Over een andere motie, van Joël Voordewind (CU) samen met Kees van der Staaij (SGP), is niet gestemd. Deze motie zou de regering verzoeken het ontmoedigingsbeleid niet van toepassing te verklaren op de samenwerkingsprojecten die primair gericht zijn op de ontwikkeling van de Palestijnse gebieden, maar die ook in beperkte mate een positieve uitwerking zouden kunnen hebben op de nederzettingen. Dit is het geval bij veel projecten van bijvoorbeeld nutsbedrijven en supermarktketens. Volgens het internationaal recht moet Israel de Palestijnse gebieden voorzien van eerste levensbehoeften zoals water en voedsel. – Deze motie is aangehouden.
Ik vind het eigenlijk van de gekke dat er zo gedetailleerd vastgelegd moet worden welke handel met Israel precies wel en niet ontmoedigd moet worden, en of de nederzettingen daar in het geheel niet, of in beperkte mate van mee mogen profiteren en onder welke omstandigheden. Misschien zou een motie met de volgende strekking een idee zijn?
‘Nederland voert wat betreft Israel en het ontmoedigen van de nederzettingenpolitiek geen strenger beleid dan ten aanzien van andere democratische en bevriende landen die soms politieke beslissingen nemen en beleid uitvoeren dat in onze ogen niet bevorderlijk is voor de vrede en stabiliteit in de regio. Het beleid ten aanzien van Israel dient in verhouding te staan tot dat ten opzichte van omringende landen waar enorme bloedbaden worden aangericht en veel burgers rechteloos zijn. Het dient vooral in verhouding te staan tot het beleid ten aanzien van de Palestijnse Autoriteit’ (waarvan een hoge functionaris onlangs zei:
De Israëli’s hebben geen geloof, geen principes.
Ze zijn een geavanceerd instrument van het kwaad. Ze hebben het over de Holocaust en ga zo maar door – mooi, waarom doen ze dit ons aan?
Daarom denk ik dat Allah ze verzamelt, zodat wij ze kunnen doden.)
RP
---------
Kamermeerderheid: moedig handel met Israel aan
http://www.cidi.nl/kamermeerderheid-moedig-handel-met-israel-aan/
IN NEDERLAND / DOOR ELISE FRIEDMANN / OP 18/03/2014 OM 18:50 / TAGS: BDS, ISRAEL, MOTIE, NEDERZETTINGEN, TWEEDE KAMER
Vanmiddag stemde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer voor een motie die het kabinet oproept handel met Israel aan te moedigen. Voor de motie van Kees van der Staaij (SGP), mede-ondertekend door Joël Voordewind (CU), stemden VVD, PvdA, CDA en PVV.
In totaal zouden drie moties aan de orde komen van CDA, CU en SGP die duidelijkheid moesten geven over samenwerking tussen Nederlandse en Israelische bedrijven en het ontmoedigingsbeleid van het Kabinet. Wat valt daar wel en wat valt er niet onder, en wat zijn de gevolgen als een bedrijf zich niet aan het ontmoedigingsbeleid houdt? De moties werden 12 maart ingediend bij het Algemeen Overleg over het bezoek van het Kabinet aan Israel en de Palestijnse gebieden.
Aanmoediging samenwerking
De motie die werd aangenomen was ingediend door Kees van der Staaij (SGP) en Joël Voordewind (CU) tekende mee. Deze motie verzoekt de regering om op zichtbare en overtuigende wijze duidelijk te maken dat zij economische relaties en samenwerking tussen Nederlandse en Israëlische bedrijven en instellingen aanmoedigt, omdat economische samenwerking vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio bevordert. De motie werd ingediend ‘omdat Nederlandse bedrijven hun samenwerking hebben beëindigd, wat in strijd met het Nederlandse beleid kan leiden tot een sfeer waarin het zakendoen met Israelische bedrijven en instellingen verdacht is.’ Behalve SGP en CU stemden VVD, CDA, PvdA en PVV voor deze motie – aangenomen.
Nutsbedrijven en supermarktketens
Over een andere motie, van Joël Voordewind (CU) samen met Kees van der Staaij (SGP), is niet gestemd. Deze motie zou de regering verzoeken het ontmoedigingsbeleid niet van toepassing te verklaren op de samenwerkingsprojecten die primair gericht zijn op de ontwikkeling van de Palestijnse gebieden, maar die ook in beperkte mate een positieve uitwerking zouden kunnen hebben op de nederzettingen. Dit is het geval bij veel projecten van bijvoorbeeld nutsbedrijven en supermarktketens. Volgens het internationaal recht moet Israel de Palestijnse gebieden voorzien van eerste levensbehoeften zoals water en voedsel. – Deze motie is aangehouden.
Uitwerking ontmoedigingsbeleid en gevolgen voor bedrijven
Pieter Omtzicht (CDA) diende een motie in naar aanleiding van de ophef en onduidelijkheid die ontstond rond de beoogde samenwerking tussen het Nederlandse waterbedrijf Vitens en zijn Israelische collegabedrijf Mekorot. De motie overweegt dat er een grijs gebied bestaat, waarbij onvoldoende duidelijk is welke activiteiten wel of niet onder het ontmoedigingsbeleid vallen en vraagt de regering dit beleid nader uit te werken, aan te geven welke gevolgen bedrijven ondervinden wanneer zij zich niet aan het beleid houden en die uitwerking binnen een maand naar de Kamer te sturen. – Deze motie is met hand opsteken verworpen; voor stemden GL, VVD, 50+, CDA, CU en SGP.
(De gevraagde uitwerking zou duidelijk hebben gemaakt dat het negeren van dit ontmoedigingsbeleid geen grote gevolgen kan hebben, want minister Timmermans van BuZa heeft al verschillende malen verklaard dat een dergelijke beslissing een zaak is voor het bedrijf zelf. Ook is dit niet in strijd met relevante internationale regelgeving. De Nederlandse ambassade zou echter geen assistentie verlenen bij het tot stand brengen van de samenwerking.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten