Afgelopen zaterdag beleefde
Homeland haar Nederlandse premiėre.
In het feestelijke bijzijn van Gretta Duisenberg, Dries van Agt, Hans van der Broek en niemand minder dan Louis van Gasteren. U weet wel de regisseur die tijdens zijn jonge jaren in de oorlog een Joodse onderduiker
vermoordde en dat vervolgens als een onvermijdelijke verzetsdaad wist te presenteren.
Sinds ik
hier op Hoeiboei aandacht besteedde aan de Zwarte Parel Winnaar, is er het een en ander gebeurd. Sluizer zorgde in een aantal interviews die sindsdien zijn verschenen voor nog meer tegenstrijdigheden. Tegen Mischa Cohen in VN beweerde Sluizer dat het drie weken voor de moordpartijen in Sabra en Chatila plaats heeft gevonden. Die moordpartijen vonden plaats tussen
16 en 18 september 1982. Dus dat moet dan eind augustus zijn geweest. Tegen
Haaretz zei Sluizer weer dat het in november was. Dus daar is geen touw aan vast te knopen. In beide gevallen is Sharons mogelijke aanwezigheid in Libanon
niet gedocumenteerd. Drie weken voor de moordpartijen bevond het Israelische leger zich nog niet in de buurt van Sabra en Chatilla en in november stond de positie van Sharon binnen en buiten de regering inmiddels zo ter discussie en werd zijn betrokkenheid al door de parlementaire commissie van Kahan onderzocht. Dus niet echt de omstandigheden waarin je in Libanon op je dooie akkertje onder het oog van twee Nederlandse journalisten een beetje Palestijnse peuters als konijnen gaat afknallen. Zeker als wij ons ook nog moeten voorstellen dat Sharon diezelfde journalisten vervolgens een
Ausweis verzorgde waarmee zij in oorlogstijd probleemloos met een Palestijnse oma vanuit Libanon Israel konden binnen reizen.
Tegen Cohen in de VN vertelde Sluizer ook nog dat zijn cameraman bijna zijn camera wilde pakken. Maar Sluizer zei tegen hem: "ben je gek geworden Wij moeten maken dat wij weg komen voordat zij ons dood schieten." Die Cameraman was Fred van Kuijk en is twee jaar geleden overleden en kan het ons niet meer na vertellen.
De Cnaan Lipshiz van Haaretz was de enige snuggere om Sluizer te vragen waarom hij er nu pas mee kwam. Met dergelijke informatie had hij wellicht Sharons imago onherstelbare schade kunnen toe brengen. Zeker met de doortastendheid waarop hij zich beroept en die hij volgens eigen zeggen ook aan de dag legde om tot de kamer van de comateuze Sharon door te dringen,
Sluizer vertelde Haaretz dat hij in 1983 een aanklacht heeft ingediend bij het internationaal gerechtshof in Den Haag en het Europese Hof van de rechten van de mens. Het internationaal strafhof bestond toen nog niet en of het internationaal gerechtshof, gespecialiseerd in grensdisputen voor dit soort zaken
the place to be was, moet ernstig worden betwijfeld. Het NIW van 19 november heeft navraag gedaan bij zowel het internationaal hof als het Europees hof. Maar er is niets over een dergelijke aanklacht tegen Sharon te vinden.
Ondertussen blijft Sluizer volhouden dat hij het allemaal zwart op wit heeft maar weigert iets te overleggen. Net als de meest groezelige quotes die hij Golda Meir en Ben Goerion in de mond legt over vergassen en uitroeien, waar niemand nog ooit van heeft gehoord behalve Sluizer dan die volgens eigen zeggen zijn bronnen niet gaat prijsgeven.
In Haaretz hebben voor- en tegenstanders van Sharon het verhaal naar het rijk der fabelen verwezen.
Een woordvoerder van het ministerie van buitenlandse zaken noemt het een modern bloedsprookje.
In reactie op de aantijgingen van Sluizer
twitterde Ronny Naftaniël van CIDI: Ik was er niet maar ik denk Sharon ook niet".
Ook navraag bij enkele collega's die begin jaren tachtig met hem samen hebben gewerkt, levert niets op. Leon de Winter heeft nooit iets over die mogelijke ontmoeting met Sharon van Sluizer vernomen. Tussen 1982 en 1984 werkte hij met Sluizer samen voor de verfilming van zijn boek
Bastille. Sluizer was de producent en Rudolf van den Berg de regisseur. Het hele verhaal verbaast De Winter nogal: het was destijds een hele vriendelijke zachtaardige man, een groot talent. Maar dit klinkt allemaal bizar. "Heeft George toevallig nog gezien hoe Sharon die Palestijnse kindertjes heeft opgepeuzeld?" De Winter heeft er inmiddels zelf een artikel aan gewijd in
de Volkskrant. Ook Rudolf van den Berg die al jaren met Sluizer bevriend is en in 1985 twee jaar na Sluizer ook een film maakte over
de terugkeer van een Palestijn naar zijn geboorteland, heeft in die tijd nooit iets van Sluizer over Sharon en de Palestijnse kindjes gehoord en ook daarna niet. Terwijl hij wel wist dat Sluizer in die tijd "
Gooi een atoombom op de Palestijnen" in Libanon heeft gedraaid. "Die film heb ik destijds ook gezien."
Over een klein detail heeft Sluizer wroeging gekregen. Hij heeft het beeld van Sharon in coma eruit gehaald. Juist het beeld waarvoor hij is bejubeld in Abu Dhabi. Volgens een ingewijde het lichaam van een onblote dikke man half bedekt onder een laken waar het hoofd van Sharon op is gemonteerd. Nu maar hopen dat Sluizer voor die scene die dikke man niet eigenhandig heeft onthoofd.
Sluizer had dat niet hoeven doen. Wij leven immers in een vrij land en in zekere zin is het hem allemaal te vergeven.
In de IDFA talkshow van afgelopen dinsdag verhaalde hij tegen Daphne Bunskoek over de gevolgen van zijn geklapte aorta:
"Door de operatie heb ik beschadigingen in mijn brein opgelopen. Praten gaat goed maar er zijn zwarte gaten. Het Bewustzijn raakt vermengd met het onderbewuste, waardoor de zaken voor mij nogal surreëel worden. Ik ben er een meer surrealistische filmmaker van geworden."
"Nou dat wordt nog wat," kirde Bunsbroek maar zij zag geen enkele aanleiding om dit in verband te brengen met het waarheidsgehalte van de film.
Minder vergefelijk zijn de zwarte gaten bij het Nederlands journaille die het allemaal zonder
fact finding of tegenspraak voor lief nemen. Pijnlijk zijn ook de zwarte gaten bij de voormalige ministers en schoonfamilie van het koningshuis die bij het zien van de film meteen naar huis rennen om in de pen te klimmen voor een boos stuk in
de NRC over hoe die onverbeterlijke Israeliërs maar door blijven gaan om Jeruzalem op te peuzelen. Wat maar weer aantoont dat het koningshuis en de aan haar gelieerde familieleden ondanks hun positie geen enkele belemmering voelen zich in deze terughoudend of neutraal op te stellen. Inclusief
het roversbruidje dat onlangs al twitterend met De Elders onder de hoede van Hamas in Gaza verkeerde en natuurlijk de juntadochter die
volgens Gretta haar waardering voor haar niet onder stoelen of banken steekt. Niet een voormalige minister of andere hoogwaardigheidsbekleder die hen daarin tegenspreekt.
Barry Oostheim