maandag 28 juni 2010

Kromme antisemitisme-redeneringen van minister Hirsch Ballin?

 
De daadkracht van minister van justitie Hirsch Ballin om het groeiende antisemitisme in Nederland aan te pakken laat volgens IsraNed nogal te wensen over. Opvallend is dat volgens hetzelfde IsraNed Ronald van Raak van de SP het probleem van antisemitisme wel serieus neemt. Het vooral Fortuinistisch-Wilderiaanse cliché dat 'de linkse kerk' alle moslim-misstanden met de mantel der liefde toedekt en met theekransjes wil bezweren, en Joden en andere Nederlanders uit de 'joods-christelijke-traditie' alleen uit rechtse hoek op bescherming kunnen rekenen, gaat dus niet altijd op?
 
Of het iets betekent en wat kan ik niet uitmaken, maar opvallend is wel dat Hirsch Ballin zelf Joodse voorouders heeft (van Nassau nog wel). Een verklaring ligt wellicht hierin verscholen:
 
Waarom zou je het makkelijk doen als het politiek correct en moeilijk kan?

Niet om een lans te breken voor Hirsch Ballin, maar ik kan zeker navoelen dat met name mensen met een Joodse afstamming (zie ook bv. Job Cohen) sterk hechten aan 'politieke correctheid', een wat uit de gratie geraakte term die echter bedoeld is om stigmatisering en discriminatie van minderheden en andere kwetsbare groepen tegen te gaan.
 
Wouter uit de linkse hoek (met dank aan Ratna)
______________________
 
De kromme antisemitisme-redeneringen van minister Hirsch Ballin
 
 
Voor wie het niet gevolgd heeft en voor wie het niet kan volgen: donderdag debatteerde de Tweede Kamer over antisemitisme. Er was een kamerbrede meerderheid voor moties die aandrongen op vereenvoudigen van aangiftes, drempels verlagen, registratie verbeteren zodat er zicht komt op het probleem, en het verhogen van de pakkans voor daders van antisemitisme op straat (oa lokjoden). Heel bemoedigend tot zover. Mensen zullen eerder aangifte doen als er een pakkans is en daders in spe bedenken zich dan hopelijk tweemaal.
 
Maar toen kwam onze demissionaire minister Hirsch Ballin van Justitie aan het woord. Een ouderwetse idealist, die zijn beleid wil afstemmen op een ideale maatschappij: hij weigert antisemitisme te 'verbijzonderen'. Daarmee negeert hij problemen in de verre van ideale werkelijkheid, maar dat praat hij goed met een kluwen van kromme redeneringen.

De minister geeft toe dat er nul cijfers bekend zijn van de politie. Die registreert alle vormen van discriminatie op 1 hoop, blijkbaar met dezelfde filosofie als van de minister. Cijfers over antisemitisme zijn daar niet uit te halen. De minister geeft ook toe dat sommige incidenten bijv. als mishandeling worden geregistreerd en dat niet te zien is als het motief antisemitisme was. Niettemin wil Hirsch Ballin niet dat het apart geregistreerd gaat worden: er wordt gewerkt aan betere software. Waarom zou je het makkelijk doen als het politiek correct en moeilijk kan?

De minister erkent dat heel veel incidenten niet worden gemeld. Dat komt omdat slachtoffers daarvan geen resultaat meer verwachten, nare ervaringen niet willen herleven, en aan schelden e.d. gewend zijn geraakt. Niettemin wil HB het doen van aangiftes niet gebruikersvriendelijker maken. Zijn oplossing: mensen moeten gewoon wel altijd aangifte doen, ook als dader niet bekend is en de politie niets met die aangifte gaat doen. (Niet eens herkenbaar registreren.)

Hoewel hij zelf toegeeft geen enkel idee te hebben van de omvang van het probleem, stelt de minister dat antisemitisme niet stijgt. Het ministerie van WWI beweerde een paar weken eerder hetzelfde, en haalde daarvoor het Meldpunt Discriminatie Internet aan. Dat stuurde klopte voor geen meter. Het MDI stuurde onmiddellijk een ontkenning uit (hier). Hirsch Ballin zocht dus nu een andere bron. Hij baseert zijn 'antisemitisme stijgt niet' onder andere op cijfers van het antidiscriminatiebureau in Amsterdam. Check het jaaroverzicht van dat bureau:  "De grootste stijging van het aantal klachten deed zich voor bij de grond antisemitisme. Het aantal klachten steeg van 17 in 2008 naar 41 in 2009." De duidelijke cijfers van het CIDI (hier) deed hij af met: 'er zijn meldingen en meldingen'.

Het inzetten van lokjoden is mogelijk, zei de minister, maar het moet vooral 'proportioneel' zijn, in verhouding tot het aantal incidenten. Omdat hij net heeft toegegeven dat hij hiervan geen enkel beeld kan hebben en desondanks ten onrechte heeft beweerd dat antisemitisme niet stijgt, is wel duidelijk dat hij hier niet aan wil.

De minister vindt ook dat de bestaande middelen voldoen om daders te bestraffen. Waar hij dat op baseert zegt hij er niet bij. Dat kan hij ook niet, want het is gewoon onjuist. De daders van 'straatdiscriminatie' worden zelden of nooit opgespoord en wie wordt opgespoord komt lang niet altijd voor. In een rapportage over tien jaar concludeerde het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (LECD) in 2008 onder meer:
"Opvallend is dat het aantal vrijspraken voor discriminatiezaken gemiddeld over tien jaar een stuk hoger ligt dan dat voor alle strafzaken die voor de rechter worden gebracht. Een verklaring voor dit relatief hoge aantal zou kunnen liggen in factoren als de zware bewijslast (..) en de (..) aansporing om discriminatiezaken aan te brengen. Dat kan er toe leiden dat in zaken met weinig bewijs de verdachte toch wordt gedagvaard. Daarnaast zou ook de soms geringe deskundigheid en ervaring bij officieren en rechters in de beoordeling van discriminatiezaken een rol kunnen spelen."
Kortom: deze demissionaire minister doet liever alsof er geen probleem is, dan dat hij maatregelen neemt die niet in zijn idealistische straatje passen. Hij legt zich gewoon neer bij het bestaan van antisemitisme.
Ten eerste moet het van hem stijgen voor hij er iets aan wil gaan doen, terwijl het volgens ons gewoon niet moet voorkomen - laat staan stijgen.
Terwijl vrijwel alle partijen het onaanvaardbaar noemen dat Joden hun identiteit op straat moeten verbergen, vindt Hirsch Ballin dit geen reden voor maatregelen.
De schuld van het slechte beeld van het probleem legt hij bij de slachtoffers (die moeten meer aangifte doen).
En de verantwoordelijkheid voor het bestaan ervan verschuift hij naar 'het Midden-Oosten' (lees Israel, want het aantal antisemitische incidenten hier wordt zelfs niet beinvloed door de meest bloedige aanslagen in het Midden-Oosten). Het aantal antisemitische incidenten 'gaat hoogstens op en neer' in samenhang 'met spanningen in het Midden-Oosten', zegt hij.

Zo. Klaar. Vindt de minister.
Was het misschien in zijn hoofd opgekomen dat conflicten daar geen aanleiding mogen zijn voor antisemitisme hier, en dat het bestrijden daarvan en het beschermen van alle Nederlandse burgers zijn verantwoordelijkheid is en niet die van "het Midden-Oosten"?
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten