Het "Arabisch-Israelisch" conflict biedt alle ingrediënten voor boeiende televisie en meeslepende krantenverhalen: emoties, religie, geschiedenis, oorlog, geheime acties, haat, liefde, opoffering, heldendom,
cowboys and indians, good guys and bad guys (afhankelijk van de invalshoek ); drama, drama en nog eens drama. En dankzij de media kunnen wij het allemaal op de eerste rij meebeleven veilig op afstand maar toch lekker dichtbij. De Israelische cineast Nissim Mossek typeerde het leven van de Israelische actoren in dat drama in 1988 in de titel Never a dull moment‟. En zo is het. Maar al die in Israel gestationeerde journalisten moeten wel hun brood verdienen en hun redacties tevreden stellen, dus: stukken en reportages maken in een voortdurende concurrentieslag. Bij dat enorme drama-aanbod wordt wel eens vergeten dat er ook een Israel beyond the conflict bestaat, waar mensen van allerlei pluimage samen wonen en werken in wat wellicht de meest multi-culturele, dynamische en fascinerende samenleving ter wereld is. En ook de Palestijnse gebieden en de omliggende Arabische staten hebben veel meer te bieden dan alleen kommer en kwel maar de markt is daarin niet erg geïnteresseerd. In zijn boek Het zijn net mensen gaat Joris Luyendijk uitgebreid in op de frustraties die dat oplevert voor correspondenten als hijzelf.""De eerste indruk, vanwege het bijschrift, is dat de met een knuppel zwaaiende politieman‟ een Palestijnse demonstrant tot bloedens toe heeft mishandeld en dat nog wel op de Tempelberg, de heiligste plaats van het Jodendom en de op twee na heiligste plaats van de islam en dat er nog meer geweld aan zit te komen. De situatie werd kennelijk als zodanig geïnterpreteerd ten kantore van
Associated Press en zonder controle door de klanten van dat persbureau overgenomen. Maar een redactie is bij plaatsing verantwoordelijk voor de inhoud van materiaal dat door derden is aangeleverd. Hoe de situatie echt was, kwam pas aan het licht nadat dr Aaron Grossman uit Chicago, de vader van het slachtoffer, de volgende brief aan de redactie van de New York Times gestuurd had:"Regarding your picture on page A5 of the Israeli soldier and the Palestinian on the Temple Mount that Palestinian is actually my son, Tuvia Grossman, a Jewish student from Chicago. He, and two of his friends, were pulled from their taxicab while traveling in Jerusalem, by a mob of Palestinian Arabs, and were severely beaten and stabbed. That picture could not have been taken on the Temple Mount because there are no gas stations on the Temple Mount and certainly none with Hebrew lettering, like the one clearly seen behind the Israeli soldier attempting to protect my son from the mob."
Even terug naar het artikel van Henri Beunders. Die schrijft: "Als een foto ons raakt, komt het vooral omdat we het getoonde graag willen zien. Zoals de Franse filosoof Bergson ooit schreef: Het oog ziet alleen wat de geest bereid is te begrijpen‟." Dat mechanisme heeft de fotoredacteuren van
Associated Press en van drie belangrijke kranten kennelijk parten gespeeld toen zij de foto beoordeelden van een benzinepomp plus incident op de Tempelberg‟. "http://www.cidi.nl/images/stories/mediaenoorlogkortenoeven2009.pdf (blz. 25/26)
RP
Geen opmerkingen:
Een reactie posten