De Frontlinie
PVV voorman Wilders noemt Israël vaak de frontlinie. Hij doelt dan op het oprukkende islamisme dat voor Wilders synoniem is aan islam. Toch opmerkelijk dat in Israël boerka's en hijab's- in tegenstelling tot veel Europese landen- geen onderwerp van discussie zijn, evenmin als de bouw van een minaret en de geluidsversterkte oproep tot gebed.
Islamisme
Een frontlinie in de strijd tegen islamisme is Israël zeker. Het land bevindt zich in het hart van wat in de islam wordt aangeduid als dar al islam, het grondgebied van islam.
Daarnaast is tengevolge van de radicalisering van segmenten van de islamitische wereld een acute dreiging ontstaan voor het voortbestaan van de Joodse staat.
Dat heeft de laatste 4 jaar voor twee oorlogen gezorgd tegen Hizbollah en Hamas. Een regionale oorlog tegen Iran en haar bondgenoten in de regio ligt nu in het verschiet.
Op een congres over Jihad in Jeruzalem, waar Wilders vorig jaar een van de sprekers was, werd duidelijk dat Israëli's het gevaar onderkennen dat Wilders signaleert. Zijn generaliserende visie op islam wordt echter door weinigen in Israël gedeeld.
Wellicht dat het verblijf in de 'frontlinie' Israëli's een beter zicht oplevert op het werkelijke strijdtoneel. Dat zou verklaren waarom in Israël er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen islamisme en islam
Helft
Israël kent een grote islamitische minderheid, in sommige delen van Israël vormen Moslim Arabieren bijna de helft van de bevolking. Een stad als Jeruzalem komt regelmatig in het nieuws vanwege botsingen tussen moslims en de Israëlische veiligheidstroepen in de oude stad nabij de Tempelberg. Een ander verschijnsel dat men in Jeruzalem waarneemt zijn fricties tussen religieuze Joden en Moslim Arabieren in de Arabische wijken.
Daaruit zou men kunnen opmaken dat dit het dominante beeld is.
Ten onrechte dus, want in grote delen van de stad Jeruzalem, maar ook elders in Israël zie je andere dingen. Een goed voorbeeld is de wijk Talpiot in Jeruzalem waar een groot bedrijventerrein is gevestigd. In het grootste deel van deze bedrijven wordt samengewerkt door Joden en Arabieren, de meerderheid van hen religieus. Zelden of nooit leidt dit tot spanningen omwille van de religie.
Moslims krijgen vrij op hun feestdagen en kunnen in werktijd voldoen aan hun gebedsverplichtingen. Religieuze Joden kunnen onder werktijd een quorum (minjan) vormen voor hun gebed.
Geen taboe
Religieuze symbolen zijn in Israël geen taboe en spelen nauwelijks een rol in discussies over de samenleving. Vrouwen en mannen in religieuze kledij bepalen voor een aanzienlijk deel het straatbeeld op vele plaatsen.
Het wil niet zeggen dat tolerantie in Israël gemeengoed is, spanningen tussen sommige ultra-orthodoxe stromingen en de meer seculiere Joodse stromingen komen regelmatig voor.
Racisme is ook in Israël aanwezig, tussen Joden onderling en tussen Joden en Arabieren.
Debatten in de Knesset lopen geregeld uit de hand vanwege de politieke spanningen tussen Joden en Arabieren maar ook tussen Joden onderling.
Wie echter vanuit Israël de discussie in het rustige en welvarende Nederland volgt over deze onderwerpen verbaast zich vaak over de ongenuanceerdheid van het debat en de intolerantie die spreekt uit discussies. Zowel allochtonen als autochtonen maken zich hieraan schuldig.
Intolerantie
Ook Joden in Nederland hebben in toenemende te maken met deze intolerantie.
Daarbij gaat het niet alleen om de spreekkoren in voetbalstadions tegen Joden maar meer om de wijze waarop wordt omgegaan met het Israëlisch-Palestijnse conflict door een aanzienlijk deel van de Nederlandse samenleving. Niet gehinderd door exacte kennis over de vaak complexe onderwerpen die te maken hebben met dit deel van de wereld komen deze Nederlanders tot kant en klare oordelen en zelfs veroordelingen.
Niet zelden reageren zij met intolerantie richting andere Nederlanders die het wagen met hen van mening te verschillen. Die intolerantie neemt in sommige gevallen de vorm van op de persoon gerichte agressie aan waarbij geen grenzen meer lijken te bestaan. Voor een land dat relatief gezien in een uitstekende positie verkeert om een modelsamenleving te realiseren is dit een alarmerend fenomeen.
Gedogen
In een radioprogramma in 2001 ging rabbijn Evers in op een opmerking van een luisteraar dat 'de Joden nu maar eens moesten leren om de andere wang toe te keren'. De opmerking werd gemaakt naar aanleiding van de Israëlische reacties op de zelfmoordterreur in de laatste intifada. De rabbijn zei toen in een reactie dat Joden al meer dan eens de prijs hebben betaald voor het toekeren van de andere wang.
Nederlanders worden vaak beschouwd of zien zichzelf als tolerant ten opzichte van minderheden, het goede woord zou echter 'gedogen' moeten zijn, aldus de rabbijn
Dat was in 2001, negen jaar verder lijkt het erop dat Nederland die gedoogfase voorbij is.
Islamisme is iets dat Israël dagelijks in haar naakte bestaan bedreigt en wordt ook in Israël met alle middelen bestreden. De islam speelt een niet geringe rol in het voortslepende Midden Oosten conflict. Dit besef is echter niet omgezet in een generaliserende houding tegenover iedere willekeurige moslim.
In dat opzicht valt er in Nederland nog iets te leren van de ultieme multiculturele samenleving die in Israël- ondanks het conflict en de pijnlijke gevolgen ervan- al 62 jaar bestaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten