Het is een van de vele leugens over Israel: Arabieren zouden er geen grond kunnen kopen, Joden wel, en dat is een van de bewijzen dat we hier met een rasechte Apartheidsstaat te maken zouden hebben, die onmiddellijk geboycot dient te worden. Antizionisten blijven deze leugen verspreiden, en vaak krijgt de andere kant geen kans in de media om uit te leggen hoe het wel zit. Hieronder staat het allemaal duidelijk uitgelegd.
RP
------------
Grondeigendom in Israël, Lucas Catherine verspreidt foute info
http://joodsactueel.be/2011/06/10/grondeigendom-in-israel-lucas-catherine-foute-info/
Vrijdag 10 Juni 2011 14:53
Naar aanleiding van zijn publicatie ‘de Israël Lobby’, haalt auteur Lucas Catherine een aantal oude clichés en leugens uit de doos. Eén ervan kan je hier lezen, op de webstite van deredactie.be waar Catherine schrijft …zelfs de Palestijnse staatsburgers van Israël (een vijfde van de bevolking) worden op velerlei manieren structureel gediscrimineerd. Zo hebben zij geen toegang tot 93% van de grond dat uitsluitend toebehoord aan héél het Joodse Volk.
Dit is een manifeste onwaarheid! Joods Actueel is niet geïnteresseerd in debatten over de motivatie van de Israël-bashers, wel in het correct weergeven van de feiten. Onwaarheden moeten dan ook fel worden weerlegd aan de hand van de ware feiten. Daarom brengen wij hier een artikel dat eerder verscheen in Joods Actueel magazine in 2009 en het fabeltje hierboven hopelijk voorgoed op de vuilnisbelt doet belanden.
Grondeigendom in Israël
Onder de loep: door Savasorda
Grond en het vluchtelingenprobleem vormen samen de kern van het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Tegenstanders van Israël slaan ons in de media voortdurend om de oren met cijfers over het land in Israël. “In Israël is 93,5% van het land voor de Joden gereserveerd, dus is het land erger dan Zuid-Afrika onder het Apartheidsregime, waar ‘slechts’ 87% van het territorium voor de blanken gereserveerd was”… Deze stelling leest men in heel wat artikels van extreemlinkse activisten zoals de drie Ludo’s (De Brabander, Abicht en De Witte), en hoort men keer op keer tijdens de “Palestina debatten”. Hoog tijd voor Savasorda om op zoek te gaan hoe het landbezit in Israël nu echt in mekaar zit.
Geschiedenis: de deelnemers aan het vijfde Zionistisch Congres (1901) wilden het ontstaan van een thuisland voor de Joden concreet vorm geven. Daarom werd een stichting opgericht, het Joods Nationaal Fonds. Doel ervan was wereldwijd geld in te zamelen om systematisch gronden te kopen in Palestina. Palestina was op dat ogenblik een gebied in de uithoek van het Turkse (Ottomaanse) rijk. Zo werd een lange termijn project op het getouw gezet, waarbij stap na stap kibboetsen en andere Joodse nederzettingen opgericht werden. Het project kreeg in 1948 zijn bekroning met de stichting van de onafhankelijke staat Israël. De gronden werden aan de nieuwe staat overgedragen met in acht name van de principes van het internationaal recht terzake. Na de mislukte invasie door de Arabische buurlanden, nam de Israëlische overheid daarop ook de gronden, die achtergelaten waren door Arabische vluchtelingen, in bezit.
Ter vergelijking: na de nederlaag van Nazi-Duitsland in 1945 werden in een aantal Oost-Europese landen miljoenen “etnische Duitsers” verdreven, hoewel sommigen daar al honderden jaren woonden. De overheden van onder meer Polen, Tsjecho-Slowakije en de Sovjet-Unie namen daarop hun bezittingen in beslag, zonder noemenswaardig protest ooit. De verdreven vluchtelingen integreerden geruisloos in de nieuwe Duitse samenleving, die zich na de oorlog in sneltreinvaart ontwikkelde. Hetzelfde geschiedde in Polen waar de Poolse burgers die door de Sovjets verjaagd werden zich gedeeltelijk in de huizen en op de terreinen van de verjaagde Duitsers konden vestigen.
De ‘Israel Land Adminstration’ (ILA)
In 1960 werd een “basiswet over het landbezit in Israël” aangenomen waardoor land niet verkocht zou worden maar verpacht (geleased) voor een periode van 99 jaar. Het Joods Nationaal Fonds bleef eigenaar van zijn gronden maar gaf het beheer ervan uit handen aan een nieuwe organisatie, de Israël Land Administratie (ILA).
Op dit moment is 79,5% van het totale landoppervlak eigendom van de overheid, 14% is eigendom van het Joods Nationaal Fonds, de overige 6,5% is in handen van privé eigenaars (zowel Joden als Arabieren). Het ILA beheert en verpacht bijgevolg 93,5% van het grondbezit.
In “Het zionisme: een racistische en kolonialistische ideologie met machtige Westerse beschermheren”, Uitpers nr.99, juni 2008, schreef (de onlangs overleden) Wim de Neuter om zijn stelling te bewijzen het volgende: “In Israël is 92% van de grond in handen van de zionistische staat, de Zionistische Wereldorganisatie of individuele Joden.(…) De Israëlische wetgeving beschouwt Joodse grondeigendom als onvervreemdbare eigendom van het Joodse volk waar niet meer aan getornd kan worden. Palestijnen in Israël en in de bezette gebieden is het verboden om grond te kopen”.
Zijn uitspraak is bijzonder misleidend omdat de grond evenmin aan Joodse Israëli’s verkocht kan worden! Want sinds 1960 gaat het niet meer om verkoop maar om verpachting. Het foute cijfer (92% i.p.v. 93,5%) wijst op slordigheid. De verkeerde conclusie getuigt echter ofwel van kwade wil ofwel van een gebrek aan kennis: houdingen die beiden niet thuishoren in een goede journalistieke praktijk.
Dat er niet aan de wetgeving getornd kan worden klopt evenmin. In 1997 werden een aantal hervormingen gestemd om een gedeelte van de grond te privatiseren, vooral in het noorden en het zuiden van Israël. Likoed, de partij van Benjamin Netanyahou heeft trouwens als belangrijk programmapunt het privatiseren van grond voor huisvesting en een hervorming van de ILA.
(zie kader)
Uit het verkiezingsprogramma van de Likoedpartij
Likoed wil een verregaande hervorming van de ILA en de planningscommissies. Een doorgedreven privatisering van de huisvestingssector zal volgens Likoed een economische groei van 2% op jaarbasis veroorzaken, voldoende om de gevolgen van de financiële crisis weg te werken. Dit zou moeten samengaan met grootschalige infrastructuurwerken zoals snelwegen en spoorlijnen om de mobiliteit te verbeteren. Dat zou op korte tijd de druk op de woningmarkt in de grote centrumsteden aanzienlijk moeten verlichten.
Voor wie is het land beschikbaar?
Het staatsland is via de ILA beschikbaar voor alle Israëlische staatsburgers. Dat ook de Arabische Israëli’s hierop aanspraak kunnen maken is niet alleen in theorie juist, maar wordt ook door de feiten bevestigd. Een voorbeeld: in Opper-Nazareth leeft een gemengd Joods-Arabische bevolking, alle gronden, zowel van Joden als Arabieren worden er verpacht door de ILA.
In sommige gevallen verkrijgen Arabische Israëli’s zelfs gunstiger voorwaarden dan Joodse staatsburgers. In een nieuwe Joodse gemeente in de nabijheid van Bersheva werd bouwgrond voor $24.000 geleasd. Bedouinenfamilies uit het naburige Rahat konden bouwgrond met een gelijkaardige oppervlakte voor $150 leasen. In een ander geval wilde een Joodse burger land pachten in een nieuw opgerichte Bedouinengemeente tegen dezelfde gunsttarieven. De ILA weigerde hierop in te gaan. De zaak werd beslecht voor de rechtbank: de zaak Avitan vs Israel Land Administration (HC 528/88). Het Hooggerechtshof oordeelde dat het gelijkheidsprincipe niet geschonden werd omdat er sprake was van positieve discriminatie ten voordele van de (kansarme) Bedouinen.
Bovendien zijn er geen beperkingen bij het verwerven van de 6,5 % privé grond. Die kan niet alleen aan Joodse en Arabische Israëli’s verkocht worden, maar ook aan wie geen Israëlisch staatsburger is of aan buitenlanders, zelfs uit Arabische landen. Voormalig Israëlisch minister van Huisvesting, Meir Porush verklaarde hierover: “De Palestijnse Autoriteit moedigt welstellende Palestijnen aan om grond te kopen op het grondgebied van Israël. Het betreft Palestijnen die vertrouwd zijn met de immobiliën sector en die vanuit hun kantoren in Londen jacht maken op grond en vastgoed in Jeruzalem, via agenten en makelaars uit Ramallah”. (Yediot Ahranot, 03/01/1997).
Voor de 14 % grond die eigendom is van het JNF gelden wel beperkingen. Deze grond is volgens de statuten van het JNF bedoeld voor de vestiging van Joden. Want laten we niet vergeten, het gaat hier om geld ingezameld van Joodse mensen over de hele wereld, specifiek om grond in Israël op te kopen om andere Joden te helpen huisvesten. M.a.w. het JNF is een privé-initiatief waarvan de beheerders zelf kunnen beslissen wat er met het land gebeurt. De beperkingen op JNF grond zegt dat land niet verpacht wordt aan Arabieren voor de gebruikelijke 99 jaar maar dat de leasetermijn elk jaar wordt herzien. Maar ook dit kan perfect zonder problemen; grond van het JNF in de Besorvallei (Wadi Shallaleh) nabij kibboets Re’em wordt op jaarbasis aan Bedouinen verpacht als weiland voor hun kuddes, en dat al vele jaren lang.
Toch is niet iedereen in Israël blij met deze situatie. Het Israëlische Oppergerechtshof heeft de Staat verboden om nog overeenkomsten te sluiten met het Joods Nationaal Fonds die zouden kunnen uitmonden in discriminatie ten nadele van niet-Joodse staatsburgers. Want een officieel orgaan als het ILA, moet zich zo neutraal mogelijk opstellen, ook al beheert het grond van de JNF.
Maar in de praktijk zijn er ook vaak creatieve oplossingen. Zo zijn er veel gevallen bekend waarbij grond voor huisvesting van eigenaar verandert om aan Arabische Israëli’s te kunnen leasen. Daarbij draagt het JNF de grond over aan de overheid in ruil voor andere grond.
Besluit
De kwestie van het grondbezit in Israël is geen eenvoudige zaak en wordt in het maatschappelijk debat heel vaak verkeerd voorgesteld om Israël te beschuldigen. Dit stuk heeft aangetoond hoe de zaken wel zitten en de conclusie is de volgende, 86% van de grond in Israël (d.i. privé grondbezit en land van de staat) is voor alle Israëli’s beschikbaar, ongeacht hun religie. Voor 14% van het grondgebied (dat bezit is van een privé organisatie) gelden aparte regels die in de praktijk vaak worden omzeild. Belangrijkste element bij dit alles is dat Arabische Israëli’s niet bij wet gediscrimineerd worden en dezelfde rechten genieten als Joodse inwoners. Tot grote spijt van Wim de Neuter en co. die anders beweren…
Om af te sluiten nog dit. Terwijl in het Westen grondbezit gezien wordt als een individueel recht, los van enige godsdienstige of filosofische overtuiging, beschouwt de islam grondbezit als een collectief recht dat uit de godsdienst voortvloeit. Eens een gebied geïslamiseerd werd dan moet dit zo blijven. Deze opvatting komt duidelijk tot uiting in het handvest van Hamas, maar heeft een veel bredere draagkracht. Ook binnen de “gematigde” Fatah dat de controle heeft over de Westbank leeft die opvatting. In 1997 voerde de Palestijnse Autoriteit een vroegere Jordaanse wet (1973) in, om de verkoop van gronden op de Westbank aan de “bezetters” te verbieden. Verkoop van land aan de “bezetter” wordt beschouwd als hoogverraad, waarop de maximumstraf staat (d.i. de doodstraf). Op zijn minst vier Palestijnen werden hiervoor ter dood gebracht, een andere Palestijn kon ontsnappen met de hulp van de Israëli’s. Dergelijke wetten druisen in tegen de bepalingen van de Oslo-akkoorden en de internationale verklaring van de mensenrechten en tonen aan dat wat de Israëli’s verweten wordt (niet klopt) maar wel aan Palestijnse kant gebeurt. De wereld op zijn kop… maar dat plaatje kennen we al langer.
Getekend, Savasorda
Savasorda is het pseudoniem van een kleine groep medewerkers van Joods Actueel. Savasorda (“Hoofd van de wacht”) was een Joods-Spaanse geleerde, volledige naam Abraham bar Hiyya Ha-Nasi, leefde in Barcelona en was DE persoon die voor het eerst de volledige oplossingen van de tweede-graadsvergelijkingen naar Europa bracht. Hij vervolledigde daardoor de werken van de griek Diophantes en vooral van de Oezbeek al-Chwarizmi die de negatieve wortels, reeds bekend door de Hindoes, zelf niet ontdekt had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten