Het gedrang in een overvolle bus is inderdaad niet altijd plezant, zeker voor wat preutsere mensen. Als die ultraordoxe mannen nu zelf achterin gaan zitten en de vrouwen voorin laten zitten, zou dat uitmaken, gevoelsmatig? Verder lijkt me inderdaad beter als ze hun eigen busmaatschappij oprichten, en duidelijk op de bussen zetten dat deze gescheiden vervoer bieden. Egged zou zich hier verre van moeten houden.
Wouter
Wouter
_____________
Segregatie in bus splijt burgers van Israël
http://www.parool.nl/parool/nl/225/BUITENLAND/article/detail/259884/2009/08/25/Segregatie-in-bus-splijt-burgers-van-Isra-l.dhtml
Segregatie in bus splijt burgers van Israël
http://www.parool.nl/parool/nl/225/BUITENLAND/article/detail/259884/2009/08/25/Segregatie-in-bus-splijt-burgers-van-Isra-l.dhtml
Bussen in Jeruzalem zitten bijna altijd mudvol en instappen betekent een gedwongen kennismaking met een zeer gemengde bevolking. Een bepruikte vrouw in een enkellange rok zit naast een toerist in korte broek en singlet. In het gangpad staat een meisje met grote boezem in een hemdje met spaghettibandjes tegen een van top tot teen in het zwart geklede grootvader geleund.
Vanwege die onvermijdelijke intimiteit tussen de seksen in de reguliere bussen, kiezen steeds meer ultraorthodoxe joden voor alternatief openbaar vervoer, met mannen voor in de bus en vrouwen achterin. In Israël bestaat het systeem al een jaar of twaalf, maar veel vrouwen ervaren dit koosjere vervoer als vernederend en ze laten het er niet bij zitten.
De eerste 'gescheiden' buslijn van de nationale vervoerscoöperatie Egged was vooral ingegeven door commerciële motieven. Ultraorthodoxen vormen hooguit tien procent van de bevolking, maar vanwege hun lage inkomens reizen ze massaal met het openbaar vervoer. Bovendien zijn hun gezinnen doorgaans te kinderrijk voor een personenauto.
De eerste koosjere bussen reden in Bnei Brak, een dichtbevolkte voorstad van Tel Aviv. Bijna iedereen is er ultraorthodox en daarom bleven protesten uit. Op elke bus reed een orthodoxe ordehandhaver mee, al zou het vrome vrouwvolk ook zonder toezicht wel gedwee achterin hebben plaatsgenomen. De Egged-chauffeurs kregen opdracht zich onder geen omstandigheid met de zitplaatsverdeling te bemoeien. Officieel bestonden de gescheiden bussen niet eens.
De problemen begonnen eind jaren negentig toen het busbedrijf, aangemoedigd door het succes in Bnei Brak, nieuwe lijnen opende in Jeruzalem. Op zijn rit van de ene religieuze wijk naar de andere kon de chauffeur moeilijk de vaste halteplaatsen in tussenliggende seculiere wijken overslaan. In plaats van op een 'gemengde' bus te wachten, drongen ongelovigen en modern-religieuzen daar soms het domein van de ultraorthodoxen binnen. Dat leidde tot schreeuwpartijen, geduw en getrek.
Het wachten was alleen nog op een Israëlische Rosa Parks, de zwarte vrouw in de VS die het in 1955 niet langer pikte dat zwarten daar achterin de bus moesten zitten. In de zomer van 2004 nam schrijfster Naomi Ragen demonstratief plaats op één van de voorste banken in een koosjere bus. Zelf religieus, maar niet ultraorthodox, ging ze de discussie aan met mannelijke passagiers. Ze voerde aan dat nergens was aangegeven dat de bus mannen en vrouwen gescheiden vervoerde en dat de joodse religieuze wet haar niet verplichtte achterin plaats te nemen. De reactie was een schreeuwpartij, die eindigde in geduw.
Samen met vijf andere vrouwen diende Ragen uiteindelijk in 2007 een petitie in bij het Hooggerechtshof. Dat bepaalde, in afwachting van een definitief besluit, dat Egged de bestaande koosjere lijnen mag handhaven, maar geen nieuwe mag openen. Het ministerie van Vervoer kreeg de opdracht onderzoek te verrichten naar de behoefte aan segregatie. En op alle koosjere lijnen moet gemengd vervoer beschikbaar zijn.
De uitkomst van het ministeriële onderzoek wordt in de komende weken verwacht. Centrale vraag: is een bus publiek domein of niet? Tegenstanders van segregatie voeren aan dat Egged gesubsidieerd openbaar vervoer biedt en het belastinggeld misbruikt. Egged zegt dat het alleen maar inspeelt op de behoefte van een groot deel van zijn klandizie.
Er zijn nu al meer dan tachtig koosjere lijnen in alle delen van het land. Als de rechter daar een eind aan maakt, zit het er dik in dat het ultraorthodoxe publiek een eigen busmaatschappij zal beginnen. (AD BLOEMENDAAL)
Vanwege die onvermijdelijke intimiteit tussen de seksen in de reguliere bussen, kiezen steeds meer ultraorthodoxe joden voor alternatief openbaar vervoer, met mannen voor in de bus en vrouwen achterin. In Israël bestaat het systeem al een jaar of twaalf, maar veel vrouwen ervaren dit koosjere vervoer als vernederend en ze laten het er niet bij zitten.
De eerste 'gescheiden' buslijn van de nationale vervoerscoöperatie Egged was vooral ingegeven door commerciële motieven. Ultraorthodoxen vormen hooguit tien procent van de bevolking, maar vanwege hun lage inkomens reizen ze massaal met het openbaar vervoer. Bovendien zijn hun gezinnen doorgaans te kinderrijk voor een personenauto.
De eerste koosjere bussen reden in Bnei Brak, een dichtbevolkte voorstad van Tel Aviv. Bijna iedereen is er ultraorthodox en daarom bleven protesten uit. Op elke bus reed een orthodoxe ordehandhaver mee, al zou het vrome vrouwvolk ook zonder toezicht wel gedwee achterin hebben plaatsgenomen. De Egged-chauffeurs kregen opdracht zich onder geen omstandigheid met de zitplaatsverdeling te bemoeien. Officieel bestonden de gescheiden bussen niet eens.
De problemen begonnen eind jaren negentig toen het busbedrijf, aangemoedigd door het succes in Bnei Brak, nieuwe lijnen opende in Jeruzalem. Op zijn rit van de ene religieuze wijk naar de andere kon de chauffeur moeilijk de vaste halteplaatsen in tussenliggende seculiere wijken overslaan. In plaats van op een 'gemengde' bus te wachten, drongen ongelovigen en modern-religieuzen daar soms het domein van de ultraorthodoxen binnen. Dat leidde tot schreeuwpartijen, geduw en getrek.
Het wachten was alleen nog op een Israëlische Rosa Parks, de zwarte vrouw in de VS die het in 1955 niet langer pikte dat zwarten daar achterin de bus moesten zitten. In de zomer van 2004 nam schrijfster Naomi Ragen demonstratief plaats op één van de voorste banken in een koosjere bus. Zelf religieus, maar niet ultraorthodox, ging ze de discussie aan met mannelijke passagiers. Ze voerde aan dat nergens was aangegeven dat de bus mannen en vrouwen gescheiden vervoerde en dat de joodse religieuze wet haar niet verplichtte achterin plaats te nemen. De reactie was een schreeuwpartij, die eindigde in geduw.
Samen met vijf andere vrouwen diende Ragen uiteindelijk in 2007 een petitie in bij het Hooggerechtshof. Dat bepaalde, in afwachting van een definitief besluit, dat Egged de bestaande koosjere lijnen mag handhaven, maar geen nieuwe mag openen. Het ministerie van Vervoer kreeg de opdracht onderzoek te verrichten naar de behoefte aan segregatie. En op alle koosjere lijnen moet gemengd vervoer beschikbaar zijn.
De uitkomst van het ministeriële onderzoek wordt in de komende weken verwacht. Centrale vraag: is een bus publiek domein of niet? Tegenstanders van segregatie voeren aan dat Egged gesubsidieerd openbaar vervoer biedt en het belastinggeld misbruikt. Egged zegt dat het alleen maar inspeelt op de behoefte van een groot deel van zijn klandizie.
Er zijn nu al meer dan tachtig koosjere lijnen in alle delen van het land. Als de rechter daar een eind aan maakt, zit het er dik in dat het ultraorthodoxe publiek een eigen busmaatschappij zal beginnen. (AD BLOEMENDAAL)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten