Een kritische bespreking van de recensie van NRC Handelsblad van dit boek van ex-journalist Hans Moll.
----------------
Hoe de nuance verdween uit NRC Handelsblad
IMO Blog, 2011
Ik heb al eerder aandacht besteed aan Hans Moll en zijn boek 'Hoe de nuance verdween uit een kwaliteitsblad'. Dit boek is op 23 september ook besproken in NRC Handelsblad zelf, en - dat spreekt voor de NRC - daarvoor heeft men iemand van buiten de krant gevraagd. Peter Vasterman is universitair docent aan de UVA, een universiteit met een sterk anti-Israelisch klimaat. Maar goed, laten we zien wat hij te zeggen heeft over het boek van Hans Moll.
Vasterman begint met de algemene observatie dat het Midden-Oosten een journalistiek mijnenveld is en journalisten van beide kanten het verwijt krijgen partijdig te zijn. Dat wisten we al. Vervolgens schrijft hij:
Dat geeft te denken: wanneer is de berichtgeving tendentieus, vooringenomen en eenzijdig? Wat zijn de effecten van woorden als de 'bezette gebieden', 'illegale nederzettingen', 'bloedige terreurdaden', 'extremistische fundamentalisten', 'kolonisten', om nog maar niet te spreken van het bekende 'veiligheidshek'? Woorden activeren achterliggende betekenissen, maar de manier waarop de lezer of kijker deze decodeert hangt af van zijn of haar referentiekader. Om die reden kan hetzelfde Journaalitem voor de ene kijker juist bewijzen dat het NOS Journaal te negatief is over de Palestijnen, terwijl de ander vindt dat Israël er juist bekaaid vanaf komt.
Dat klopt, maar dat is wel erg vrijblijvend. Anja Meulenbelt zal ieder item waarin niet van 'de wrede Israelische bezetter' wordt gesproken en waarin ook maar een enkele kritische noot naar de Palestijnen zit al te pro-Israel vinden, maar dat wil niet zeggen dat die kritiek net zo terecht is als een genuanceerd betoog dat men cruciale informatie van Israels kant heeft weggelaten. Je kunt dus wel degelijk per geval een gefundeerd oordeel geven. Maar belangrijker hier vind ik dat Vasterman een aantal termen opsomt die in zijn ogen tendentieus of vooringenomen kunnen overkomen, maar de krant gebruikt wel 'illegale nederzettingen' 'bezette gebieden' en 'kolonisten' terwijl ik 'bloedige terreurdaden' en 'extremistische fundamentalisten', niet ben tegengekomen, althans niet om Palestijnen aan te duiden. Woorden met een dergelijke negatieve lading worden alleen gebruikt ten nadele van Israel.
Hij schrijft vervolgens:
Ook veel onderzoek naar berichtgeving is gebaseerd op één centraal paradigma waarin de 'werkelijkheid' van het conflict is vastgelegd.
Alles wat vervolgens in de berichtgeving afwijkt van dat paradigma, geldt dan als 'tendentieus', 'partijdig', of 'niet objectief'. Als de media schrijven dat de Israëliërs een 'vergeldingsactie' uitvoeren vanwege 'raketbeschietingen' vanuit Gaza, is dat pro-Israël omdat de context ontbreekt. Want waar zijn die raketten ook weer een antwoord op? Op de bezetting natuurlijk. Omgekeerd, als Palestijnse vissers niet meer ver de zee opmogen, ontbreekt de context dat Israël dat doet om wapensmokkel te voorkomen. En dat is dus weer pro-Palestijns. Inderdaad een mijnenveld, ook voor onderzoekers.
Dit is me wederom iets te simpel. Wanneer men schrijft dat Israel een vergeldingsactie uitvoert vanwege raketbeschietingen op Gaza, is dat in mijn ogen pro-Palestijns wanneer men vervolgens de vergeldingactie uitgebreid beschrijft terwijl de raketbeschietingen alleen kort in algemene zin worden genoemd. In de kop legt de NRC ook vaak erg de nadruk op het Israelische geweld, en soms lezen we pas in de derde of vierde alinea dat er raketbeschietingen aan dat geweld voorafgingen. Dat de raketbeschietingen een logisch gevolg zijn van de bezetting vind ik nou weer gekleurd, namelijk een interpretatie en geen feit (je suggereert daarmee dat het logisch is dat Palestijnen op de bezetting reageren met raketbeschietingen maar dat is niet zo; er zijn ook tijden geweest dat er geen raketbeschietingen waren en er zijn legio bezettingen waarbij de bezette bevolking geen of nauwelijks geweld gebruikt). Bovendien is Gaza helemaal niet meer bezet. Er zit nog maar één soldaat - opgesloten en al vijf jaar verstoken van daglicht. Er zit een door de Palestijnen gekozen regering, geen door 'bezettingsmacht' Israel aangestelde regering (dat is wel de definitie van een bezetting). Dat het lastig is te bepalen wanneer hoeveel context nodig is, ben ik overigens wel met hem eens.
Vasterman haalt Moll aan waar die stelt dat de negatieve berichtgeving in de media leidt tot anti-Joodse incidenten, en stelt dat Moll daarmee 'de toon heeft gezet' en zelf niet objectief is omdat hij uit gaat van het paradigma dat Israel zich moet verdedigen tegen vijanden die op zijn vernietiging uit zijn. Dat is - wederom - wat te makkelijk. De stelling dat er een verband is tussen de berichtgeving en anti-Joodse incidenten vind ik niet vreemd, al is hij inderdaad niet te bewijzen. Het algehele anti-Israel klimaat draagt zeker bij aan anti-Joodse incidenten, en daar spelen de media een rol in. De rol van NRC Handelsblad alleen is daarbij natuurlijk beperkt, en ik heb er ook al op gewezen dat Marokkaanse jongeren waarschijnlijk de NRC niet lezen. Maar onder artikelen over Israel op de website van de NRC staan ook geregeld tegen antisemitisme aanleunende reacties - over de macht van de Joodse lobby, dat de Joden nu de Palestijnen aandoen wat hun is aangedaan en wel een toontje lager mogen zingen, dat Israel het debat gijzelt door slim in te spelen op schuldgevoelens over de Holocaust - je kent het wel. Moll heeft het misschien iets te scherp gesteld, maar het was goed geweest als Vasterman iets serieuzer op de verantwoordelijkheid van de media in een dergelijk gevoelig en geëscaleerd debat was ingegaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten