In De Pers wordt weer even wat psychologie van de koude grond op het Israelisch-Palestijns conflict losgelaten:
"Juist een uitzichtloze situatie maakt dat een kleine minderheid bereid is de strijd aan te gaan, met alle middelen."
Aldus een artikel over een onderzoek waarop de Groningse psychologe Elanor Kamans deze week promoveert. Dit zou indruizen tegen de algemene wijsheid:
Het lijkt zo voor de hand te liggen: wie zijn tegenstander onder de duim wil houden, moet hem volstrekt machteloos maken. Denk aan de Israëlische politiek tegenover de Palestijnen.
Dat veel volken en onderdrukte groeperingen heel wat machtelozer en in een uitzichtlozere situatie zitten dan de Palestijnen wordt even vergeten. Israel maakt de Palestijnen niet volstrekt machteloos, maar heeft ze sinds het Oslo vredesproces juist allerlei concessies gedaan. Mede daardoor was de tweede intifada mogelijk, want onder een totale militaire bezetting is het natuurlijk niet mogelijk om meerder keren per week grote aanslagen te plegen waarbij tientallen burgers omkomen. Daar was een uitgebreide terroristische infrastructuur voor nodig, en die ontwikkel je niet onder de neus van het Israelische leger. De Israelische politiek van de laatste jaren kenmerkt zich door het weghalen van checkpoints, stimuleren van de Palestijnse economie en het doen van vredesvoorstellen (Olmert 2008) en concessies (terugtrekking Gaza, gedeeltelijke bouwstop). Het kan wellicht meer en beter, maar dat is wat anders dan je tegenstander 'volstrekt machteloos' maken. Daarnaast hebben de Palestijnen de morele steun van zowat de hele wereld, wordt Israel internationaal (met name in de VN) gediscrimineerd en geisoleerd en zijn zij het best gesubsidieerde volk ter wereld. Dus er is voor hen geen reden om zich volstrekt machteloos te voelen.
Vervolgens komt men ter zake:
Kamans ontwierp een experiment waarin een groep te horen kreeg dat zij bijna geen kans maakte om nog te winnen. Een andere groep kreeg te horen dat zij weliswaar machteloos was, maar dat er nog wat uit viel te slepen. Kamans: 'Als een situatie niet uitzichtloos is, is een groep geneigd zich constructief op te stellen. Veel meer dan de groep die nauwelijks kans op succes heeft, zijn zij bereid het gesprek aan te gaan. Wat wel wrang is, is dat een machtige groep die zich aangevallen voelt, juist geneigd is minder constructief te zijn. Wat je ziet is dat machtige groepen zich vijandiger gaan gedragen.'
Interessant. Ik denk dat de Palestijnse leiders ervan uitgaan dat er nog veel meer uit te slepen is dan wat bijvoorbeeld Barak en Olmert hen aanboden. Zij weigeren te onderhandelen niet uit machteloosheid maar omdat zij denken er later meer uit te kunnen slepen, wanneer Israel nog meer geisoleerd is internationaal en als paria wordt beschouwd.
Ik vraag me ook af in hoeverre het onderzoek rekening heeft gehouden met allerlei factoren zoals religie en vijandbeelden die al decennia bestaan en in stand worden gehouden. Dat een machtige groep die zich aangevallen voelt zich vijandig gaat gedragen is overigens niet erg verwonderlijk. Als je de macht hebt en dan toch aangevallen wordt dan wil je die macht kunnen gebruiken om terug te slaan. Israel is wat dit betreft behoorlijk terughoudend; andere landen slaan veel dispropotioneler en meedogenlozer terug na een aanval, zoals bijvoorbeeld Rusland in Tsjetsjenië.
RP
Geen opmerkingen:
Een reactie posten