zaterdag 1 oktober 2016

Abbas schudt Netanyahu de hand op begrafenis Peres


Abbas verscheen op de begrafenis van Shimon Peres, schudde Netanyahu de hand en zou zelfs tranen gelaten hebben om de overledene. Vooral tegenstanders van vredesbesprekingen spraken schande van zijn aanwezigheid: Abbas was namelijk een oorlogsmisdadiger, of Peres was een oorlogsmisdadiger, of Netanyahu was een oorlogsmisdadiger.

Fatah verdedigde de aanwezigheid van Abbas als diplomatieke verplichting en als signaal naar de wereld dat de Palestijnen wel degelijk naar verzoening streven, anders dan de regering Netanyahu beweert. Intussen werd Peres door Fatah en in PA media verguisd.

Dat Abbas enkele tranen liet kan ik me wel voorstellen; met Peres verdwijnt ook een van de prominenste stemmen voor verzoening, die als president nog vrij openlijk de koers van Israels rechtse regering bekritiseerde en in het geheim met Abbas over vrede onderhandelde.

Wouter
______________

Palestinian President Abbas shakes hands with Netanyahu at Peres funeral
Shimon Peres is still bringing people together even after his death; PA President Abbas came to Peres's funeral and shook Israeli PM Netanyahu's hand and spoke briefly; Abbas: 'Long time, long time; PM Netanyahu: 'It's something that I appreciate very much on behalf of our people and on behalf of us.'

Reuters|Published:  30.09.16 , 10:58

Palestinian President Mahmoud Abbas and Israeli Prime Minister Benjamin Netanyahu shook hands and exchanged brief words at the funeral on Friday of Shimon Peres, the former Israeli leader who won international acclaim for peacemaking with the Palestinians.

US President Barack Obama and other world leaders gathered for the burial in Jerusalem's Mount Herzl cemetery, two days after Peres, a former president and premier, died at the age of 93.

Mahmoud Abbas shakes PM Netnayahu's hand at Peres funeral

"Long time, long time," Abbas told Netanyahu and the prime minister's wife Sara, after shaking his hand before the start of the state ceremony.

Welcoming Abbas, as participants recorded the encounter on their cell phones, Netanyahu said of his attendance: "It's something that I appreciate very much on behalf of our people and on behalf of us."
Abbas was given a front-row seat between European Council President Donald Tusk and Hungarian Prime Minister Viktor Orban. Obama briefly greeted the Palestinian leader with a kiss on each cheek before walking down the line to stand next to Netanyahu.

Peres, who died two weeks after a stroke, jointly won a Nobel Prize for his peace efforts with the Palestinians in the 1990s, landmark talks that have failed to achieve a final land-for-peace agreement.

Palestinian President Mahmoud Abbas gets emotional at Shimon Peres's funeral (Photo: Gil Yohanan)

However, with time short between the end of the funeral and the start of the Jewish sabbath at sundown, no plans were announced for any diplomacy on Friday. Obama and Netanyahu, who have had a testy relationship, last held talks on Sept. 21 in New York, on the sidelines of the UN General Assembly.

Peres will be buried in a Jewish religious ceremony, in a plot between two former prime ministers, Yitzhak Rabin and Yitzhak Shamir. Rabin was assassinated by an ultranationalist Israeli in 1995 over the interim peace deals that he and Peres reached with the late Palestinian leader Yasser Arafat.
"A light has gone out," Obama said in a statement after Peres died in a hospital near Tel Aviv on Wednesday, two weeks after suffering a stroke.

Outside Israel's parliament on Thursday, an estimated 50,000 Israelis filed past Peres's flag-draped coffin as it lay in state.

Former US President Bill Clinton, arriving in Israel a day before the burial, visited the plaza in front of parliament to stand, head bowed, in front of Peres's casket.

Mahmoud Abbas with his Palestinian entourage (Photo: Idan Arbel)

Obama was leading a delegation of 33 US officials, including Secretary of State John Kerry and Nancy Pelosi, Democratic leader in the House of Representatives.

Britain's Prince Charles, French President Francois Hollande, Italian Prime Minister Matteo Renzi, Polish President Andrzej Duda, Canadian Prime Minister Justin Trudeau and former British leaders David Cameron and Tony Blair were also on a long list of foreign dignitaries attending the funeral.
Israel laid on heavy security, deploying some 8,000 police and intermittently closing the main highway between Tel Aviv's airport and Jerusalem for Obama's motorcade.

Israeli-Palestinian negotiations have been frozen since 2014 and Netanyahu and Abbas, deeply divided over Jewish settlement on land Palestinians seek for a state and other issues, have not held face-to-face talks since 2010.

donderdag 29 september 2016

Schreeuwerd Appa columnist bij Joop.nl (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/09/29/schreeuwerd-appa-columnist-joop/

 

= IMO Blog = 

Opiniesite Joop.nl, waar mijn laatste twee blogs over gingen, heeft een nieuw dieptepunt bereikt. Naast Peter Edel (die in het boek ‘In de schaduw van de ster’ en in Kleintje Muurkrant de idiootste antisemitische complottheorieën ventileerde) heeft men een tweede antisemiet als columnist aangenomen. Ik kwalificeer onderstaande althans als antisemitisch:

Appa sprak van een ‘moderne holocaust’ in Gaza en van ‘zionistische honden die zijn facebookpagina offline hadden gegooid’. Nederlandse politieke leiders zijn ‘ratten, verraders van het volk’ en ‘hypocriete zwijnen’ die ‘zwijgen over de genocide in Gaza en niet de ballen hebben om tegen de zionisten in te gaan’. Nederland wordt sowieso compleet overheerst door de oppermachtige zionistische lobby, en alleen door meer eenheid te creëren kan die op de knieën worden gedwongen. ‘Antisemitisme is de grootste troefkaart van deze smerige achterbakse laffe en hypocriete zionistische lobby met het CIDI voorop. Esther Stinkvoet, je bent een smerig mens, een akelige heks, een harteloze heks die alles op alles zet om mensen tegen elkaar uit te spelen en antisemitisme te misbruiken. De oprechte Joden kotsen je uit.’ ‘Zionisten, jullie gaan deze strijd verliezen’, ‘de grootste vijand van vrede is het hebberige kapitalistische bloeddorstige regime van het zionisme’. ‘Wij zijn het verzet zoals Hamas het verzet is. Hamas is geen terroristische organisatie, Hamas strijdt voor haar volk en zolang zionisten de Palestijnen uitmoorden hebben de Palestijnen de helden en vrijheidsstrijders van Hamas nodig. Fuck de zionisten, fuck de Talmoed, free your mind, free Palestina!’.

Dit zei hij op een Gaza demonstratie in 2014, en zelf zei hij daar later over dat hij toen een beetje boos was en zijn woorden daarom niet zo zorgvuldig had gekozen. Ook zei hij dat ‘wie goed naar mij luistert hoort dat ik niet op conflict uit ben’. Je meent het. Als alle zionisten en alle mensen die vinden dat Israel bestaansrecht heeft, en alle mensen die kritiek hebben op de islam, weg zijn uit dit land, dan kunnen we bruggen gaan bouwen met de mensen die er net zo over denken als ik, dat is wat hij bedoelt.

Het was uiteraard niet de enige keer dat hij zich nogal ‘ongenuanceerd’ uitliet over joden zionisten. De dag voor de Dodenherdenking twitterde hij o.a.: “Mein Kampf je leest 6 pagina’s en je hebt meteen zin om Joden te vergassen”, “Ik ontken de holocaust” en “De holocaust is een leugen”. Dit was zogenaamd bedoeld om de dubbele maatstaven aan de orde te stellen; de eerste uitspraak was oorspronkelijk van Hans Teeuwen en daarom mag hij het ook. Het verschil tussen een soms nogal grove cabaretier die over iedereen dergelijke ‘grappen’ maakt in de setting van een conference, en een tweet van iemand die bekend staat om zijn haat tegen Israel en steun voor Hamas, is hem ontgaan.

Een jaar na de Gaza oorlog zei Appa op een demonstratie (waarom zou je ook tegen het honderd keer ergere geweld in Syrië demonstreren, en de moord op 5000 Palestijnen door het Syrische regime hekelen?) dat het enige recht van de Palestijnen volgens Israel het recht is “om snel te sterven door de zielloze bombardementen van het terroristische zionistische regime van deze illegale schurkenstaat”. En: “Netanyahu is de grootste oorlogscrimineel van deze tijd”, en noemt hij Israel een “illegaal op het bloed van onschuldige burgers gebouwde staat”.

Wanneer hij op dergelijke nonsens en grove taal wordt aangesproken zegt hij soms dat hij iets te boos en gefrustreerd was en nu wijzer is en zichzelf onder controle heeft. Maar inhoudelijk neemt hij niks terug. Steeds weer ook vergelijkt hij Israel met de nazi’s, en zegt dat Hamas verzet pleegt zoals wij dat in de oorlog tegen de Duitsers deden. Ook beweert hij dat Israel genocide uitvoert tegen de Palestijnen zoals Hitler indertijd deed met de Joden. Ik ben op dergelijke uitspraken eerder al uitgebreid inhoudelijk ingegaan. De vraag is nu vooral wat een medium als Joop bezielt om zo iemand als columnist aan te nemen. Het zijn niet zijn kwaliteiten als schrijver, daarvoor is wat hij schrijft te onbeholpen en inhoudelijk te oppervlakkig en simpel. Hij is een rapper, een schreeuwerd, geen scherpe columnist of zelfs polemist. Het moet dus haast wel om zijn positie gaan, zijn imago als outsider die de stem van de allochtoon vertolkt. Nee, hij is lang niet de eerste allochtone columnist voor Joop. Een snelle blik op de website levert onder andere de volgende namen op: Kno’ledge Cesare, Ferdows Kazemi, Anousha Nzume, Mihai Martoiu Ticu, Karin Amatmoekrim. Ga je naar ‘alle opiniemakers’ dan volgt een lange lijst op alfabetische volgorde van iedereen die weleens voor Joop heeft geschreven of waarvan een stuk is overgenomen. Een aanzienlijk deel van de namen is Arabisch. Dus ook wat dat betreft is hij geen toevoeging.

Het is een trend om schreeuwerds en antizionisten een podium te geven. Dyab Abu Jahjah mocht drie uur lang in Zomergasten los gaan over Israel en wat hem verder allemaal stoort aan onze ‘hypocriete’ maatschappij, waarin de politiek alleen maar doet wat Amerika en Israel willen. Eerder zat hij bij Pauw aan tafel, hij schrijft voor de NRC en het sjieke Belgische De Standaard. Net als Appa bestaat hij het zichzelf een bruggenbouwer te noemen die vrede wil, en net als Appa weigert hij met zionisten te praten en gaat zijn antizionisme geregeld over in antisemitisme. En net als bij Appa neemt menige linkse ruimdenkende intellectueel of opiniemaker zijn visie serieus en vindt die interessant en verfrissend. Er is niks mis mee om ook kennis te nemen van visies die radikaal verschillen van de jouwe, om in een krant of opiniesite die verschillende visies aan bod te laten komen en open de discussie aan te gaan. Zo had de NRC een tijd terug een wisselcolumn waarin o.a. Femke Halsema en Martin Bosma elkaar afwisselden. Dat was een verrassende uitzondering op de regel dat men vooral open staat voor ‘verfrissende’ opvattingen als die van boze allochtonen komen die het westen hypocriet vinden en onze steun aan Israel hekelen.

Joop is zo mogelijk een nog geslotener medium, waar alleen zogenaamde progressieve opiniemakers welkom zijn. Ik zeg zogenaamd omdat ik er weinig progressiefs aan vind om Hamas te steunen, dat in zijn handvest naar de ‘Protocollen van de Wijzen van Zion’ verwijst, en kinderen leert dat het beste dat je in het leven kunt doen het doden van Joden is. De lijst van boze allochtonen die door de kwaliteitsmedia en de VPRO en VARA een podium wordt geboden is veel langer. Het is soms genoeg om te roepen dat Israelische toeristen in elkaar geslagen moeten worden om verzekerd te zijn van een plek bij Pauw. Laat ik duidelijk zijn: ik vind boze autochtonen over het algemeen geen haar beter dan boze allochtonen. De mensen die schuimbekkend schreeuwden ‘hier moet een piemel in’ zijn even afschrikwekkend als de treitervloggers, en de reaguurders van beide kanten houden elkaar qua grof taalgebruik en racisme/antisemitisme behoorlijk in evenwicht. En hoewel er ook mensen tegen de AZC’s bij Pauw zaten, was dit in het kader van een relevant en politiek hot debat, en niet omdat die mening nou zo verfrissend is.

Het is ondenkbaar dat een PVV’er of rechts-extremist drie uur lang in Zomergasten over zijn favoriete tv-programma’s mag praten. De haattaal van een Appa, Abu Jahjah, Abdulkasim Al Jaberi, Youness Ouaali en hoe ze verder allemaal mogen heten wordt te vaak verharmlost en gepresenteerd als pijnlijk omdat het ons zou confronteren met ons ‘white privilege’ en alle vanzelfsprekendheden die daarbij horen. Het equivalent daarvan ter rechterzijde wordt, althans door zich progressief noemende media en opiniemakers, terecht gezien en benoemd voor wat het is: racistische haattaal. Tegelijkertijd wordt ook die via media als GeenStijl en POW uitgebreid aan bod gelaten. In beide gevallen kunnen er best begrijpelijke frustraties onder zitten, en is het nuttig die te kennen en onze ogen er niet voor te sluiten. Maar door zulke mensen steeds een podium te bieden winnen hun ideeën aan invloed. Dit gaat ten koste van die van verstandige, genuanceerde mensen die verstand hebben van het onderwerp waar ze het over hebben.

Appa als columnist bij Joop is een logisch vervolg op een trend die al jaren bezig is: antisemieten die hun boodschap verpakken als antizionisme, anti-kolonialisme, antiracisme en verzet tegen het verdorven Amerika, worden vaak gezien als waardevolle en verfrissende stemmen. En wanneer ze allochtoon zijn en ze daarbij een lulverhaal ophangen over bruggenbouwen en het spreken van de taal van de straat geldt het ook nog eens als emancipatoir. En zo winnen niet alleen bij POW en Geen Stijl maar ook bij Joop de schreeuwerds het van de ratio en de nuance.

Ratna Pelle

 

woensdag 28 september 2016

Shimon Peres, 1923-2016, de laatste van de grondleggers van Israel

 

Vanochtend vroeg overleed Shimon Peres, een van de grondleggers van de staat Israel.

Zoals Mozes nooit het beloofde land heeft mogen betreden, heeft ook Peres geen vrede meer mogen meemaken met de Palestijnse Arabieren en de Arabische wereld als geheel.

Hoewel hij een belangrijke rol speelde in Israels vroege jaren bij het uitbouwen van de militaire verdediging en zelfs de ontwikkeling van kernwapens, werd Israels veiligheid hem later niet toevertrouwd en slaagde hij er als politicus nooit in een verkiezing te winnen. Sinds het Oslo vredesproces zette Peres zich onvermoeibaar in om vrede dichterbij te brengen, als oprichter van de Peres Peace Foundation en later als president van Israel.

 

Zie ook: Biography: Shimon Peres

 

Wouter

_____________

 

 

OBITUARY / Shimon Peres, 1923-2016, the last of Israel's founding fathers

http://www.timesofisrael.com/beloved-abroad-polarizing-at-home-peres-was-the-peace-making-face-of-israel/

Beloved abroad, polarizing at home, Peres was the peace-making face of Israel

Ultimately respected as Israel’s elder statesman, Peres — who was prime minister and president but never won a popular vote — enjoyed a uniquely lengthy and turbulent political career

  September 28, 2016, 5:19 am 

 

 

RELATED TOPICS:  SHIMON PERES

·          

Shimon Peres, one of Israel’s most eminent politicians and the last of the state’s founding generation to wield power, died early Wednesday in Tel Aviv two weeks after suffering a stroke. He was 93.

When he ended his presidency in 2014, Peres was the world’s oldest head of state, and the only person to have served as both Israel’s prime minister and its president. Although his long and illustrious career was full of internal rivalries and professional disappointments — including a leadership ploy that entered the history books as “the stinking maneuver” — in his later decades, Peres became known as Israel’s elder statesman, admired by leaders across the globe and more widely respected at home than at any point in his turbulent political career.

Peres, who never won a popular election — his accession to the presidency in 2007 was a result of a secret ballot among Knesset members — was one of Israel’s most successful, shrewd, divisive and, ultimately, beloved politicians. A man of many stripes — a lifelong Labor leader who defected to the free market center of the Kadima party; a Nobel Peace Prize laureate who, according to foreign sources, gave a scarred and threatened state the ultimate deterrent weapon; and a signatory to the Oslo Accords who years earlier, as defense minister, helped lay the foundations of the settlement movement — he was considered by many to be one of Israel’s strongest assets, an erudite politician unblemished by corruption.

On the international stage he was respected for his conciliatory positions and his unending quest for peace; on Israel’s ideological right, for years, his name was synonymous with naiveté and far worse.

“The Palestinians are our closest neighbors,” he said often. “I am sure they can become our closest friends.”

Peres was the country’s eighth prime minister, serving from September 1984 until October 1986, and again from November 1995 to June 1996 in the immediate aftermath of the assassination of his greatest rival-turned-ally Yitzhak Rabin. In 2007, he became Israel’s ninth president.

Peres served in the Knesset for nearly half a century, from 1959 until 2007, holding virtually all senior ministerial positions over the years. In 1994, he was awarded the Nobel Peace Prize together with Palestinian leader Yasser Arafat and his Labor party colleague, then-prime minister Rabin.

Born in 1923 as Shimon Perski, he grew up in the Polish city of Wołożyn (today Valozhyn, Belarus), which was decimated by the Nazis during the Holocaust. Peres often recalled his grandfather Rabbi Zvi Meltzer, who once took him to the Chofetz Chaim, one of the giants of pre-war Jewry, to receive a blessing.

Peres was raised by his grandfather, who saw him off when he left for Palestine at age 11. “I remember the last words and the order that I heard from his mouth: ‘My boy, always remain a Jew!’” Peres recalled once. The Nazis later locked Peres’s grandfather in the town’s synagogue and burned him alive.

Peres went to school in Tel Aviv and Ben Shemen and later co-founded Kibbutz Alumot, where he worked as a farmer and shepherd.

In 1945, he married Sonya Gelman (who died in 2011). Two years after their wedding, Peres joined the Haganah, the militant Jewish underground organization headed by David Ben-Gurion. Israel’s founding prime minister was Peres’s political mentor and remained his role model until the end of his career. “Ben-Gurion was the greatest of all statesmen; he had a prophetic vision,” Peres said.

“In many ways,” historian and foreign policy analyst Azriel Bermant wrote about Peres in 2012, “he has certainly acted as Ben-Gurion’s successor, combining elements of far-sighted pragmatism and hawkishness throughout his career, even though Peres is often seen as an idealistic, unrealistic dove.”

But of course, there were important differences between the two leaders, Bermant stressed in a review of Peres’s 2012 book on Ben-Gurion. “Peres is the consummate diplomat who has always seemed to care about both domestic and international opinion. Indeed, some might say that he is too concerned these days about the former. One wonders what Peres could have accomplished as he strove to make peace, had he displayed more of Ben-Gurion’s steel and ruthlessness toward domestic rivals.”

In recent years, Peres enjoyed the role of Israel’s elder statesman beyond petty party politics, but the early days of his career looked distinctively different.

In the Haganah, Peres was responsible for manpower and arms and later headed Israel’s navy. After the War of Independence, he became the director of the Defense Ministry’s delegation in the US. In 1953, the then 29-year-old Peres became the ministry’s youngest-ever director-general. In this position, he helped form strategic alliances that would prove crucial to Israel’s survival, and established the country’s nuclear program in Dimona.

In 1959, Peres entered the Knesset for Mapai (the Labor Party’s predecessor) and was appointed deputy defense minister, a position he held until 1965. In 1974, then prime-minister Rabin made Peres his defense minister.

Three years later, Rabin got embroiled in a foreign currency scandal and had to let Peres take over as Labor head and unofficial acting prime minister. Under Peres’s leadership, Israel’s left wing lost power for the first time in the country’s history. The right-wing Likud party’s Menachem Begin became prime minister and Peres headed the opposition. In 1981, Labor lost again. Three years later, the party won the most seats but was unable to form a left-wing coalition. Peres and Likud’s Yitzhak Shamir agreed to a rotation agreement, in which the two leaders alternately served as prime minister and foreign minister. Peres became prime minister for the first time on September 13, 1986.

Shimon Peres, right, with Golda Meir (GPO)

In 1988, Labor lost yet again to Likud’s Shamir, albeit narrowly, and Peres served as vice premier and finance minister in a national unity government. But that unlikely alliance fell apart in 1990 over disagreement about a US-backed plan for peace talks with the Palestinians.

Peres then tried to grab power by staging a political ploy widely known as “the stinking maneuver.”

With the help of the ultra-Orthodox Shas party, Peres’s left-wing bloc successfully filed a no-confidence motion in March 1990, marking the first and, to date, only time a sitting government was ousted by such a measure. Peres was asked to form the government but failed to do so due to opposition from the ultra-Orthodox Degel Hatorah party. The leading ultra-Orthodox rabbi at the time, Eliezer Menachem Schach, famously forbade his followers from entering a coalition with the “pork-eating” left, and so a humiliated Peres was left without a majority.

Rabin, who tried unsuccessfully to unseat Peres as party chair, said that “this bluff and corruptibility which came into the Israeli political life in an attempt to form a narrow government failed not only tactically but also conceptually.”

Shimon Peres meets with Palestinian leader Yasser Arafat in Ramallah, May 14, 1997. (Flash90)

Two years later, Peres lost the Labor leadership to Rabin, who went on to become prime minister and made Peres his foreign minister. In 1993, the Rabin government signed the Oslo Accords with the Palestine Liberation Organization, which won him, Peres and PLO leader Arafat the 1994 Nobel Peace Prize for “their efforts to create peace in the Middle East.”

“We are leaving behind us the era of belligerency and are striding together toward peace,” Peres said in his acceptance speech.

The bitter rivalry between Peres and Rabin lasted almost half a century. It didn’t end with the success of Oslo or another historic peace treaty Israel signed with Jordan in 1994. Indeed, Peres was upset that Rabin marginalized his role in the peace agreement with Amman, feeling that he deserved most of the credit because of his many years of holding secret contacts with Amman.

Shimon Peres lights the cigarette of Yitzhak Rabin, September 16, 1986. (Moshe Shai/Flash90)

“This tension is completely unnecessary,” Labor minister Moshe Shahal said after the cabinet session that approved the peace deal with Jordan. “There is enough room for both of them in history for what they have done and the achievements they have attained.”

Israel’s diplomatic achievements at the time were ascribed to the two Labor leaders working in tandem, despite their personal enmity. “It’s a miracle that this combination exists,” Israeli writer Matti Golan, who chronicled Peres and Rabin’s relationship, opined at the time. “But there is no doubt that without Rabin (the peace initiatives) couldn’t be, and there is no doubt that without Peres it would be impossible, too.”

After Rabin was assassinated in November 1995, Peres became acting prime minister, vowing to continue on the path to peace. He called for new elections, but a series of brutal terror attacks against Israeli civilians right before the elections led the people to focus on security over reconciliation, and narrowly brought to power Likud’s hawkish Benjamin Netanyahu.

In the next Labor government, under Ehud Barak, Peres served in a minor post as regional cooperation minister. After this government collapsed in 2000, Peres ran for president but lost to Moshe Katsav. He then staged a political comeback, becoming foreign minister in a coalition government under Likud hardliner Ariel Sharon. In 2005, he followed Sharon to the newly founded centrist Kadima party, where he stayed until he resigned from the Knesset after being elected president in 2007.

As is customary for the mainly ceremonial position, president Peres abandoned partisan politics and henceforth focused his speeches on the need to achieve peace in the Middle East, the dangers of a nuclear Iran, and the miracle of Israel’s high-tech success. After a stormy career in politics, Peres was no less vigorous in his new, apolitical position, keeping up with a tight schedule that included meetings all over Israel and across the globe.

“I don’t how where he gets the energy from,” one of Peres’s staffers said a few years ago, after her boss had addressed a crowd of senior American communal leaders at 8 in the morning before heading to his next appointment. “Believe me,” she continued, “he’s over 80 and I’m in my 30s, but he has more energy than all of us.”

Indeed, even as an octogenarian, Peres — who received an honorary knighthood from Queen Elizabeth and the Presidential Medal of Freedom from Barack Obama — was indefatigable. In the mid-90s, he was the first Israeli prime minister to have a website and, two decades later, he was still on the cutting edge of technology. In 2012, he released an ultra-hip video showing him shaking hands with world leaders and stars from Hollywood and the world of sports, and playing on his iPad, all the while imploring the viewer to “be my friend for peace.”

“We used to be the people of the book. Now we’ve become the people of the Facebook — much better,” Peres said in the clip. For the video’s background music Peres hired Noy Alooshe, an Israeli journalist and musician who became famous for the “Zenga Zenga” spoof making fun of Muammar Gaddafi.

Even on the very day he suffered from a stroke and was sedated and incubated by his doctors in Tel Aviv’s Tel Hashomer Hospital, Peres published a video clip on Facebook urging Israelis to buy home-made products.

 

In the summer of 2012, as Prime Minister Netanyahu publicly mulled attacking Iran’s nuclear facilities despite opposition from Washington, Peres entered the political fray one last time. Jerusalem cannot “go it alone” in a preemptive strike, he said, sparking a storm of controversy. Likud leaders called Peres’s comments “a gross attack on the elected government’s official policy” and one lawmaker went so far as to suggest Peres be impeached.

But Yitzhak Navon, Israel’s fifth president (1978-83), defended him. “A man like Shimon Peres cannot not speak his mind when he feels the fatefulness of the hour and believes with all his heart that it’s his obligation to exert influence,” Navon said.

Before the 2013 elections, some dovish Israeli politicians and pundits pressured the then 89-year-old to quit the presidency and run once again for the premiership, but Peres refused, saying he was committed to conclude his seven-year term as president. On July 27, 2014, he was succeeded by Reuven Rivlin, whom he had defeated in the presidential elections seven years earlier. But even after six decades of holding political offices, Peres did not retire, continuing tirelessly to call for peace and to defend Israel’s good name in the world.

“We do have a partner. But we have to decide — do we want a partner for peace or a partner for war? I’m speaking about Abu Mazen [PA President Mahmoud Abbas]. He talks about peace, he talks against terror. He doesn’t talk the Zionist language, but I don’t expect him to,” he said in a recent interview.

In December 2015, rumors about his death spread on social media, which Peres, true to form, dispelled on his Facebook page. “I’m continuing with my daily schedule as usual,” he wrote, “to do whatever I can to assist the State of Israel and its citizens.”

On September 13, he suffered from a stroke and was admitted to the Sheba Medical Center in Tel Aviv, where doctors sedated and incubated him. Wishes for his recovery poured in from across the globe, but despite minor improvements in his condition he remained sedated until Tuesday afternoon when his health deteriorated drastically.