De Arabische lente heeft tot dusver de vaak te hoog gespannen verwachtingen niet bepaald waargemaakt.
Een democratische staat vereist een aantal voorwaarden, waaraan de Arabische samenlevingen bepaald niet voldoen. Een bepaald welvaartsniveau en ontwikkelingsniveau, met onder meer vrije media en onderwijs, een middenklasse, redelijk ontwikkelde staatsinstituties, scheiding der machten en een algemeen vertrouwen in of acceptatie van centraal gezag, een cultuur en traditie die daarbij aansluit; ik noem maar wat dingen. Hoe verwerpelijk en corrupt de meeste dictaturen ook zijn, soms lijken ze het mindere kwaad, zeker als het alternatief een chaos en anarchie is waarin enkel het recht van de sterkste geldt: vaak de grootste religieuze fanaten en meedogenloze bendes. Of het in Egypte en Libië echt beter gaat worden, is dus nog maar de vraag...
Een interessant studie object lijkt me overigens een vergelijking tussen de positie van de Bedoeinen in Egypte en die in Israel. Israel krijgt al jaren veel kritiek op hoe het met de Bedoeinen in de Negev omgaat, maar dat Moebarak al die tijd een "waar schrikbewind" in de Sinai voerde, dat lees ik hieronder voor het eerst...
Wouter
_________
'Al Qaida ontdekt nieuwe vrijplaats'
29/08/11, 06:00
− De Egyptische Sinaï-woestijn is een verzamelpunt geworden van ontsnapte gevangenen en radicale jihadisten. Ze hebben al een aanval op Israëlische doelen uitgevoerd. Als Egypte en Israël niet opletten, kan de situatie makkelijk uit de hand lopen.
In tegenstelling tot wat door velen wordt beweerd behoort de terreurorganisatie Al Qaida tot de grootste winnaars van de huidige onrust in de Arabische wereld. In het zuiden van Jemen heeft de organisatie grote gebiedsdelen in handen, met alle mogelijke consequenties voor het internationale olieverkeer. Al Qaida-strijders zijn sterk vertegenwoordigd in de gelederen van de Libische oppositie.Al Qaida vindt altijd een vruchtbare voedingsbodem in gebieden waar gezag en orde zijn ineengestort en waar de plaatselijke bevolking grieven koestert tegen de centrale overheid of deze overheid zelfs vijandig gezind is. Een van de laatste succesverhalen van Al Qaida lijkt zich momenteel onder de neus van Israël te voltrekken in de Egyptische Sinaï. Net als Zuid-Jemen een uiterst strategische regio, die Afrika met Azië verbindt.
De meest recente aanval op Israël werd uitgevoerd vanuit deze Sinaï, waar sinds 25 januari het gezag van de Egyptische staat volledig afwezig lijkt te zijn. Rond die datum zijn duizenden, vaak gevaarlijke gevangenen uit Egyptische gevangenissen ontsnapt. Een groot aantal van hen zocht een heenkomen naar de Egyptische Sinaï, waar rebellerende bedoeïnenstammen een veilige schuilplaats leken te bieden. Deze bedoeïnen staan als gevolg van decennia van marginalisering en uitsluiting vijandig tegenover de Egyptische staat.
Explosief
De afgelopen maanden zijn in de Sinaï talloze Egyptische politieposten aangevallen en dienstdoende agenten werden vermoord of zijn gevlucht, waardoor een gevaarlijk machtsvacuüm ontstond. Met name in het noorden van de Sinaï, dat een drielandenpunt vormt tussen Israël, de Gazastrook en Egypte, is de situatie explosief. Dit gebied wordt wel vergeleken met de grensstreek tussen de Verenigde Staten en Mexico, waar permanent een semi-oorlogssituatie bestaat. Als gevolg van het vredesverdrag van Camp David is deze zone verboden gebied voor het Egyptische leger, maar de afgelopen weken heeft Cairo met stilzwijgende toestemming van Israël duizend Egyptische soldaten naar het gebied gestuurd in een poging om hier enige vorm van gezag te herstellen.
Na de recente aanslagen op Israëlische doelen ontkende Egypte dat de terroristen hadden geopereerd vanaf Egyptisch grondgebied. De Egyptische generaal Salah al-Masry deed in dit verband een veelzeggende uitspraak. Hij verklaarde dat 'Al Qaida niet bestaat in de Sinaï, maar er zijn wel duizenden takfiris'. Takfiris zijn de meest gevaarlijke branch van terroristen. Zij lieten na 2003 in Irak hun bloedige visitekaartje achter in de vorm van duizenden onthoofde en verminkte lijken.
Koude oorlog
De Egyptische generaal lijkt met zijn uitspraak te verwijzen naar de Takfir wa'l hidjra-groep, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd opgericht door een zekere Shukri Mustafa en die momenteel een ware heropleving doormaakt in de Egyptische Sinaï. Duizenden zwaarbewapende takfiris, zwaaiend met zwarte vlaggen, hebben hier de afgelopen maanden politiebureaus en andere gebouwen van de Egyptische overheid verwoest en in brand gestoken. Wat onderstreept dat de gewapende strijd van deze takfiris niet zozeer gericht is tegen Israël, maar veeleer tegen de Egyptische staat, waarmee ze hun koude oorlog uit de jaren zeventig weer hebben opgepakt.
Na 25 januari is er in de Sinaï een situatie ontstaan die aan anarchie grenst, en de grootste vrees is thans dat zowel Palestijnse militanten als bedoeïnen zich bij de takfiris hebben aangesloten. Sinds enkele maanden heeft Caïro de grensovergang bij Rafah tussen Egypte en de Gazastrook opengesteld voor personenverkeer. Goederen, uiteenlopend van drugs en wapens tot in Libië gestolen auto's, worden echter nog steeds via de duizenden onderaardse tunnels gesmokkeld. Het zijn vooral de bedoeïnen die zich met deze smokkel bezighouden.
De Osmaanse Turken en na hen de Britten hebben al getracht de bedoeïnenstammen onder hun gezag te krijgen, maar slaagden hier net zo weinig in als de huidige Egyptische regering. President Mubarak probeerde greep te houden op de situatie door in de Sinaï een waar schrikbewind te voeren. De antipathie van de bedoeïnen tegen de Egyptische staat is dan ook bijna spreekwoordelijk en als het Al Qaida en de takfiris zou lukken deze bedoeïnen te rontselen, kan dat leiden tot een explosieve situatie in de Sinaï. Het is Al Qaida nooit gelukt om terreuraanslagen te plegen in Israël en Egypte, maar de huidige situatie in de Sinaï lijkt kansen daarvoor te bieden.
Verleiding
Egypte en Israël hebben in Al Qaida een gemeenschappelijke vijand en zouden daarom hun samenwerking moeten intensiveren. Het is duidelijk dat de recente aanslagen op Israëlische doelen in Eilat vooral de bedoeling hadden om een crisis te veroorzaken tussen Israël en Egypte en wellicht zelfs een oorlog.
De Hoge Militaire Raad die de facto Egypte bestuurt, moet de verleiding weerstaan om toe te geven aan de druk van de Egyptische publieke opinie, die om wraak schreeuwt wegens de door Israël gedode soldaten. Een verleiding die groot is omdat daarmee de aandacht wordt afgeleid van de binnenlandse problemen. Op zijn beurt doet Israël er verstandig aan grote terughoudendheid te betrachten bij militaire vergeldingsacties. De huidige situatie aan de Israëlische noordgrens is buitengewoon onzeker en het land kan zich momenteel geen oorlogsfront in het zuiden veroorloven.
Martin Janssen is een arabist die woont en werkt in Damascus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten