Geëmotioneerd zegt Sluizer tegen de comateuze Sharon "ik denk dat de wereld, allereerst de Palestijnen en ikzelf beter af zouden zijn geweest als u in Auschwitz was gestorven, zoals de meesten van mijn Hollandse familie". Zo had de Endlösung in de beleving van Sluizer een steentje bij kunnen dragen aan de "algehele vredesoplossing" voor het Midden Oosten.
Een film waar dit fragment in voorkomt wordt geselecteerd voor het IDFA film festival, terwijl een film als Precious life van Shlomi Eldar niet wordt vertoond. De vooringenomenheid druipt er weer eens vanaf.
RP
-----------
De kers die op geen antizionistische taart zou mogen ontbreken
In de Volkskrant van afgelopen zaterdag zat al weer een vooraankondiging van het IDFA internationaal documentaire festival.
Ooit heb ik van een Israelische producer vernomen dat zijn collega's het IDFA onder elkaar het international Idhbah festival noemen. Idhbah is in het Arabisch de imperatief voor slacht, verwijzend naar de veel gebruikte Arabische strijdkreet Idhbah al Yahud. Slacht de Joden.
De perfiditeit van de zionistische staat is bij het IDFA al jaren het favoriete terugkerende thema. Elke keer weer komt er een batterij Israelische filmmakers langs met films die de bezetting of andere uitwassen van het uitverkoren volk aan de kaak stellen. Maar eenmaal gearriveerd op het IDFA zijn velen toch enigszins beduusd door de gretigheid waarmee hun werk ontvangen wordt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommigen tijdens de opgewonden debatten (mits zij van hun Arabische collega's toestemming krijgen om aan te schuiven) ergens nattigheid voelen en doorkrijgen dat hun films wel zeer voortvarend worden ingezet om het bestaansrecht van hun land te ontzeggen. Maar als progressief en kritisch ingestelde filmmaker dien je met enig masochisme jezelf te onderwerpen aan het internationaal idhbah festival wil je in je carrière verder komen. Zo vertelde de Israelische Noa Ben Hagai in Haaretz over haar ervaringen op het IDFA: "Het was duidelijk dat zij (internationale producers) iets heel extreems en bloederigs over de Israelische realiteit wilden. Het liefst iets met apartheid vermengd met de Holocaust. Ik besefte dat wil ik slagen in deze wereld ik door moet gaan met zulke politieke onderwerpen,"
Dit jaar is het maar mondjesmaat bedeeld met Israelische filmmakers en degene die de gewenste ingrediënten apartheid en Holocaust volgens wens weet te vermengen is dit keer geen Israeli maar onze eigen George Sluizer, beroemd van Spoorloos.
George Sluizer is de Palestijnse zaak al jaren toe gedaan. Hij heeft sinds de jaren '70 een aantal producties aan dit onderwerp gewijd. Dat heeft hem een ereburgerschap opgeleverd van de nog niet bestaande Palestijnse staat. Op het IDFA is nu zijn laatste docu Homeland te zien. De film is op het Abu Dhabi filmfestival al in de prijzen gevallen voor de beste documentaire. Desondanks mag Homeland ondanks strenge voorwaarden voor Nederlandse deelname op het IDFA aan de competitie meedoen.
Uit het interview in de voorbeschouwing door Harmen Bockma, blijkt Sluizer met een geklapte aorta op het randje van de dood te hebben gebalanceerd. Kans op overleven was volgens hem zo goed als nul en toch is hij uit de dood herrezen. "En wie tot de levenden terugkeert neemt geen blad meer voor de mond", zoals hijzelf zegt. De hernieuwde kans heeft hij aangegrepen om een kroon op zijn werk te zetten. De definitieve ontmaskering van de zionistische staat. Aan de hand van de lotgevallen van twee gevluchte families, gelardeerd met allerlei confrontaties in de bezette gebieden. Het zijn de twee families die ook in zijn eerdere films over de Palestijnse zaak figureren, zoals "Gooi een atoombom op de Palestijnen" uit 1982.
Ik heb Homeland niet gezien maar in de voorbeschouwing vertelt Sluizer een opmerkelijke anekdote over een ontmoeting met Sharon in 1982 bij de ingang van Sabra en Chatila. Voor zijn docu had hij reisdocumenten nodig om vanuit Libanon naar Israel te komen. Onder Sluizers neus haalt Sharon doodleuk zijn pistool te voorschijn en schiet zomaar een paar spelende peuters van twee en drie jaar oud, dood. "Alsof het om konijnen ging" Een verschrikkelijk moedeloos stemmend verhaal.
De vraag alleen is het waar? Ik ben er niet bij geweest dus ik kan het niet zeggen. Maar van alle horror verhalen die er over Sharon de ronde doen, is dit toch nieuw voor mij.
Als je Robert Fisk leest over Sabra en Chatila of de getuigenissen die zijn gebruikt voor de aanklacht tegen Sharon voor misdaden tegen de menselijkheid is er niets te vinden over het lukraak neerknallen van peuters door Sharon in hoogst eigen persoon. Sterker nog, zijn niet te missen lijfelijke aanwezigheid ontbreekt nagenoeg in alle verhalen over de verschrikkingen van Sabra en Chatila.
En waarom komt Sluizer er nu pas mee. Het is toch letterlijk een smoking gun, de kers die op geen antizionistische taart zou mogen ontbreken. Maar Sluizer had het dus bijna in zijn graf meegenomen. Je zou daar nog tegen in kunnen voeren dat Sluizer het allemaal heeft moeten verwerken wat hij met zijn eigen ogen heeft gezien. Volgens Anja Meulenbelt verkeren mensen ten aanzien van het Israel Palestina conflict in drie of vier paradigma's van waan voor zij bereid zijn haar waarheid onder ogen te zien. Maar Sluizer bevond zich in de jaren zeventig al overduidelijk in paradigma drie terwijl Anja nog een beetje in paradigmaatje twee was blijven hangen. Dus dat kan het probleem niet zijn.
Uit Sluizers film "Gooi een atoombom op de Palestijnen" die in zijn geheel op internet is te zien, kan je concluderen dat Sluizer klaarblijkelijk met succes bij Sharon de papieren heeft geregeld nadat deze de peuters als konijnen heeft dood geschoten. Moeiteloos glijdt hij vervolgens met de Moeder van de Palestijnse familie vanuit Libanon haar geboorteland binnen. Op zoek naar de uitgewiste sporen van haar vroegere dorp. Wat dat betreft een nogal traditionele documentaire over het lijden van het Palestijnse volk waarvan wij door de jaren heen eindeloos veel variaties hebben gezien. Inhoudelijk is er sindsdien niet veel veranderd, maar Sluizer was er wel relatief vroeg bij. Opvallend is vooral de titel. Geen quote of verwijzing in die film rechtvaardigt die atoombom. Het voorval met Sharon had er niet in misstaan maar ontbreekt. Al die jaren heeft Sluizer er mee gewacht totdat hijzelf uit de dood herrees om definitief met Sharon af te rekenen. Je zou bijna denken dat Sluizer in een constante staat van delirium verkeert.
De film Homeland mondt uit in een inmiddels veel besproken apotheose, een bezoek van Sluizer aan Sharon die sinds 2006 in een coma ligt. Geënsceneerd natuurlijk, hoewel Sluizer claimt daadwerkelijk op de kamer bij Sharon te zijn geweest in zijn huidige toestand. "Als het moet kom ik overal binnen, dat heb ik vroeger bij de contra-inlichtingendienst geleerd."
Geëmotioneerd zegt Sluizer tegen de comateuze Sharon "ik denk dat de wereld, allereerst de Palestijnen en ikzelf beter af zouden zijn geweest als u in Auschwitz was gestorven, zoals de meesten van mijn Hollandse familie". Zo had de Endlösung in de beleving van Sluizer een steentje bij kunnen dragen aan de "algehele vredesoplossing" voor het Midden Oosten. Dat een dergelijke ontboezeming van iemand die zich beroept op zijn joodse vader wiens familie in Auschwitz is vermoord, in Abu Dhabi in de prijzen valt, is helaas voorspelbaar. Maar dat het hier op een net zo enthousiast ontvangst kan rekenen als in de Arabische wereld en dat het begeleidende commentaar van de maker klakkeloos wordt geslikt als zoete koek, is het zoveelste teken aan de wand.
Opmerkelijk is dat het IDFA een ander veel besproken film niet heeft geselecteerd. Precious life van Shlomi Eldar. Terwijl die toch perfect in het festivalthema van dit jaar past: Radicalisme.
Barry Oostheim
Ooit heb ik van een Israelische producer vernomen dat zijn collega's het IDFA onder elkaar het international Idhbah festival noemen. Idhbah is in het Arabisch de imperatief voor slacht, verwijzend naar de veel gebruikte Arabische strijdkreet Idhbah al Yahud. Slacht de Joden.
De perfiditeit van de zionistische staat is bij het IDFA al jaren het favoriete terugkerende thema. Elke keer weer komt er een batterij Israelische filmmakers langs met films die de bezetting of andere uitwassen van het uitverkoren volk aan de kaak stellen. Maar eenmaal gearriveerd op het IDFA zijn velen toch enigszins beduusd door de gretigheid waarmee hun werk ontvangen wordt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommigen tijdens de opgewonden debatten (mits zij van hun Arabische collega's toestemming krijgen om aan te schuiven) ergens nattigheid voelen en doorkrijgen dat hun films wel zeer voortvarend worden ingezet om het bestaansrecht van hun land te ontzeggen. Maar als progressief en kritisch ingestelde filmmaker dien je met enig masochisme jezelf te onderwerpen aan het internationaal idhbah festival wil je in je carrière verder komen. Zo vertelde de Israelische Noa Ben Hagai in Haaretz over haar ervaringen op het IDFA: "Het was duidelijk dat zij (internationale producers) iets heel extreems en bloederigs over de Israelische realiteit wilden. Het liefst iets met apartheid vermengd met de Holocaust. Ik besefte dat wil ik slagen in deze wereld ik door moet gaan met zulke politieke onderwerpen,"
Dit jaar is het maar mondjesmaat bedeeld met Israelische filmmakers en degene die de gewenste ingrediënten apartheid en Holocaust volgens wens weet te vermengen is dit keer geen Israeli maar onze eigen George Sluizer, beroemd van Spoorloos.
George Sluizer is de Palestijnse zaak al jaren toe gedaan. Hij heeft sinds de jaren '70 een aantal producties aan dit onderwerp gewijd. Dat heeft hem een ereburgerschap opgeleverd van de nog niet bestaande Palestijnse staat. Op het IDFA is nu zijn laatste docu Homeland te zien. De film is op het Abu Dhabi filmfestival al in de prijzen gevallen voor de beste documentaire. Desondanks mag Homeland ondanks strenge voorwaarden voor Nederlandse deelname op het IDFA aan de competitie meedoen.
Uit het interview in de voorbeschouwing door Harmen Bockma, blijkt Sluizer met een geklapte aorta op het randje van de dood te hebben gebalanceerd. Kans op overleven was volgens hem zo goed als nul en toch is hij uit de dood herrezen. "En wie tot de levenden terugkeert neemt geen blad meer voor de mond", zoals hijzelf zegt. De hernieuwde kans heeft hij aangegrepen om een kroon op zijn werk te zetten. De definitieve ontmaskering van de zionistische staat. Aan de hand van de lotgevallen van twee gevluchte families, gelardeerd met allerlei confrontaties in de bezette gebieden. Het zijn de twee families die ook in zijn eerdere films over de Palestijnse zaak figureren, zoals "Gooi een atoombom op de Palestijnen" uit 1982.
Ik heb Homeland niet gezien maar in de voorbeschouwing vertelt Sluizer een opmerkelijke anekdote over een ontmoeting met Sharon in 1982 bij de ingang van Sabra en Chatila. Voor zijn docu had hij reisdocumenten nodig om vanuit Libanon naar Israel te komen. Onder Sluizers neus haalt Sharon doodleuk zijn pistool te voorschijn en schiet zomaar een paar spelende peuters van twee en drie jaar oud, dood. "Alsof het om konijnen ging" Een verschrikkelijk moedeloos stemmend verhaal.
De vraag alleen is het waar? Ik ben er niet bij geweest dus ik kan het niet zeggen. Maar van alle horror verhalen die er over Sharon de ronde doen, is dit toch nieuw voor mij.
Als je Robert Fisk leest over Sabra en Chatila of de getuigenissen die zijn gebruikt voor de aanklacht tegen Sharon voor misdaden tegen de menselijkheid is er niets te vinden over het lukraak neerknallen van peuters door Sharon in hoogst eigen persoon. Sterker nog, zijn niet te missen lijfelijke aanwezigheid ontbreekt nagenoeg in alle verhalen over de verschrikkingen van Sabra en Chatila.
En waarom komt Sluizer er nu pas mee. Het is toch letterlijk een smoking gun, de kers die op geen antizionistische taart zou mogen ontbreken. Maar Sluizer had het dus bijna in zijn graf meegenomen. Je zou daar nog tegen in kunnen voeren dat Sluizer het allemaal heeft moeten verwerken wat hij met zijn eigen ogen heeft gezien. Volgens Anja Meulenbelt verkeren mensen ten aanzien van het Israel Palestina conflict in drie of vier paradigma's van waan voor zij bereid zijn haar waarheid onder ogen te zien. Maar Sluizer bevond zich in de jaren zeventig al overduidelijk in paradigma drie terwijl Anja nog een beetje in paradigmaatje twee was blijven hangen. Dus dat kan het probleem niet zijn.
Uit Sluizers film "Gooi een atoombom op de Palestijnen" die in zijn geheel op internet is te zien, kan je concluderen dat Sluizer klaarblijkelijk met succes bij Sharon de papieren heeft geregeld nadat deze de peuters als konijnen heeft dood geschoten. Moeiteloos glijdt hij vervolgens met de Moeder van de Palestijnse familie vanuit Libanon haar geboorteland binnen. Op zoek naar de uitgewiste sporen van haar vroegere dorp. Wat dat betreft een nogal traditionele documentaire over het lijden van het Palestijnse volk waarvan wij door de jaren heen eindeloos veel variaties hebben gezien. Inhoudelijk is er sindsdien niet veel veranderd, maar Sluizer was er wel relatief vroeg bij. Opvallend is vooral de titel. Geen quote of verwijzing in die film rechtvaardigt die atoombom. Het voorval met Sharon had er niet in misstaan maar ontbreekt. Al die jaren heeft Sluizer er mee gewacht totdat hijzelf uit de dood herrees om definitief met Sharon af te rekenen. Je zou bijna denken dat Sluizer in een constante staat van delirium verkeert.
De film Homeland mondt uit in een inmiddels veel besproken apotheose, een bezoek van Sluizer aan Sharon die sinds 2006 in een coma ligt. Geënsceneerd natuurlijk, hoewel Sluizer claimt daadwerkelijk op de kamer bij Sharon te zijn geweest in zijn huidige toestand. "Als het moet kom ik overal binnen, dat heb ik vroeger bij de contra-inlichtingendienst geleerd."
Geëmotioneerd zegt Sluizer tegen de comateuze Sharon "ik denk dat de wereld, allereerst de Palestijnen en ikzelf beter af zouden zijn geweest als u in Auschwitz was gestorven, zoals de meesten van mijn Hollandse familie". Zo had de Endlösung in de beleving van Sluizer een steentje bij kunnen dragen aan de "algehele vredesoplossing" voor het Midden Oosten. Dat een dergelijke ontboezeming van iemand die zich beroept op zijn joodse vader wiens familie in Auschwitz is vermoord, in Abu Dhabi in de prijzen valt, is helaas voorspelbaar. Maar dat het hier op een net zo enthousiast ontvangst kan rekenen als in de Arabische wereld en dat het begeleidende commentaar van de maker klakkeloos wordt geslikt als zoete koek, is het zoveelste teken aan de wand.
Opmerkelijk is dat het IDFA een ander veel besproken film niet heeft geselecteerd. Precious life van Shlomi Eldar. Terwijl die toch perfect in het festivalthema van dit jaar past: Radicalisme.
Barry Oostheim
Het Belgische Canvas en de Nederlandse publieke omroep
BeantwoordenVerwijderenzenden regelmatig deze' IDFA-films' uit.Langer dan 5
minuten kan ik er niet naar kijken.
Goed dat je deze (zelf)haat benoemt.
Leve t Internet.