Het vreemde is, dat waar het sancties tegen Iran betreft het juist de linkse partijen zijn die daar tegen zijn en de VVD een groot pleitbezorger is. In dit geval gaat het - helaas - niet over sancties tegen Iran, maar om niet juist nu de handelsbetrekkingen te intensiveren.
Ik zou willen dat ministers, in plaats van een dergelijke intensivering te bepleiten, juist sancties tegen Iran bepleiten omdat een nucleair Iran een gevaar is niet alleen voor Israël maar ook voor Europa en de Arabische buren, en omdat dit de enige vreedzame manier is om te proberen Iran op andere gedachten te brengen.
RP
-----------------
Persbericht CIDI
Van der Hoeven ondergraaft geloofwaardigheid Nederlands Iranbeleid
Het CIDI heeft gisteren per brief haar bezorgdheid geuit bij minister van Economische Zaken Van der Hoeven over haar voornemen de handelsbetrekkingen met Iran te intensiveren. Op haar weblog schrijft zij hierover dat het haar "interessant" leek om met haar collega's uit Angola en Iran "van gedachten te wisselen". Duidelijk wordt dat deze gedachten ondermeer gaan over het met tankschepen leveren van vloeibaar aardgas uit Iran.
CIDI begrijpt dat voornemen niet. Het Iraanse mullahregime maakt zich schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen, steunt terrorisme (onder andere via Hezbollah), ondermijnt de stabiliteit van de regio, bedreigt de staat Israel met vernietiging en het negeert de eisen van de internationale gemeenschap om het illegale programma voor nucleaire wapens af te breken.
Van der Hoevens voornemen staat haaks op het Nederlandse kabinetsbeleid. Eerder liet minister van Buitenlandse Zaken Verhagen over het Iran beleid van Nederland aan de Kamer weten het niet passend te achten de handelscontacten met Iran proactief te bevorderen. Op 14 mei 2007 hield de Tweede Kamer een spoeddebat over een voorgenomen missie van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering naar Iran. Elke overheidsbemoeienis met die missie werd vervolgens gestaakt. En op de site van Van der Hoevens eigen ministerie staat te lezen: "Voor overige goederen en diensten is in principe de handel (met Iran) vrij. De Nederlandse regering onderneemt daartoe geen actieve promotionele activiteiten".
Ook in Europees en internationaal perspectief is het voornemen van minister Van der Hoeven niet te begrijpen. Afgelopen vrijdag nog (8 augustus 2008) , besloot de EU niet alleen tot zwaardere sancties tegen Iran maar ook tot terughoudendheid bij het aangaan van nieuwe verplichtingen met het land op handelsgebied.
Gezien de aard van het Iraanse regime is het onwenselijk als Nederland daarvan in economisch opzicht afhankelijk zou worden. Bovendien zou de Nederlandse regering op dit moment op geen enkele wijze moeten bijdragen aan economisch profijt voor Iran, omdat zulks de positie van het mullahregime versterkt.
Het voornemen van de minister van Economische Zaken ondergraaft de geloofwaardigheid van het Nederlandse Iranbeleid. CIDI roept de minister ertoe op haar voornemens af te stemmen op het regeringsbeleid.
CIDI begrijpt dat voornemen niet. Het Iraanse mullahregime maakt zich schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen, steunt terrorisme (onder andere via Hezbollah), ondermijnt de stabiliteit van de regio, bedreigt de staat Israel met vernietiging en het negeert de eisen van de internationale gemeenschap om het illegale programma voor nucleaire wapens af te breken.
Van der Hoevens voornemen staat haaks op het Nederlandse kabinetsbeleid. Eerder liet minister van Buitenlandse Zaken Verhagen over het Iran beleid van Nederland aan de Kamer weten het niet passend te achten de handelscontacten met Iran proactief te bevorderen. Op 14 mei 2007 hield de Tweede Kamer een spoeddebat over een voorgenomen missie van het Nederlands Centrum voor Handelsbevordering naar Iran. Elke overheidsbemoeienis met die missie werd vervolgens gestaakt. En op de site van Van der Hoevens eigen ministerie staat te lezen: "Voor overige goederen en diensten is in principe de handel (met Iran) vrij. De Nederlandse regering onderneemt daartoe geen actieve promotionele activiteiten".
Ook in Europees en internationaal perspectief is het voornemen van minister Van der Hoeven niet te begrijpen. Afgelopen vrijdag nog (8 augustus 2008) , besloot de EU niet alleen tot zwaardere sancties tegen Iran maar ook tot terughoudendheid bij het aangaan van nieuwe verplichtingen met het land op handelsgebied.
Gezien de aard van het Iraanse regime is het onwenselijk als Nederland daarvan in economisch opzicht afhankelijk zou worden. Bovendien zou de Nederlandse regering op dit moment op geen enkele wijze moeten bijdragen aan economisch profijt voor Iran, omdat zulks de positie van het mullahregime versterkt.
Het voornemen van de minister van Economische Zaken ondergraaft de geloofwaardigheid van het Nederlandse Iranbeleid. CIDI roept de minister ertoe op haar voornemens af te stemmen op het regeringsbeleid.
Den Haag, 12 augustus 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten