De vorige keer dat Israël zei een oorlog te beginnen omwille van de vrede is alweer een kwart eeuw geleden. De buitenwereld was er destijds allerminst van overtuigd dat 'Operatie Vrede in Galilea' – de Israëlische invasie in Libanon van 1982 – bedoeld was om Israël en de Arabische wereld te verzoenen, en dat gold ook voor veel Israëliërs. Het resultaat was precies tegengesteld: de oorlog maakte de weg vrij voor de desastreuze terugkeer van Arafat naar de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, en voor de dominante rol van Hezbollah in Libanon. De huidige Israëlische operatie in Gaza is echter essentieel voor het creëren van de omstandigheden die uiteindelijk tot een tweestatenoplossing kunnen leiden.
Vijf jaar terreur
De afgelopen twintig jaar zijn de meeste Israëliërs gaan inzien dat de komst van een ooit zo vermaledijde Palestijnse staat noodzakelijk is. Dat is een historische overwinning voor Israëlisch links, dat zich altijd al sterk maakte voor Palestijnse zelfbeschikking. Maar het was vooral een theoretische overwinning, want rechts won het pleit met het praktische argument dat de buitenwereld Israël ondanks al zijn concessies het recht op zelfverdediging zou ontzeggen.
Dat was de les van het mislukken van het vredesproces van Oslo, waar in het najaar van 2000 een eind aan kwam nadat Israël akkoord was gegaan met het voorstel van president Clinton om zich vrijwel geheel uit Oost-Jeruzalem en de Palestijnse gebieden terug te trekken. De Palestijnen reageerden met vijf jaar terreur.
Maar een groot deel van de internationale gemeenschap gaf Israël de schuld van het geweld, en de pogingen van het land zichzelf te verdedigen werden keer op keer veroordeeld. Die ervaring heeft een diepe wond geslagen in de Israëlische ziel.
Sindsdien deinsden de Israëlische leiders ervoor terug maatregelen te nemen die door de VN en de EU zouden worden afgekeurd of zelfs tot sancties tegen de Joodse staat zouden leiden.
Genocidale bedoelingen
Dat had onder meer tot gevolg dat Israël nauwelijks durfde te reageren op de provocaties waarmee Hezbollah na de eenzijdige terugtrekking van Israël uit Libanon in mei 2000 was begonnen. Door die aarzelende houding wist de sjiitische terreurorganisatie een heel raketarsenaal op te bouwen, met de openlijke bedoeling Israëlische steden en dorpen te verwoesten.
Toen Hezbollah die wapens in juli 2006 afvuurde, kreeg Israël het verwijt dat het buitensporig hard terugsloeg. Onder zware druk moest het land de defensieve operaties in Libanon staken en akkoord gaan met een internationale 'vredesmacht', waardoor Hezbollah de kans kreeg een nog grotere wapenvoorraad aan te leggen.
Nu vragen de Israëliërs zich af of de Libanese nachtmerrie zich in de Gazastrook gaat herhalen.
Net als destijds in Libanon heeft Israël zich in 2005 eenzijdig achter de landsgrens met Gaza teruggetrokken, en kreeg het in plaats van veiligheid een regime dat op zijn verwoesting uit was. De duizenden raketten en mortiergranaten die sindsdien op Israëlische woonwijken zijn neergedaald, waren niet alleen een poging om burgers te doden en te terroriseren, maar vormden een regelrecht bewijs van genocidale bedoelingen.
Hypocrisie
Israëliërs uit het hele politieke spectrum waren het erover eens dat de staat het recht en zelfs de plicht had de bevolking te beschermen. Er was maar één vraag: zou de internationale gemeenschap daarmee akkoord gaan?
Die vraag werd urgent in de dagen voor 19 december, toen het broze bestand tussen Israël en Hamas eindigde.
Minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni vloog naar Cairo om de Egyptische leiders met klem te vragen Hamas in te tomen, en premier Olmert bezwoer de kijkers van tv-zender Al-Arabiyah dat Israël niet op een militaire confrontatie uit was. Als Israël zich al buitensporig heeft getoond, dan was het in zijn bereidheid een diplomatieke uitweg uit de crisis te vinden, desnoods ten koste van mensenlevens onder de eigen bevolking.
Toch is Hamas niet veroordeeld door de Veiligheidsraad, die pas bijeen wilde komen toen Israël uiteindelijk toch tot actie overging. De hypocrisie van de VN, en de aanzwellende kritiek op Israël in de media, versterken de Israëlische angst dat al dan niet eenzijdige territoriale concessies de veiligheid van het land alleen maar verder in gevaar zullen brengen.
Angst
Die vrees speelt zeker bij de gedachte aan gedeeltelijke terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever, die binnen schootsafstand ligt van grote steden en industriegebieden.
In de Gazastrook staat veel meer op het spel dan alleen de militaire uitkomst van de Israëlische operatie. Waar het om gaat, is of Israël zijn afschrikkingsvermogen kan herstellen en kan vasthouden aan het principe dat zijn burgers niet ongestraft kunnen worden aangevallen. Zolang ze er niet zeker van zijn dat ze hun huizen en gezinnen na eventuele terugtrekking mogen beschermen, zullen de Israëliërs een tweestatenoplossing terecht als een bedreiging van hun bestaan beschouwen. In theorie zullen ze het wel eens blijven met het linkse idee van vreedzame coëxistentie met hun Palestijnse buren, maar in de praktijk zal de rechtse angst voor Joodse machteloosheid de doorslag geven.
Mokerslag
De crisis in de Gazastrook heeft ook gevolgen voor de onderhandelingen tussen Israël en Syrië. Ook hier speelt dat de Israëliërs geen afstand willen doen van belangrijke strategische gebieden – in dit geval de Golanhoogte – in een internationaal klimaat waarin elke poging tot zelfverdediging als ongerechtvaardigde agressie wordt bestempeld. De aanjagersrol die Syrië bij het conflict in de Gazastrook heeft gespeeld, maakt het Israëlische wantrouwen nog groter. Het kantoor van Hamas in Damascus, dat de bescherming geniet van het regime van Bashir al-Assad, heeft zijn veto uitgesproken over de pogingen van Hamasleiders in Gaza om het bestand te verlengen en erop aangedrongen dat de raketaanvallen zouden worden opgevoerd.
De komende dagen komt het mogelijk tot een Israëlische grondinvasie in Gaza. Israël moet de ruimte krijgen deze operatie af te ronden met een definitieve overwinning op Hamas, want de voortdurende raketaanvallen en grootscheepse wapensmokkel vormen een onhoudbare situatie. Het fiasco van 2006, toen Israël er niet in slaagde Hezbollah in Libanon te vernederen, kan nu worden goedgemaakt door een andere jihadistische marionet van Iran een mokerslag toe te brengen.
En het is misschien ook de laatste kans om de Israëliërs te overtuigen van de levensvatbaarheid van een tweestatenoplossing. Zolang Hamas niet wordt verslagen, komt een verdrag dat zowel tegemoetkomt aan de Palestijnse aspiraties als aan de angsten van Israël niet dichterbij. In de Gazastrook staat niet minder op het spel dan de toekomst van het vredesproces.
Vertaling Cecilia Tabak
© The Wall Street Journal