donderdag 5 januari 2017

Kerst: symbolisch licht voor de één, schaduw voor de ander?

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2017/01/05/kerst-symbolisch-licht-schaduw/

 

– door Tjalling –

Kerstmis is een lichtfeest dat wordt gevierd in de (op het noordelijk halfrond) donkerste tijd van het jaar. Dat voor deze periode is gekozen heeft niet te maken met kennis over de feitelijke geboortedatum van Jezus Christus, maar met de betekenis die aan de Zijn geboorte wordt gegeven en zoals Hij wordt erkend door christenen, namelijk als symbolisch 'licht voor de wereld'.

Licht en de draaiing van de aardas

Licht bestaat uit elektromagnetische golven waarvan de golflengten door het menselijk oog waargenomen kunnen worden. De tegenspeler van licht is de schaduw: deze wordt veroorzaakt door een voorwerp wat het licht blokkeert.

De aardas staat in een hoek van 23,44° met de normaal op het baanvlak van de aarde rond de zon. Hierdoor variëren in de loop van het jaar de hoek waaronder de zonnestralen het aardoppervlak raken en de lengte van de dag ten opzichte van de nacht. Deze effecten samen veroorzaken de seizoenen. In de zomer zijn de dagen langer dan de nachten. Rond 21 december is de nacht op het noordelijk halfrond het langst. Vanaf dit tijdstip worden de dagen weer langer en de nachten korter. Met enige fantasie zou men dan kunnen zeggen dat het (zon)licht weer begint terug te keren. Dit geeft nog altijd aanleiding voor het toekennen van symboliek en het vieren van feest.

Heidense licht of joelfeesten vervangen door kerstfeest

De Germanen vierden rond Midwinter (21 december) hun midwinter- of joelfeest waarbij het duistere boze werd verjaagd en het licht werd begroet. Van oudsher werd Midwinter gevierd met uitbundige feesten waarin met name lekker eten centraal stond. De oude Romeinen versierden hun huizen met hulsttakken en de Noormannen staken grote vredesvuren aan. In de Scandinavische talen heet Kerstmis tot op vandaag 'jule feest'.

In de vierde eeuw zorgden keizer Constantijn de Grote en de bisschoppen van de vroege christelijke kerk ervoor dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd onder vele verschillende namen zoals Ra in Egypte en Helios in Griekenland. In het late Romeinse Rijk was dit vooral de zonnegod Sol Invictus. Omdat Jezus het 'Licht van de Wereld' genoemd werd zou Constantijn I hebben besloten dat de geboorte van Christus op deze dag gevierd zou moeten worden.

(schilderij door Hugo van der Goes, 1480)

 

Betekenis van Jezus Christus en kerstfeest

De betekenis die aan Jezus Christus wordt toegekend is dat Hij het woord van God is dat voor het heil van allen mens is geworden. Symbolisch uitgedrukt als het hemelse licht in de aardse duisternis. Dit is de kern van het christelijk geloof, maar die is wel erg cryptisch geformuleerd. Iets minder cryptisch geformuleerd is, dat de betekenis van de Tenach (het Oude Testament) in het leven van Jezus tot uitdrukking is gekomen. (In de tijd dat Jezus geleefd zou hebben moest het Nieuwe Testament nog geschreven worden.)

Het Tweede Vaticaans Concilie zegt over de betekenis van Jezus Christus o.a.: "Het Woord van God, waardoor alles is geschapen, is zelf mens geworden, zodat Het als de volmaakte mens allen kon redden en alles in zich recapituleren. De Heer is het doel van de mensengeschiedenis, het punt waarnaar alle verlangens van de geschiedenis en van de beschaving convergeren, het centrum van de mensheid, de vreugde van alle harten en de vervulling van hun verlangens". Met het Woord van God wordt de Bijbel bedoeld. Reden tot vreugde dus, en die vreugde kan worden gesymboliseerd in licht, het licht van God, wat dus tot uitdrukking komt in Jezus, die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heeft bestaan en als Joodse baby werd geboren ergens in het Israël van vlak voor het begin van de gangbare jaartelling.

Het Jodendom kent ook een lichtfeest, met een op z'n minst al evenzeer indrukwekkende en vreugdevolle betekenis: Chanoeka.

Chanoeka

Met het Chanoekafeest (in het Hebreeuws חנכה of חנוכה, wat 'inwijding' betekent) herdenkt men de herinwijding van de Tempel van Jeruzalem in 164 v.Chr. door Juda de Maccabeër. Het feest staat ook wel bekend als 'het feest van de lichtjes' (Chag Ha'Orot) of inwijdingsfeest. Na de herinwijding was er volgens de beschrijving van het wonder van de olie in de Talmoed slechts één kruikje koosjere olie voorradig om de menora te branden tijdens de reiniging van de Tempel. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe zuivere olie was toebereid, maar schonk genoeg olie om de menora gedurende acht dagen brandend te houden. Het feest duurt acht dagen, ter nagedachtenis aan dit 'chanoeka wonder'. De eerste dag van dit feest begint na zonsondergang van de 24e dag van de joodse maand kislew.

Het symbolische licht van Christus en de donkere schaduw

Zoals al is opgemerkt kan aan 'licht' een symbolische betekenis worden toegekend. Echter er zijn vormen van interpretatie van symbolisch licht waardoor 'schaduwen' ontstaan. Een (subjectieve) uitleg van toegekende betekenis aan licht door de één is dan in figuurlijke zin het voorwerp wat het licht blokkeert voor de ander. De symbolische betekenis van licht voor christenen bijvoorbeeld, werpt een donkere schaduw over Joden. Christelijke kerken, en zeker ook de vroege kerk, zien en zagen in Jezus een soort van nieuw begin. Het heil van God, wat eerst was bedoeld voor alleen Israël, zou in Jezus voortaan voor alle mensen zijn bestemd. Veel christenen denken dat het christendom de opvolging is van het jodendom, waarbij veel van de doctrines en praktijken zijn behouden, zoals het monotheïsme, het geloof in een messias en bepaalde vormen van de eredienst. Helaas heeft die vroege kerk die opvolging veel te letterlijk geïnterpreteerd. De christelijke kerk zou zelfs in de plaats zijn gekomen van Israël, ofwel de vervangingstheologie.* Deze – intussen heel omstreden – vorm van theologie heeft fors bijgedragen aan het antisemitisme en is een grote misser geweest van het christendom. Het verleden heeft immers geleerd dat wat in het christendom gevierd word als symbolische terugkeer van het licht in Jezus Christus, een schaduw heeft opgeworpen voor het Joodse volk met heel pijnlijke gevolgen.

De vervangingstheologie heeft dan officieel wel afgedaan, er zijn helaas nog altijd vormen van vervangingstheologie, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de bevrijdingstheologie van Palestijnse theologen. Het voert te ver om hier uitvoerig stil te staan bij de betekenis van de bevrijdingstheologie en hoe die dan weer precies wordt geïnterpreteerd door Palestijnse theologen. Eén ding is duidelijk, zowel de bevrijdingstheologie en ook veel Palestijnse theologen staan op gespannen voet met het zionisme, en dat is een understatement.

Politisering van de betekenis van het kerstfeest

Politisering van de betekenis van het kerstfeest is niet per definitie hetzelfde als de vervangingstheologie. Politisering van het kerstfeest is aan de betekenis daarvan een politieke wens of lading verbinden. De symboliek van Kerst als feest van licht en vrede, wordt hierbij vaak afgezet tegen de realiteit, waarbij Israël tot een schaduw over de kerstgedachte wordt. Politisering van Kerst heeft immers vaak betrekking op de bezetting door Israël van de Westelijke Jordaanoever. De intentie van de christelijke boodschap wordt afgezet tegen de huidige situatie op de Westbank (Samaria en Judea), die beschouwd wordt als een symbool van de duisternis. Helemaal onbegrijpelijk is dat niet, want Bethlehem, de plaats waar volgens de overlevering Jezus werd geboren, ligt op de Westbank. Dit negatief wegzetten van Israël is echter onheus, en helemaal in tegenstelling is tot de verklaring van het Tweede Vaticaans Concilie over Jezus Christus.

De aardse realiteit is immers in schril contrast met de intentie van Jezus Christus. Daarin zit ook de kiem van heel veel ellende, namelijk een betekenis zoals die wordt gegeven aan Jezus Christus is mythisch van aard en kan onmogelijk worden gecreëerd door mensen. Om die reden is het ook onheus om een soort van goddelijk geïnspireerde dan wel mythische intentie rechtstreeks in verband te brengen met een door oorlogen en/of andere omstandigheden veroorzaakte toestand waarin mensen lijden. Daar schiet niemand iets mee op. Wil men toch een soort van wens aan de kerstgedachte verbinden die ook kan resulteren in enige vooruitgang, dan zal die menselijk gezien 'haalbaar' moeten zijn en daarbij oog èn oor hebben voor àlle betrokken partijen, dus ook die van de bovenliggende. Bij politieke ladingen van het kerstfeest is er tot nog toe vrijwel alleen aandacht voor het perspectief van de underdog, in dit geval de Palestijnse bewoners van de Westbank, en speciaal die van Bethlehem en omgeving.

Enkele voorbeelden uit de afgelopen decembermaand

Heel veel media publiceren vanuit het paradigma dat de 'bezetting' onwenselijk is, en zien in de boodschap van Kerst uiteraard een heel goede aanleiding om weer eens aan te tonen hoe slecht vooral Palestijnen het hebben. De bezetting zou maar beter plaats moeten maken voor een soevereine Palestijnse staat naast het Israël achter de Groene Lijn. Immers, voor veruit de meeste Palestijnse bewoners van de Westbank is er symbolisch gezien nog steeds weinig licht en een eigen Palestijnse staat zou verlichting geven… Vanuit die gedachte is er ook afgelopen maand weer het nodige gepubliceerd. Ik beperk mij hier echter tot twee voorbeelden daarvan.

In Trouw stond een artikel van Stevo Akkerman waarin hij o.a. schrijft over een schisma tussen Joden en Palestijnen wat volgens hem in de bus naar Bethlehem tot uitdrukking komt. Verder in zijn artikel schrijft hij: "Dit komt allemaal, iets te kort samengevat, doordat het zionisme stamt uit het laat-negentiende-eeuwse Europa, zo heb ik begrepen van de Israëlische historicus Zeev Sternhell." En verder: "Het antisemitisme van die periode dwong de Joden te zoeken naar een eigen staat, maar het karakter van die staat werd gekleurd door het denken uit de regio waar de meeste Joden vandaan kwamen: Midden- en Oost-Europa."

Het is duidelijk, het zionisme wordt hier haaks op de boodschap van Kerst geplaatst. Aan het eind merkt Akkerman op dat de strijdende partijen eerst maar eens terug zouden moeten naar af, naar 'de vrijheid die Joden en Palestijnen ooit beiden hadden in dit land'. Het is echter zeer de vraag in hoever er door de eeuwen heen daar werkelijk van vrijheid sprake is geweest.

Op een cartoon van Collignon in de Volkskrant van afgelopen 20 december is in het midden het kindje Jezus te zien. Hij stelt een, vanuit het perspectief van de lezers bekeken, cryptische vraag: "Het land dat jullie van mij hebben gehad, hebben jullie dat intussen al van je buren gestolen?"  , waarop Joseph antwoordt: "We zijn bezig…". Collignon zet zo de Israëli's neer als landdieven, met een religieuze rechtvaardiging, en roept een contrast op met de (christelijke) kerstgedachte en vredesboodschap.

Vreedzame co-existentie

Het staat een ieder vrij om aan concrete verschijnselen een symbolische betekenis te geven. Daar is niks mis mee, sterker nog, zoiets werkt inspirerend en verrijkend. De figuurlijke schaduwen die het oproept kunnen makkelijk worden getemperd. Daar is eigenlijk alleen het besef voor nodig dat mensen en volken heel veel verschillen van elkaar. De één zal aan een bepaalde gebeurtenis een symbolische betekenis als licht toekennen, de ander juist weer niet. In alle gevallen zal het er om moeten gaan dat viering van eigen feesten en de betekenissen daarvan geen akelige gevolgen hebben voor andere nominaties dan de eigen.
Het is in concreto te hopen dat er ook in dit nieuwe jaar mensen zijn die intens werken aan het tot stand brengen van een duurzame vrede tussen Israël en de Palestijnen. Een vreedzame co-existentie van twee staten naast elkaar, die echter alleen tot stand kan komen middels rechtstreekse onderhandelingen waarbij ook van Palestijnse kant aanzienlijke concessies zullen moeten worden gedaan.


(* Noot:
Er zijn zeer aanzienlijke stromingen in het christendom die nadrukkelijk afstand nemen van de gedachte dat de christelijke kerken de opvolging zouden zijn van het Jodendom. )