zaterdag 29 augustus 2020

Europese subsidie voor Palestijnse ngo met terreurbanden (IMO)

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2020/08/29/europese-subsidie-voor-palestijnse-ngo-met-terreurbanden/

 

= IMO Blog = 

 

Mijn vorige blog ging over de Nederlandse subsidie voor de Palestijnse landbouworganisatie UAWC en diens banden met de terroristische PFLP. Veel van dergelijke subsidies lopen ook via de Europese Unie, die dezelfde problemen ondervindt.

 

Eind 2019 heeft de EU daarom een extra clausule toegevoegd in contracten met Palestijnse subsidieontvangers, om voortaan te voorkomen dat donorgeld bij groeperingen of individuen terecht komt die op de Europese terreurlijst staan. De Palestijnse ngo’s waren woest en meenden dat het hier om politieke activiteiten ging. De PNGO, het Palestinian NGO netwerk, heeft deze EU anti-terreur clausule verworpen omdat zij een ‘aantal Palestijnse politieke en verzetsgroepen labelen als terroristische groeperingen, waaronder Hamas, Islamitische Jihad, de Al-Aqsa Martelaren Brigades en de PFLP’. Er werd onder leiding van Badil een campagne opgezet tegen de clausule. De persverklaring (van 32 Palestijnse ngo’s waarvan een drietal koepelorganisaties) stelt:

 

“In conjunction with this, funding constraints from various donors have escalated, which include conditions that we have resisted such as preventing engagement in the Palestinian Boycott, Divestment and Sanctions Campaign (BDS), the defense and promotion of the right of return, and programs and projects in areas such as the Gaza Strip, or Palestine 1948 (Israel).”

 

En:

1.    Palestinian political factions and forces are not terrorist organizations, and their popular, national, and legal statuses are not determined by a European document.

2.    The Palestinian civil society institutions, with their vast and varied fields of work, are an integral part of our people’s struggle for liberation from Israeli colonialism and apartheid.

3.    The right of the Palestinian people to resist Israeli colonialism and apartheid by legitimate means until we attain our inalienable rights to self-determination and return is guaranteed by international law.

 

Veel duidelijker kun je het niet krijgen. Voor de Palestijnse ngo’s is wat zij noemen de gewapende strijd een legitiem onderdeel van hun strijd voor onafhankelijkheid en een einde aan de ‘bezetting’ van heel ‘historisch Palestina’. De doelen verschillen niet, alleen de methode. De PNGO zelf, waarbij 135 Palestijnse ngo’s zijn aangesloten, is tegen iedere vorm van normalisatie met Israel, tegen vrede, en voor BDS. Ngo’s die deze doelen niet onderschrijven worden geweerd. De PNGO krijgt voor campagnes rechtstreekse subsidies van de EU en andere donoren, en heeft bovendien zitting in de VN-groep (Humanitarian Country Team, HCT) die bepaalt waar hulpgeld voor de Palestijnse Gebieden terecht komt.

Dalal Mughrabi

De PNGO heeft zich eerder tegen vergelijkbare voorwaarden aan subsidies verzet. Zo  veroordeelde men het feit dat Noorwegen in 2017 de subsidie introk voor een jeugdcentrum dat naar Dalal Mughrabi was vernoemd, die in 1978 een terreuraanval leidde waarbij 38 Israelische burgers omkwamen. PNGO zei dat er een verschil is tussen terroristen en vrijheidsstrijders, waarbij Mughrabi duidelijk tot de laatste behoorde. Ook in 2017 riep men de internationale gemeenschap op om hulpgeld niet te gebruiken om het ‘legitieme Palestijnse verzet te ondermijnen’:

“We reject all de-legitimization or criminalization of lawful Palestinian resistance, whether in form of allegations of terrorism, anti-semitism or otherwise… We call on all governments and aid providers to respect our right to lawful resistance, support Palestinian human rights defenders, and ensure equal, impartial and transparent access to funding for all.”

 

Er valt dus nogal wat af te dingen op die nationale en internationale controles waarover Sigrid Kaag in antwoord op de Kamervragen sprak. Het feit dat de UAWC geschokt was over de aanslag die mede door twee senior-medewerkers van haar werd uitgevoerd, was waarschijnlijk gespeeld. Men weet dat zoiets bij ons niet helemaal lekker ligt. Toch zijn Palestijnse ngo’s en activisten over het algemeen vrij duidelijk over de doelen die ze nastreven. Je hoeft niet heel lang te zoeken om te vinden wat ik hierboven aanhaal. Zo is ook duidelijk dat het zogenaamde ‘Recht op Terugkeer’ van de vluchtelingen niet samen gaat met een tweestatenoplossing en men die dan ook niet nastreeft, en dat de BDS campagne is gericht op het delegitimeren van Israel – héél Israel – en niet alleen gaat om de ‘Westbank’ en de Israelische nederzettingen. Dit blijkt o.a. uit diverse uitspraken van Palestijnse activisten en BDS-ers van het eerste uur zoals Omar Barghouti, waar ik in het verleden al vaker naar heb verwezen. Ook is door verschillende instanties uitgebreid gedocumenteerd dat er banden zijn tussen de BDS beweging en terroristische organisaties en men deze vaak steunt, en dat BDS vaak samengaat met antisemitisme.

 

Afzwakking

De in december ingevoerde clausule stuitte zoals vermeld op fel Palestijns verzet. In januari zouden zo’n 130 Palestijnse ngo’s geweigerd hebben de clausule te ondertekenen.

Onder die druk hebben verschillende EU vertegenwoordigers de betekenis ervan afgezwakt. Eind maart heeft Sven Kühn von Burgsdorff, EU-vertegenwoordiger voor de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en UNRWA, een brief gestuurd aan de PNGO met de strekking dat er niks verandert en de EU de Palestijnen blijft steunen. Hij schrijft o.a. dat:

 

“Terwijl entiteiten en groepen die op restrictieve lijsten van de EU staan niet kunnen profiteren van door EU gesubsidieerde activiteiten, is het wel te verstaan dat een natuurlijk persoon met affiliatie met, sympathie voor of steun voor welke groep of entiteit dan ook genoemd op de restrictieve lijsten van de EU niet uitgesloten wordt van het profiteren van door EU gesubsidieerde activiteiten, tenzij zijn/haar exacte naam en achternaam (die zijn/haar identiteit bevestigt) correspondeert met welk natuurlijk persoon dan ook op de restrictieve lijsten van de EU.”

 

Dit betekent dat Palestijnen die lid zijn van een terroristische organisatie of deze steun verlenen, niets te vrezen hebben van de EU wat betreft subsidies voor de ‘mensenrechtenorganisaties’ waar zij tevens werkzaam voor zijn, zo merkt het CIDI terecht op. Als je de nieuwe clausule zo interpreteert kun je hem haast net zo goed weglaten, of je moet alle namen van mensen die bij de PFLP en Hamas etc. zitten op die lijsten gaan zetten. Het maakt nog wel uit of je persoonlijk sympathiseert met een ideologie of organisatie, of er ook actief voor bent c.q. aanslagen voor voorbereidt en explosieven klaarlegt. Het tweede is uiteraard uit den boze maar lijkt zo niet meer echt te kunnen worden voorkomen, behalve als de lijst met natuurlijke personen op de EU lijsten drastisch wordt uitgebreid.

Ik denk dat de EU (en uiteraard ook Nederland) helemaal geen organisaties moeten steunen die standpunten hebben en uitdragen die fundamenteel verschillen van de EU positie die nog steeds uitgaat van vrede, dialoog en een tweestatenoplossing. Daarmee vallen dan, vrees ik, verreweg de meeste Palestijnse ngo’s af. Bijna overal kom je, als je even doorzoekt, militante taal tegen, en andere aanwijzingen dat men deze uitgangspunten niet bepaald onderschrijft.

Trouwe bondgenoot

Kühn von Burgsdorff benadrukt dat de EU een trouwe bondgenoot is en blijft van de Palestijnen, en hun streven naar vrijheid, onafhankelijkheid en zelfbeschikking steunt, en ook hun aanwezigheid in de C-gebieden en Oost-Jeruzalem wil versterken. Het mag niet verbazen dat Israel hier niet zo blij mee was en eiste dat de EU onmiddellijk stopt met het financieren van ngo’s die banden hebben met terroristen. Ook sommige EU-parlementariërs uitten hun zorgen naar aanleiding van de brief. Vervolgens werd op een vergadering van de commissie  Buitenlandse Zaken (AFET) van het Europese Parlement een dieper onderzoek naar de zaak aangekondigd.

 

Het lijkt er kortom op dat de EU nogal heen en weer beweegt tussen de wil strenger toe te zien op waar de subsidies terecht komen en de gevoelde morele plicht om de Palestijnen te steunen, ook als ze idiote voorwaarden stellen en in nauwelijks verhuld taalgebruik Israels bestaansrecht ontkennen en geweld goedpraten.

Hoeveel Palestijnse ngo’s de contracten met clausule getekend hebben en hoeveel hun subsidies zijn kwijtgeraakt, is nog onduidelijk. In juni bleek dat de aanvraag van Badil werd afgewezen omdat deze principieel weigerde de clausule te aanvaarden. Badil eist nu dat alle Palestijnse organisaties één lijn trekken en degene die wel getekend hebben hierop terugkomen.

 

In het Westen zijn we nogal eens naïef wat betreft de banden tussen ngo’s en terreurgroepen en hun wil tot vrede en compromis. Of minister Kaag naïef is of dit allemaal ook wel weet laat ik in het midden. Hoe het wel zou moeten met de subsidies voor Palestijnse ngo’s is lastig, omdat het hele netwerk van aan PNGO en PFLP gelieerde clubs de dienst uitmaakt, en echt gematigde (of apolitieke) ngo’s nauwelijks een kans maken. Wanneer de EU clausule wordt doorgezet en we ons wat minder makkelijk laten beïnvloeden door Palestijns verzet en krokodillentranen, maken we het ze in elk geval wat lastiger. Ook zouden we nog wel wat kritischer mogen zijn dat gesteunde projecten de EU uitgangspunten van een tweestatenoplossing en vrede niet mogen tegengaan. BDS is daarmee bijvoorbeeld niet verenigbaar. Het staat Palestijnse ngo’s vrij dit te promoten, maar niet met onze steun.

 

Ratna Pelle

 

Nederlandse subsidie voor Palestijnse ngo met terreurbanden (IMO)

Twee Nederlandse vertegenwoordigers op de foto met o.a. drie PFLP terroristen.

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2020/08/29/nederlandse-subsidie-voor-palestijnse-ngo-met-terreurbanden/

 

= IMO Blog = 

 

Nederland heeft jarenlang een Palestijnse ngo gefinancierd die twee terreurverdachten in dienst had. Afgelopen juli gaf minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) n.a.v. Kamervragen toe dat de salarissen van hen beiden (deels) uit Nederlandse subsidie werden betaald. Een van hen is leider van een lokale PFLP cel. Hij zou het brein zijn achter de aanslag in augustus vorig jaar nabij nederzetting Dolev, waarbij een 17-jarig meisje werd gedood. Haar vader en broer raakten gewond.

Beide verdachten zijn kort na de aanslag door de Israëli’s opgepakt en moeten nog worden berecht. Het tweetal werkte voor de UAWC, de Union of Agricultural Work Committees. Deze organisatie krijgt al subsidie sinds 2007. De huidige subsidie, ruim 11 miljoen dollar, geldt voor de tweede fase van een land- en waterbeheerprogramma en loopt van 2017 tot en met 2021.

 

Betrokkenheid UAWC

Tot voor kort stelde de minister dat de beide PFLP leden niet bij het door Nederland gefinancierde project betrokken waren en dus geen subsidie ontvingen. Nu bleek echter ‘uit nader archiefonderzoek’ dat ze ‘weliswaar geen onderdeel uitmaakten van de project management unit die verantwoordelijk was voor de uitvoering van het door Nederland gefinancierde project, inclusief het beheer van de Nederlandse bijdrage’, maar wel deels hun salaris ontvingen als onderdeel van de overheadkosten in het contract met UAWC. Dat terwijl UAWC in oktober 2019 in gesprekken met de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah had aangegeven dat de twee niet betrokken waren bij de uitvoering van het Nederlandse project.

Kaag liet weten dat UAWC geschokt reageerde op de gebeurtenissen en de twee terreurverdachten heeft ontslagen. Zij kregen overigens in 2017 ook een pasje van Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah, ‘waarmee zij zich konden identificeren als medewerkers van een partnerorganisatie van de Nederlandse vertegenwoordiging’. De minister schreef dat naar aanleiding van deze nieuwe informatie is besloten de betalingen aan de UAWC aan te houden en een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de eventuele banden met de PFLP, alvorens een besluit te nemen over de verdere samenwerking.

UAWC krijgt ook geld van een aantal andere landen en de EU en VN. Die zien geen reden de subsidies op te schorten, aldus Kaag. Ook zegt ze dat uit eerdere Nederlandse en internationale controles geen aanwijzingen naar voren zijn gekomen van banden tussen UAWC en organisaties op een internationale terreurlijst.

De tweede medewerker van de UAWC die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanslag is Abdul Razeq Farraj. Hij zou volgens de aanklacht samen met hoofdverdachte Arbid verantwoordelijk zijn geweest voor het voorbereiden van de aanval, schrijft het CIDI. Arbid hield Farraj op de hoogte van alle ontwikkelingen, en de laatstgenoemde rekruteerde ook nieuwe terroristen. Hoewel Farraj sinds 1985 om de haverklap werd opgepakt voor terroristische activiteiten, ging hij in 2017 als vertegenwoordiger van de UAWC op de foto met Nederlandse ambtenaren. Op die foto staan ook PFLP-terroristen Ubai Aboudi en Rezeq Al-Borghothy.

 

Gewaarschuwd

Nederland was dus niet juist of op zijn best nogal onvolledig geïnformeerd. Dat roept de vraag op hoe die eerdere controles van Nederland en andere donoren zijn verlopen. De minister is wel erg goed van vertrouwen. Daarbij is ze wel degelijk eerder gewaarschuwd voor banden tussen de UAWC en de PFLP, zo blijkt. Het AD schreef begin augustus dat ‘uit brieven van drie pro-Israëlische instellingen blijkt dat de Nederlandse vertegenwoordiging in de Palestijnse gebieden in 2012, 2018 en 2019 is gewaarschuwd voor banden tussen de UAWC en de Palestijnse terreurgroep PFLP’.

Minister Kaag erkent van deze aantijgingen op de hoogte te zijn en zegt dat de beschuldigingen destijds zijn onderzocht door Australië. Volgens dit onderzoek ‘bewezen de aantijgingen niet dat de PFLP controle had over middelen van UAWC. Ook zou niet gesteld kunnen worden dat met steun aan UAWC sprake zou zijn van directe of indirecte steun aan terroristische organisaties. Wel bleek uit het onderzoek dat drie voormalige UAWC-bestuursleden vermoedelijk een band met de PFLP hadden.’ En daarom concludeerde Nederland in 2013 dat de samenwerking gewoon kon worden voortgezet. In reactie op de recentere brieven liet de Nederlandse vertegenwoordiger Kees van Baar weten dat de Nederlandse overheid ‘geen aanwijzingen heeft dat de financiële steun van Nederland aan de UAWC gebruikt is door terroristische organisaties’.

‘Eigenstandige informatie’

In antwoord op eerdere Kamervragen over deze banden werd eenvoudig gesteld dat die informatie niet bevestigd kon worden door het ministerie. Ook bij vragen over banden van andere organisaties met de PFLP was steeds de dooddoener dat men niet over ‘eigenstandige informatie’ hierover beschikte.

De banden van UAWC (en van andere Palestijnse ngo’s die subsidie ontvangen, zoals Addameer) met de PFLP zijn al jaren bekend en duidelijk, maar het komt het ministerie (en al die andere donoren) natuurlijk helemaal niet uit dat te moeten erkennen. Zo noemt US AID, het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingssamenwerking, UAWC de ‘landbouworganisatie’ van de PFLP. Ook Fatah zegt dat UAWC gelieerd aan de PFLP. In het rapport ‘Terrorists in Suits’ van het Israëlische ministerie van Strategische Zaken komen eveneens meerdere banden tussen PFLP-leden en UAWC naar voren. NGO Monitor bracht een aantal links in kaart van PFLP met UAWC en andere Palestijnse ngo’s. Zelf schreef ik ook in 2016 op IMO over de banden van UAWC en PFLP.

Het CIDI dringt dan ook aan op verscherping van de selectiecriteria voor subsidie voor Palestijnse ngo’s, maar de ministers Kaag en Blok (BuZa) gaven al in 2018 aan daar geen reden toe te zien. Ook toen was de onthulling dat een PFLP-terrorist werkzaam is geweest bij een Palestijnse ngo die geld heeft ontvangen van Nederland, geen reden tot alarm, want men beschikte niet over ‘eigenstandige informatie waaruit blijkt wat de veronderstelde affiliatie zou zijn’ van de desbetreffende man. Dit terwijl de PFLP zelf in een persbericht had laten weten dat hij lid van het lokale PFLP leiderschap was en een en ander ook op zijn Facebook profiel te zien was.

 

Palestijnen ontkennen zelden hun betrokkenheid bij aanslagen. Samer Arbid, de leider van de PFLP cel en waarschijnlijk het brein achter de aanslag, is al uitgeroepen tot martelaar. Bij een demonstratie voor zijn vrijlating liepen demonstranten met borden waarop het PFLP logo te zien was. Arbid, die jarenlang accountant was voor Addameer (dat opkomt voor Palestijnse gevangenen) vertelt openlijk op YouTube over alle keren dat hij al was opgepakt door Israël.

Overigens is het logo van de UAWC redelijk duidelijk: een graanhalm met de contour van Israel en de bezette gebieden, oftewel ‘bezet Palestina’. Bij een beschrijving van de organisatie (gericht op het doen van vrijwilligerswerk) wordt ook naar de strijd om Palestina te bevrijden verwezen:

 

“With cultivation of agricultural products and the people’s relationship to their land being deeply rooted in the Palestinian culture, protecting the status of the Palestinian farmer and reactivating their national role is an integral part of the liberation struggle of Palestine.”

 

Fatah vermeldt UAWC, Addameer en ook de bonden van vrouwencomités (UPWC) en gezondheidszorgcomités (UHWC) als zijnde gelieerd aan de PFLP. Hooggeplaatste leden van diverse ngo’s, soms met financiële taken, hebben banden met de PFLP. Of het toezicht van de EU en andere donoren op deze ngo’s toereikend is om misbruik van subsidiegeld te voorkomen is nogal twijfelachtig. NGO Monitor noemde daarnaast de lokale afdeling van Defense for Children International (DCI-P) en het Palestinian Center for Human Rights (PCHR), twee organisaties die regelmatig in de media worden aangehaald, als ngo’s met substantiële PFLP banden.

 

Ratna Pelle

 

(Vervolg over EU subsidies aan Palestijnse ngo’s zie hier.)

~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~

NB: Een kortere versie hiervan verschijnt in Aleh vol. 78 nr. 3 (september 2020), een blad voor Israeli’s van Nederlandse afkomst.