Zijn vijandige houding jegens Israël is te opvallend
http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/12/16/hoe-serieus-agt-nog-worden-genomen/
– door Tjalling –
De visie van Dries van Agt op het conflict tussen Israël en de Palestijnen is niet alleen héél beperkt en eendimensionaal maar ook overbekend. Bovendien heeft het totaal geen zin om serieus met hem in debat te gaan over het conflict, onze ex-premier voert zijn vooringenomen loopgravenoorlog tegen Israël uit en zal dat blijven doen. Desondanks wil ik hier toch op één punt uit zijn meest recente pennenvrucht ingaan.
Dat Van Agt’s visie op het extreme af vooringenomen is en het conflict alleen vanuit Palestijns perspectief benadert, blijkt voor de zoveelste keer uit zijn artikel op JOOP van 10 december. Hier wil ik één aspect uit bespreken, namelijk de terugtrekking van Royal Haskoning (R.H.) in 2013 uit een gezamenlijk waterproject met Israëli’s, Palestijnen en Jordaniërs.
Volgens Van Agt zou R.H. net zoals de ASN Bank, Triodos en Vitens niet betrokken zijn bij de BDS beweging maar enkel een beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben en op grond daarvan de betrokkenheid hebben gestaakt bij activiteiten die ‘de bezetting en het illegale nederzettingenbeleid steunen’. In de meeste gevallen werd die betrokkenheid echter wel degelijk gestaakt nadat de BDS-beweging druk had uitgeoefend op deze instellingen.
Royal Haskoning zou, zo Van Agt het formuleert in zijn artikel, hebben meegewerkt ‘aan een project in bezet Oost-Jeruzalem, dat illegale nederzettingen zou hebben gediend en Israëls onrechtmatige annexatie van Oost-Jeruzalem zou hebben bestendigd’. Deze formulering doet de werkelijkheid heel erg tekort en illustreert hoe eenzijdig negatief Van Agt zich uitlaat over Israël.
De werkelijkheid omtrent het project waaruit R.H. zich terugtrok was héél anders dan Van Agt het doet voorkomen. Dit project had tot doel om de Kidron beek weer schoon te krijgen. Deze beek stroomt door de Kidron vallei, tussen het oosten van Jeruzalem en de Dode Zee. De vallei werd al een tijdlang geteisterd door zo’n 45.000 kuub aan rioolwater, vuilnis en gebrek aan zuivering, en dreigde daardoor een ecologische en maatschappelijke ramp te worden, vooral voor veel Palestijnse dorpjes die in de buurt van de zwaar vervuilde Kidronbeek liggen.
R.H had zich toentertijd terdege voorbereid. Een indrukwekkende groep mensen was in het gebied zelf begonnen met het oplossen van de eerste proceshobbels en technische vraagstukken. Op 10 oktober 2012 was Ingenieurs Zonder Grenzen te gast bij UNESCO-IHE in Delft, waar een lezing over water in dit conflictgebied werd gehouden. Jeroen Kook, projectmanager bij Royal Haskoning DHV en Joktan Cohen, bestuurslid bij IZG, belichtten de technische oplossingen en complexe politieke aspecten van het vuilwaterprobleem in de Kidron. Het was de inzet van IZG, R.H., Deltares, UNESCO-IHE en de TU Delft om een bijdrage aan dit bijzondere project te gaan leveren, door Nederlandse kennis in te zetten voor beide partijen. De geplande werkzaamheden en het humanitaire doel daarvan zijn toen teniet gedaan enkel en alleen omdat de Palestijnse Autoriteit het project formeel niet had goedgekeurd. Royal Haskoning werkte tijdens de bouw namelijk ook samen met de gemeente Jeruzalem.Uit publicaties van o.a. de NRC in 2013 viel op te maken dat het met de waterkwaliteit in Israël en de Westbank, mede door Palestijns wanbeleid, slecht gesteld was. Gegronde reden dus om Israël èn de Palestijnen deskundige hulp te verlenen op het gebied van waterzuivering, waarbij de expertise van R.H. onmisbaar was.
De Palestijnse Water Autoriteit (PWA) zei ‘dat bij dit project geen sprake was van samenwerking tussen Israël en de PWA en dat de Palestijnen niet het meeste voordeel zouden hebben van dit afvalwaterzuiveringsproject’. Maar uit een financieel plan van het Milken Institute bleek dat Palestijnse experts aanvankelijk wèl bij het project betrokken waren en de PWA ook contractpartner zou worden. Ook de minister van Water van de Palestijnse Autoriteit was in 2012 bij een bijeenkomst in het Palestijnse dorp Ubeidya over het project. De Palestijnse Autoriteit leek zich pas na de publiciteit en protesten van ‘anti-normalisatie’ activisten (die contacten en samenwerking met Israëli’s als verraad beschouwen en alle ontmoetingen tussen Israëli’s en Palestijnen proberen te dwarsbomen) te hebben gedistantieerd van het project.
Hoe anders is alles dus in werkelijkheid. Vraag hierbij is waarop Dries van Agt zich kan baseren zonder het risico om van het geven van feitelijke onjuistheden te kunnen worden beticht. Zijn opmerking omtrent R.H. was misschien diplomatiek geformuleerd maar zeker ook eenzijdig en negeerde de belangen van zowel Israëlische als Palestijnse bewoners van het gebied. Zijn rugdekking zal in dit geval het besluit zijn dat R.H. in 2013 moest nemen na overleg met betrokken partijen en het inzicht dat betrokkenheid bij dit bijzondere waterzuiveringsproject in strijd kon komen met de (internationale) wet en regelgeving vanwege de afwijzing door de Palestijnse Autoriteit. Van Agt kan zich dan veilig wanen achter in elk geval het Internationale Recht, wat niet altijd recht is, en vanuit die veilige positie zijn vileine strijd tegen Israël voortzetten en dat zal hij graag blijven doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten