zondag 24 augustus 2008

Expositie 'Palestina 1948' in Tropenmuseum mag blijven

 
Het Tropenmuseum moet niet doen alsof het zich neutraal opstelt: wie zich in het wespennest steekt van de geschiedenis van het Midden-Oosten conflict en besluit om maar één kant ervan te belichten, die kiest daarmee duidelijk stelling. Het is daarbij nogal provocerend om zo'n expositie juist te houden in het jaar dat Israël haar 60ste verjaardag viert. Dat 'de geschiedenis over de oprichting van de staat Israël bekend is onder een brede laag van de Nederlandse bevolking' valt overigens vies tegen. Zelf wist ik er ook weinig van tot ik me er een paar jaar geleden in ging verdiepen. In dit jubileumjaar is ook de media aandacht meer gericht geweest op de Palestijnse kwestie dan op de jarige zelf. In dat opzicht past deze expositie naadloos in de tijdgeest.
 
Mijn indruk van de omschrijving van de tentoonstelling, is dat wel erg wordt gedaan alsof de Palestijnen het land uit werden gegooid vanwege de stichting van Israël an sich. Of er veel aandacht is voor de voorgeschiedenis en de burgeroorlog waarmee diezelfde Palestijnen probeerden de stichting van Israël te verhinderen, valt te betwijfelen.
Met alle respect voor het leed van de Palestijnse vluchtelingen, is de echte 'Nakba' niet het al dan niet gedwongen vertrek van ruim 700.000 mensen van hun huis en haard, maar het feit dat zij decennialang in vluchtelingenkampen zijn vastgehouden en hen zo de kans is ontnomen om een nieuwe leven en toekomst op te bouwen.
 
 
Wouter
_____________
 
11 augustus 2008
 
Expositie 'Palestina 1948' mag blijven
 
 
De tentoonstelling 'Palestina 1948, herinneringen aan een verdwenen vaderland' in het hoofdstedelijk Tropenmuseum mag blijven. Eén van de bezoekers had een aanklacht ingediend omdat de expositie zou aanzetten tot discriminatie en haat jegens Joden. De rechter oordeelde dat hier geen sprake van is.
 
De Nederlandse Jood Michael Jacobs voelde zich gekrenkt nadat hij de tentoonstelling in Amsterdam had bezocht. Hij schreef een brief vol grieven naar het museum en begon een publieke discussie in het Parool. Volgens Jacobs geeft de tentoonstelling een eenzijdig beeld: Palestijnen zetten vraagtekens bij de oprichting van de staat Israël in 1948, een gebeurtenis waarbij 750.000 Palestijnen werden gedwongen een heenkomen te zoeken in omliggende Arabische landen zoals Libanon, Jordanië en Syrië.
 
Jacobs voelde zich ook persoonlijk aangevallen door de tentoonstelling, omdat het in zijn oordeel aanzet tot haat jegens de joden. Hij wilde bij het gerechtshof afdwingen dat de tentoonstelling aangepast zou worden en dat er ook ruimte zou zijn voor een historisch overzicht van twaalf punten vanuit een Joods gezichtspunt, waarbij hij onder meer doelde op de verbanning van honderdduizenden Joden uit Arabische landen en het verbod om terug te mogen keren.
 
De rechter vond de tentoonstelling echter totaal niet aanstootgevend en volgens hem zet het ook niet aan tot discriminatie van Joden.
 
Eenzijdig
De directeur van het tropenmuseum Lejo Schenk geeft toe dat de tentoonstelling het verhaal van een kant belicht. Maar die keuze is met opzet gemaakt. Volgens hem is de geschiedenis over de oprichting van de staat Israël bekend onder een brede laag van de Nederlandse bevolking. Hij meent dat het de taak is van een instituut als het Tropenmuseum om juist de onderbelichte kant van de geschiedenis te laten zien en dit geldt dus ook voor het verhaal van de Palestijnse vluchtelingen.
 
Verhalen
Het Tropenmuseum wilde voorkomen dat de tentoonstelling een uiteenzetting zou worden van historische feiten, omdat de gebeurtenis uit 1948 door beide kampen anders wordt ervaren. Het museum maakte de keuze om persoonlijke verhalen te brengen in de vorm van video-interviews. Palestijnen die aan het woord worden gelaten hebben de uittocht in 1948 van nabij meegemaakt. In recente video-interviews vertellen zij hun persoonlijke relaas. In de Arabische wereld staat het jaar 1948 bekend als het jaar van de nakba. Dit woord betekent letterlijk catastrofe.
 
Directeur Schenk van het Tropenmuseum zegt blij te zijn met het besluit van de rechter. "Het zou hoogst ongebruikelijk zijn voor een rechter om te eisen dat een tentoonstelling aangepast moet worden. Het gaat om vrijheid van meningsuiting."
 
Het Centrum Informatie en Documentatie (CIDI) vindt dat het verhaal breder belicht had moeten worden. "Dit is een heel beknopte interpretatie van de geschiedenis", zegt Tuvit Shlomi van CIDI in Den Haag. "Men zou verwachten van een alom gerespecteerd museum dat het de historische feiten geen geweld aan doet en dat het het verhaal van beide kanten belicht. Want dan alleen kan de bezoeker de verhalen begrijpen."
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten