maandag 27 februari 2012

Paul Brill: 'Recht op eigen staat heeft zijn grenzen'

 
We gunnen ieder volk dat daarnaar streeft een eigen staat, of het nu Tibetanen, Koerden, West-Saharanen of Palestijnen zijn. In de meeste gevallen is het helaas geen kwestie van volkerenrecht maar van machtpolitieke verhoudingen en bondgenootschappen van de grootmachten. Daarom lijkt het streven van de Tibetanen en Koerden in deze tijd vrij kansloos.
 
Wouter
_______________

 

Paul Brill: 'Recht op eigen staat heeft zijn grenzen'

http://www.volkskrant.nl/vk/nl/6277/Paul-Brill/article/detail/3201520/2012/02/25/Paul-Brill-Recht-op-eigen-staat-heeft-zijn-grenzen.dhtml

OPINIE - Paul Brill − 25/02/12, 12:00 

 

VK OPINIE Eigenlijk kunnen de Koerden op nog betere gronden aanspraak maken op een nationaal tehuis dan de Palestijnen. Dat stelt Paul Brill.

Sommige volkeren met nationale aspiraties verkeren in de onfortuinlijke omstandigheid dat ze in de loop van de geschiedenis op een zijspoor zijn beland waar ze almaar niet vanaf weten te komen. Vaak doordat de tegenkrachten zo sterk zijn, soms door eigen misgrepen, meestal door een combinatie daarvan.

Een pregnant voorbeeld zijn de Koerden. Eigenlijk kunnen zij op nog betere gronden aanspraak maken op een nationaal tehuis dan de Palestijnen. Hun nationalisme is eerder opgebloeid, ze hebben een eigen taal en een rijke culturele traditie. Na de Eerste Wereldoorlog heeft er, op grond van het Verdrag van Sèvres, ook heel even een embryonale Koerdische staat bestaan in het gebied rond Diyarbakir (Oost-Turkije). Maar de grenzen waren niet duidelijk afgebakend en de nieuwe Turkse republiek van Atatürk maakte er snel een eind aan.

Ook een klein, door de Sovjet-Unie gesponsord Koerdistan in Noord-West-Iran na de Tweede Wereldoorlog was geen lang leven beschoren. Nadat Moskou zijn troepen had teruggetrokken (in ruil voor Iraanse olie), was de regio een gemakkelijke prooi van het leger van de sjah. In geen van beide gevallen voelden andere mogendheden zich geroepen voor de Koerden in de bres te springen.
Het probleem van de Koerden is dat ze verspreid zijn over vier gevestigde staten, die de wil hebben om hun territoriale integriteit met kracht te verdedigen en daarbij kunnen bogen op de nodige rugdekking. Alle mooie principes over zelfbeschikking ten spijt, zit niemand te wachten op een Koerdische staat in Oost-Turkije. De terroristische methoden van de PKK hebben de Koerdische zaak ook geen goed gedaan.

Avonturisme van Saddam Hussein
Het verst zijn de Koerden in Irak gekomen. Mede dankzij de no-flyzone, door Amerikanen en Britten ingesteld om het avonturisme van Saddam Hussein in te dammen, wisten zij al in de jaren negentig een hoge mate van autonomie te bereiken. De oorlog die Saddam ten val bracht, bezegelde die status. Maar tegelijk ontmoedigden de Amerikaanse beschermheren elk streven naar onafhankelijkheid, dat de toch al broze verhoudingen in het Midden-Oosten te zeer zou belasten. En voorlopig kiezen de Iraakse Koerden eieren voor hun geld - begrijpelijk, want de relatieve voorspoed en stabiliteit in hun autonome regio steken gunstig af bij de levensomstandigheden van de Koerden in Turkije, Syrië en Iran.

De afgelopen week beleefden we de oprisping van een ander geval van sluimerend separatisme dat almaar niet van het toneel wil verdwijnen, te weten in Baluchistan, de grote westelijke provincie van Pakistan. Het startpunt van die oprisping lag in Washington. Een conservatieve Republikeinse afgevaardigde uit Californië diende een motie in waarin wordt uitgesproken dat het volk van Baluchistan 'het recht op zelfbeschikking' heeft.

De regering-Obama heeft zich direct gedistantieerd van de resolutie, die niet-bindend is en vermoedelijk niet eens de eindstreep haalt in het Congres. Maar in Pakistan was de opwinding er niet minder om. Politici en commentatoren ontwaarden een sinister Amerikaans complot (het zoveelste), premier Gilani sprak van een 'aanval' op de Pakistaanse soevereiniteit. Dat de resolutie vooral de Amerikaanse ergernis over het Pakistaanse dubbelspel in de strijd tegen de Taliban weerspiegelt en dat het meedogenloze optreden van het Pakistaanse leger in Baluchistan er ook iets mee van doen heeft, die notie ontbrak natuurlijk geheel.

De ironie wil dat juist het Westen, in het bijzonder Groot-Brittannië, de incorporatie van Baluchistan bij Pakistan krachtig heeft bevorderd. In 1947-'48, tijdens de ontbinding van Brits Indië, was er namelijk sprake van een zelfstandig Baluchistan, maar gevreesd werd dat dit een te zwakke buffer zou zijn tegen de vestiging van een Sovjet-steunpunt bij de ingang van de Golf van Oman.

Wankele staat 
Die vrees speelt geen rol meer. Maar daarmee is een onafhankelijk Baluchistan geen aanlokkelijker vooruitzicht geworden. Hoewel er slechts beperkt zicht is op wat zich in dit slecht toegankelijke gebied afspeelt, is wel duidelijk dat alle voorwaarden aanwezig zijn voor nóg een wankele staat waar moslimextremisme welig kan tieren: stammenmaatschappij, lage ontwikkeling, grote armoede, druk smokkelverkeer met Afghanistan (dat de grens trouwens nooit heeft erkend). Zelfs India, dat gebaat is bij een verzwakking van aartsrivaal Pakistan, lijkt dan ook afstand te bewaren tot de Baluchische vrijheidsbeweging.

Net zoals de Koerden verdienen de Baluchi's wellicht meer steun voor hun nationale verlangens. Maar hoe knellend sommige staatkundige eenheden ook zijn, ze kunnen niet op grond van abstracte principes worden ontbonden. Een afscheiding kan vooruitgang betekenen (Oost-Timor), maar ook nieuw onheil aanrichten (Zuid-Soedan). En een nieuwe staat komt er niet alleen omdat hij legitiem is, maar ook en vooral omdat er in de machtsverhoudingen een bedding voor is.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten