Om te kunnen beoordelen of we de politiek van Israël kunnen vergelijken met het apartheidsbewind van de blanken in Zuid-Afrika, moeten we eerst scherp in het vizier krijgen wat het apartheidsbewind van Zuid-Afrika destijds precies inhield. We kunnen zeggen dat het apartheidsbewind in Zuid-Afrika (tussen 1948-1990) wezenlijk een rassenscheiding organiseerde tussen een grote meerderheid van zwarten en een kleine minderheid van blanken. Driekwart van de zwarten en kleurlingen leefde op 13% van het land, het meest onvruchtbare deel. De blanken leefden op 87 % van het land. De Z.A. leiders, zoals Malan, Strijdom, Verwoerd steunden openlijk Hitler en na de oorlog veroordeelde de regering de Neurenberger processen!
Achtereenvolgens werden talrijke rassenwetten ingevoerd, waaronder: 1949: huwelijk tussen blanken en zwarten verboden; 1950: seksueel verkeer tussen blanken en zwarten verboden; 1950: identiteitskaart verplicht waarop ras vermeld staat; 1950: regering kan aparte woongebieden aanwijzen en verhuizing daarheen afdwingen. Mensen ingedeeld in blanken, kleurlingen (waaronder Indiërs) en zwarten; 1950: huisarrest, spreek- en schrijfverbod voor al degenen die het apartheidssysteem bestrijden: aanhangers van communisme en leden van organisaties zoals ANC, PAC, Chr. Instituut enz.; 1952: invoering van persoonsbewijzen, die gelden als verblijfsvergunning, huisvestingsvergunning, werkgeversverklaring, om zwarten 24 uur per dag onder controle te houden; 1953: verbod op geweldloos verzet tegen apartheidspolitiek (3 jaar gevangenisstraf); 1953: absoluut stakingsverbod voor zwarten; 1953: apartheid ingevoerd in lager- en middelbaar onderwijs; 1954: Vier zwarte woonwijken bij Johannesburg tot blank gebied verklaard. Nieuwe wijken op 20 km. van het centrum, ingedeeld naar stammen. 1956: de zwarten hebben geen recht op verhaal na onterechte verwijdering uit huis of gebied; 1956: verbod voor zwarten op lidmaatschap vakbond; uitbreiding van voor blanken gereserveerde beroepen; 1959: afschaffing parlementsvertegenwoordigers voor zwarten. Begin van thuislandenpolitiek; 1959: apartheid aan de universiteiten.
Welnu, elke vergelijking die wordt gemaakt tussen Israël en het apartheidsbewind van de blanken in Zuid-Afrtika gaat volkomen mank, omdat Israël geen rassenwetten kent. In hetzelfde jaar 1948 waarin de racistische apartheidsstaat in Zuid-Afrika het levenslicht zag, werd ook de staat Israël gesticht, die wezenlijk democratisch is en niet racistisch. In de onafhankelijkheidsverklaring die Ben Goerion op 14 mei 1948 voorlas, staat: "De staat Israël zal openstaan voor Joodse immigratie en voor de inzameling onzer ballingen, zal het land ontwikkelen in het belang van al zijn inwoners, zal gegrondvest zijn op de leer van vrijheid, rechtvaardigheid en vrede overeenkomstig de visioenen van Israëls profeten, zal de volledige sociale en politieke gelijkheid van al zijn burgers zonder onderscheid van geloof, ras of sekse bevorderen, zal de volle vrijheid garanderen van geweten, godsdienst, onderwijs en opvoeding, zal de heiligheid en onschendbaarheid van de heilige plaatsen aller godsdiensten in ere houden, en zal trouw zijn aan de principes, zoals die zijn neergelegd in het Handvest van de Verenigde Naties". Deze verklaring impliceert natuurlijk niet dat er geen discriminatie in Israël bestaat. Ik begin al jaren elke dag met het digitaal lezen van het Israëlische dagbladHaaretz en dan valt me op, hoe in deze nog jonge staat op alle niveau's fel wordt gedebatteerd over vormen van discriminatie waartegen men de strijd aanbindt. In deze zin is Israël geen uitzondering onder alle democratische staten in de wereld, die allen zonder enige uitzondering met dit probleem worstelen. Maar iedereen die meent dat in Israël minderheden meer worden gediscrimineerd dan elders, moet zich het volgende goed realiseren: Israëlische burgers genieten volledige gelijkheid voor de wet. Dit geldt niet alleen voor Joden, maar ook voor de meer dan een miljoen moslim- en christen-Arabieren, die één vijfde van de totale bevolking uitmaken. In tegenstelling met de zwarten in Zuid-Afrika hebben Arabische burgers dezelfde politieke rechten als Joodse Israëliërs: zij kunnen lid worden van alle politieke partijen, hebben stemrecht, worden gekozen en afgevaardigd naar gemeentebesturen, de Knesset én zijn lid van het Hoger Gerechtshof en het kabinet. Arabische studenten en profesoren geven colleges en debatteren met Israëlische studenten en professoren aan alle universiteiten in Israël, en aan de universiteit van Haifa is 20% van de studenten Arabisch. Geen redelijk mens die geen vreemdeling is in Jeruzalem zal ontkennen dat discriminatie ook in Israël een probleem is, maar aard en omvang hiervan is niet exceptioneel, en discriminatie is nog heel wat anders dan apartheid! Hoe kan prof. Couwenberg zeggen dat "de staat Israël een exclusief Joods karakter heeft"?
Ook als het gaat om de politiek van Israël met betrekking tot de Palestijnen is het niet moeilijk aan te tonen dat Israël niet wenst te regeren over het Palestijnse volk in de zogenaamde bezette gebieden, dat wil zeggen de Gazastrook en de West-oever, die Israël in de Zesdaagse Oorlog van 1967 annexeerde. Daar zijn veel bewijzen voor te geven, maar ik moet mij hier beperken. Onmiddellijk na de Zesdaagse Oorlog drong de Israëlische regering er bij de Arabische leiders op aan om met vresdesonderhandelingen te beginnen. Israël was bereid om in ruil voor een vredesverdrag de veroverde gebieden onmiddllijk af te staan. Maar Gamal Abdel Nasser, president van Egypte, vertolkte precies wat leefde bij alle Arabische politici: "Het leven heeft voor ons geen betekenis meer en is waardeloos, als niet elk voetbreed stukje grond van Palestina is bevrijd". Geen wonder dat op de topconferentie van de Arabische leiders, die 1 september 1967 in Khartoum werd gehouden, uit de mond van alle Arabische politici de berucht geworden drie nééns klonken: "Géén vrede met de staat Israël, géén erkenning van de staat Israël, en géén onderhandelingen met de staat Israël". Op 22 november 1967 aanvaarde de Veiligheidsraad van de VN de volgende resolutie: "Terugtrekking van gewapende Israëlische eenheden uit gebieden welke in het jongste conflict (De Zesdaase Oorlog) werden bezet; stopzetting van alle oorlogsbetuigingen of oorlogstoestanden, alsmede respect voor en erkenning van de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van iedere staat in het gebied, en hun recht op leven in vrede binnen veilige en erkende grenzen, gevrijwaard van dreigementen of gewelddaden".
Welnu, prof. Couwenberg citeert dit artikel om te illustreren dat Israël deze (en andere) resoluties van de Veiligheidsraad aan zijn laars lapt, omdat het een koloniale en expansionistische politiek zou voeren. Opmerkelijk is dat hij een heel belangrijk deel van de tekst van de resolutie gewoon weglaat, namelijk de woorden: "(
.) en hun recht op leven in vrede binnen veilige en erkende grenzen, gevrijwaard van dreigementen of gewelddaden". Het is duidelijk dat Israël wordt gesommeerd veroverde gebieden terug te geven, maar in ruil voor vrede, erkenning van Israël door de Arabische naties en veilige grenzen. Professor Couwenberg negeert bovendien het onmiskenbare historische feit dat alléén Israël deze resolutie 242 van de Veiligheidsraad onmiddellijk aannam, maar dat alle Arabische en Palestijnse leiders in het Midden-Oosten deze resolutie radicaal verwierpen, in overeenstemming met de verklaring die zij in Khartoum hadden afgegeven: "Géén vrede met de staat Israël, géén erkenning van de staat Israël, en géén onderhandelingen met de staat Israël".
Ten slotte zou ik mijn collega een aantal vragen willen stellen: 'Waarom verzwijgt u dat honderden vooraanstaande Arabische wetenschappers en geestelijke leiders op hun topconferenties (Cairo in 1968 en Teheran tijdens 1ste en 2deintifada) de drie nééns van de politieke leiders (Khartoum 1 september 1967) hebben onderschreven? Waarom verzwijgt u dat er grote overeenstemming bestaat tussen Palestijnse wetenschappers, hoogleraren, leraren, politici, imams, juristen, journalisten, columnisten, cartoonisten en makers van radio- en televisieprogramma's als het gaat om de uiteindelijke verdwijning van de staat Israël? Waarom verzwijgt u dat tot op heden geen tittel of jota is geschrapt uit de zogenaamde charters (Handvest van Hamas: artikel 11 en 13; Handvest van de PLO: artikel 9, 15, 19, 20, 21 en 22; en Handvest van Al-Fatah (de politieke partij van Abbas): artikel 12 en 19), waar in tal van varianten wordt geformuleerd dat de staat Israël geen bestaansrecht heeft en vernietigd moet worden? Ten slotte: waarom zwijgt u over het Palestijnse onderwijs, waarin aan meer dan 1 miljoen kinderen, leerlingen en studenten tot op vandaag wordt geleerd dat Israël uiteindelijk in een heilige oorlog vernietigd moet worden?". Té veel Arabieren en Palestijnen zien héél Palestina als hun onopgeefbare kolonie, dat de islam in 638 heeft bezet en geannexeerd.
~~~~~~~~
Prof.Dr. Hans Jansen is theoloog, historicus en kenner van het antisemitisme. Van 1990-2000 bekleedde hij aan de faculteit voor Letteren en Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit te Brussel de James W. Parkes leerstoel voor de geschiedenis van de christelijke literatuur over jodendom en joden en sinds 2002 is hij verbonden aan het Simon Wiesenthal Instituut te Brussel. In 2006 verscheen zijn boek Van jodenhaat naar zelfmoordterrorisme. Islamisering van het Europese antisemitsme in het Midden-Oosten (Jongbloed Heerenveen), 1047 blz. ISBN 9058296229.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten