– Door Tjalling –
Tijdens zijn langdurige correspondentschap in Israël zag journalist Salomon Bouman de Israëlische maatschappij een gedaanteverwisseling ondergaan. Van een sobere, op socialistische leest geschoeide samenleving, zag hij die veranderen in een steeds meer individualistische en kapitalistische maatschappij. In zijn meest recente boek ‘Israël tussen hoop en vrees’ doet Bouman aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen als correspondent in Israël verslag van de politieke geschiedenis van het land.
Bouman is somber gestemd over de ontwikkeling die hij heeft waargenomen en aan de hand waarvan hij zijn boek ‘Hoop en vrees’ heeft geschreven. Marcel Hulspas schreef er een recensie over op 11 februari in de Volkskrant, maar wel met veel eigen interpretatie. Zo schrijft hij o.a. dat ‘Israël na de Zesdaagse Oorlog in 1967 zijn ideale gedroomde omvang had bereikt en tegelijk ook een bezettingsmacht was geworden’. In werkelijkheid viel er toentertijd voor Israël weinig te dromen. Het land viel weliswaar als eerste aan op 5 juni van dat jaar, maar had daarvoor wel een zeer dringende reden, namelijk om verdere opbouw van een overmacht aan Arabische troepen te voorkomen. Egypte, dat op 22 mei de Straat van Tiran had geblokkeerd voor Israëlische schepen, had al op 27 mei Israël willen aanvallen en zag daar op het laatste moment van af. Israël kon de grootscheepse mobilisatie van haar leger intussen niet meer lang volhouden.
Voorts merkt Hulspas in zijn recensie op ‘dat blijvende vrede alleen maar mogelijk was door het veroverde bezette gebied deels weer over te dragen’. Zo’n gedeeltelijke overdracht is echter bij lange na niet genoeg voor Israëls vijanden. Dit is in het verleden al duidelijk gebleken. Na een conferentie van de leiders van acht Arabische staten werd op 1 september 1967 de Resolutie van Khartoem uitgegeven. Daarin werd eensgezind verklaard: ”Geen vrede met Israël, geen erkenning van Israël, geen onderhandelingen met Israël”. Tegen het einde van dat jaar riep VN resolutie 242 op tot onderhandelingen om te komen tot een permanente vrede en terugtrekking van Israël uit bezette gebieden. Het benadrukte ook het recht van alle staten in de regio op veilige en erkende grenzen (een duidelijke verwijzing naar Israël). Israël accepteerde deze resolutie, maar de Arabische staten niet. Pas na nog een oorlog, de Jom Kippoer Oorlog van 1973 waarbij Israël volkomen verrast werd door haar vijanden, kwam uiteindelijk de Likoed van Begin aan de macht.
In de jaren ’90 begon met de formele erkenning van Israël door de PLO het vredesproces met de Palestijnen, maar door de jaren heen liepen Palestijnse onderhandelaars meermaals weg van de onderhandelingstafel en werd in 2000 het verstrekkende vredesaanbod van premier Ehud Barak op basis van voorstellen van V.S. president Clinton, waarbij zelfs delen van Oost Jeruzalem zouden worden opgegeven, geweigerd door Jasser Arafat.
In de westerse wereld heeft de optimistische sfeer die heerste na de val van de Berlijnse muur, plaats gemaakt voor een meer kapitalistische en rechtsere samenleving met sterke populistische tendensen. De sombere stemming van Bouman komt natuurlijk mee omdat hij van Israël houdt, maar Hulspas had er in zijn recensie niet moeten negeren dat de ontwikkeling binnen de Israëlische samenleving grote raakvlakken heeft met die in de hele westerse wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten