Israël medeschuldig aan slechte imago wereldwijd
In de Israëlische media zijn reclamefilmpjes en advertenties te zien waarin zogenaamd buitenlandse journalisten en nieuwslezers op een grappig-serieuze manier klinkklaar onjuiste informatie over Israël geven, in het Frans, Spaans, en Engels. De kijkers en lezers worden aangesproken: Hebben jullie genoeg van het beeld dat men van ons schetst in de wereld? Jullie kunnen het beeld veranderen. Surf naar het ministerie van Hasbara en de Diaspora, en je krijgt informatie voor juiste hasbara."
"Hasbara" staat voor het informeren over en uitleggen van de (officiële) Israëlische visie op wat er in het land gebeurt. Op de bijbehorende website kun je doorklikken naar onderwerpen als: "Israël in de wereld: mythe tegenover werkelijkheid", "Tips voor de beginnende ambassadeur", en "Israël en de Arabische wereld". Het lijkt alsof Joris Luyendijk gelijk heeft, die in zijn boek "Het zijn net mensen" de pr-activiteiten van Israël als gelikt en effectief afschildert.
Luyendijk heeft half gelijk. Het is allemaal heel mooi vormgegeven en het oogt overtuigend. Toch is het effect natuurlijk nul komma nul. Hoe militair en economisch sterk Israël ook is, het land staat er internationaal qua imago tamelijk tot zeer beroerd voor. Daar kan geen hasbara tegenop.
Er zijn volop Europese, Amerikaanse, Palestijnse, Iraanse en andere verklaringen voor de negatieve manier waarop Israël internationaal wordt neergezet. Mij interesseert vooral de Israëlische kant van het verhaal. Een belangrijke reden voor het sterk haperende of ronduit falende Israëlische pr-beleid is dat dit beleid als het een beleid genoemd kan worden los staat van de rest van het regeringbeleid.
Veel van de hasbara-activiteiten bestaan uit klagen over de oneerlijke journalistieke behandeling die Israël krijgt. Vorige week nog kreeg ik via de mailinglist van de Israëlische ambassade in Den Haag een bericht, in het Engels, waarin op verzoek van de ambassadeur" verwezen wordt naar een artikel van Daniel Seaman, hoofd van zeg maar de Israëlische Rijksvoorlichtingsdienst. Het stuk is feitelijk een tirade tegen buitenlandse journalisten in het algemeen. Wat mij vooral opviel was de titel. Seaman noemt de anti-Israëlhouding in internationale media een elektronische pogrom." Met zulke hysterie schiet je natuurlijk niets op.
Muurvast
In Nederland speelt bovendien mee dat er geen officiële Israëlische woordvoerder is die goed Nederlands spreekt én de Nederlandse mentaliteit perfect aanvoelt. Dat de meeste vrijwillige hasbara-activisten in Israël en daarbuiten zich (zeer) rechts van het zionistische politieke midden bevinden, helpt ook niet echt.
Twee jaar geleden was ik er getuige van dat David Hirsch van de ronduit links-progressieve Britse organisatie Engage, die antizionisme en antisemitisme bestrijdt op een anti-antisemitismeconferentie van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Jeruzalem fel werd aangevallen omdat hij durfde opperen dat er een verband zou kunnen zijn tussen de aanwezigheid van Israël op de Westoever en de slechte pers die het land krijgt.
Dat brengt me bij de belangrijkste reden voor Israëls falende pr: het vredesproces, of wat daarvan resteert, zit muur- en muurvast. Vanzelfsprekend is Israël daar niet alleen schuldig aan, integendeel. Maar zolang het geen enkel positief initiatief neemt, de regering de indruk wekt dat ze de status-quo wel best vindt, en het Israëlische binnenlandse beleid vooral bepaald lijkt te worden door nationalistische en religieuze belangen, kunnen Israëlische en Israël gunstig gezinde professionals en burgers uitleggen en informeren tot ze een ons wegen; het zal weinig uithalen.
Krokodillentranen
Toegegeven, er zijn in de wereld heel veel mensen die nooit een goed woord over Israël zullen willen (laten) horen. Daaronder zitten ongetwijfeld ook talrijke journalisten. Daarnaast kennen veel buitenlandse correspondenten ook sommige Nederlanders niet of nauwelijks Hebreeuws. Daardoor blijven ze verstoken van veel relevante informatie.
Toch kan Israël de schuld niet exclusief bij de buitenlandse pers leggen. De regering maakt het de Israëlhaters onnodig gemakkelijk door geen duidelijk, doelgericht beleid te voeren, of door dingen te doen die gewoon niet verkoopbaar zijn, althans niet aan mensen die niet bij voorbaat Israël steunen.
Als Israël serieus zijn beeld in de wereld wil verbeteren, zullen premier Netanyahu en de zijnen op zijn minst de indruk moeten wekken dat ze een andere, betere werkelijkheid voor Israël en de Palestijnen wensen. Tot het zover is, zal Israël vooral achter de in Beirut, Gaza en Teheran bepaalde feiten blijven aanlopen, en heeft het geweeklaag over het beeld dat van Israël wordt geschetst veel weg van krokodillentranen.
De auteur is historicus en woont in Israël.
Hi Wouter,
BeantwoordenVerwijderenWat ik schreef over Bibi en zijn regering gold in grote mate ook voor vorige regeringen. Op een enkele uitzondering na namen ook die niet of nauwelijks initiatieven die de religieus-nationalistische greep op het conflict ( ik heb het dan over diverse kanten van dat conflict ) verminderden. Ik stel - al jaren - dat Israel mede daardoor de regionale werkelijkheid vooral in Gaza, Beirut, Teheran laat bepalen. We lopen steeds achter de feiten aan, zonder na te denken hoe we zelf de werkelijkheid actief kunnen veranderen. Wellicht zijn de belangrijkste versjteerders niet in Israel te vinden, maar dat mag geen excuus zijn voor Israel om pappen en nathouden - en maar klagen over de boze buitenwereld - als een serieuze politieke optie te kiezen. Wat de huidige regering - i.t.t. de vorige - vanuit PR-oogpunt ook nog eens tegen zich heeft is een minister van buitenlandse zaken als Lieberman. Toen hij aantrad gaf ik hem tegen beter weten in nog het voorbeeld van de twijfel, maar inmiddels heeft hij ongelooflijk huisgehouden. Lees in mijn boek nog maar eens het interview dat ik met Ben Bot had, en je snapt hoe belangrijk een minister van buitenlandse zaken kan zijn. Ik zou graag Maxime Verhagen off the record vragen naar zijn mening over Lieberman en over diens voorganger (voorgangster/-gangeres ;-)).
Wat betreft het gebruik van het woord pogrom. Dat is net zo fout als het misbruik van holocaust-associaties. Wie dergelijke vergelijkingen trekt en analogieen gebruikt heeft geen flauw benul van wat pogroms en de Holocaust zijn en betekenen, en bovendien geen enkel respect voor het belangrijke werk van de Israelische soldaten en veiligheidsdiensten. Het bestaan van Israel en van het Israelische leger zijn an sich al reden genoeg waarom elke vergelijking met wat voor anti-joodse gruwelijkheden van voor 1948 volkomen mank gaan. Doe Ratna mijn hartelijke groeten.