Tot zover dit laconieke oorlogsbericht van wat omgekomen burgers in de marge van de oorlog in Afghanistan.
Geen nieuws dus of toch weer wel?
Burgers die per ongeluk werden gedood [collateral damage] tijdens een antiterrorisme operatie, krijgen alleen maar internationale aandacht wanneer ze gedood werden door Israël. Amerikanen en Britten hoeven zich helemaal geen zorgen te maken dat de Verenigde Naties ooit een Resolutie zouden stemmen of een commissie zouden samen stellen (o.l.v. Richard Goldstone of Desmond Tutu) om op zoek te gaan naar vermeende oorlogsmisdaden, in dit geval in Afghanistan (maar kan ook in een ander Arabisch land zijn, Irak of Pakistan bijvoorbeeld). De reden waarom is eenvoudig: zolang Israël nergens in het verhaal wordt genoemd, is het niet interessant voor de wereldopinie en mogen Arabische burgers, vrouwen en kinderen sneuvelen bij bosjes, honderden of duizenden, zèlfs als dat Palestijnen zijn [sic]. Geen haan die daar om kraait. Zo zit dat in elkaar.
Dat klinkt ongenuanceerd, maar als je bovenstaand bericht vergelijkt met een Israelische aanval een paar jaar geleden tegen het afvuren van Qassams vanuit Gaza, wordt het verschil pijnlijk duidelijk. Op 8 november 2006 kwamen drie verdwaalde Israelische granaten per ongeluk terecht op de stad Beit Hanoun, waarbij 19 burgers omkwamen. De granaten werden afgevuurd om een raketaanval op Ashkelon te verhinderen. Brabosh somt de internationale reacties op dat incident op:
Echter, omgekomen Palestijnse vrouwen en kinderen worden internationaal anders gewogen dan dode Afghaanse vrouwen en kinderen, vooral wanneer Israël betrokken partij is. De internationale reactie liet dan ook niet lang op zich wachten. Benita Ferrero-Waldner, het toenmalige hoofd voor Buitenlandse Betrekkingen van de Europese Unie, zei: "Het doden van vanmorgen van zovele burgers in de Gazastrook, waaronder vele kinderen, is een gebeurtenis die ons diep heeft geschokt. Israël heeft het recht zichzelf te verdedigen, maar niet tegen de prijs van het leven van onschuldigen."
De toenmalige Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, Massimo D'Alema, drukte zich nog scherper uit: "Deze morgen werden 18 mensen, vrouwen en kinderen, afgeslacht [tijdens] een escalatie van het geweld Ik vind dit onaanvaardbaar." Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken deed er nog een schep bovenop met het volgende communiqué: "De Israëlische aanval is een klap voor de regionale inspanningen voor de vrede en zal leiden tot een cyclus van geweld."
De toenmalige VN-secretaris-generaal Kofi Annan noemde het incident "schokkend" en president Mahmoud Abbas van de Palestijnse Autoriteit tot op vandaag de gedoodverfde partner in de vrede met Israël noemde het een "afschuwelijk bloedbad op onze kinderen, onze vrouwen en onze ouderlingen, gepleegd door de bezetter." Op 15 november 2006 kwam de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties bijeen in Genève en besloot met VN-Resolutie S-3/1 om een speciale onderzoekscommissie [fact finding commission] voor Beit Hanoun aan te stellen bestaande uit de aartsbisschop Desmond Tutu en de Britse academicus Christine Chinkin te sturen.
Die VN-Resolutie werd aangenomen met 32 tegen 8 stemmen en 6 onthoudingen. Onder meer Nederland, Duitsland en Polen stemden tegen. Professor Christine Chinkin zal later één van de vier leden zijn van de Goldstone commissie [!] en mede het fel omstreden Goldstone Rapport opstellen. [De Britse professor Christine Chinkin liet in haar bevooroordeelde kaarten jegens Israël kijken, toen zij in een interview met de Sunday Times vooraf verklaarde dat Israël oorlogsmisdaden heeft gepleegd, nog vooraleer de Goldstone commissie haar onderzoek moest aanvatten.]
Enkele jaren geleden formuleerde Natan Sharansky, de voormalige Sovjet-dissident en Israëlisch politicus en schrijver, de zogeheten "3-D test" om het onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds legitieme kritiek op Israël en anderzijds antisemitisme: demonisering, delegitimizering en het meten met dubbele standaarden. Ongeacht hun subjectieve motivaties, passen al de reacties op de toevallige dodingen in Beit Hanoun objectief genomen bij alle drie criteria. Zij demoniseren en delegitimizeren Israël als een land dat buitensporig geweld bedrijft als het al niet opzettelijk slachtingen uitvoert. En zij passen [op Israël] een norm toe die zij niet toepassen op andere democratieën in de strijd tegen terreur in het Midden-Oosten vanaf de Slag van Fallujah in 2004 in Irak, waar Amerikaanse en Britse troepen moesten vechten in de bebouwde gebieden en vele burgerslachtoffers maakten tot aan het meeste recente incident in Marjeh, Afghanistan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten