= IMO Blog =
Beste kijkers van Nieuwsuur,
Afgelopen maandag heeft u van ons een reportage gezien over Palestijnse tieners in Oost Jeruzalem die opgroeien zonder hoop. Wij hebben veel kritiek op deze reportage gekregen en willen daarom wat zaken rechtzetten. Tot onze spijt zijn er een aantal onjuistheden in terecht gekomen. Zoals de bewering dat de Arabieren in Oost Jeruzalem geen stemrecht hebben en slechts bewoner zijn. Zij kregen na de annexatie van Jeruzalem wel degelijk het Israelisch staatsburgerschap met stemrecht aangeboden maar weigerden dit. Zij hebben desondanks wel lokaal stemrecht, maar een groot deel van de Arabieren weigert daarvan gebruik te maken en boycot de verkiezingen. Het gevolg is dat zij slecht vertegenwoordigd zijn bij de gemeente en minder goed voor hun belangen opkomen.
In de reportage werd inderdaad een erg eenzijdig beeld geschetst van onschuldige Palestijnen die getreiterd worden door gemene Israelische soldaten en alleen uit pure wanhoop tot geweld overgaan. De enige Israeli die we opvoerden werd neergezet als een onsympathieke op expansie gerichte kolonist.
De werkelijkheid is natuurlijk ingewikkelder, met ook vriendelijke Israelische soldaten en ook provocerende Palestijnse jongens die terecht worden tegengehouden. Daarbij hebben we verzuimd aandacht te geven aan de dagelijkse aanvallen met messen door Palestijnen en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers. We lieten u op nogal sentimentele wijze een Palestijns gezin zien; een huilende moeder omdat zij bang was dat haar lieve zoon Bakr, die weleens met stenen schijnt te gooien, door de gemene bezettingssoldaten wordt opgepakt en in elkaar geslagen. Ze deed het voorkomen alsof dit aan de lopende band gebeurde, terwijl daar geen enkel bewijs voor is. Wij hadden dit dan ook niet zo in beeld mogen brengen zonder wederhoor toe te passen van Israels kant en navraag te doen bij onafhankelijke organisaties. Zo hadden we bv. bij Israelische ziekenhuizen gegevens kunnen vragen over aantallen gewonde Palestijnse jongens die daar binnen worden gebracht nadat zij op weg van school naar huis langs een checkpoint moesten gaan.
Later verscheen het jongere zusje van Bakr in beeld, huilend omdat haar lieve broer vast zat voor het gooien van stenen. Ze had een tekening voor hem gemaakt en werd door haar moeder getroost. Een hartverscheurend beeld. De camera laat een huiselijk tafereel zien, terwijl de commentaarstem zegt dat ‘het nog niet duidelijk is hoe lang hij hier weg zal zijn’. Ook lieten we de kijker een familieportret van het gezin zien met lieve lachende kinderen, om maximaal sympathie op te wekken. In plaats van dit sentimentele gedoe hadden we beter wat cijfers kunnen geven over stenen gooien, en enkele slachtoffers daarvan in beeld kunnen brengen; het is immers niet voor niets dat Israel dit zwaarder wil bestraffen. Stenen zijn een potentieel dodelijk wapen.
Het indringende persoonlijke portret van dit Palestijnse gezin leidt er haast vanzelf toe dat de kijker zich met hen identificeert en hun visie en vijandbeeld overneemt. Moeder Dalal zei dat ze haar zoon ‘nooit wapens of een bom zou geven’. Bakr zelf zei ook dat hij nooit een mes zou gebruiken. Veel Palestijnen doen dat wel, zoals blijkt uit de dagelijkse aanvallen en uit het grote aantal geplande aanvallen dat wordt verhinderd. Wel zegt Dalal dat als Bakr wordt vernederd hij iets zal zoeken om zijn woede en frustratie te uiten, zoals een steen. Alleszins begrijpelijk, zult u als kijker waarschijnlijk hebben gedacht. U had hem aan het begin van de reportage gezien zoals hij naar school loopt en over betonnen blokken moet klimmen om langs een roadblock te komen. U had hem later gezien toen hij toonde hoe de rubberkogels van het leger je treffen en showde vervolgens zijn paard, dat hij had gekregen om hem van de straat te houden.
Wanneer hij van streek is maakt hij soms huiswerk bij zijn paard, zo liet hij u weten. Kortom, in alles een schattige jongen die warmte en sympathie opwekte. Wanneer hij dan toch naar stenen grijpt dan moet dat wel zijn omdat hij tot wanhoop wordt gedreven door de Israelische bezetter, aldus de impliciete maar onmiskenbare boodschap van de reportage. Moeder Dalal en zijn kleine zusje waren echte tranentrekkers, met hun voor iedereen begrijpelijke zorgen en verdriet.
Wij lieten vervolgens een Palestijn aan het woord die voorzitter was van de ouderenraad. Hij hekelde de vele checkpoints in Oost Jeruzalem (‘wat je hier ziet, is het ware gezicht van de bezetting’) maar negeerde de reden ervoor, namelijk de vele aanvallen met messen. Hij had het over de achterstelling van de wijken in Oost Jeruzalem en vertelde dat de kinderen het vertrouwen in hun ouders en ook in de vrede hadden verloren. Dat laatste is niet zo gek gezien de ophitsing en propaganda op de Palestijnse tv, maar dat vermeldde hij niet en werd ook door ons niet aangevuld.
Aan het einde van de reportage kwam Bakr nog eens in beeld en legde uit waar het recente geweld volgens hem door werd veroorzaakt. “We vragen maar één ding. Ga niet de Al Aqsa Moskee binnen. Zij zeggen dat die van hen is, niet van ons. Maar als ze hier minder rellen willen moeten ze de Al Aqsa met rust laten”. Dit is uiteraard onzin, maar in plaats van u uit te leggen hoe het wel zit lieten we daarna de onsympathieke ‘kolonist’ uit Oost Jeruzalem, Arieh King, vertellen dat men zo dicht mogelijk bij deze heilige plek wil wonen, en daar bidt voor de herbouw van de Tempel. Zo leek het net of Bakr toch wel een beetje gelijk had. In tegenstelling tot Bakr kreeg u Kings gezin niet te zien, zijn angsten om zijn kinderen die dagelijks door Palestijnen met messen kunnen worden belaagd, onthielden we u. U zag niet hoe hij zijn dochter troostte nadat haar schoolvriendje gewond was geraakt bij een Palestijnse aanslag. U zag niet hoe hij op zijn zoon inpraatte dat lang niet alle Arabieren zo zijn en geweld nooit met geweld moet worden vergolden.
We vertelden dat er een paar honderd Joden wonen in Ras Al Amud, de wijk waar Bakr woont, te midden van 20.000 Palestijnen, en lieten King triomfantelijk vertellen dat men nog meer grond in bezit had om verder te bouwen. We schetsten zo een beeld van nare, bezitterige Joden die de arme Palestijnen daar verdrijven. In werkelijkheid hebben zij evenzeer recht om woningen in het oosten van de stad te kopen als Arabieren; zoals Arabieren ook in sommige ‘Joodse’ wijken intrekken. We lieten welbewust een beeld ontstaan waarin rijke, streng religieuze en onsympathieke Joden het leven van een grote groep Palestijnen miserabel maken. De checkpoints zouden er slechts zijn om hun te beschermen. Dit hadden wij nooit mogen doen, ook gezien de negatieve stereotypen die er onder een deel van de Nederlandse bevolking heersen over de Joodse medemens. De meeste Joden in Jeruzalem voldoen dan ook totaal niet aan het stereotype beeld dat we van King lieten zien, maar leven met grote gezinnen in kleine flatjes en moeten net als veel Palestijnen de eindjes aan elkaar knopen.
Zoals gezegd hadden we de leugen van Bakr dat de Joden de Al Aqsa willen hebben niet onweersproken mogen laten. De Joden hebben niks met de moskeeën op de Tempelberg, maar wel met de berg zelf, waar, zoals de naam al suggereert, ooit hun heilige Tempel heeft gestaan. De Klaagmuur is daar het enige overblijfsel van. Sommige Joden zeggen dat je niet op de berg mag bidden, anderen wel, maar feit is dat de Palestijnen daar geen Joden dulden en ze vaak belagen als ze zich er wagen, biddend of niet. De Palestijnse propaganda verspreidt daarbij de mythe dat Israel de Al Aqsa wil vernietigen om de Tempel te herbouwen, iets wat geen enkele Israelische regering ooit heeft overwogen. Bakr lepelde deze propaganda op, en wij versterkten dat beeld door vervolgens de kolonist hardop over de tempel te laten dromen. In plaats daarvan hadden we beter kunnen toelichten wat het standpunt van de regering is en welke regeling er geldt voor bezoek van de berg door Joden en Arabieren. Het is namelijk best bijzonder dat Israel juist de moslims zoveel ruimte geeft en de mogelijkheden voor Joden (en toeristen) sterk inperkt. Deze zeer pragmatische houding staat in schril contrast met de positie van Abbas, die een paar maanden geleden nog zei:“Wij zegenen elke druppel bloed die voor Jeruzalem is vergoten, dat is schoon en zuiver bloed, bloed vergoten voor Allah, als Allah het wil.”
Het druist in tegen onze journalistieke normen zoals onpartijdigheid en hoor en wederhoor om u een dergelijk zeer gekleurd verhaal voor te schotelen. Een verhaal waarin de feiten ondergeschikt waren aan de emotie, het effectbejag, en we u tegen onze principes in subtiel maar onmiskenbaar een kant op stuurden. We onthielden u belangrijke informatie over hoe Palestijnse jongens al jong leren dat het een eer is voor je land te sterven en dat het doden van Joden een heldendaad is, omdat Joden door Allah vervloekt zouden zijn. In talloze clips op tv, cartoons in kranten en preken van imams wordt opgeroepen tot geweld tegen Joden omdat zij de vijanden van de islam zijn.
Wij kunnen gezien dit alles dan ook niet anders zeggen dan dat we schromelijk de mist in zijn gegaan met onze reportage van afgelopen maandag. Deze was een serieus nieuwsmedium als de NOS, dat ook nog eens wordt betaald uit publieksgeld, onwaardig. Wij zullen dan ook passende maatregelen treffen om te zorgen dat dit niet weer gebeurt en dat onze reportages voortaan gebaseerd zijn op feiten en gemaakt vanuit de drive om u zo onpartijdig en volledig en waarheidsgetrouw mogelijk te informeren over de gebeurtenissen in de wereld, waaronder het Israelisch-Palestijns conflict. Wij hopen op korte termijn met een reportage te komen waarin de slachtoffers van de dagelijkse steekincidenten en ander geweld gepleegd door Palestijnen tegen Joodse burgers in Israel, centraal staan. Wij bieden nogmaals onze excuses aan voor deze grove misstap.
De redactie
[NB: Deze excuusbrief had ik graag ontvangen van de Nieuwsuur redactie, maar helaas heb ik hem zelf moeten schrijven. RP]
[NB: Deze excuusbrief had ik graag ontvangen van de Nieuwsuur redactie, maar helaas heb ik hem zelf moeten schrijven. RP]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten