Het is goed nieuws dat de laatste tijd harder wordt opgetreden tegen anti-Arabisch geweld op de Westoever. Lange tijd bestond de indruk dat Joodse extremisten vrijwel ongestraft hun gang konden gaan met vernielingen, pesterijen en bedreigingen tegen de Palestijnse bevolking. Gelukkig nam het aantal ‘haatincidenten’ in 2014 aanzienlijk af tegenover 2013.
Wouter
____________
Israelische politie onderzoekt haatincidenten
IN ISRAEL / DOOR ELISE FRIEDMANN / OP 26/02/2015 OM 17:32
De Israelische politie onderzoekt of er een verband is tussen twee gevallen van racistische brandstichting. Woensdag werd er een moskee in de buurt van Bethlehem in brand gestoken, in de nacht van woensdag op donderdag werd een brandbare vloeistof door het raam van een badkamer van een Grieks Orthodox seminarium gegoten en aangestoken.
Bij beide aanslagen werd, naast haatleuzen, letterlijk dezelfde kreet op de muren gekalkt.
Bij beide aanslagen werd, naast haatleuzen, letterlijk dezelfde kreet op de muren gekalkt.
Vooral de brandstichting in de moskee werd scherp veroordeeld door politici en kerkelijke leiders over het hele spectrum in binnen- en buitenland.
“Verlossing”
De Jeruzalemse brandweer had het vuur in het seminarium, in de buurt van de Jaffapoort, snel geblust en er vielen geen gewonden. Op de muren waren beledigende teksten tegen Jezus gekalkt. De Jeruzalemse burgemeester veroordeelde het incident scherp en zei dat er in de stad ‘geen plaats is voor dit soort verwerpelijke daden’: “Wij moeten een eind maken aan dit gedrag en de daders berechten”.
De dag daarvoor was in het dorpje Al-Jab’a op de Westoever, in de buurt van Bethlehem, een moskee in brand gestoken. De brand werd snel ontdekt door mensen die kwamen bidden, en geblust voordat er veel schade was aangericht.
Ook bij deze moskee waren haatleuzen op de muren gekalkt in het Hebreeuws en de woorden “verlossing van Zion” (Geulat Zion), exact dezelfde als die op het seminarium waren gekalkt. Geulat Zion was ook de naam van een illegale nederzetting die in 2013 werd gesloopt door het Israelische leger (IDF). Korte tijd na die ontruiming werd dit bij een pricetag-incident op een moskee gekalkt, maar verder wordt het zelden gesignaleerd. Vandaar dat wordt onderzocht of er verband is tussen de brandstichtingen.
Bij de berg Zion, het gebied waar deze aanval plaatsvond, is het aantal discriminatie-incidenten – tegen vooral Arabieren, maar ook christenen – de laatste twee jaar alarmerend hoog. Meestal worden fanatieke Yeshiva-studenten uit het buitenland verdacht (een aantal daarvan zijn uitgewezen uit de Westoever) en extremistische settlerjongeren.
Kach
De brandstichtingen vonden plaats precies 21 jaar na de dag waarop de religieuze extremist Baruch Goldstein een bloedbad aanrichtte in de Ibrahimi-moskee in Hebron. Hij drong de moskee binnen en opende het vuur op de 800 Palestijnen die daar aan het bidden waren. Hij had al 30 mensen gedood en 150 gewond toen omstanders hem overmeesterden en doodden. Goldstein was een aanhanger van de racist Meir Kahane en lid van diens Kach-partij, die in Israel als terroristische organisatie verboden is. Goldsteins daad was de aanleiding voor een Israelische wet die het oprichten van monumenten voor terroristen verbiedt: een monument dat enkele aanhangers op zijn graf hadden gezet, werd met een bulldozer verwijderd.
Discriminatie
Israel kampt al langer met dit soort “prijskaartje”-incidenten. Het gaat daarbij meestal om vandalisme tegen Palestijnse gebouwen of bezittingen, waarbij de daders opschriften achterlaten als “prijskaartje” of “wraak”.
Zij handelen naar eigen zeggen uit wraak, meestal als vergelding voor daden van Palestijnen maar soms voor het ontruimen van illegale bouwwerken in nederzettingen op de Westoever door de IDF. Hun daden zijn ‘haatmisdaden’ omdat zij alle Palestijnen verantwoordelijk houden voor de daden van slechts enkelen, wat een kenmerk is van discriminatie.
De Israelische justitie treedt te slap op, was vooral toen dit soort aanvallen begonnen de kritiek. De laatste tijd echter krijgen de daders, als zij worden gepakt, fikse straffen en hoge boetes – veel hoger dan in Nederland worden gegeven voor vergelijkbare misdrijven. De hoogste straf tot nu toe (30 maanden onvoorwaardelijk cel) werd in december vorig jaar opgelegd aan tieners die auto’s in een Arabische wijk hadden beklad.
Maar heel vaak wordt er geen dader opgespoord en berecht. Veel politici willen dit soort misdrijven daarom officieel benoemen als terrorisme, wat de mogelijkheden om ze aan te pakken zou vergroten.
Daling
Ruim een week voor deze brandstichtingen werd bekend gemaakt dat het aantal ‘price tag’-incidenten in 2014 met 45% was gedaald, van 92 in 2013 naar 51 in 2014. Of deze daling een gevolg is van de strengere aanpak, is moeilijk te zeggen.
Ook het aantal ‘Joods-nationalistische misdaden’ daalde met 25%, van 420 in 2013 naar 314 in 2014. Volgens een woordvoerder van het leger was deze daling mogelijk een gevolg van de laatste Gaza-operatie, die de steun voor het leger tijdelijk kan hebben vergroot. De categorie ‘Joods-nationalistische misdaden’ omvat ook “wederzijds geweld” tussen Joden en Palestijnen, en verzet tegen de IDF (bijvoorbeeld bij het ontruimen en slopen van illegale nederzettingen en gebouwen in nederzettingen) en tegen veiligheidsdiensten op de Westelijke Jordaanoever.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten