vrijdag 23 maart 2012

Onderzoek naar berichtgeving over Gaza escalatie

 

Israel: 12 Points , Israel-Palestina.Info en stichting WAAR

Gepubliceerd: vrijdag 23-3-2012

Zie het volledige onderzoek hier.


In dit onderzoek is de berichtgeving van De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw en het NOS journaal over de recente escalatie rond de Gazastrook en Zuid-Israël (10-17 maart) bekeken en beoordeeld op evenwichtigheid. Ons viel op dat er in de berichten die we spontaan tegenkwamen erg weinig aandacht was voor de achtergronden van de escalatie en voor het aantal raketten dat op Israël werd afgevuurd en hun impact. We hebben een aantal zaken op een rijtje gezet waarvan we meenden dat die van belang zijn voor een goed begrip van wat er gaande was en een evenwichtige berichtgeving, zoals de reden dat Israël op vrijdag 9 maart twee leden van de Volksverzetscomités (PRC's) doodde, het feit dat er ook daarvoor al raketten op Israël werden afgevuurd, hoe snel werd in het artikel duidelijk dat de Palestijnse slachtoffers vooral strijders waren, werd in de kop geweld van beide kanten genoemd, werd duidelijk dat Israël verschillende maatregelen nam om doden aan haar kant te voorkomen en de raketten ondanks het geringe aantal Israëlische slachtoffers veel impact hadden op het leven voor een miljoen mensen?

Uit de artikelen op zowel de websites van de verschillende kranten als de papieren edities en de berichten en geluid- en videofragmenten op de website van de NOS kwam een behoorlijk onevenwichtig beeld naar voren. Men ging veelal voorbij aan het Israëlische leed en de voortdurende angst waarin een miljoen mensen leven. Ook het feit dat Israël de scholen in dit gebied gesloten hield en de afgelopen jaren veel heeft geïnvesteerd in schuilkelders en een goed maar duur raketafweersysteem bleef onvermeld, met uitzondering van de papieren editie van de Volkskrant en enkele geluidsfragmenten van de NOS.

In de berichtgeving lag sterk de nadruk op de doden en gewonden aan Palestijnse kant, en het feit dat er in Israël slechts enkele gewonden vielen. Soms werd dat contrast nog vergroot door toe te voegen dat de Palestijnse raketten weinig schade aanrichtten in Israël. Pas later in de artikelen werd (soms impliciet) gemeld dat de meeste (en de eerste dagen alle) doden aan Palestijnse kant strijders waren. De escalatie begon nadat Israël twee leden van de Volksverzetscomités had gedood, die volgens Israëlische inlichtingen bezig waren met een grote aanslag op Israël. Dat laatste werd echter vaak niet genoemd. Andere doden waren vooral leden van de Islamitische Jihad die op weg waren raketten af te vuren, of in of nabij raketlanceerinstallaties en wapenopslagplaatsen aanwezig waren. In plaats van op het verschil in doden aan beide kanten te wijzen had men ook de nadruk kunnen leggen op het verschil in intentie: de meer dan 300 vanuit Gaza afgevuurde raketten waren zonder uitzondering bedoeld om maximale schade aan te richten en zoveel mogelijk slachtoffers te maken, terwijl Israël juist probeert om zowel aan eigen kant als bij de Palestijnen onschuldige slachtoffers te vermijden. Terwijl de Islamitische Jihad (net als Hamas) opereert vanuit burgergebied en raketten in de nabijheid van huizen en scholen afschiet, doet Israël er alles aan de eigen bevolking te beschermen. Al deze zaken bleven onderbelicht, zodat alleen de simpele rekensom: 25 doden tegenover 8 gewonden overbleef. Alsof de moraliteit van beide partijen kan worden afgemeten aan het aantal slachtoffers dat men had te betreuren.

De berichten op de websites zijn het meest gekleurd. Er wordt nauwelijks enige achtergrond informatie gegeven zodat een en ander gereduceerd wordt tot het aantal doden en gewonden aan beide kanten. Daarbij meldden de koppen bijna uitsluitend Israëlisch geweld, evenals de foto's. Het aantal raketten op Israël wordt veel minder vaak genoemd dan het aantal Palestijnen dat door Israël werd gedood, en het werd vaak niet of pas in de laatste alinea duidelijk dat de gedode Palestijnen voornamelijk strijders waren. De berichten op de websites waren vaak afkomstig van het persbureau ANP, en vaak was hetzelfde bericht op vele websites geplaatst. Het is daarom bijzonder kwalijk dat juist het ANP zulke slechte en gekleurde artikelen aflevert.

Van de kranten besteedde de Volkskrant de meeste aandacht aan het conflict, met zeven artikelen online en nog eens vier in de papieren krant. De Volkskrant bood tevens de meeste achtergrond, met een interview met een Palestijnse strijder en een stukje van de Israëlische ambassadeur. De NRC had drie artikelen in de papieren krant en vier online en Trouw had zeven artikelen online en weinig in de papieren krant. Bij De Volkskrant is er een duidelijk verschil tussen de artikelen online die van de persbureaus afkomstig waren en kort en gekleurd waren en de eigen berichtgeving in de papieren krant die veel evenwichtiger is. Bij de NRC zijn juist de online berichten nog relatief evenwichtig, vergeleken met zowel de eigen papieren krant als met de ANP berichten die Trouw en de Volkskrant online plaatsten. NRC gaat in de papieren krant weliswaar iets dieper op de zaak in maar dat leidt niet tot evenwichtigere berichtgeving. Ook bij de NOS is er een duidelijk verschil tussen de geschreven artikelen op de website en vooral de geluidsfragmenten, waarin meestal de correspondente aan het woord kwam.

Naast omissies en selectieve berichtgeving waren er ook enkele feitelijke onjuistheden. Zo meldden NOS, Trouw en VK dat er sinds het einde van de Gaza oorlog een staakt het vuren was en dat Hamas dat ook nakwam. Er werden echter de afgelopen maanden geregeld raketten op Israël afgevuurd en ook Hamas heeft na de Gaza oorlog meermaals raketten afgevuurd. Ook zijn er vorig jaar aanslagen geweest in onder andere Eilat en verijdelt Israël ook nog steeds aanslagen.

Alle media meldden ook de dood van een tienerjongen door Israël op 12 maart. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij door Israël is gedood, zoals blijkt uit het verslag van een AFP verslaggever die ter plekke was.

Zowel NRC als De Volkskrant hadden op hun websites een verkeerd foto-onderschrift dat later stilzwijgend gecorrigeerd werd, waarschijnlijk na klachten van lezers: de NRC meldde daarbij dat Israël 200 raketten op de Gazastrook had afgevuurd, wat natuurlijk andersom moest zijn, terwijl De Volkskrant meldde dat een raket van het Iron Dome raketafweersysteem 'op de Gazastrook afgevuurd' werd, terwijl het natuurlijk een uit Gaza afkomstige raket probeerde te onderscheppen. Beide fouten zetten Israël negatief neer.

Hoewel men in de berichtgeving het onderscheid tussen burgers en strijders vaak niet maakte, lijkt dit wel een reden dat de berichtgeving over deze escalatie niet prominenter werd gebracht. De kranten maakten er geen voorpagina nieuws van en de NOS had alleen een paar korte berichten in de TV journaals, zonder reportages. Ook de internationale veroordelingen die Israël bij dergelijke escalaties doorgaans ten deel vallen bleven grotendeels uit. Terecht eiste het zo veel extremere dagelijkse bloedbad in Syrië meer aandacht op. Desondanks is de berichtgeving, vooral het aantal berichten op de websites van Trouw en de Volkskrant, toch wat buitenproportioneel te noemen.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten