De meningen verschillen over de dhimmitude. Sommigen zien die als een vorm van tolerantie, die gunstig afstak bij het middeleeuwse Europa. Anderen zijn sceptischer. Veel hing ervan af welke kalief of sultan regeerde.
Teloorgang van het christendom in het Midden-Oosten
Eildert Mulder − 16/10/11, 12:37
Het geweld tegen de christelijke betogers in Caïro vorige week was schokkend. De geschiedenis leert dat minderheden in het Midden-Oosten het zwaar krijgen wanneer het staatsgezag zwak is. De neergang van het Midden-Oosterse christendom begon al lang geleden.
·
Het huidige Egypte van na de revolutie is een baaierd van chaos en verwarring, die grossiert in verontrustende vragen, terwijl antwoorden schaars zijn. Zeker is dat het er ongunstig uitziet voor de minderheid van ongeveer zeven miljoen Egyptische christenen.
Militair pantservoertuig
Dat bleek het vorige weekeinde weer eens. Vijfentwintig doden, en de beelden uit Caïro logen er evenmin om, zoals die van het militaire pantservoertuig dat op christelijke betogers inreed.
Die wandaad roept veel vragen op, zoals: handelde de bestuurder in opdracht of op eigen houtje? De militaire raad, die tijdelijk het landsbestuur in handen nam na de revolutie van januari en februari, ontkent in alle toonaarden dat het opdracht zou hebben gegeven tot een zo krankzinnig optreden tegen christenen, die protesteerden tegen het afbranden van een dorpskerk in het zuiden van Egypte.
Maar als er geen opdracht was, wat betekent dat dan? Was de bestuurder van de pantserwagen de kluts kwijt, of handelde hij uit pure haat tegen christenen? Was het een individuele terreurdaad of een plotselinge vlaag van blinde paniek?
Democratie
De oude en de moderne geschiedenis leren beide, dat minderheden in het Midden-Oosten het zwaar krijgen wanneer het staatsgezag zwak is, zoals nu in Egypte. Zelfs een enigszins vijandige staat is voor een minderheid vaak nog minder gevaarlijk dan anarchie. Echte democratie zou het Midden-Oosterse christendom misschien kunnen redden, maar niemand weet wanneer die echte democratie er komt.
Twee processen bevorderen de teloorgang van het christendom in het Midden-Oosten. Het ene werkt langzaam, het is een soort ontmoedigingsbeleid dat vastligt in de sharia, in de vorm van allerlei discriminerende maatregelen. Christenvervolging kun je dat niet noemen, wel een soort chronische pesterij, die het aanlokkelijk maakt over te stappen op de islam of om te emigreren.
Dat gestage proces van langzame afbraak wordt soms afgewisseld met een enorme schok, die het proces versnelt. Een bar voorbeeld was de Armeense genocide van 1915, waarin de Turken miljoen Armeniërs vermoordden.
Irak
Recenter is de uittocht van Iraakse christenen. Sinds de val van Saddam Hoessein in 2003 zijn er talloze zeer bloedige aanslagen gepleegd op kerken. Het is niet altijd duidelijk wie die pleegt, Al-Kaida-achtige groepen of sjiitische fanaten. Van beide hebben christenen weinig goeds te verwachten, en evenmin van de zwakke staat.
Statistieken over Midden-Oosterse christenen blinken niet uit door betrouwbaarheid, maar in 2003 moeten er nog een miljoen christenen in Irak hebben gewoond. Volgens lage schattingen zijn er nog nu nog tweehonderdduizend over, volgens andere zeshonderdduizend.
Begin discriminatie
De neergang van het Midden-Oosterse christendom is niet iets specifieks voor de moderne tijd en begon al zo'n dertienhonderd jaar geleden. In de paar eeuwen voor de komst van de islam was het christendom de leidende godsdienst in de regio geworden. Met de Arabische veroveringen verloor het die positie abrupt.
De islam werd staatsgodsdienst in het nieuwe Arabische wereldrijk, dat zich uitstrekte van India tot Spanje. Dat betekende nog lang niet dat iedereen meteen moslim werd. Maar wel begon vrijwel meteen de discriminatie, die de langzame neergang van het christendom zou veroorzaken.
Het Arabische wereldrijk tolereerde joden en christenen. Ze werden dhimmi's. In ruil voor het betalen van een speciale belasting kregen ze bescherming en mochten ze hun godsdienstoefeningen houden. Van die belasting konden ze afkomen door moslim te worden.
Moslim worden
Er waren dus maatschappelijke drijfveren om moslim te worden (betere carrièrekansen en vrijstelling van die speciale belasting) maar ook theologie speelde in de eerste eeuwen mogelijk een rol. Veel christenen behoorden tot 'ketterse' stromingen. Net als de islam zagen zij Jezus als een profeet, niet als de zoon van God. Het zou goed kunnen dat ze de islam zelfs opvatten als een variant van het christendom.
De meningen verschillen over de dhimmitude. Sommigen zien die als een vorm van tolerantie, die gunstig afstak bij het middeleeuwse Europa. Anderen zijn sceptischer. Veel hing ervan af welke kalief of sultan regeerde.
Christenen moeten hun plaats kennen
Moderne islamitische staten kregen westerse wetgeving maar belangrijke resten van de dhimmistatus bleven bestaan of leven voort in het bewustzijn van mensen. Veel moslims vinden het vanzelfsprekend dat christenen hun plaats moeten kennen en dat ze bijvoorbeeld niet zo maar nieuwe kerken mogen bouwen en dat ze al helemaal niet mogen evangeliseren. Ze zien niet in waarom dat beperkingen van de godsdienstvrijheid zouden kunnen zijn.
Nog steeds kunnen christenen en joden, net als in de oude tijd, wel moslim worden terwijl het omgekeerde, de openlijke overgang van een moslim naar het christendom, de maatschappelijke dood betekent. In Iran kun je er zelfs voor veroordeeld worden tot de fysieke dood, getuige het lot van dominee Nadarkhani.
Verder kan nog altijd een moslim wel met een christin of jodin trouwen maar een christen of jood niet met een moslima. Dat alles bevordert net als vroeger de groei van de islam ten koste van christendom.
Turkije
De hardste dreunen kreeg in de moderne tijd het christendom in Turkije. Een kleine tien jaren na de Armeense genocide verhuisden ook nog eens miljoenen etnische christelijke Grieken onder dwang van Turkije naar Griekenland. Dat gebeurde bij een uitwisseling na een oorlog tussen beide landen. Griekenland stuurde tegelijkertijd zijn moslims naar Turkije.
Resultaat: het grondgebied van het huidige Turkije had honderd jaar geleden nog een sterk christelijk karakter, terwijl het vijftien jaar later honderd procent islamitisch was.
Hypernerveuze minderheid
Egyptische christenen vrezen dat de grote klap nu ook bij hen zou kunnen vallen. Ze vormen een hypernerveuze minderheid in een overspannen land, dat totaal onzeker zijn weg zoekt na de val van de dictator. Arabische christenen staan altijd voor een pijnlijke keuze bij een omwenteling. Moeten ze meedoen of juist niet? Op welk paard moeten ze wedden? Brengt de opstand gelijke rechten, of de totale rechteloosheid van wanorde, moslimextremisme en maffia? Moet je assertief zijn of voorzichtig?
Welke strategie ook de beste is, het lijkt riskant om, als het erop aankomt, te veel te verwachten van westerse hulp. Dat hebben de Armeniërs in 1915 ondervonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten