Eindelijk eens een goed redaktioneel commentaar over het Israelisch-Arabische conflict; daarvoor moeten we tegenwoordig blijkbaar naar Friesland!
Wouter
______________
Hoofdartikel | woensdag, 16 mei 2012 |
Na 64 jaar is bestaan Israël nog omstreden
Het was gisteren een onrustige dag in Israël en in de Palestijnse gebieden. Palestijnen en Arabische Israëli's gingen de straat op om te demonstreren vanwege de herdenking van de stichting van de staat Israël in 1948, gisteren precies 64 jaar geleden.
Ook in Arabische landen werd stil gestaan bij wat de Palestijnen de nakba (de ramp) noemen. De stichting van de staat Israël wordt door de Arabieren beschouwd als het ergste wat hun in de afgelopen decennia is overkomen. Dat zij daar zo over denken komt mede doordat de Arabische dictators in het verleden de in hun ogen Israëlische bezetting van Palestijns gebied misbruikten als welkome bliksemafleider van de eigen binnenlandse problemen. De onderdrukking, het gebrek aan democratie, het nepotisme en andere misstanden waren minder belangrijk dan de verdrijving van de joden. De haat tegen Israël verenigde de Arabieren.
De Arabische bevolkingen hebben de boodschap lang geslikt dat mede door de strijd met Israël de Arabische wereld politiek en economisch niet tot ontwikkeling kon komen. Tot begin vorig jaar. Met de Arabische Lente werd afgerekend met de oude heersers. Inmiddels weten we dat die omwenteling niet in alle gevallen meer vrijheid en democratie voor de Arabieren heeft opgeleverd. Ook de verhouding met Israël is er niet op vooruitgegaan.
Fundamentalistische moslims beschouwen de joodse staat in de islamitische regio als een wezensvreemd element. Alle andersdenkenden hebben het sowieso moeilijker gekregen met de opkomst van de radicale islam. Die heeft meer ruimte gekregen sinds de Arabische Lente waardoor de dictaturen de islamisten niet meer onder de duim houden. Christenen in Egypte worden onderdrukt. In Syrië vrezen christenen en andere minderheden, zoals de alawieten, voor hun lot als het regime van Assad valt. De hoofdstroom van de moslims, de soennieten, staan in veel Arabische landen op gespannen voet met andere richtingen binnen de islam. Niet alleen in Syrië maar nu ook in Libanon uit zich dat in geweld.
Dat alle minderheden het moeilijker hebben gekregen, stelt de vijandige houding jegens Israël in een ander licht. Vaak wordt gezegd dat Israël zelf de oorzaak is van de spanningen met de Arabische wereld, maar het lijkt er meer op dat die haat jegens Israël verband houdt met islamitische intolerantie. Zo had Israël met de vorige seculiere regimes in Turkije en Iran goede betrekkingen. Na de islamitische Iraanse revolutie in 1979 en het aantreden van een streng-islamitisch bewind in Turkije zijn de betrekkingen met die landen bergafwaarts gegaan.
Natuurlijk maakt Israël, zoals elk ander land, fouten. Maar Israëls reputatie is slechter dan het verdient. Die slechte naam die Israël heeft, is ook een gevolg van het feit dat het Westen extreem gevoelig is voor hetgeen de joodse staat verkeerd doet. Zo kan het bestaan dat de Duitse schrijver Günther Grass niet een gedicht schrijft over het bloedvergieten in Syrië of over de wens van Iran om Israël te vernietigen, maar over het gevaar dat Israël zou betekenen voor de wereldvrede.
Gezien de vijandigheid die Israël ontmoet, is het niet vreemd dat Israël het idee heeft alleen in de wereld te staan en daarnaar ook af en toe handelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten