dinsdag 15 januari 2013

Abbas wijst aanbod van Israël af (IPI)

 
Abbas
 

'Beter dat Palestijnse vluchtelingen sterven dan recht op terugkeer opgeven'

Door Tjalling.

De Palestijnse president Mahmoud Abbas heeft kortgeleden een aanbod van Israël verworpen om Palestijnse vluchtelingen in Syrië toe te staan zich te vestigen op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. De afwijzing van Abbas vloeit voort uit een tactische strategie en blokkeert een reële oplossing voor de Palestijnse slachtoffers van het geweld in Syrië.

Recht op terugkeer

De Palestijnen eisen recht op terugkeer van alle Palestijnse vluchtelingen inclusief hun miljoenen nakomelingen naar Israël en claimen dat dit verankerd is in internationaal recht, zoals bijvoorbeeld VN resolutie 194. Zij baseren zich op de definitie van het begrip vluchteling zoals is vastgesteld door de UNRWA, een organisatie die zich uitsluitend met Palestijnse vluchtelingen bezighoudt. Maar die definitie is omstreden: Volgens de UNRWA worden ook de nakomelingen van Palestijnse vluchtelingen, die in de bezette gebieden of andere landen geboren zijn, als vluchteling beschouwd, wat op dat cruciale punt afwijkt van de definitie die de UNHCR gebruikt en vastgelegd is in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen. In geen andere situatie is de specifieke status verlengd en voortdurend uitgebreid naar volgende generaties over een periode van tientallen jaren. Iedereen komt voor deze vluchtelingenstatus (en steun van de UNRWA) in aanmerking die zelf, of wiens (voor)ouders in mannelijke lijn, tussen juni 1946 en mei 1948 woonachtig was in wat toen Palestina heette, tenzij hij of zijn het staatsburgerschap van een ander land heeft gekregen. Ook dat is een zeer soepele definitie, waar veel tijdelijke arbeidsmigranten uit Egypte, Jordanië en Syrië onder vallen.

Dit zogenaamde 'recht op terugkeer' is niet verankerd in internationaal recht en geldt ook niet voor andere vluchtelingen. Hoewel er vaak naar wordt gestreefd vluchtelingen naar huis te laten terugkeren, is de praktijk dat wanneer vluchtelingen zo langdurig elders wonen zij daar permanent worden gehuisvest en volledige burgerrechten in hun nieuwe landen krijgen. De UNRWA heeft echter niet zoals de UNHCR het mandaat om definitieve huisvesting voor de vluchtelingen of hun nakomelingen te regelen; in afwachting van een oplossing van het conflict met Israël worden ze als het ware gegijzeld in hun vluchtelingschap.

In Nederland vinden velen het onmenselijk vluchtelingen die al tien jaar of langer in Nederland wonen nog eens te laten terugkeren naar het land van herkomst. De overgrote meerderheid van de Palestijnse vluchtelingen is nooit in Palestina geweest en kent het alleen van verhalen van opa of oma. Bovendien zijn ze gevlucht en soms verdreven na een door de Palestijnen zelf begonnen oorlog, die zij hebben verloren.

Resolutie 194 zegt dat die vluchtelingen die in vrede met Israël willen leven, zo snel als mogelijk moeten kunnen terugkeren of compensatie krijgen. Geen enkele Palestijnse vluchtelingenorganisatie erkent echter Israëls bestaansrecht; men wil de situatie van voor 1948 herstellen en de vluchtelingen laten terugkeren naar een Arabisch Palestina. Zij willen niet als minderheid in een Joods Israël leven. Resolutie 194 werd indertijd door de Palestijnen en Arabische staten verworpen, omdat er een impliciete erkenning van Israël uit spreekt. Het is bovendien een Algemene Vergadering resolutie, en daarom geen internationaal recht. Lees hier meer over resolutie 194 en het Palestijnse 'recht op terugkeer'.

Het aantal Palestijnse vluchtelingen volgens de definitie van de UNRWA is gestegen van 711.000 in 1950 tot 5 miljoen nu. Een terugkeer van al deze mensen naar Israël binnen de grenzen van 1967, zou het einde betekenen van de Joodse staat. En daarmee zijn we op het punt gekomen waar het om draait.

Vluchtelingen uit Syrië

Abbas vroeg Israël vorige maand via secretaris-generaal Ban Ki-Moon van de Verenigde Naties toestemming om Palestijnen, die lijden onder het oorlogsgeweld in Syrië, naar de Palestijnse gebieden te mogen halen. Dat was meer dan nodig. Op 16 december bijvoorbeeld kwam het Yarmouk Camp, het grootste Palestijnse kamp van Syrië met zo'n 168.000 inwoners, onder vuur te liggen. Bommen en gevechten zorgden ervoor dat het grootste deel van de bevolking diezelfde dag of de dag erna het kamp ontvluchtte. In totaal zouden inmiddels meer dan 800 Palestijnse vluchtelingen in Syrië zijn omgekomen.

Israël stemde in met het verzoek van Abbas, op voorwaarde dat iedere vluchteling een verklaring ondertekent waarin hij afziet van het vermeende recht op terugkeer naar Israël. Met die voorwaarde ging Abbas echter niet akkoord, en hij zei dat 'het beter is als ze sterven in Syrië dan dat ze hun recht op terugkeer opgeven'.

Het gevolg van Abbas' weigering is dat de Palestijnse inwoners van Syrië klem zijn komen te zitten. Het wordt Palestijnse vluchtelingen namelijk vrijwel onmogelijk gemaakt zich in andere Arabische landen te vestigen. Jordanië bijvoorbeeld zegt zich niet verplicht te voelen de politieke prijs voor de crisis in Syrië te betalen en behandelt Palestijnse vluchtelingen uit Syrië slechter dan andere Syrische vluchtelingen. Het heeft Palestijnse vluchtelingen in een apart kamp geplaatst onder strengere voorwaarden (hun wordt bijvoorbeeld de toegang tot Jordaanse steden ontzegd), en laat inmiddels helemaal geen Palestijnse vluchtelingen meer toe, aldus The Times of Israel, omdat men daarmee Israël in de kaart zou spelen.

Libanon vraagt per twee weken van elke Palestijnse vluchteling 16 dollar verblijfskosten. Voor de vele kinderrijke Palestijnse families is dat onbetaalbaar. In Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon moeten ze bovendien de slechtste woningen huren voor veel geld, terwijl ze nauwelijks werk kunnen krijgen.

Ook in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever zijn en waren Palestijnse vluchtelingen uit Syrië niet welkom. Hamas liet al weten dat een vestiging van Palestijnse vluchtelingen in Gaza het recht op terugkeer naar Israël tegenspreekt en daarom niet acceptabel is, en Abbas was aanvankelijk tegen toelating vanwege een mogelijk op handen zijnde bankroet van de Westelijke Jordaanoever. De door Hamas, Hezbollah en Arabische overheden breed uitgedragen solidariteit met het Palestijnse volk is dus schijnheilig. Als het er echt op aankomt zijn Palestijnen nergens welkom, zelfs niet in hun eigen land.

De weigering van Abbas laat zien wat voor hem het grootste belang is. Dat is de Palestijnse eis op het recht van terugkeer van alle door de UNRWA als vluchtelingen gedefinieerde Palestijnen naar Israël, met als gevolg de ontmanteling van de Joodse staat. Dat dit ten koste gaat van de benarde positie of zelfs het leven van Palestijnse inwoners van Syrië interesseert hem weinig. Palestina is wat hem betreft niet het nieuwe thuisland voor de vluchtelingen, een plek waar Palestijnen van overal ter wereld naartoe kunnen zoals Israël dat was en is voor de Joden. Dit laat opnieuw zien dat Abbas niet oprecht voor een tweestatenoplossing is, gebaseerd op de idee van twee staten voor twee volken zoals de VN al in 1947 voorstelde.

De mainstream van de Nederlandse media heeft weinig aandacht besteed aan deze afwijzing van Abbas. Dat is heel jammer, want daardoor had de weigering van Abbas ontzenuwd of toegelicht kunnen worden als onderdeel van een heel bedenkelijke strategie die het bestaan van een Joodse staat bestrijdt en waar Palestijnen in Syrië de dupe van zijn geworden.


Bronnen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten