maandag 2 september 2013

Diana Buttu: "Ik geloof heilig in één staat" (IPI)

 
utopie

Eén staat voor Joden en Palestijnen is een utopie

 
Interview in Trouw tussen Monique van Hoogstraten en Diana Buttu was alleen vanuit Palestijns perspectief.

- Door Tjalling (m.m.v. Ratna) -

In Trouw werd op 17 augustus een interview gepubliceerd tussen Monique van Hoogstraten, correspondente voor de NOS in Israël, en de Palestijns-Canadese advocate Diana Buttu, inwoonster van Haifa en voormalig lid van het onderhandelingsteam van de PLO. Buttu gelooft heilig in één staat, waarin Joden en Palestijnen in vrijheid kunnen leven. Van een correspondente van de NOS mag een kritische houding verwacht worden, waaruit had kunnen blijken dat het geloof van Buttu enkel gebaseerd is op een utopie. Helaas bleef die houding achterwege en kreeg de Trouwlezer voor de zoveelste keer een negatief en ook onjuist beeld van Israël voorgeschoteld.

Aan het begin van het vraaggesprek is de toonzetting al duidelijk: Diana Buttu vindt het praten over een Palestijnse staat 'een grote grap'. Ze gelooft wel in één staat, maar niet in bereidwilligheid van de kant van Israël. Toen Buttu hoorde dat er weer onderhandeld werd, kreeg ze een gevoel van walging omdat Abbas zo naïef was als zwakkere partij toch weer te gaan praten, terwijl volgens haar Israël de Palestijnen nooit een eigen staat zou gunnen. Dat zou volgens haar alleen kunnen door volledige terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever, alle nederzettingen verwijderen en de Palestijnen in vrijheid te laten leven (zoals bijv. geen grenscontroles of controle van het luchtruim, en de 'vrijheid' om vijandige legers op het eigen grondgebied toe te staan, etc.). Buttu ziet dit niet gebeuren en op dat punt ben ik het met haar eens. Israël kan namelijk onmogelijk voor 100% aan al deze voorwaarden voldoen zonder haar eigen veiligheid in gevaar te brengen.

Tijdens het interview blijkt Buttu niet iemand die -nog- tot onderhandeling en enig compromis bereid is. Ze trad ooit op als woordvoerster van Jasser Arafats PLO en was van 2000 tot 2005, als jurist betrokken bij de onderhandelingen met Israël. De voorstellen van Barak en Clinton in december 2000 zullen haar hoogstwaarschijnlijk niet aangesproken hebben. Die op zichzelf niet echt gedetailleerde voorstellen bevatten namelijk een aaneengesloten Palestijnse staat in ca. 95% van de Westoever met compensatie voor 1-3%, de ontmanteling van de meeste nederzettingen, deling van Jeruzalem en Palestijnse soevereiniteit over de Tempelberg en Israëlische over de Klaagmuur, en compensatie (maar geen recht op terugkeer naar Israël) voor de vluchtelingen en hun miljoenen nakomelingen. Arafat wees uiteindelijk alle voorstellen van Clinton af omdat hij vast hield aan de eis van het recht op terugkeer voor de inmiddels meer dan vier miljoen 'vluchtelingen'. Mogelijk had hij daarbij in zijn achterhoofd hetzelfde doel als Buttu, namelijk één grote staat voor Palestijnen en Joden. Van Hoogstraten had op deze voorstellen moeten wijzen, al was het alleen maar om daarmee de bereidwilligheid van Israëls kant aan te tonen.

Zonder visie

Buttu beticht Abbas ervan een man zonder visie te zijn. Zij suggereert een verband tussen de bereidheid van Abbas tot onderhandelen en als beloning daarvoor het blijven doorstromen van de donorgelden uit vooral de VS en de EU. Door de crises komen er bij de Palestijnse Autoriteit minder gelden binnen, die meer dan nodig zijn. Abbas zou de ambtenarensalarissen niet eens meer kunnen betalen. Hier blijft Van Hoogstraten opnieuw in gebreke. Dat Abbas de salarissen van zijn ambtenaren niet meer kan betalen ligt beslist niet alleen aan de afname van donorgelden. De Palestijnse Autoriteit ontvangt veel meer humanitaire hulp per inwoner dan enige andere groep ter wereld en staat bekend als corrupt. De PA heeft daarnaast wel geld om Palestijnen in Israëlische gevangenen een riant salaris uit te betalen. Van Hoogstraten zal hiervan ongetwijfeld op de hoogte zijn en had Buttu daarop moeten wijzen.

In plaats daarvan praat Van Hoogstraten mee met Buttu en stelt dat onderhandelingen tussen een sterke en zwakke partij niet kunnen werken. Later stelt ze dat Joden en Palestijnen niet op gelijke voet staan in Israël en dat Palestijnen in die ene staat geen tweederangsburgers willen zijn zoals nu in Israël. Zo'n stelling is natuurlijk koren op de molen van Buttu, die reageert met: "Dat is precies waar we moeten beginnen, wat we systematisch aan de orde moeten stellen, het discriminatoire karakter van Israël. Die discriminatie in Israël en de onderdrukking in bezet gebied moeten we aan de kaak stellen, het apartheidssysteem blootleggen. Ik steun de boycotbeweging tegen Israël. We moeten heel duidelijk deze eis stellen: one person, one vote. Stemrecht voor iedereen. Zoals in Zuid-Afrika succesvol is gedaan."

In tegenstelling tot wat Buttu beweert, is het huidige Israël een westers-seculiere democratische rechtsstaat, kent vrijheid van meningsuiting, een kritische pers en godsdienstvrijheid. Arabisch is in Israël een officiële taal naast het Ivriet. Mensen die ergens heilig in geloven hebben vaak geen oog voor de realiteit. Buttu wil niet de waarden van Israël zien, vergroot negatieve zaken en incidenten uit als waren die de norm en beticht Israël meermaals van apartheid, discriminatie en het scheiden van Joden en Palestijnen via wetten.

Je zat er bijna op te wachten, Israël wordt weer eens voor apartheidsstaat uitgemaakt. Juist omdat de zeer onjuiste vergelijking 'Israël en apartheid' door veel mensen kritiekloos wordt overgenomen, had Van Hoogstraten hier ook een kritische kanttekening mogen maken. Binnen Israël hebben de Israëlische Arabieren voor de wet gelijke rechten, mogen zij stemmen, zijn zij vertegenwoordigd in het parlement en andere overheidsorganen. Er zijn ook antidiscriminatiewetten waardoor zij ongelijke behandeling kunnen aanvechten bij de rechter. Bovendien hebben zij vergaande vrijheden wat betreft religie en religieuze wetten op gebied van huwelijk e.d., eigen scholen, beheer over religieuze instellingen en heiligdommen. In Zuid Afrika daarentegen was het nota bene de vroegere overheid die rassenscheiding en discriminatie in de wet had vastgelegd vanuit racistische noties over de superioriteit van het blanke ras. Deze rassenscheiding betrof alle aspecten van het dagelijks leven. Er is zeker sprake van discriminatie in Israël, maar haar betichten van Apartheid is niet alleen leugenachtig maar ook kwaadaardig. Een inwoonster van Haifa zou als geen ander moeten weten hoe multicultureel Israël is. Maar Van Hoogstraten zwijgt, want Palestijnen stel je kennelijk geen kritische vragen?

Doemscenario

Wanneer Monique het doemscenario van veel Joodse Israëli's, namelijk het eind van de Joodse staat, onder de aandacht brengt, blijkt dat Buttu eerst nog wil spreken over wat het concept van een staat betekent. Voor het eerst tijdens dit interview lijkt het erop dat Van Hoogstraten nu ietsje pietsje tegengas geeft, door te stellen dat zo'n concept voor Joden niets anders betekent dan een eigen Joodse staat. Buttu brengt dan als niet Joodse inwoonster van Israël haar eigen gevoel van onveiligheid in verband met het gevoel van veiligheid van de Joden: "Omdat zij zich veilig willen voelen, doen ze dingen waardoor wij ons onveilig voelen". Welke dingen dat precies zijn wordt niet vermeld.

Buttu zegt voorts: "De tweestatenoplossing was trouwens al dood toen Israël begon met het bouwen van de eerste nederzetting." Ook daar had een kritische vraag door Van Hoogstraten niet misstaan. Voor de bezetting was er ook geen Palestijnse staat, en in 1947 wezen de Palestijnen een tweestatenoplossing af. Buttu suggereert met deze opmerking dat er in een Palestijnse staat geen enkele Jood zou mogen wonen. Dat komt overeen met president Abbas' recente uitspraak tijdens een interview met een Jordaans dagblad: "Om de Palestijnen vrede te laten sluiten met Israël moeten de Israëli's blijvend verdwijnen van Palestijns land". Over apartheid gesproken.

Buttu is bepaald inconsequent: terwijl ze Israël kwalijk neemt geen echte onafhankelijke Palestijnse staat te willen toestaan, negeert ze helemaal het Joodse recht op zelfbeschikking. Een gedeelde staat betekent namelijk het einde daarvan, een zaak waar de Joden de afgelopen eeuw hard voor hebben gewerkt en gevochten. En ook al is die staat verre van perfect, ze garandeert de Joden wel een plek waar men vrij is en altijd naartoe kan gaan, waar de Joodse cultuur, geschiedenis en religie een plek heeft, de taal levend blijft en men even geen minderheid is die moet uitkijken, zich aanpassen of verbergen.

Een gemeenschappelijke staat betekent dat zowel Joden als Palestijnen niet veilig zullen zijn, omdat zij elkaars dominantie in de nieuwe staat zullen blijven bestrijden. Buttu ontkent het wezen van zowel het zionisme als het Palestijnse nationalisme, waarin men allereerst vrijheid en veiligheid voor de eigen bevolking zoekt. Overigens doet Israël het, zeker in verhouding met haar buurlanden, aardig goed wat betreft rechten voor minderheden. Er is geen enkele Arabische staat waar Joden zoveel vrijheid en veiligheid kennen als de Arabieren in Israël hebben, verre van dat zelfs! Ook daar had Van Hoogstraten aan kunnen refereren.

De kans op chaos en een burgeroorlog in een gemeenschappelijke staat is levensgroot. Met 13 Palestijnse doden is het Israëlisch-Palestijns conflict in 2013 tot nu toe wellicht het minst bloedige conflict. Maar waarom aandacht besteden aan dergelijke feiten als je een Palestijnse haar propaganda kritiekloos wilt laten spuien?

 


Bronnen:

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten