Onderwerpen:
Inleiding
Het belangrijkste nieuws van de afgelopen maanden ging over Obama´s bezoek aan de regio half maart. Dit werd behoorlijk vertekend weergegeven. Er was veel aandacht voor het Palestijnse perspectief, waarbij men teleurgesteld was in Obama omdat hij in 2009 had beloofd om er alles aan te doen dat er een Palestijnse staat zou komen en daar nog steeds niks van terecht is gekomen. Met name Nieuwsuur maakte het bont, maar ook andere media haalden de mooie woorden van Obama uit 2009 aan, waarbij de teneur duidelijk was dat Obama Israël teveel zijn gang laat gaan met het bouwen van nederzettingen, en dat het enige of voornaamste obstakel voor vrede was.
Daarnaast was er veel aandacht voor het besluit van de Nederlandse regering om producten uit de nederzettingen voortaan apart te labelen. Dit werd redelijk objectief gebracht, al was er niet veel uitleg bij de afwijzende reactie van Israël. Een derde onderwerp waren de rellen naar aanleiding van de dood van een Palestijnse gevangene, waarbij de gevangenen veel te onschuldig werden voorgesteld en zo de indruk ontstond dat het om min of meer politieke gevangenen gaat. Over het algemeen werd het Israëlische geweld uitvergoot, ook bij de berichtgeving over beschietingen over en weer rond de Gazastrook.
Verder maakte Netanyahu op de dag van Obama's vertrek zijn excuses aan de Turkse premier Erdogan. Daarbij werd wederom benadrukt dat Israël in 2010 een 'hulpschip' voor Gaza aanviel waarbij negen Turkse activisten omkwamen. Er waren echter helemaal geen hulpgoederen op dit schip aanwezig en de VN heeft geoordeeld dat de Israëlische actie legaal was. Ook werd het geweld van Turkse zijde niet vermeld.
Er was daarnaast weer het nodige 'non-nieuws', onbelangrijke zaken die, wanneer zij in andere landen zouden zijn gebeurd, geen aandacht hadden gekregen. De belangrijkste, die volop aandacht kreeg, was de aankondiging van de Israëlische regering om extra bussen in te zetten voor Palestijnse werknemers die in Israël werken. Het maakt de reis naar Israël zowel sneller als goedkoper, maar toch werd dit in een zeer negatief jasje gegoten, omdat het mede een antwoord was op klachten van kolonisten over hun Palestijnse medereizigers. Naar aanleiding van dit item verschenen op tal van fora antisemitische reacties. Een ander non-nieuwsbericht, dat veel minder aandacht kreeg, ging over leraren die per ongeluk een mail met negatieve kwalificaties over hun leerlingen hadden laten uitlekken.
Genoeg stof dus voor een nieuwsbrief. We willen hiermee duidelijk maken hoezeer de media falen in hun taak om het nieuws onbevangen en objectief te brengen, en de ontbrekende of verkeerde informatie aanvullen c.q. rechtzetten. Deze nieuwsbrieven zouden eigenlijk overbodig moeten zijn, omdat de media goed en zorgvuldig dienen te berichten en open te staan voor kritiek en correcties.
Obama in Israël
Zowel de NOS als Nieuwsuur hadden op 19 maart, een dag voor Obama's vertrek, een korte reportage met Monique van Hoogstraten over een nederzetting waar Palestijnen werken. De koloniste die aan het woord komt benadrukt uiteraard dat het land door God aan de Joden is gegeven en men niet op 'Palestijnse grond' woont. Ze laat een afbeelding van de derde tempel zien. Een andere kolonist zegt dat men hier niet weg gaat, waarna de commentator besluit dat Obama het daar maar mee moet doen. Tussendoor ook nog een sneer, wanneer men vertelt dat een kolonist toeziet op het werk dat de Palestijnen doen. 'Dat ze bouwen voor hem, en niet voor henzelf, is voor hem geen enkel probleem'. Bedenk dat een correspondent zo'n opmerking zou maken in een reportage over Polen die in Nederland voor minder dan het minimumloon verbouwingen uitvoeren of asperges steken. De Palestijnen verdienen over het algemeen goed in de bouw in de nederzettingen, zeker vergeleken met het loon dat ze van de Palestijnse Autoriteit krijgen. De reportage is dan ook erg gekleurd, en geeft een vertekend, karikaturaal beeld van de kolonisten en zet hen neer als de grote boosdoeners in het conflict.
Op 20 maart besteedde Nieuwsuur uitgebreid aandacht aan Obama's bezoek. Men laat beelden zien van een Palestijnse demonstratie tegen Obama, en een van de organisatoren vertelt dat Obama in 2009 had beloofd het conflict bovenaan de agenda te zetten maar niks heeft gedaan. Daarna komt de Palestijnse politica Hanan Ashrawi aan het woord, die vertelt dat Obama Israël geheel de vrije hand heeft gegeven om de Palestijnen te onderdrukken, en Israël op onvoorwaardelijke steun van de VS kan rekenen. Daarna komt nog een Amerikaanse demonstrant aan het woord met een vergelijkbaar verhaal.
Vervolgens een kort vraaggesprek met Jan Eikelboom waarin hij op de relatie tussen Obama en Netanyahu ingaat en aangeeft dat Obama Israël inpakt met mooie woorden, en dat lijkt te werken. Hij vertelt echter niks over Israëlische teleurstelling en onvrede, bijvoorbeeld omdat Obama in 2009 wel Turkije en Egypte bezocht, en Israël oversloeg, of omdat men vindt dat Obama wel erg veel kritiek heeft op de nederzettingen en andere problemen negeert. Wel legt hij het Palestijnse standpunt nog eens uit en herhaalt bijna letterlijk wat de demonstranten en Ashrawi even tevoren zeiden. Hij zegt: "Maar toen puntje bij paaltje kwam legde hij Israël geen strobreed in de weg en is men gewoon doorgegaan met wat algemeen wordt gezien als landjepik". Dit is pure Palestijnse propaganda en het is onbestaanbaar dat een correspondent zich zo partijdig uitlaat. Wat hij zei was al overbodig, want een herhaling van wat ervoor al werd gezegd. Beter had hij zijn tijd kunnen gebruiken om ook iets van Israëls kant toe te lichten.
Daarna volgt een reportage van 10 minuten met de inmiddels bekende pro-Palestijnse propaganda. We zien een nederzetting en er komt een kolonist aan het woord die zegt dat dit zijn land is en dat dit door God is gegeven (de slechteriken). Daarna zien we een Palestijn (de slachtoffers) die foto's laat zien van en vertelt over de wandaden van de kolonisten. Die komen zomaar het dorp in en slaan dan mensen in elkaar of schieten op ze, ze vernielen olijfbomen en huizen, ze bekladden moskeeën en steken auto's in brand. Vroeger had men een goed leven in het dorp, maar sinds de nederzetting er is leeft men in angst en onzekerheid. Ook hebben de boeren geen werk meer omdat de kolonisten het land van het dorp hebben ingepikt. Daarom moeten hun kinderen nu al op hun 14e in de nederzettingen gaan werken voor een hongerloontje. De kolonisten worden door Israël beschermd en geholpen en zelden vervolgd; 92% van de klachten leidt tot niets, zo legt iemand van de organisatie Yesh Din uit. Niemand van de gemeente waar de nederzetting toe behoort komt aan het woord, ook geen woordvoerder van de regering. Of een kolonist die is aangevallen door Palestijnen, of kolonistenkinderen die met stenen zijn bekogeld door Palestijnen uit het naburige dorp, of de nabestaanden van de brute moord op de familie Fogel twee jaar geleden, waarbij vijf mensen waaronder een drie maanden oude baby werden vermoord in de nederzetting Itamar. Er zijn genoeg gevallen van geweld van de andere kant, maar op Nieuwsuur of de NOS krijg je ze niet te zien. De man uit het dorp roept tot slot in wanhoop uit dat "niemand ons steunt, wat verwacht je van een machteloze? De kolonisten vernielen hier wat ze willen. We hopen dat er veiligheid komt en een einde aan de agressie. Ik hoop dat er iets zal worden gedaan om de nederzettingen te laten verdwijnen." Maar men heeft de hoop dat Obama iets kan veranderen verloren, aldus de commentator. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is gecompliceerd, en er zijn aan beide kanten obstakels en extremisten die tegen ieder compromis gekant zijn, maar we krijgen in deze reportage maar één kant voorgeschoteld, die geen ruimte laat voor een evenwichtig beeld.
In een artikel op de website over Obama's bezoek aan Israël meldt de NOS: "Het vredesproces ligt sinds 2010 stil vanwege het nederzettingenbeleid van Israël." Dit is geen feit, maar een mening en hoort daarom niet in een feitelijk nieuwsbericht thuis. Er zijn allerlei obstakels in het vredesproces tussen beide partijen, en je zou met evenveel recht kunnen stellen dat het vredesproces stil ligt omdat Abbas weigert te praten als Israël niet van tevoren al allerlei concessies doet.
Ook andere media waren eenzijdig, en zoals gebruikelijk lag het accent vooral op de bezetting als obstakel voor vrede. Trouw schrijft dat de Palestijnen wel bereid zijn tot vergaande concessies, maar dat niet geldt voor Israël. "Het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen, de verdeling van Jeruzalem en het garanderen van veiligheid voor Israël: Abbas zou Israël in alles tegemoet komen in ruil voor een eigen staat". Over Netanyahu schrijft men daarentegen: "´Wij steken onze hand vreedzaam naar de Palestijnen uit´, sprak de Israëlische premier Benjamin Netanjahoe gisteren, kort voordat zijn nieuwe kabinet werd geïnstalleerd. Maar de gebruikelijke voorwaarden waarmee Netanjahoe zijn aanbod omkleedt, laten zien dat er weinig nieuws onder de zon is." Abbas' vredeswil zou blijken uit de zogenaamde Palestine Papers, maar die worden door Trouw erg eenzijdig geïnterpreteerd. Uit deze stukken bleek evenzeer hoe ver Israël wilde gaan voor vrede. Bovendien bleek er niet uit dat de Palestijnen alles over hadden voor een staat en wilde men niet op een tegenbod van Israël reageren. De argeloze lezer van Trouw heeft zich echter niet in de Palestine Papers verdiept, en zal dus geneigd zijn aan te nemen wat de redactie hem voorschotelt.
NRC benadrukt in haar berichtgeving vooral de kritiek van Obama op het nederzettingenbeleid en zijn steun voor een Palestijnse staat. In een audio-fragment worden alleen de kritische opmerkingen getoond in zijn speech, die voor een groot gedeelte zeer pro-Israël was.
Al met al was er in de media, vooral de NOS, duidelijk meer aandacht voor de Palestijnse teleurstelling dan de Israëlische, terwijl ook Israël zo zijn kritiek heeft op Obama die eerder vooral pogingen deed in de Arabische wereld meer vertrouwen te winnen. Ook lag het accent weer erg op de nederzettingen en de bezetting, en niet op Palestijnse problemen zoals de opruiing, donorgeld dat naar de gevangenen en andere dubieuze zaken gaat of het steeds stellen van extra voorwaarden aan onderhandelingen met Israël. Ook voor interne Palestijnse problemen is geen aandacht. Men schetst daarbij een karikaturaal beeld van de kolonisten als de grote boosdoeners, en stelt het conflict meer en meer als een zwart-wit, goed-fout verhaal voor en niet als een gecompliceerd conflict tussen twee partijen die beide legitieme claims en legitieme grieven hebben.
John Kerry
Naar aanleiding van Kerry's pogingen beide partijen weer om de tafel te krijgen meldde diverse nieuwssites waaronder De Volkskrant, Elsevier, Het Parool en Trouw het volgende (overgenomen van het ANP):
De Israëli's zagen bijvoorbeeld niets in het voorstel om Palestijnse gevangenen vrij te laten of om meer stukken van de westelijke Jordaanoever onder Palestijns bestuur te brengen.
Van Palestijnse kant werd afwijzend gereageerd op ideeën die betrekking hadden op de economie.'Wij gaan niet in op voorstellen die als doel hebben om de Palestijnen over te halen terug te keren aan de onderhandelingstafel', aldus een Israëlische regeringswoordvoerder. De vredesbesprekingen liggen sinds 2010 stil.
In werkelijkheid stelde Abbas allerlei aanvullende voorwaarden om weer te gaan onderhandelen, waaronder de vrijlating van gevangenen die al lang vastzitten, en dat Netanyahu hem een precieze kaart van de toekomstige grenzen zou overhandigen. Israël ging niet in op die eisen. Ook stelde Kerry voor om het Arabische vredesplan als basis te nemen met enkele wijzigingen om daarmee aan Israëls veiligheidswensen tegemoet te komen. Dit wezen de Palestijnen af. Bovengenoemd bericht maakt dit niet duidelijk en concludeert slechts dat Kerry beide partijen niet in beweging heeft gekregen.
'
Voorstellen die als doel hebben om de Palestijnen over te halen terug te keren aan de onderhandelingstafel', is een nogal eufemistische uitdrukking voor de eisen die de Palestijnen stellen. Wanneer Israël allerlei voorwaarden zou verbinden aan een terugkeer naar de onderhandelingstafel zou men dat ook zo benoemen (en waarschijnlijk veroordelen). Maar wanneer de Palestijnen met steeds weer aanvullende voorwaarden komen, wordt dat weggemoffeld en beweerd dat beide partijen niet in beweging willen komen.
Buiten dit ANP bericht is er weinig bericht over het bezoek van Kerry aan de regio.
Palestijnse gevangenen & rellen op de Westelijke Jordaanoever
In de eerste week van april zijn de spanningen tussen Israël en de Palestijnen opgelopen. Het begon met het overlijden van een 64-jarige Palestijnse gevangene aan keelkanker (hij was een zware roker). De Palestijnen beschuldigden Israël ervan te weinig te hebben gedaan voor de man, die een levenslange gevangenisstraf uitzat voor het beramen van een mislukte aanslag op een druk café in Jeruzalem. Israël zei wel van alles te hebben gedaan, maar dat kwam niet in de media. Terwijl de Palestijnse aantijgingen in detail werden gegeven, volstond men met een standaardzinnetje over Israëls kant:
Palestijnen beschuldigen Israël ervan Hamdeya zorg te hebben onthouden en hem niet te hebben vrijgelaten, nadat was vastgesteld dat de ziekte onherroepelijk tot zijn dood zou leiden. Israël zegt dat is gehandeld volgens de normale procedures.
Wat zijn 'normale procedures'? Niemand die het weet, maar het klinkt kil en zakelijk. In werkelijkheid werd de man naar een andere gevangenis overgebracht, die dichter bij een ziekenhuis lag, en was hij deskundig medisch onderzocht.
In veel artikelen werd niet gemeld waarvoor de man vastzat, zodat je als lezer al snel zult denken dat hij wellicht ooit eens een steen had gegooid of lid was van Hamas, en daarvoor buitenproportioneel was bestraft.
De dood van Hamdeya leidde tot demonstraties en rellen waar duizenden Palestijnen aan deelnamen, en waarbij met brandbommen naar een Israëlische legerpost werd gegooid. Daarop schoten de soldaten terug, en werden twee Palestijnse jongeren, van 17 en 18 jaar oud, gedood. In bijna alle artikelen erover op internet werd eerst hun dood gemeld, en ergens in de derde of vierde alinea dat die legerpost werd aangevallen. Eén artikel spreekt zelfs van "een van de gewelddadigste incidenten in jaren op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever." Dat klopt misschien technisch wel, maar zegt dan meer over hoe rustig het daar normaal gesproken is dan over de gewelddadigheid van dit incident. De ernst van het incident staat niet helemaal in verhouding tot de media aandacht die eraan gegeven werd. In een artikel werden de gedode Palestijnen als 'tieners' aangeduid, alsof ze 13 of 14 jaar waren. Dat zie je wel vaker: Palestijnen tot 16 jaar worden soms nog als 'kinderen' aangeduid, ondanks het feit dat men op die leeftijd al volop actief is bij Hamas, Islamitische Jihad of Fatah. 'Jongeren' of 'jongemannen' is dan ook een betere term, terwijl 'kinderen' of het nu gebruikte 'tieners' ze al subtiel als onschuldig neerzet. Overigens heeft Israël een onderzoek naar het incident aangekondigd, maar ook dat werd in de meeste artikelen op internet niet gemeld.
De NOS had een zeer gekleurde reportage waarin het geheel alleen vanuit Palestijns perspectief wordt beschreven: dat gevangenen daar als helden gelden, dat bijna iedere Palestijn wel een familielid heeft dat in de gevangenis zit, etc. Er wordt niks gemeld over de zware misdrijven waarvoor deze mensen worden vastgezet, zoals ook Hamdeya. Ook werd beweerd dat 40% van alle Palestijnse mannen sinds 1967 weleens in de gevangenis heeft gezeten. Dit zou neerkomen op honderdduizenden tot wel een miljoen mannen, een erg onwaarschijnlijk aantal. Dat moeten dan korte bezoekjes zijn geweest, want het aantal Palestijnse gevangenen zal zelden boven de 10.000 zijn gekomen. Jammer dat de NOS, evenals andere media, meestal geen bronnen geeft voor boude beweringen. Bij Palestijnse organisaties circuleren soms nog veel hogere cijfers, die echter nooit op feiten zijn gebaseerd.
Raketten
Kort na de dood van de Palestijnse gevangene werden vanuit de Gazastrook verschillende raketten op Israël afgevuurd, waarvan er een op een kleuterschool terecht kwam, die gelukkig op dat moment leeg was. Die kleuterschool wordt in geen enkel medium genoemd, wel wordt door de meeste nieuwssites vermeld dat de raketten geen schade aanrichtten en er geen slachtoffers vielen. Daardoor lijkt de Israëlische reactie overtrokken, zeker als je afgaat op sommige berichten. Zo spreekt nieuws.nl (ANP) van 'de zwaarste luchtaanvallen van Israël sinds het bestand', en een ander bericht op verschillende sites heeft het over 'het dorp dat door het Israëlische leger onder vuur werd genomen'. Dat is voor een aanval waarbij geen doden en gewonden vielen, en slechts enkele Hamas doelwitten werden bestookt, lichtelijk overdreven. Wat de meeste media ook verzuimden te vermelden, is dat er al eerder raketten waren afgevuurd waarop Israël niet had gereageerd. Zowel de raketaanvallen op Israël als de Israëlische luchtaanval werden gemeld, maar bij de luchtaanval werd vaak pas in de tweede of zelfs derde alinea vermeld dat het een reactie was op raketten vanuit de Gazastrook. Bij zo'n directe reactie zou het logischer zijn er direct bij te zetten, in de kop of de lead-tekst daaronder, dat een dag eerder raketten op Israël waren afgevuurd. De NRC schrijft zelfs heel suggestief: 'Volgens Israël zouden militanten eerder vandaag raketten hebben afgevuurd op Israël.' Met andere woorden: of het waar is, valt nog te bezien. Nieuws.nl is hier overigens wel correct, en meldt zowel in de kop als in de eerste alinea dat de Israëlische luchtaanvallen een reactie zijn op 'raketvuur uit Gaza'. Omgekeerd is dit veel gebruikelijker, zoals in dit artikel op de website van de Telegraaf, onder de kop: "Raketten na Israëlische luchtaanval Gaza".
De NOS had ook hier weer een erg gekleurd audiobericht waarin Monique van Hoogstraten beweert dat Israël het bestand met Hamas van afgelopen november meer dan 100 keer heeft geschonden. Ze noemt onder andere beschietingen en arrestaties van vissers, maar geeft daar verder geen context of uitleg bij. Zo lijkt het alsof Israël zomaar in het wilde weg op Gazanen heeft geschoten, terwijl de kans groot is dat men vooral reageerde op ofwel verdachte zaken of geweld van de andere kant, of explosieven die bij de grens waren neergelegd onklaar maakte. Ook meldt Van Hoogstraten dat er vijf doden zijn gevallen door deze Israëlische schendingen, zonder verder iets over de toedracht te melden. Waren het burgers of strijders? Probeerden ze misschien raketten af te schieten of beraamden ze een aanslag? Probeerde men weer een tunnel onder de grens door te graven? We weten het niet en wederom blijft de indruk hangen dat Israël nodeloos en onterecht geweld gebruikte. Ook zij noemt de luchtaanval vervolgens 'grootschalig' hoewel ze ook aangeeft dat die gericht was op wapenopslagplaatsen en er geen doden of gewonden zijn gevallen.
Voorgenomen bezoek van Erdogan aan Gaza
In diverse media zijn eind maart berichten, voor een groot deel afkomstig van het ANP, gepubliceerd over een voorgenomen bezoek van de Turkse premier Erdogan aan de Gazastrook. De berichtgeving hierover is vooral vanuit Turks perspectief gebracht.
Het bezoek zou volgens Erdogan bijdragen tot het vinden van een oplossing van de Palestijnse kwestie. Houding en visie van hem staan inmiddels bekend als omstreden, maar de aankondiging van dit bezoek was de media nochtans geen aanleiding om Erdogans eenzijdige of zelfs hypocriete houding ten opzichte van Israël onder de loep te nemen. Voor een goed begrip van zaken hadden de media ook Israëls perspectief moeten toelichten, maar dat is achterwege gelaten.
In bijvoorbeeld Het Parool, de Volkskrant en NU.nl wordt melding gemaakt van de Israëlische excuses over de dood van negen Turkse onderdanen op de Mavi Marmara bij het onderscheppen van de door Turken geleide vloot die drie jaar geleden probeerde de legitieme zeeblokkade van Gaza te breken. Het bericht spreekt van een 'aanval op een hulpkonvooi', terwijl het een legitieme blokkade en controle betrof. Er waren bovendien geen hulpgoederen aan boord van het schip waar de doden vielen, en ook weinig op de andere schepen. De activisten hadden het doel om een politiek statement te maken en de blokkade ter discussie te stellen en de activisten op de Mavi Marmara waren lid van een extremistische organisatie die banden heeft met Hamas. Nergens werd vermeld dat Israel had aangeboden de hulpgoederen van de andere schepen na controle in de Gazastrook af te geven, wat door de actievoerders werd geweigerd. Ook werd niet vermeld dat volgens een VN onderzoek en volgens het internationaal recht Israel het recht had een blokkade in te stellen tegen een haar vijandig gezind regime. Dat er bij het enteren van het schip negen doden vielen kwam vanwege het geweld dat de Turkse activisten gebruikten, maar ook dat kreeg nauwelijks aandacht.
In de verslaggeving van o.a. NU.nl, de Telegraaf en Trouw wordt ook nog genoemd dat Gaza in een isolement verkeert waar alleen Israël verantwoordelijk voor wordt gehouden. Trouw en het Parool gaan nog een stapje verder door te stellen dat Israël de 'berooide' Gazastrook 'sinds 2007 vrijwel belegert'. In werkelijkheid houdt niet alleen Israël scherpe controle op wat dagelijks aan goederen de Gazaanse grens overgaat, Egypte doet dat ook en rigoureuzer. Hamasleiders en smokkelaars in de Gazastrook beschuldigen Egypte ervan tientallen tunnels onder de grens onder water te hebben gezet om beter zicht te houden op wie en wat er allemaal Gaza binnenkomt. Bovendien heeft Israël na het incident met de Mavi Marmara de beperkingen van wat er binnen mag verder versoepeld.
Het voorgenomen bezoek van Erdogan aan Gaza is onder Amerikaanse druk voorlopig uitgesteld. Dat is maar goed ook, want het had niets bijgedragen aan vrede en zou wederom een provocatie aan het adres van Israël zijn geweest en een legitimering voor het Hamasregime. Helaas was enige distantie of een kritische noot ten opzichte van Erdogan ver te zoeken terwijl juist Israël excuses maakte voor een zaak die Turkije evenzeer aan te rekenen was.
'Aparte' of speciale buslijnen voor Palestijnen?
De berichtgeving begin maart over nieuwe buslijnen speciaal bestemd voor Palestijnen die in Israël werken, was in vrijwel alle gevallen erg eenzijdig en tendentieus. Onder andere door gebruik van citaatkoppen en (instemmende) citaten van critici werd gesuggereerd dat dit een racistische maatregel is die doet denken aan de apartheid van Zuid-Afrika.
Aanleiding voor de nieuwe buslijnen was het groeiende woon-werk verkeer van Palestijnen die in Israël werken en dagelijks op en neer reizen naar bijv. Tel Aviv. De reguliere Israëlische lijndiensten, die veelal vanaf de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever rijden, raakten overvol. Dit leidde ook tot steeds meer frictie tussen Joodse kolonisten en Palestijnse Arabieren die de bus deelden. Joodse kolonisten hadden geklaagd over de Palestijnse medereizigers waardoor hun veiligheid in het geding zou zijn. Hierin zag het Israëlische ministerie van transport aanleiding om met het initiatief te komen van eigen buslijnen voor de Palestijnse arbeiders, die tevens sneller en goedkoper zijn omdat de nieuwe bussen dichter bij hun woonplaatsen komen en niet de Joodse nederzettingen aandoen. Voorheen moesten ze eerst met dure particuliere busjes naar checkpoints reizen of een heel eind lopen, om daar op de bus te stappen. Wat is dus het probleem, zou je denken? De buschauffeurs van de reguliere bussen mogen Palestijnen niet weigeren maar dit zou in de praktijk wel gebeuren, zeker nu er 'eigen' bussen voor hen zijn. Daarnaast werd het vermeende racisme achter de maatregel breed uitgemeten. Alle berichten hierover lijken op slechts één bron, een artikel in de Haaretz, te zijn gebaseerd.
In de berichtgeving van RTL-nieuws, De Volkskrant en Joop wordt gesproken van 'apartheid' en gesuggereerd dat dit een racistische maatregel is. Joop voegt daar nog de ondertitel `apartheid rukt verder op, busmaatschappij geeft toe aan klachten van kolonisten' aan toe. Daarmee diskwalificeert zij zich als serieuze nieuwssite.
De NOS en Trouw gebruiken beide een zogenaamde citaatkop in hun berichtgeving op de website, waarin de lijnen als racistisch worden bestempeld. Trouw kopt: "'Aparte buslijnen voor Palestijnen is puur racisme'" en de NOS "'Ik wil geen Arabieren in mijn bus'". Trouw tekende uit de mond van een anonieme buschauffeur op dat er controles zouden komen bij checkpoint Ejal. Alle Palestijnen zouden dan de reguliere bus moeten verlaten en hun eigen bus pakken, wat volgens deze bus bestuurder 'pure apartheid' is. Trouw haalt vervolgens Jessica Montell van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Betselem aan , die de aparte buslijnen voor Palestijnen een etnisch- nationalistische scheiding en 'weerzinwekkend' noemde. Je kunt je ergere dingen voorstellen dan extra bussen die sneller en goedkoper zijn dan de oude bussen die vanaf de nederzettingen rijden.
Wanneer willekeurig welk ander land extra buslijnen in zou zetten om het woon-werk verkeer te scheiden van regulier verkeer en de drukte tegen te gaan zou dat de Nederlandse pers waarschijnlijk nooit halen; er gebeuren belangrijkere en schrijnender dingen in de wereld. Maar dit is Israël, en de woorden 'apartheid' of 'racisme' en 'Israël' in een zin kunnen zetten, lijkt een verleiding die maar weinig media tegenwoordig kunnen weerstaan. Dat men zich op slechts één bron baseert druist in tegen de journalistieke regel dat 'één bron géén bron' is. Ook was de wederhoor vrij karig, en werden een hoop beweringen uit de mond van (anonieme) mensen of mensenrechtenactivisten opgetekend. Daarnaast ontbrak concrete informatie. Hoe erg was het probleem? Hoeveel kolonisten klaagden er? Waren er weleens aanslagen geweest op deze buslijnen? Kwam het racisme alleen van de kant van kolonisten of lieten Palestijnen zich even laatdunkend uit over Joden? En hoe vaak zijn Palestijnen uit de reguliere bussen geweerd? De berichtgeving bestond helaas vooral uit beweringen en niet uit feiten en heeft daarmee bijgedragen aan de toch al negatieve beeldvorming rond Israël als land dat zich boven kritiek verheven voelt en er allerlei onacceptabele praktijken op na houdt.
Foutje: 'eerlijke' leraren veroorzaken rel in Israël
Op 11 maart verscheen in diverse media waaronder de VK, Trouw, NUjij en AD een standaard persbericht van ANP/Reuters over een verkeerd verstuurde e-mail die voor ophef zou hebben gezorgd onder leerlingen van een middelbare school in Israël. In die mail stond hoe de docenten écht over hun pupillen dachten. Dat was niet zo fraai en het Excelbestand met de commentaren kwam per ongeluk terecht in de e-mail van de tieners.
Men mag zich afvragen waarom de media dit onzin bericht op hun sites hebben geplaatst. Het bevat geen nieuwswaarde. De Israëlische docenten zullen ongetwijfeld overal ter wereld collega's hebben die precies zo over hun pupillen denken. Maar nu het om fouten gaat die in Israël zijn begaan is het blijkbaar nieuws. Bovendien is het standaardbericht van ANP onvolledig. In werkelijkheid gaat het om een lerares die per ongeluk een mail naar de kinderen had gestuurd waarin de opmerkingen stonden over de leerlingen. De leraren waren bezig een reis naar Polen voor te bespreken om beter voorbereid te zijn op eventuele problemen met leerlingen. Het lijkt dus eerder op een waarschuwingslijst, zodat de leraren wisten met wat voor vlees in de kuip ze op reis zouden gaan en ze beoordeelden de kinderen met het zicht op deze reis.
Palestijns bankbiljet
Half april meldden diverse nieuwssites dat een Palestijns bankbiljet uit 1929 op een veiling 76.000 Euro heeft opgeleverd. Als bron wordt de Arabische zender Al Arabiya genoemd. "Het bankbiljet komt uit de tijd voor de oprichting van de staat Israël in 1948. De Volkenbond, voorloper van de Verenigde Naties, had het bestuur van het mandaatgebied Palestina aan de Britten toevertrouwd." aldus het bericht. Dit lijkt te impliceren dat het bankbiljet door de Britten was uitgegeven, daar zij het bestuur over Palestina hadden. De vraag is waarom dat er niet duidelijker staat, want nu is het bericht nogal verwarrend. Door te spreken van een 'Palestijns bankbiljet' wekt men de suggestie dat er toen een (Arabische) Palestijnse staat of Palestijns bestuur was dat Palestijnse bankbiljetten uitgaf. De naam 'Palestina' verwijst in dit geval echter niet naar een staat of een volk, maar slechts naar een geografische benaming. Palestina was tot 1917 een onbetekenend gebied in het Ottomaanse rijk en er was toen nog geen sprake van een Palestijns-Arabische nationale identiteit. Na de Eerste Wereldoorlog viel het onder Brits bestuur. De Joden die in het gebied leefden heetten voor 1948 Palestijnen, net als de Arabieren, en de Palestine Post was bijvoorbeeld een Joodse krant en de voorloper van de Jerusalem Post. Dit wordt vaak vergeten in het huidige debat, waarin wel de suggestie wordt gewekt dat er vroeger al een Palestijnse staat en volk waren die zomaar door de zionisten werd vernietigd.
Rapporten die kritisch waren over Israël
Zoals altijd zijn er ook in de afgelopen maanden weer de nodige kritische rapporten over Israël verschenen. Ieder kritisch rapport over Israël haalt standaard de media, waarin het dan vaak nog eens verkort en daardoor extra ongenuanceerd wordt weergegeven. De rapporten zelf of de organisaties erachter worden nooit kritisch bejegend, en zelfs wanneer uitspraken of rapporten afkomstig zijn van duidelijk gekleurde of onbetrouwbare bronnen zoals bijvoorbeeld de VN Mensenrechtenraad, of Palestijnse 'mensenrechten'organisaties die een radicaal anti-Israëlisch standpunt innemen, dan wordt daar niks over vermeld. Wat ook opvalt is hoeveel aandacht al die rapporten krijgen. Er worden dagelijks rapporten geschreven door Amnesty, Human Rights Watch, allerlei VN instituties, EU instituties en adviesraden, maar de meeste halen de grote nieuwssites niet. Kritische rapporten over Israël lijken haast per definitie nieuwswaardig.
Nieuws.nl meldt op 12 maart onder de kop 'Israël brengt Palestijnse economie schade toe' dat volgens de Wereldbank 'de kleine Palestijnse economie de laatste twintig jaar is afgebrokkeld.' Eerder echter meldde diezelfde Wereldbank nog een groei van de Palestijnse economie van zo'n 7%. De Israëlische controle posten, het vertraagd overmaken van miljoenen euro's aan belastinginkomsten en het blokkeren van de export vanuit de Gazastrook zouden de Palestijnse economie schade berokkenen. Dat zou goed kunnen, naast andere oorzaken zoals de nog altijd wijdverbreide corruptie. Ook 'een terugval in donorgelden' wordt als oorzaak genoemd, waarbij onvermeld blijft dat de Palestijnen per capita het hoogste percentage hulp ter wereld krijgen. Het kan goed zijn dat het Wereldbank rapport zelf een stuk genuanceerder is, maar door een dergelijke weergave worden we niet veel wijzer, en wordt slechts het vooroordeel bevestigd dat alles wat er bij de Palestijnen niet goed loopt aan Israël te wijten is.
Naast dit rapport was er nog een kritisch rapport van de EU consuls in Oost Jeruzalem en een rapport van UNICEF (dat een paar jaar geleden in het nieuws kwam omdat het een Palestijns jongerenblad steunt, dat een artikel had gepubliceerd waarin Hitler werd geprezen), en een rapport over Israëlische en Palestijnse schoolboeken. Al die rapporten werden volkomen kritiekloos weergegeven. Het rapport over de schoolboeken hebben we bestudeerd. Het bleek zeer onvolledig weergegeven, met de nadruk op de conclusies die de Israëlische positie onderuit halen, iets wat het rapport zelf overigens ook al deed. Bij bestudering van de geanalyseerde teksten kwam een ander beeld naar voren dan de conclusies die de onderzoekers trokken, die nogal politiek correct leken te willen zijn. Op Nieuws.nl meldde het artikel in de tweede alinea: "In hun onderzoek, halen de schrijvers de vaak herhaalde Israëlische klacht onderuit dat in Palestijnse scholen haat tegen Israël wordt gepredikt en geweld wordt verheerlijkt." In feite gebeurt dat niet, want de Palestijnse voorbeelden die in het onderzoek worden gegeven liegen er niet om. De onderzoekers zelf bagatelliseren dit echter in hun conclusies. Het is een zinsnede die sowieso meer past bij een opiniestuk dan een kort nieuwsartikel, en die suggereert dat de schrijver van het artikel het onderzoek heeft gelezen.
Eind februari komen de EU consuls uit Oost-Jeruzalem en Ramallah (eigenlijk de ambassadeurs voor de Palestijnse gebieden) met een zeer kritisch rapport over Israël, waarin men oproept tot sancties vanwege de voortdurende bouw in de nederzettingen. Bijna geen enkel artikel maakt duidelijk dat het hier in feite om Palestijnse ambassadeurs gaat, die zich slechts omringen met Palestijnen en zeer Israëlikritische mensenrechtenorganisaties, die ook bijna uitsluitend uit Palestijnen bestaan. De informatie die deze organisaties en Palestijnse functionarissen geven is vaak niet echt betrouwbaar en al helemaal niet objectief. Toch worden hun conclusies door media klakkeloos overgenomen zonder een enkele kritische kanttekening. De NOS schrijft bijvoorbeeld:
Alleen al in Oost-Jeruzalem zijn in 2012 drie keer zoveel bouwplannen voor joodse bewoners goedgekeurd als in drie jaar ervoor samen. Op dit moment wonen circa 200.000 joodse Israëliërs in Palestijns Oost-Jeruzalem. Er is een bewuste strategie om het percentage Palestijnen in Jeruzalem te verminderen en om de stad fysiek af te sluiten van de Westelijke Jordaanoever, schrijven de consuls.
Er is een grote woningnood in Jeruzalem en daarom wordt er voor zowel Joden als Arabieren flink bijgebouwd. Dat men bewust het aantal Palestijnen wil verminderen klopt dan ook niet, en als Israël dat als doel zou hebben faalt zij daar jammerlijk in. Het is verder een gotspe heel Oost Jeruzalem 'Palestijns' te noemen. Zijn de Klaagmuur, de Joodse wijk in de oude stad en de Olijfberg Palestijns? Joden vormden eind 19e eeuw al een meerderheid in Jeruzalem, toen de stad nog voornamelijk bestond uit de oude stad in wat nu Oost Jeruzalem wordt genoemd. De NOS is hierin niet de enige, en wij blijven ervoor pleiten om de geschiedenis en de werkelijkheid iets minder geweld aan te doen door neutraal van 'Oost Jeruzalem' of 'Jeruzalem ten Oosten van de groene lijn' te spreken. Aan wie dit deel van de stad toebehoort is omstreden, en onderwerp van onderhandelingen tussen de partijen. Daar zou men in nieuwsartikelen geen uitspraak over moeten doen of visie over laten doorschemeren.
In dit stukje ontbreekt enige wederhoor van Israëls kant, en dat geldt eigenlijk voor de meeste artikelen waarin kritiek op Israël wordt besproken. De kritiek, of die nou van een organisatie of zogenaamde mensenrechtenactivisten of ambassadeurs in de Palestijnse gebieden, afkomstig zijn, wordt zonder enig voorbehoud gegeven, meestal zonder enige wederhoor toe te passen of hooguit een kort standaardzinnetje dat Israël de conclusies verwerpt. De lezer krijgt zo ten onrechte het idee dat al die kritiek feitelijk juist is en de soms radicale aanbevelingen terecht zijn. Daarbij worden rapporten of oproepen van pro-Israël organisaties zoals Camera, Honest Reporting of MEMRI nooit vermeld. Dit heeft natuurlijk niks meer met objectieve journalistiek te maken maar alles met partijdigheid en vooringenomenheid. Israël zit per definitie in het beklaagdenbankje, haar critici hebben per definitie gelijk en organisaties die vooral de Palestijnen bekritiseren zijn propagandistisch en onbetrouwbaar.
AIV advies
Half april bracht de Adviesraad voor internationale betrekkingen een advies uit in opdracht van de Eerste Kamer over het Israëlisch-Palestijns conflict en vooral de vraag wat de rol van de EU en in het bijzonder Nederland zou kunnen zijn om een oplossing dichterbij te brengen. Het rapport is uitermate kritisch tegenover Israël en geeft een eenzijdige en soms ook ronduit onjuiste beschrijving van eerdere vredesbesprekingen en vredesplannen. Het stelt o.a. voor om de economische en militaire betrekkingen met Israël te bevriezen of te beperken vanwege de voortdurende bouw in de nederzettingen, extra geld te geven aan de Palestijnen, en zo nodig zelf een vredesconferentie te beleggen. Ook zou Hamas bij vredesbesprekingen betrokken moeten zijn.
In de berichtgeving hierover wordt door de meeste media de felle kritiek op Israël benadrukt. Dat is op zichzelf niet vreemd, want het advies is behoorlijk kritisch. Daarnaast valt op dat ook hier weer nergens enige distantie wordt genomen. Nergens spreekt men zijn verbazing uit over het feit dat deze adviesraad, voorgezeten door ex-minister Korthals-Altes, zo'n scherp advies uitbrengt. Nergens ook verbazing over het feit dat men het internationale recht als leidraad wil nemen, maar tegelijkertijd voorstelt om een beweging die continu het internationale recht schendt en in haar handvest voor genocide pleit, meer te betrekken bij de oplossing van het conflict. Is het niet vreemd dat men de nederzettingen wil boycotten maar de internationale boycot van Hamas juist op wil heffen? Het christelijke Nederlands Dagblad zet de kritiek op Israël wat minder scherp aan en heeft meer aandacht voor de bemiddelende rol die Nederland volgens het AIV zou kunnen spelen, en het Reformatorisch Dagblad geeft ook de voorzichtige kritiek van het rapport op de Palestijnen weer. Wat verder ontbreekt is wat achtergrond informatie over de AIV. Hoe vaak geeft zij advies, en hoeveel gewicht leggen die adviezen in de schaal? Is er eerder onenigheid geweest naar aanleiding van een advies van deze raad?
Labeling producten
De media besteedden in maart ook aandacht aan het besluit van de regering Rutte om producten die uit de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever komen van een speciaal label te voorzien. Consumenten kunnen zo beslissen of ze goederen willen kopen uit zogenaamd 'illegaal bezet gebied'. De berichtgeving legt de nadruk op het feit dat Timmermans vindt dat de producten het label 'uit Israël' niet verdienen omdat de Westoever 'simpelweg niet in Israël ligt'. Volgens hem (en Rutte) hebben Nederlandse consumenten het recht om te weten waar precies de producten vandaan komen. Het gaat dus vooral om eerlijke voorlichting aan de consument, aldus Timmermans. Bovendien komt dit besluit voort uit een EU verklaring uit 2012.
Men wekt echter wel de indruk hier vooral aan te trekken waar het Israël betreft. Als de overheid van mening is dat de consument recht heeft op een eerlijke voorlichting, dan geldt dat ook voor producten uit andere omstreden gebieden, of om producten uit landen die het met de arbeidsomstandigheden niet zo nauw nemen. Israël is niet het enige land dat gebied bezet houdt, economisch exploreert en met de EU associatie overeenkomsten gesloten heeft. Turkije, dat Noord- Cyprus illegaal bezet houdt en Marokko dat de Westelijke Sahara illegaal bezet houdt (Marokkaanse boeren kweken daar o.m. exporttomaten) bevinden zich in dezelfde situatie, maar hun producten worden niet van een apart label voorzien, waar de consument dan ook recht op zou moeten hebben. In Turkije is daarnaast bovendien kinderarbeid geconstateerd bij de pluk van hazelnoten die in onze Duo Penotti belanden. Consumenten moeten op de hoogte gebracht worden van al zulke misstanden via een goede labeling van producten, zodat ze de mogelijkheid hebben om een dergelijk product niet meer te kopen. Hoewel het punt betreffende de omstreden gebieden in enkele Kamervragen aan de orde kwam, bleef dit onderbelicht. De vraag waarom er zoveel moeite wordt gedaan de consument correct voor te lichten over de precieze herkomst van producten uit Israël, terwijl op veel andere gebieden de labeling en de informatie aan de consument te wensen overlaat, werd niet gesteld.
Bovendien zou de belastingbetaler ook wel mogen weten dat er jaarlijks 600 miljoen euro aan subsidiegelden naar de Palestijnse Autoriteit gaan. Daar betaalt de Nederlandse overheid aan mee. Die gelden worden o.a. gebruikt om te worden uitbetaald aan de Palestijnse gevangen. De meeste Nederlandse belastingbetalers zijn zich niet bewust dat zij bijdragen aan de financiering van gevangen genomen Palestijnse terroristen of aan Palestijnse media die oproepen tot geweld tegen Israëlische burgers.
Een praktisch probleem is de vraag welke producten er dan precies op de labels zou horen te staan. De artikelen 23 t/m 26 van verordening nr. 2913/92 van de Europese Raad, die de herkomstaanduiding regelen, vragen namelijk om misverstanden. Volgens deze artikelen hoeft bij de oorsprong van producten als wijn en olijfolie niet het land te worden vermeld, maar slechts de plaats waar ze worden verwerkt tot het eindproduct. Dat is van toepassing op bijvoorbeeld druiven van de bezette Golan hoogte. Als die gebotteld worden op de Golan, dan moet er straks op het etiket staan 'produce from a Golan settlement'. Maar als die wijn in Israël wordt gebotteld, dan dient die wijn volgens de bestaande EU regels als 'produce from Israël' te worden gelabeld. Dit geldt ook voor alle andere producten die in de EU worden ingevoerd, en het zou economische discriminatie zijn voor Israël hierop een uitzondering te maken. Ook dit probleem is niet door de media aangekaart.
Middels deze digitale nieuwsbrief willen wij u informeren over actuele zaken rond de beeldvorming en berichtgeving over Israël en de Palestijnen. Wij maken ons zorgen over de vaak eenzijdig negatieve berichtgeving en spreken media aan op onjuistheden. Eerdere nieuwsbrieven kunt u hier lezen. Op de website van stichting WAAR staan tevens enkele uitvoeriger onderzoeken naar de berichtgeving in de media.
Websites: http://www.waarnet.nl/ http://www.israel-palestina.info/