vrijdag 6 mei 2011

Minister Rosenthal deelt zorgen over Israel boycot activiteiten

 
In de afgelopen vijf jaar heeft het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken minstens tien miljoen euro gegeven aan organisaties die een boycott van Israel steunen of aan organisaties die Israels bestaansrecht betwisten, zo wees een onderzoek van CIDI uit.

Het onderzoek, dat drie maanden geleden aangeboden werd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal, toonde aan dat deze organisaties daarbovenop minstens vijf miljoen euro kregen van organisaties die door de Nederlandse overheid gefinancierd worden. Het gaat hierbij voornamelijk om Palestijnse en Nederlandse NGO's, zoals NDC (NGO Development Center) op de Westoever en ICCO, Oxfam Novib, Cordaid en IKV Pax Christi in Nederland.

Het CIDI heeft al eerder aangetoond dat subsidiegeld voor ontwikkelingssamenwerking werd misbruikt voor anti-Israel activiteiten, maar ex-minister Koenders vond dat nooit een probleem.

Dit zijn natuurlijk ook bezuinigingen met economische oorzaken, die niet met het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken te maken hebben. CIDI heeft echter reden om aan te nemen dat de bezuinigingen in grote mate het gevolg zijn van de publieke discussies de afgelopen maanden over de afwezige verantwoordingsplicht van organisaties die actief zijn in de Palestijnse gebieden. CIDI merkt verder op dat ICCO's weigering om zich te verantwoorden, die zij uitspraken in een persbericht van 13 januari, direct effect heeft gehad op de beslissingen van Nederlandse beleidsmakers.

Dat is volgens mij niet helemaal waar. Het kabinet was vanaf het begin van plan te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Men kijkt ook extra kritisch naar subsidies voor 'linksige' organisaties op allerlei gebied. Ikzelf ben blij dat er eindelijk wat wordt gedaan aan de financiering door de overheid van de anti-Israel hetze, maar wil ook benadrukken dat Oxfam-Novib en andere organisaties voor het merendeel projecten in de werkelijke derde wereld steunen en uitvoeren en daarmee daadwerkelijk de allerarmsten helpen. Zij doen daarbij niet zozeer aan noodhulp maar helpen mensen om zelfredzaam te worden en helpen met de (op)bouw van noodzakelijke voorzieningen. Van mij hoeft daarop in het geheel niet bezuinigd te worden, en het geld dat tot nu toe ging naar anti-Israel campagnes zou ook de derde wereld ten goede moeten komen.
 
Vijfentwintig verschillende Palestijnse en Israelische organisaties die direct of indirect subsidie van de Nederlandse overheid ontvangen, werden in het rapport onder de loep genomen. Daarnaast werden de activiteiten bekeken van zes Nederlandse NGO's die Nederlandse financiering ontvangen en daarmee pro-boycott groeperingen steunen. Omdat er weinig transparantie is bij de onderzochte NGO's, vermoedt het CIDI dat de bevindingen slechts het topje van de ijsberg laten zien en dat er veel meer geld van de Nederlandse belastingbetaler gebruikt wordt voor activiteiten die in directe tegenstelling staan tot het beleid van de Nederlandse regering en die een vrede afwijzen die uitgaat van de erkenning van Israel als staat voor het Joodse volk.
 
RP
---------

Minister Rosenthal 'deelt zorgen over BDS-activiteiten'

wo 04-05-2011

Rapport: 15 miljoen Nederlands geld naar Palestijnse anti-Israel organisaties

In de afgelopen vijf jaar heeft het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken minstens tien miljoen euro gegeven aan organisaties die een boycott van Israel steunen of aan organisaties die Israels bestaansrecht betwisten, zo wees een onderzoek van CIDI uit.

Het onderzoek, dat drie maanden geleden aangeboden werd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal, toonde aan dat deze organisaties daarbovenop minstens vijf miljoen euro kregen van organisaties die door de Nederlandse overheid gefinancierd worden. Het gaat hierbij voornamelijk om Palestijnse en Nederlandse NGO's, zoals NDC (NGO Development Center) op de Westoever en ICCO, Oxfam Novib, Cordaid en IKV Pax Christi in Nederland.

Rosenthal waardeerde het dat CIDI het probleem onder de aandacht van het ministerie bracht. "Laat ik voorop stellen dat ik uw zorgen omtrent de zogeheten 'Boycott, Divestment and Sanctions' (BDS) activiteiten deel," schreef Rosenthal aan CIDI's directeur Ronny Naftaniel in april. Hij voegde er aan toe dat de zaak besproken was met NDC en andere Palestijnse en Israelische partners, maar ook met functionarissen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Scherp voor ogen

Op 22 maart jl. sprak Ronny Naftaniel met ambtenaren van de afdeling Noord Afrika en Midden Oosten van het ministerie om de bevindingen van het rapport door te nemen. "Het departement, de Nederlandse ambassade in Tel Aviv en de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah hebben de politieke gevoeligheden die verbonden zijn aan de subsidiering van NGO's die opereren in Israel en de Palestijnse Gebieden scherp voor ogen," voegde Rosenthal daaraan toe. "Een zorgvuldige afweging van subsidieverzoeken blijft noodzakelijk. Indien blijkt dat organisaties handelen tegen het Nederlands buitenlands beleid in dan wordt direct geïntervenieerd".

De laatste paar maanden is het CIDI opgevallen dat NGO's die actief zijn in het Midden-Oosten in vergelijking tot voorgaande jaren steeds meer verantwoording afleggen over de besteding van subsidies. Deze trend, die zichtbaar werd in de weken die volgden op de verspreiding van het rapport, uitte zich door een korting van 42 procent op de fnanciering voor Cordaid. Op 24 februari kondigden Oxfam Novib en ICCO aan dat ook hun organisaties verwachtten dat hun subsidies gekort zouden worden.

Verantwoordingsplicht

Dit zijn natuurlijk ook bezuinigingen met economische oorzaken, die niet met het beleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken te maken hebben. CIDI heeft echter reden om aan te nemen dat de bezuinigingen in grote mate het gevolg zijn van de publieke discussies de afgelopen maanden over de afwezige verantwoordingsplicht van organisaties die actief zijn in de Palestijnse gebieden. CIDI merkt verder op dat ICCO's weigering om zich te verantwoorden, die zij uitspraken in een persbericht van 13 januari, direct effect heeft gehad op de beslissingen van Nederlandse beleidsmakers.

Het vijftien pagina's tellende CIDI rapport baseerde zich op rapporten van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse zaken en de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah en op de budgetrapportages van de organisaties zelf. Het CIDI rapport toonde onder andere aan dat een van de Palestijnse NGO's, Badil, antisemitisme propageerde en aanmoedigde. Badil ontving $100.000 van een grotere Palestijnse NGO, genaamd NDC. NDC wordt zelf zwaar gesubsidieerd door de Nederlandse overheid: sinds 2008 heeft Den Haag niet minder dan acht miljoen dollar aan NDC gegeven. In het kader van een cartoonwedstrijd in mei 2010 gaf Badil, dat een Israel boycott voorstaat, $600 aan Ashraf Ahmad Ghareeb, de tekenaar van de antisemitische cartoon hierboven. Na de publicatie van het CIDI rapport, haalde Badil de cartoon van haar website.

Topje van de ijsberg

Vijfentwintig verschillende Palestijnse en Israelische organisaties die direct of indirect subsidie van de Nederlandse overheid ontvangen, werden in het rapport onder de loep genomen. Daarnaast werden de activiteiten bekeken van zes Nederlandse NGO's die Nederlandse financiering ontvangen en daarmee pro-boycott groeperingen steunen. Omdat er weinig transparantie is bij de onderzochte NGO's, vermoedt het CIDI dat de bevindingen slechts het topje van de ijsberg laten zien en dat er veel meer geld van de Nederlandse belastingbetaler gebruikt wordt voor activiteiten die in directe tegenstelling staan tot het beleid van de Nederlandse regering en die een vrede afwijzen die uitgaat van de erkenning van Israel als staat voor het Joodse volk.

Het CIDI rapport besteedde extra aandacht aan een Nederlands project met de misleidende naam Plant een Olijfboom. Het onderzoek toonde aan dat het project, dat gesubsidieerd wordt door Cordaid, ICCO en Pax Christi, in werkelijkheid geleid wordt door een Palestijnse organisatie met de naam JAI, dat meedoet aan het plannen van een boycott van Israel. Uit het onderzoek bleek dat ICCO niet alleen het kantoor van Plant een Olijfboom in Utrecht had opgezet, maar ook de website en mogelijk ook het salaris betaald van de coordinator, die actief betrokken is bij het promoten van een Israel boycott in Nederland.

Ook naar andere EU-landen

Het CIDI rapport heeft gebruik gemaakt van informatie van NGO Monitor en andere experts. Bij het opstellen van het rapport bleek dat door Nederland gesubsidieerde organisaties die een boycot van Israel voorstaan of zelfs Israels bestaansrecht betwisten, ook door andere Europese landen gefinancieerd worden. Het gaat hierbij voornamelijk om Noorwegen, Denemarken, Zweden en Zwitserland. Het CIDI zal daarom het onderzoek ook aanbieden aan functionarissen in die landen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten