= IMO Blog =
Ook Trouw besteedde aandacht aan de nakba-bijeenkomst in De Balie, onder de kop ‘Israël, apartheid en de heiligheid van het land’. Op een ietwat uitdagend toontje schreef Stevo Akkerman:
De timing was niet erg gelukkig, een dag voor Dodenherdenking, maar tegelijkertijd heel accuraat: juist deze week lekte uit dat John Kerry, de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, achter gesloten deuren had gewaarschuwd dat Israël zonder een vredesakkoord met de Palestijnen ‘een apartheidsstaat’ dreigde te worden met ‘tweederangs burgers’.
Israël-liefhebbers ontploften, Republikeinen eisten dat Kerry zou aftreden, en de man zag zich gedwongen zijn woordkeuze publiekelijk te betreuren. Maar hij voegde daar nog wel snel aan toe dat de Israëlische premiers Olmert en Barak ooit precies hetzelfde zeiden.
Mij bracht dat op de gedachte deze column geheel te vullen met citaten van Israëlische of althans Joodse bronnen over de apartheid die voortvloeit uit de bezetting, en pas op het einde de herkomst van de fragmenten duidelijk te maken.
Misschien wat kinderachtig, gaf Akkerman even later toe, maar dat weerhield hem er blijkbaar niet van dit wel zo op te schrijven om zo toch precies hetzelfde punt te maken. De column is inderdaad voor een groot deel gevuld met citaten van Joden, zoals hij zelf zegt, ‘maar daar gaat het dus niet om’. Het gaat er natuurlijk wel om, want als een Jood het zelf zegt dan kun je er niet van beticht worden dat je antisemiet bent door Israel van apartheid te beschuldigen. Je verschuilt je achter wat zij zeggen, om dan alleen nog maar te hoeven inkoppen met de opmerking dat als zoveel vooraanstaande Joden en Israelische leiders het zeggen, het wel moet kloppen. Het is een bekende en ook doorzichtige truc, want er zijn natuurlijk nog veel meer Joden en Israelische leiders die dit niet zeggen en het zelfs tegenspreken. Daarbij maakt het nogal uit wat je precies zegt: dat Israel eventueel later een apartheidsstaat zou dreigen te worden of dat dat nu al (min of meer) het geval is? De Israelische leiders die de vergelijking maakten wilden vooral hun eigen bevolking waarschuwen, dat dat is hoe de wereld hen straks zal zien, en hoe de Palestijnen het zullen ervaren. Vanzelfsprekend meenden Olmert en Barak niet dat Israel nu al een soort van apartheidsstaat is vanwege de bezetting.
Inderdaad nergens voor nodig ons achter wie dan ook te verschuilen: het is onloochenbaar dat het uitblijven van een Palestijnse staat ertoe leidt dat Israël de scepter zwaait over twee volken. En niemand kan beweren dat die volken gelijke rechten hebben – op de Westoever, waar Israëlische kolonisten een heel andere positie hebben dan hun Palestijnse buren, is dat wel het meest duidelijk.
Hij erkent vervolgens dat de vergelijking ook zijn zwakke kanten kent, om er al zwabberend toch aan vast te houden met nietszeggende beweringen als deze:
Maar als de dagelijkse praktijk te veel overeenkomsten laat zien, wordt het onmogelijk het woord ‘apartheid’ uit de gedachten te bannen, ook als het niet in alle opzichten de lading dekt.
Gelijkheid kent verschillende vormen, ongelijkheid ook – en het is de lelijkheid van de ongelijkheid die de herinnering aan de apartheid wakker roept.
De werkelijkheid laat helemaal niet veel overeenkomsten zien (of je moet van mening zijn dat overal waar machtsongelijkheid is en bepaalde mensen in de verdrukking zitten wel een vergelijking te maken valt. Een Nederlands uitzettingscentrum kun je dan vergelijken met Auschwitz, want in beide gevallen voelen mensen zich machteloos en onderdrukt. Iedere afscheiding kun je dan met de onneembare omheining van het getto van Warschau vergelijken, want beide kunnen voor mensen die eruit willen een niet te nemen barrière vormen. Een treiterij op school of het werk kan vergeleken worden met jarenlange martelingen, en ga zo maar door. Het is onjuist, zowel feitelijk als moreel, om twee zo verschillende grootheden met elkaar te vergelijken, ook al kunnen de slachtoffers zich in beide gevallen angstig en weerloos voelen.
De verschillen tussen het Apartheidsbewind in Zuid-Afrika en Israel zijn legio en bekend. Er zijn wat oppervlakkige overeenkomsten met de Westoever, waar Palestijnen onder een bezetting leven en dus minder rechten hebben dan Israeli’s (de overeenkomsten tussen Apartheid en de praktijken in sommige Arabische staten zijn groter, aldus deze video). Daar ligt echter geen racisme aan ten grondslag, maar veiligheid, zoals ook blijkt uit het feit dat Arabieren die in Israel wonen wel vrijwel gelijke rechten hebben. En zolang Israel het gebied niet annexeert is de juridische positie van Palestijnen op de Westoever niet te vergelijken met die van de zwarten in Zuid-Afrika. Er is een bezetting, die vanaf het begin als tijdelijk was bedoeld. De reden dat die maar voortduurt ligt niet alleen in het nederzettingenbeleid, maar evenzeer in de Palestijnse weigering compromissen te sluiten, in het al maar weer oproepen het hele land te bevrijden, martelaar te worden voor het heilige vaderland, en de Joden en Israel te demoniseren en van alle mogelijke rampen en kwaad te beschuldigen. Het zogenaamde recht op terugkeer van zo’n 5 miljoen nakomelingen van de vluchtelingen, die deels elders staatsburgerschap hebben, is incompatibel met de tweestatenoplossing. Toch hoor je zelden Westerse leiders, politici of commentatoren de nieuwste opmerkingen van Abbas en andere Palestijnse leiders, en de hernieuwde steun voor organisaties met een radikale agenda hekelen.
Stevo Akkerman vervolgt zijn column:
Luister naar de filosoof Emmanuel Levinas in gesprek met de Belgische publiciste France Guwy: “Een heilig land betekent een land dat geen onrechtvaardigheid verdraagt, dat de onrechtvaardigheid uitspuwt. Een land dat zijn inwoners verdrijft als ze niet leven volgens de regels van de rechtvaardigheid en de ethiek. Ethiek is de enige verantwoorde vorm van verworteling.”
In hoeverre het heilig is of rechtvaardig om mensen te verdrijven die niet volgens de (altijd imperfecte en ruimte voor twijfel latende) regels van de ethiek leven, valt te betwijfelen. Wat is rechtvaardig? In de praktijk botsen verschillende vormen van rechtvaardigheid vaak op elkaar, zoals het recht van de Palestijnen op een eigen soevereine staat het recht van de Joden op een veilige staat ook lijkt uit te sluiten. Ethiek staat niet vast, maar verandert, wordt bijgesteld, anders uitgelegd. Wanneer Israel door strenge grenscontroles en de afscheidingsbarriere vele levens weet te redden, lijkt me dat rechtvaardig en ethisch, maar als onschuldige Palestijnen hierdoor worden belemmerd om nog op tijd bij hun doodzieke moeder te komen, is dat een schrijnend onrecht. Recht en onrecht bestaan naast elkaar en door elkaar. Ik zou meer van Levinas moeten lezen om hem recht te doen, maar dit citaat lijkt hier slechts bedoeld om het punt van Akkerman te bevestigen dat Israel onethisch is. Hij voegt er slechts aan toe dat Levinas Joods is, gevolgd door, jawel, ‘maar daar gaat het dus niet om’.
Wel, beste Akkerman, het boeit mij inderdaad niet of de schrijver van dit citaat Joods is of niet. Het komt op mij nogal rigide over en ik kan er niet uithalen waarom Israel meer dan al die andere imperfecte democratieën onze afwijzing, toorn en kritiek behoeft. Op de bijeenkomst van het Palestina Komitee waren sprekers met een dubieuze (in Levinas’ woorden wellicht onethische) staat van dienst, en hij was mede georganiseerd door organisaties die samenwerken met antisemieten en jihadisten (zoals de Free Gaza flottielje). Misschien kunt u daar in een vervolg column een paar mooie citaten bijzoeken? En neemt u dan gelijk dit zeer onethische filmpje van Hamas even mee, waarin zij laten zien wat ze met de Joden in Israel van plan zijn. Hoeveel onrechtvaardigheid en hypocrisie verdraagt een columnist voor Trouw eigenlijk?
Ratna Pelle
Geen opmerkingen:
Een reactie posten