http://www.israel-palestina.info/actueel/2014/10/23/oase-van-vrede/
= IMO Blog =
Eergisteren toonde men op TV een sprankje hoop in donkere tijden in het Midden-Oosten. In het dorp Neve Shalom (Arabisch: Wahat al Salam) proberen Joden en Arabieren in Israel samen te leven. Het dorp wordt collectief en gemeenschappelijk bestuurd, met veel nadruk op een gelijkwaardige positie van beide groepen. Er is een school waar Arabisch en Hebreeuws wordt geleerd, een spiritueel centrum en veel aandacht voor elkaars religie en cultuur. Naïef en zweverig, hoor ik sommige lezers al denken. Maar deze mensen bewijzen wel al sinds eind jaren ’70 dat het kan, dat ook een andere wereld mogelijk is, al is het maar op kleine schaal. Een heel imperfecte wereld, dat wel, en een wereld waar in een bepaald opzicht ook helemaal niet zo gelijkwaardig met elkaar wordt omgegaan.
Het werd in de reportage al voorzichtig duidelijk: hoe sympathiek ook, hoe oprecht zowel Joden als Arabieren overkwamen, beiden hekelden toch vooral Israel voor het gebrek aan vrede, het geweld, het racisme. Zo vertelde men op een gegeven moment dat men het over lang niet alles eens is in het dorp, bijvoorbeeld over het Israelische leger. Een bevriend Joods en Arabisch meisje bespreken dit. Het Joodse meisje is in het leger geweest, hoewel ze eigenlijk niet wilde, het Arabische bekritiseert dat, want het is een bezettingsleger en staat haaks op de waarden van Neve Shalom. Hoe kan zij dat verenigen? De Joodse beaamt dat, zegt dat het een innerlijke strijd is voor haar. Nergens komt ter sprake waar dat leger voor nodig is, het Palestijnse geweld, de aanslagen.
In de laatste nieuwsbrief van Neve Shalom komt dit ook aan de orde:
Sinds Boaz zijn zoon Tom verloren heeft in de oorlog, kijkt hij anders aan tegen de rol van het leger. Hij denkt dat Israël een leger nodig heeft omdat het land vijanden heeft, maar niet iedereen in het dorp denkt er zo over, zeker niet de Palestijnen. Het is een dilemma, Boaz noemt het het “Tom dilemma”, waarmee de Joden in het dorp zich geconfronteerd voelen. Als Joodse jonge mensen gaan dienen, bestaat de kans dat ze Palestijnse medeburgers moeten doden.
Voor het verhaal van Boaz stond een uitgebreid verhaal van een Palestijnse vrouw, die het heeft over de ’40% vrouwen’ die in Gaza zijn omgekomen tijdens de Gaza oorlog en ’30% kinderen’. Ze beweert ook: “Zelfs in de Israëlische samenleving, waarin wordt gesproken over feminisme en gelijkheid, is de rol van de vrouw verbannen naar de privésfeer. Zij zijn ervoor om eten te bereiden en voedsel en ondergoed aan de soldaten te sturen”. En ze is gefrustreerd omdat het niet mogelijk zou zijn met mensen buiten het dorp te praten:
Ze merkt dat in persoonlijke relaties omdat ze geen discussie heeft met mensen buiten het dorp. Er is een gebrek aan diversiteit in meningen en dat is geen goede zaak. De Israëlische samenleving is ziek van racisme en fascisme. Er is geen plaats voor andersdenkenden. Maram merkt dat de Israëli’s de Palestijnen niet zien als menselijke wezens, maar als getallen. De Israeli’s zien alleen hun eigen lijden en pijn, ingegeven door de eeuwenlange Joodse geschiedenis zonder de tegenwoordigheid van de Palestijnen onder ogen te zien.
Geen woord over de Palestijnse samenleving, waar vrouwen een stuk minder rechten en mogelijkheden hebben, geen woord over het vele geweld tegen vrouwen in de Palestijnse gebieden, geen woord over Hamas, over haat tegen Joden, homo’s, andersdenkenden… De eenzijdigheid druipt eraf. Terwijl Boaz voorzichtig oppert dat Israel het leger nodig heeft (waar onmiddellijk aan wordt toegevoegd dat niet iedereen er zo over denkt, en dat dat leger Palestijnen doodt), gaat Maram flink tekeer tegen alles wat er in Israel niet deugt zonder een woord over problemen in de Arabische gemeenschap in Israel of de Palestijnse gebieden. Veel mensen die in de nieuwsbrieven aan het woord komen hekelen het Israelische racisme, en ook in de reportage kwam dit naar voren. Een vrouw die workshops geeft, ook buiten het dorp, heeft het over de ‘ontmenselijking van de Palestijnen’ door Israel en over ‘strategieën om de bezetting te beëindigen’ die in ‘Palestina’ worden gebruikt en die men steunt. Ook de discriminatie van Arabieren bij het kopen van land wordt gehekeld. Ook hier weer niks over strategieën om de Palestijnse Jodenhaat te beëindigen of hoe hen kritischer naar het eigen aandeel in het conflict te laten kijken.
Een vrouw vertelt in de reportage dat ‘de meeste Joden alleen aan zichzelf denken en niet aan de beperkingen voor Arabieren die uit de Joodse staat voortkomen’. Tegelijkertijd vertelt men, in nieuwsbrieven en in de reportage, dat de boodschap van vrede en samenleven meer naar buiten gebracht moet worden, maar dat men het moeilijk vindt met mensen van buiten de gemeenschap te praten omdat men daar zo racistisch en militaristisch is.
Het verschil tussen binnen en buiten het dorp is inderdaad groot, want er lijkt bij Neve Shalom nauwelijks begrip te zijn voor Israels soms harde optreden tegen Palestijnse terreur. De Arabieren in het dorp lijken de mening te delen dat Israels leger moet verdwijnen, dat Israel door en door racistisch is en sommigen vinden dat Israel als Joodse staat niet zou mogen bestaan. Onder de Joden lijkt de mening wat diverser, maar ook hier overheerst (harde) kritiek. Ik vind het dan niet zo gek dat mensen buiten het dorp nogal defensief reageren. Maram hekelt ‘het gebrek aan meningen’ buiten het dorp en gaat maar helemaal geen discussies meer aan. Maar de mensen buiten het dorp hebben geen zin om door de Marams van het dorp als enge fascisten te worden weggezet omdat ze achter Israels optreden tegen Hamas in de Gazastrook staan of checkpoints noodzakelijk achten. Er zijn van beide kanten vooroordelen en negatieve stereotypen. Want als je enig begrip toont, blijkt iemand die achter Netanyahu staat wellicht toch mee te vallen en als je begrip toont voor Maram haar gevoel van vervreemding in Israel, neemt ze waarschijnlijk ook gas terug. Het is pas mogelijk om echt in kontakt te komen met mensen van buiten de gemeenschap wanneer je bereid bent je voor hen open te stellen en jezelf niet beter voor te doen dan zij. Zozeer de mensen in het dorp proberen zich voor elkaar open te stellen en elkaar in hun waarde te laten, zo weinig lijkt men bereid een brug te slaan naar de Israelische maatschappij.
Ratna Pelle
Geen opmerkingen:
Een reactie posten