maandag 7 mei 2012

Petitie Dodenherdenking Vorden - een verslag (IPI)

 
 

   VORDEN – Op internet is tijdens de eerste dagen van mei dit jaar een petitie gehouden tegen het betrekken van gevallen Duitse soldaten bij de plaatselijke dodenherdenking op de algemene begraafplaats in Vorden. De petitie werd opgezet door leden die zijn verbonden aan de Facebookgroep `Like for Israel Nederland Vlaanderen' en had als doel om de burgemeester en het plaatselijke comité 4 en 5 mei er op te attenderen dat de vierde mei geen geschikte datum is om ook Duitse soldaten daarop te herdenken. Ik was afgelopen vrijdag op de begraafplaats van Vorden aanwezig toen één van de initiatiefnemers, Erik Veldhuizen, de petitie aanbood aan burgemeester Aalderink van de Gemeente Bronckhorst, waarin Vorden ligt, en aan de heer Hartelman van het plaatselijke comité 4 en 5 mei.

Om 13.00 uur werden we aan de ingang van de begraafplaats bij Vorden opgewacht door burgemeester Aalderink en de heer Hartelman. De ontvangst was hartelijk. De burgemeester liep ietsje te gehaast met ons over de begraafplaats. Hij had die middag een strak schema, maar wist desondanks zijn visie goed toe te lichten. Het was naar zijn mening een misverstand dat het lopen langs de Duitse graven onderdeel zou zijn van de officiële Vordense dodenherdenking. Die zou worden gehouden bij de plaats waar 22 Engelse soldaten liggen begraven. Het Vordense mannenkoor zou daarbij twee hymnen zingen, gevolgd door het Wilhelmus waarna de officiële herdenking zou worden afgesloten. Daarna konden deelnemers zelf bepalen of ze ook nog langs de graven van de Duitse soldaten wilden lopen. Naderhand is uit de berichtgeving over de herdenking op de Vordense begraafplaats gebleken dat heel veel mensen dat ook hebben gedaan. Er liggen daar tien gevallen Duitse soldaten. De burgemeester benadrukte dat twee daarvan gedeserteerd zouden hebben en daarop de doodstraf hadden gekregen. Dat moge dan zo zijn, hij vertelde me niet wat die soldaten, in dienst van een foute regime, hadden uitgespookt voordat ze deserteerden.

De heer Hartelman vond dat nu de tijd was gekomen om met nuance te kijken naar het herdenken. Hij vertelde zich sterk verbonden te voelen met het Jodendom maar dat niet verhinderen mocht om ook oog voor ander menselijk leed te hebben. Ik kreeg de sterke indruk dat beide heren, door alle kritiek die op hen af was gekomen, zich onterecht bejegend voelden. Ze hadden het allemaal echt goed bedoeld en begrepen de commotie die was ontstaan dan ook beslist niet. Ik wees de burgemeester op het feit dat er met name bij Joden en ook binnen kringen van het voormalige verzet, nog heel veel pijn en verdriet is. Op die opmerking ging hij niet in, wat erg jammer was. Hier nu juist ligt de cruciale fout, die hij samen met het Vordense comité had gemaakt. Een burgemeester is in dienst van de -lokale- overheid en had zich daarom van te voren moeten realiseren dat de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog met name voor de Joden heel traumatisch zijn en de comités 4 en 5 mei moeten erop toezien dat tijdens de vierde mei een periode in de geschiedenis wordt herdacht die nooit weg gerelativeerd kan worden. Ik zei daarom tegen de burgemeester dat de vierde mei als datum niet geschikt is om stil te staan bij gesneuvelde Duitse soldaten. Dit werd wel door de burgemeester opgepakt. Hij herhaalde, ietsje geïrriteerd, dat het lopen langs de Duitse graven buiten de officiële plechtigheid viel. Op dat moment kwam de pers ertussen. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met het vak journalistiek om de standpunten van de betrokken partijen tegenover elkaar te plaatsen. Ik hoorde namelijk iemand van Nieuwsuur opmerken dat zij, hij bedoelde de leden van de Facebookgroep, het gebaar van verzoening vanuit Vorden afwezen. Dat was beslist niet de bedoeling en ik heb als reactie daarop duidelijk gezegd dat zeker mensen die verbonden zijn met Israël, of sympathiek staan tegenover dat land, positief tegenover verzoening staan maar s v p niet op 4 mei. Bovendien is de relatie tussen Nederland en Duitsland goed, juist ook omdat men in Duitsland heel goed met het verleden omgaat. Overigens vind ik het vreemd dat als mensen bezwaar maken tegen het betrekken van Duitse gevallenen bij de dodenherdenking op 4 mei, ze er meteen van worden beticht onverzoenlijkheid te zijn. Hun bezwaren hebben immers meer dan gegronde redenen.

Aalderink en Hartelman werden voor de camera geïnterviewd en ook Erik kreeg daartoe de gelegenheid, zie Nieuwsuur (vanaf 5:30, Erik vanaf 6:50) en Hart van Nederland (begin). De toelichting die Erik voor de camera heeft gehouden kreeg in de reportage van Nieuwsuur de functie van spiegeling aan datgene wat de heer Hartelman voor de camera ter berde had gebracht. Chapeau voor Erik, die op zijn beurt terecht wees op het verdriet van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun ouders hadden verloren.

Uit de berichtgeving in de media over de herdenking in Vorden blijkt achteraf dat de plechtigheid zelf rustig is verlopen, en dat opvallend veel deelnemers aan die herdenking na het afsluiten van het officiële deel langs de graven van de Duitse soldaten hebben gelopen. Misschien is dit laatste een blik in de toekomst. Vorden is niet de enigste plaats waar aan het z.g. nieuwe herdenken vorm wordt gegeven. Daarmee wordt bedoeld het traditionele vriend/vijandsbeeld te nuanceren en het zwart wit denken te vervagen. Voor wat betreft het herdenken op 4 mei is dit een gevaarlijk hellend vlak. Op 4 mei wordt met name stil gestaan bij alle verschrikkingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gebeurd. Het is één grote periode van strijd is geweest waarin met bijna bovenmenselijke kracht en moed een regime werd verslagen wat onnoemelijk veel leed heeft gebracht voor met name de Joden. Deze oorlog, die ook de vernietiging inhield van het oude Europese Jodendom mag nooit verworden tot een symbool.

Tj T

Geen opmerkingen:

Een reactie posten