zaterdag 22 december 2007

Jodenhaat 'geïnstitutionaliseerd' onder Argentijnse dictatuur

De Latijns-Amerikaanse dictaturen waren berucht om hun martelmethoden, maar volgens onderstaand bericht werden Joden extra wreed behandeld.
 
Veel Joden arriveerden in de vroege 20ste eeuw in Argentinë, op de vlucht voor eerst de Oosteuropese pogroms en later het nazisme. Ook in Argentinië was antisemitisme helaas niet onbekend, zoals de pogroms in 1919 aantoonden, maar ook in de jaren '50 en '60 voerde een fascistische organisatie campagnes tegen de Joden. Na de Tweede Wereldoorlog hebben veel nazi-kopstukken hun toevlucht gezocht in Argentinië.
 
 
Wouter
______________________

ARGENTINIE:
Jodenhaat "geïnstitutionaliseerd" onder Argentijnse dictatuur

Marcela Valente
 
BUENOS AIRES, 26 november 2007 (IPS) - Joden werden tijden de Argentijnse dictatuur (1976-1983) vaker opgepakt en onderworpen aan extra wrede folterpraktijken. Dat is de conclusie van een boek dat joodse verenigingen in Argentinië hebben samengesteld op basis van getuigenissen en juridische dossiers.

De joodse gemeenschap in Argentinië is de grootste van Latijns-Amerika. In de jaren zeventig leefden er tussen 230.000 en 290.000 joden in het land, ongeveer één procent van de totale bevolking.

Uit het rapport van de Koepel van Argentijnse Joodse Verenigingen (DAIA) blijkt dat het aandeel joden onder de slachtoffers van de dictatuur veel hoger ligt, tussen vijf en twaalf procent. Het boek noemt 1.300 slachtoffers van gedwongen verdwijningen, maar gaat ervan uit dat het er in realiteit nog veel meer zijn. De lijst is gebaseerd op een klacht eind jaren negentig voor een Spaanse rechtbank.

Uit de getuigenissen die voor het boek werden verzameld, blijkt verder dat joodse gevangenen extra wreed werden behandeld door de beulen van het regime. "Je kan niet zeggen dat er een specifieke antisemitische jodenvervolging heeft plaatsgevonden, maar de joodse gevangenen zijn wel bijzonder brutaal behandeld" zegt Eduardo Luis Duhalde, secretaris van het Mensenrechtensecretariaat van de Argentijnse overheid.

Mensen die het hebben overleefd, zeggen dat er in de gevangenissen nazisymbolen – swastika's en portretten van Adolf Hitler – aan de muur hingen. Tijdens foltersessies en 's nachts klonken toespraken van Hitler uit de luidsprekers. Net als in de concentratiekampen van de nazi's kregen alle politieke gevangenen in Argentinië een nummer in plaats van hun naam.

Volgens overlever Daniel Fernández werden de joden onderworpen aan een bijzonder wrede marteltechniek. De "rectoscoop" was een buis die werd aangebracht in de anus of de vagina van het slachtoffer. Vervolgens werd een rat in de buis gelaten, die een uitweg zocht door te knagen aan vitale organen. Andere getuigen hebben het over joden die met swastika's werden beschilderd of gedwongen werden op handen en voeten te gaan zitten en te blaffen als een hond.

"Het is duidelijk dat het hier niet gaat om occasionele excessen, maar dat geweld tegen joden een geïnstitutionaliseerde praktijk was in het leger dat toen de macht in handen had", stelt het rapport. Volgens schrijfster Nora Strejilevic verzekerde een van haar ondervragers dat "subversieve activiteiten" de prioriteit kregen, maar ze ook informatie verzamelden om iets te doen aan "het joodse probleem".

"Dit boek is een gebaar van ons naar de families", zegt Marisa Braylán, hoofd van het Centrum voor Sociale Studies van DAIA. De koepel kreeg eerder het verwijt van families van slachtoffers dat ze tijdens de dictatuur een weinig actieve rol had gespeeld. De organisatie werd nochtans in 1935 opgericht om de invloed van het nazisme te counteren. "De families vroegen om hulp, en het huidige bestuur neemt zijn verantwoordelijkheid op door uit te pluizen wat er is gebeurd en toe te geven dat er fouten zijn gemaakt."

IPS(MC, PD)
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten