanslag op de Poolse minister van Binnenlandse Zaken in 1934. Daarop werd hij gevangen gezet en ontsnapte toen de Duitsers Polen binnen vielen, waarop hij zijn loyaliteit aan Hitler verklaarde. Starink vervolgt:

De OOeN (Organisatie van Oekraïense Nationalisten) sprak zich openlijk uit voor etnische zuivering van Oekraïne. Op 30 juni 1941 riep de OOeN in Lviv de onafhankelijkheid van Oekraïne uit, maar dat strookte niet met Hitlers plannen: Bandera werd weer opgepakt en zat onder meer in concentratiekamp Sachsenhausen. Bandera kwam pas in 1945 vrij, maar had ook in gevangenschap grote invloed op de Oekraïense nationalisten, die de Duitse bezetter hielpen om Oekraïne te zuiveren van Joden en Polen. Zo deden OOeN-leden mee aan een aantal gruwelijke pogroms in juli 1941 in Lviv. In 1943 werd de OePA opgericht (het Oekraïense Opstandelingenleger), dat enkele duizenden Joden en bijna 100.000 Polen vermoordde.

(…) Toen de Oekraïense fascisten door kregen dat Duitsland de oorlog zou verliezen, distantieerden ze zich van de nazi’s. Oekraïense historici in de diaspora herschreven na de oorlog de geschiedenis van de nationalisten: de OePA was een verzetsleger tegen nazi’s én communisten geweest en de moordpartijen onder Polen en Joden werden verdonkeremaand.

Na de inlijving van West-Oekraïne bij de sovjet-republiek Oekraïne werd Moskou de grootste vijand van de OOeN. Toen Bandera in 1959 door de Russische geheime dienst in München werd vermoord, ontstond een postume cultus van de Leider, die tot op de dag van vandaag (vooral maar niet alleen in het westen van het land) bestaat.

Ze besluit met de constatering dat beide kampen (het nationalistisch-Oekraïense en het pro-Russische) selectief winkelen en zaken uit de geschiedenis verdonkeremanen:

Hij beschrijft hoe beide kampen de waarheid over de gruwelen van de 20ste eeuw naar hun hand zetten. Het Kremlin stelt Bandera nog steeds voor als de baarlijke duivel, maar verzwijgt de Stalin-terreur in Oekraïne. Maar ook veel Oekraïense historici lopen nog steeds met een grote boog om de feiten heen.

Mijn idee is dat de kans groter is dit te veranderen in nauwe samenwerking met de EU, alhoewel is gebleken dat samenwerking met, of zelfs onderdeel worden van, de EU niet automatisch leidt tot een andere omgang met de geschiedenis en overnemen van onze waarden. Daar moet vooral tijd overheen gaan, en een nieuwe generatie moet in vrijheid de waarheid mogen spreken, ook als die pijnlijk is en indruist tegen wat de ouderen altijd hebben geleerd.

Overigens is er in Spanje een felle discussie tussen voor- en tegenstanders van Franco, en ziet een aanzienlijk deel van de bevolking hem als held en niet als wrede dictator die vele tienduizenden liet executeren. Ook van hem waren er tot voor kort standbeelden en andere gedenktekens. Het is nooit serieus reden geweest een vertrek van Spanje uit de EU te bepleiten en de handelsverdragen ermee op te zeggen. De Europese geschiedenis zit vol met wreedheden, met dictators en met etnische zuiveringen. Het Europese project was juist begonnen vanuit het idee onder dit bloedige verleden een streep te zetten en door handel en samenwerking de kans op oorlog te minimaliseren. Dan is het een beetje vreemd om dit verleden aan te wenden om een verdrag dat in de eerste plaats de handel bevordert en daarnaast de politieke banden versterkt, af te wijzen.

Opvallend in deze discussie is de rol van de Joodse gemeenschap. Op een website van de Oekraïense gemeenschap in Nederland die campagne voerden voor een Nederlands ja, kwam ik de volgende verklaring tegen:

Samen met Oekraïners, Russen, Armeniërs, Krim-Tataren namen Joden twee jaar geleden deel aan de Euromaidan demonstraties in het hele land, om zo hun keuze voor Europa te verdedigen. Deze keuze is gebaseerd op de principes van democratie, tolerantie, gelijkheid voor de wet en het respecteren van de fundamentele rechten van de mens. Velen hebben voor deze keuze de hoogste prijs betaald en hebben dit met eigen leven moeten bekopen. Het eerste dodelijke slachtoffer op de kasseien van Maidan was de Armeen Sergei Nigojan, de tweede was Aleksandr Zjiznevski, een Wit-Rus. Onder de dodelijke slachtoffers waren ook Joden: Iosif Sjilling uit Drogobytsj, Oleksandr Sjtsjerbanjoek uit Tsjernovtsy en Evgeni Kotljar uit Charkov. Joden nemen ook vandaag de dag deel aan de verdediging en het bouwen van een nieuw Europees Oekraïne. (…)

Joden hebben eeuwenlang in Oekraïne geleefd, en de relatie met onze buren waren niet altijd goed: we kunnen veel vertellen over discriminatie, onderdrukking en vervolging. De ratificatie van het Associatieverdrag tussen Oekraïne en de EU trekt een symbolische streep onder dat verleden.

Wij vragen u om 6 april naar het referendum te gaan en voor de Associatie van de EU met Oekraïne te stemmen. Alstublieft, geef een kans aan onze jonge democratie, welke tegen een hoge prijs is bereikt, een kans op vrede, stabiliteit en welvaart in ons gezamenlijke Europees huis.

Daaronder staat een hele rits aan namen van voorzitters, presidenten en directeuren van Joodse organisaties in Oekraïne, en een enkele rabbijn. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie zijn meer dan 260 duizend Joden uit Oekraïne naar Israel geëmigreerd. Hoeveel Joden er nu nog wonen is niet duidelijk (voor 2014 wordt een aantal van 67.000 genoemd maar ook 360.00-400.000). Zij die zijn gebleven willen de blik op de toekomst richten.

Juist gediscrimineerde groepen als de Joden en de LGBT gemeenschap pleiten voor het associatieverdrag met Europa. Deze mensen tillen zeker niet minder zwaar aan de fascisten in de regering of aan het zeer bloedige verleden; zij trekken er alleen andere conclusies uit. Ze kijken vooruit, en hopen juist via de EU de kans op vrede en stabiliteit te vergroten. Ik hoop dat ze zich niet al te zeer laten ontmoedigen door het Nederlandse nee.

Ratna Pelle

 

zondag 10 april 2016

Hooggerechtshof draagt staat op alle orthodoxe bekeringen te erkennen

 

Eén van de Israelische paradoxen is dat de staat vele religieuze stromingen erkent maar slechts één joodse stroming, die van het zeer orthodoxe hoofdrabbinaat in Israel. Die heeft daardoor het laatste woord over of iemand als (religieus) joods wordt erkend, en dus of hij als bekeerling Israelisch staatsburgerschap kan krijgen op grond van de Wet op de Terugkeer, een (erkend) joods huwelijk kan sluiten, en allerlei andere zaken die met het jodendom samenhangen. Door een uitspraak van het Hooggerechtshof wordt dat monopolie nu eindelijk doorbroken. Weliswaar gaat het nog steeds om orthodoxe bekeringen, maar de deur is op een stevige kier gezet.

 

Wouter

_____________

 

State must recognize private Orthodox conversions, court says

Landmark ruling means rabbinate will no longer have sole control over who can be recognized as a Jew for citizenship purposes in Israel

 ADIV STERMAN March 31, 2016, 9:29 pm

 

Head of Itim Rabbi Seth Farber and Supreme Court petitioner Martina Ragacova at the Supreme Court in Jerusalem, June 30, 2015. (courtesy Itim)

 

The High Court declared in a landmark ruling Thursday that the state must recognize private conversions to Orthodox Judaism that are conducted outside the framework of the Israeli Chief Rabbinate.

The ruling was seen as a major blow to the rabbinate’s monopoly on Jewish religious services, which has come under fire in recent years from private groups who have grated under what they say are the institution’s increasingly stringent guidelines.

According to the ruling, individuals who underwent conversion at any Orthodox rabbinical court, in Israel or aboard, will be recognized as Jewish, and will thus be eligible to receive Israeli citizenship in accordance with the Law the Return.

Before the ruling, the Rabbinate could reject the Jewishness of converts in Israel or abroad who did not perform the rite under a pre-approved rabbinical authority.

The Tzohar organization, which has been a leading player in the battle to dent the rabbinate’s monopoly, said it commended the decision.

“We look forward to reviewing and better understanding the implications of this decision with the full confidence that it will assist many thousands of well intentioned people on that road to halachic conversion,” the group said in a statement.

An earlier court ruling forced the state to recognize non-Orthodox conversions abroad for purposes of immigration. Thursday’s ruling means the ministry will now also have to recognize Orthodox conversions not performed by a pre-approved list of rabbis, and will have ramifications for conversions in Israel.

“I see no justification for interpreting the Law of Return in bringing discrimination between those who converted to Judaism in Israel and those who converted to Judaism abroad,” Miriam Naor, the president of the Supreme Court, wrote in the court ruling.

The ruling came in response to a petition filed by the Itim organization, on behalf of a woman and her two-year-old son whose Jewishness had not been recognized by the Interior Ministry, despite the fact that the two had already converted in an ultra-Orthodox court in the Israeli city of Bnei Brak, and had reportedly even been recognized as Jewish by the State Rabbinate.

 

The ministry demanded that the mother and her child undergo another full conversion — which would include drawing blood from the boy’s genitals in order to affirm that his circumcision was conducted in accordance with Jewish law, and the woman’s immersion in a ritual bath, naked, in front of three ordained rabbinic judges.

‘Only the Torah decides’

Israel’s Sephardi Chief Rabbi, Yitzhak Yosef, attacked the court ruling, and said the decision would destroy the state’s conversion system.

Ashkenazi Chief Rabbi David Lau responded to the decision as well, saying that the court had no right to determine who was Jewish.

“The High Court and the judges do not determine who is a Jew, but the Torah of Israel, it has always been so and with God’s help so it will continue,” said Lau.

“The decision is a scandal,” Yosef said in a statement. “Recognition of such a practice will lead to the elimination of the state conversion system in the country.”

Representatives from Israel’s non-Orthodox denominations, however, hailed the ruling, and asserted that the decision would eventually apply to Reform and Conservative courts as well, as their rabbis were recognized by the state as Jewish as well.

“The court decision states unequivocally that there is more than one way to convert to Judaism in Israel, and that conversion takes place in a Jewish community in Israel that belongs to one of the branches of Judaism — will be recognized by the state with regard to the Law of Return,” said Rabbi Gilad Kariv, the head of the Reform movement in Israel.

“We expect the Israeli government in light of the ruling to announce the full recognition of Reform conversions carried out in Israel, just as it has for years recognized these conversions carried out abroad,” said Kariv.

The Law of Return allows both Jews and their immediate relatives to immigrate to Israel, however the Chief Rabbinate recognizes as Jewish only those who converted through authorized Orthodox conversion courts, or those who can prove their Jewishness through matrilineal descent, as per Jewish religious law.

Since marriage in Israel can only be conducted by a religious court, the state has some 400,000 citizens, mostly from former Soviet countries, who are unable to marry Jewish partners because they are not recognized as Jewish themselves.

JTA contributed to this report.

 

Uitslag referendum vooral overwinning voor cynisme en angst (Ratna Pelle)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/04/10/uitslag-referendum-vooral-overwinning-cynisme-en-angst/  

= NIMO* Blog =

[Een kortere versie hiervan verscheen gisteren op The Post Online]

Het was te verwachten, gezien de teneur de afgelopen weken op o.a. sociale media. Een ruime meerderheid van de 32% van de mensen die woensdag kwamen opdagen heeft tegen het associatieverdrag met Oekraïne gestemd, oftewel nog geen 20% van de kiesgerechtigden. De andere 80% was voor, of was tegen referenda, of wist niet wat te stemmen of was te druk met in zijn/haar ogen belangrijker zaken, of had geen zin om door de regen te fietsen.

Vanwege die 20% van een van de 28 lidstaten moeten nu de onderhandelingen worden herstart en de tekst aangepast zodat aan deze ‘democratische uitkomst’ recht wordt gedaan. Als je het aantal nee-stemmers uitsmeert over de totale bevolking in de EU is het idee dat hiervoor het verdrag opengebroken moet worden en er substantiële zaken in aangepast, en dat met een beroep op de democratie, nogal absurd. De regeringspartijen zien zich nochtans genoodzaakt met de negatieve uitslag aan de slag te gaan. Dat is ook wel logisch, want anders krijgen ze nog meer dan nu al het verwijt de wensen van de bevolking te negeren. Dit is slechts een van de problemen met dit referendum en het beroep op de democratie van de voorstanders.

Gehoord worden

Een ander, meer in het oog springend probleem is dat onduidelijk is waarom mensen tegen stemden. Enkele van de initiatiefnemers waren zo eerlijk om in een interview in de NRC te vertellen wat hun motivatie was voor het organiseren van dit referendum. Uit een interview in de NRC:

„Oekraïne kan ons natuurlijk niets schelen, dat moet u begrijpen”, zegt historicus Arjan van Dixhoorn, voorzitter van het burgercomité. De oprichters daarvan hebben maar één doel. De Europese Unie kapotmaken, of Nederland uit de EU drijven, een Nexit dus. „Een Nexit-referendum is tot nu toe niet mogelijk. Daarom grijpen wij alle mogelijkheden aan om de relatie tussen Nederland en de EU onder spanning te zetten”, legt Van Dixhoorn uit.

Velen grepen dit referendum aan om hun onvrede over de EU te ventileren, zoals Theodor Holman in het Parool bekende. Hij is nog steeds kwaad over hoe weinig het vorige referendum in 2005 uiteindelijk had uitgemaakt, en wil nu tenminste ‘gehoord worden’.

Zijn stem en de vele tegenstemmen zullen nu wel gehoord worden, maar hoe? Het meest logisch is dat men zal proberen iets in het Oekraïne verdrag aan te passen, maar als het hem en veel andere initiatiefnemers daar helemaal niet om gaat, wat winnen ze daar dan bij? Duidelijk is wel wie daarbij verliezen: Rutte en de regering zullen nu moeten gaan vragen om aanpassingen en daarbij Nederlands krediet verspelen.

Daarnaast is dit een morele steun voor de voorstanders van een Brexit. Daar zullen sommige EU sceptici wellicht blij mee zijn, maar ik vraag me af wie de gevolgen daarvan kan overzien. De vooral jonge Oekraïners die verandering willen en toenadering tot de EU zoeken, voelen zich in de kou gezet en het pro-Russische kamp voelt zich enorm gesterkt. De kans dat daardoor de spanningen in Oekraïne (waar driekwart van de bevolking achter het verdrag en toenadering tot de EU staat) toenemen is reëel.

Invloedssfeer

De Russische premier Medvedev twitterde al ‘zo denkt Europa dus over het Oekraïense politieke systeem’. Onzin uiteraard, maar het is een leuke opsteker voor Poetin en de zijnen. Volgens tegenstanders van het associatieverdrag beweerden voorstanders onterecht dat een stem tegen het verdrag een stem voor Poetin was, en dat zij helemaal geen warme gevoelens voor hem hebben. Dat mag zo zijn, feit is wel dat een paar belangrijke initiatiefnemers de zaak meer van zijn kant dan die van Oekraïne bekijken:

Wat jullie betreft worden de handelssancties tegen Rusland opgeheven, terwijl die zijn ingesteld na de annexatie van de Krim. Hebben jullie geen problemen met die annexatie?

Van Dixhoorn: „Dat was geen annexatie.”

De ‘groene mannetjes’, die in februari 2014 het Krim-parlement bezetten, waren toch Russen?

Van Dixhoorn: „De Krim is na een referendum aan Rusland toegevoegd.”

Dat referendum kwam er toch pas nadat die groene mannetjes de macht hadden gegrepen?

Van Houwelingen: „Ja, maar dat was pas na een coup in Oekraïne.”

Als er een probleem is in een land, hoeft het buurland toch niet binnen te vallen?

Van Dixhoorn: „Je weet toch wat de geschiedenis is van de Krim? Er is daar een coup geweest en Rusland heeft de Russische bevolking daar gesteund, zo kun je het ook zien. Wij zijn de oorzaak van die annexatie. Vanwege het associatieverdrag dat Oekraïne heeft verdeeld.”

Ook suggereert hij dat het verdrag de kans op oorlog met Rusland vergroot. Men ziet overigens geen verschil tussen Poetin en Juncker: het zijn allebei machtswellustelingen. Het verdrag moet er niet komen ‘omdat het goed is voor de EU en wij zijn tegen de EU’, wat het argument ondergraaft dat het verdrag slecht is voor EU landen omdat het corruptie en goedkope arbeidskrachten importeert en we miljoenen in een slecht lopende economie moeten steken. Men besluit met de hoop ‘dat de imperialistische Europese Unie in elkaar stuikt.’

In de brochure van het gezamenlijke referendum-initiatief GeenPeil staat bovendien expliciet dat Oekraïne tot de Russische invloedssfeer behoort. Iets waar een grote meerderheid in de Oekraïne iets anders over denkt. Volgens de EU moet Oekraïne vrij zijn om zelf zijn koers te varen en akkoorden te sluiten met wie dat wil. Belangrijke mensen uit het nee-kamp geven Poetin dus graag het voordeel van de twijfel en betwisten het recht van Oekraïne op een onafhankelijke koers. Dat vind ik eigenlijk behoorlijk schokkend. Als de kans op oorlog met Rusland echt levensgroot zou zijn, zou dat nog een argument kunnen zijn, maar hij heeft zich nooit in die zin uitgelaten (en van een beetje dreigen is hij niet vies). Wel heeft Rusland de afgelopen tijd actief campagne gevoerd tegen het verdrag en Oekraïne voor. NRC haalt nog een interessant argument aan waarom Poetin zo fel tegen is:

Een welvarend Oekraïne, met nauwe banden met de EU, zou ook in Rusland tot een roep om hervormingen en toenadering tot het Westen kunnen leiden. Mocht het associatieverdrag alsnog van tafel gaan dan zou dat Poetin zeker goed uitkomen. Het zou Oekraïne verzwakt en verweesd achterlaten, waardoor Rusland zich geen zorgen meer zou hoeven te maken om een uithangbord voor het Westen aan zijn grenzen.

Poetin kijkt intussen wellicht ook wat meewarig naar hoe de voorzitter van de EU worstelt met het resultaat van teveel democratie. Van zulke zaken heeft hij gelukkig geen last, en dat moet ook vooral zo blijven.

Echter volgens de EU moet Oekraïne vrij zijn om zelf zijn koers te varen en akkoorden te sluiten met wie dat wil, en dat lijkt mij ook het enige legitieme standpunt. Wanneer een land graag bij ons wil horen en heeft laten zien daarvoor veel over te hebben, moeten we dat ondersteunen. In de woorden van Sheila Sitalsing, woensdag in de Volkskrant: “Ze verkiezen de waarden van Europa boven die van Rusland; ‘onze manier van leven’, waar je de laatste tijd zoveel over hoort, oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Dat is een groot compliment, aan ons.'”

Te cynisch

Wij lijken echter te cynisch geworden om dit compliment en deze wil om bij ons aan te sluiten, naar waarde te schatten. Politici doen zoveel beloftes die niet worden waargemaakt, zo zeiden verschillende nee-stemmers die in de Volkskrant werden geïnterviewd. En we willen er geen zooitje ongeregeld bij waar in het parlement wordt gevochten en de president miljoenen heeft weggesluisd naar een geheime bankrekening. Dat veel mensen daar deze praktijken juist willen aanpakken met behulp van zo’n verdrag en dus druk van de EU, daar gelooft men niet meer in.

Mij viel in discussies de afgelopen week op hoe weinig vertrouwen mensen meer hebben in goede bedoelingen, hoe weinig hoop op verandering en hoe bang men is zich weer met een of ander ver weg gelegen en niet erg verlicht land in te laten, en zich daardoor weer allerlei problemen op de hals te halen. Het is een cynisme dat al jaren dominant is, het cynisme dat de elite vooral profiteert en zaken voorkookt en het gewone volk mag braaf een keer in de vier jaar stemmen en moet zich verder koest houden. Het is een stem tegen de gevestigde politieke elite, ‘een beetje een proteststem’ zoals een nee-stemmer het verwoordde.

Ombuigen

Het is een naar binnen gekeerde houding, die je ook ziet tegenover de vluchtelingen. We zijn bang te verliezen, en bang dat anderen ons vooral dingen willen afpakken. Ik word zelf soms best triest van die houding, boos ook, maar anderzijds is het misschien wel te begrijpen dat, wanneer mensen met ongekende bezuinigingen en gemorrel aan decennialange zekerheden te maken hebben, er minder ruimte is voor mededogen en voor een open en positieve grondhouding.

In plaats van moeizame onderhandelingen over enkele aanpassingen in een verdrag waarvan het grootste gedeelte toch niet meer tegen is te houden, zou de regering er misschien beter aan doen de oorzaken van het cynisme te onderzoeken en daar eventueel het beleid op aan te passen. Hoe meer mensen bij de voedselbank lopen, hoe minder bereidheid vluchtelingen op te vangen. Hoe meer gefortuneerden hun geld veilig stellen via brievenbusconstructies op de Maagdeneilanden, hoe minder vertrouwen in wéér een handelsovereenkomst met een corrupt land.

Alleen wanneer het de politiek lukt, met ons samen, deze cynische houding om te buigen, wanneer we weer het gevoel hebben dat we het samen best aardig rooien in ons land, kan de open houding die Nederland zo lang kenmerkte en die ook zo in ons wordt gewaardeerd, weer de overhand krijgen.

Ratna Pelle