vrijdag 14 oktober 2016

UNESCO en de Tempelberg

 

Grote verontwaardiging in Israel gisteren, nadat de raad van bestuur van UNESCO (58 leden met roulerend lidmaatschap), weer een resolutie tegen Israel aangenomen had, ingediend door 7 Arabische lidstaten. De in 40 punten verwoorde kritiek op Israels beleid ten aanzien van moslimheiligdommen in Jeruzalem en de Westoever maakte schijnbaar niemand koud of warm, maar één punt noemde de Tempelberg zonder hem te noemen; nl. alleen met de Arabische naam, als islamitisch heiligdom.

Een pijnpunt voor Israel is al vele jaren de Arabische ontkenning van de Tempelberg als Joodse historische en heilige plaats, en UNESCO lijkt daar nu in mee te gaan. De raad van bestuur althans; directeur-generaal Irina Bokova distantieerde zich hiervan en erkende wel het religieuze belang voor Joden.

 

De Volkskrant gaat overigens mee in de bewering dat de Al-Aqsa moskee de 'op twee na heiligste plaats' voor moslims is. Dat lijkt vooral een politieke kwestie: toen de Tempelberg onder Jordaans bestuur viel bekommerde zich er niemand om. In elk geval de Sjiieten vinden heiligdommen in Najaf en Karbala (Irak) belangrijker dan Al Aqsa.

 

Wouter

______________

 

Israel Ministry of Foreign Affairs

 

The #Bible according to UNESCO​ following today's resolution airbrushing Jews and Christians out of the history of Jerusalem.

 

 

 

donderdag 13 oktober 2016

Mediacommentaar NRC over Israel - 4



(september 2016)

= IMO Blog =  

Nogmaals Kiswanson
Na liefst vier artikelen over de bedreigingen aan het adres van Al Haq activiste Kiswanson verscheen er op 2 september eencommentaar van de NRC ombudsman over de zaak. Zij werd naar eigen zeggen bedreigd omdat zij materiaal aanlevert voor het Internationaal Strafhof over eventueel gepleegde oorlogsmisdaden in de Gaza Oorlog van 2014, wat zowel door haar als de NRC zonder enig bewijs aan de Mossad werd toegeschreven. Ik en velen met mij hoopten dat de ombudsman zich kritisch uit zou laten over de berichtgeving en zou wijzen op de journalistieke principes van hoor en wederhoor, en het checken van claims, zeker wanneer ze gevoelig liggen, bij onafhankelijke bronnen, onpartijdigheid etc. etc.. De ombudsman wijdt zijn verhaal echter voornamelijk aan de vraag wanneer een gefingeerde naam is toegestaan (bijna nooit) en wat daar allemaal mis mee is. Wel schrijft hij, haast als een terzijde:

Dat is onzin, het relaas van Kiswanson is waar mogelijk gecheckt, dát zij wordt gestalkt (maar niet door wie) wordt ondersteund door documenten, inclusief de „glimmende brochure” die volgens haar in haar buurt was verspreid en waarin zij als een moslim-knuffelaar wordt neergezet. Die had de krant er wat mij betreft ook (deels) bij kunnen laten zien.

Dit in reactie op ‘hatelijke kritiek van NRC-bashers’ dat het verhaal van Kiswanson compleet verzonnen zou zijn. Alsof dat door die verzonnen naam van haar bedreiger (Abu Rami in het stuk) zou komen! De ombudsman draait om de hete brij heen. Dat Kiswanson is bedreigd lijkt zeer waarschijnlijk (al had men daar zeker meer bewijzen van kunnen tonen), maar de beschuldiging dat Israel daarachter zit is gratuit. Er is geen enkel bewijs voor behalve argumenten in de trant van: Israel heeft er belang bij, de Mossad gaat professioneel te werk (wat volgens sommigen eerder een argument ertegen is), Israel heeft een hekel aan Al Haq en heeft Al Haq in eigen land vaker dwarsgezeten, etc.. Sinds wanneer zijn dergelijke speculaties voldoende om een dergelijke ernstige beschuldiging te uiten? Het lijkt wel de Story, RTL Boulevard, of GeenStijl wel. Een ombudsman die daar geen woord aan vuil maakt, maar wel een hele pagina vol pent over het toegenomen (en daarna weer afgenomen) gebruik van verzonnen namen in de NRC, is zijn naam niet waard.
Nir Baram
Op 10 september plaatste NRC een uitgebreid interview met Nir Baram, een kritische Israelische schrijver die in de bezette gebieden heeft rondgereisd en mensen vroeg naar de oplossing voor het conflict. Hij uit in het interview vooral kritiek op de bezetting en de muur, en hekelt de ‘vreselijke dingen’ die Israel de Palestijnen aandoet. Hij houdt ook enkel Israel verantwoordelijk voor de ‘nakba’ en stelt voor dat Israel daarvoor herstelbetalingen doet zoals Duitsland aan Israel deed. Hij vindt dat Israeli’s onder ogen moeten zien dat er apartheid heerst op de Westelijke Jordaanoever.

Door zijn gesprekken is hij gaan twijfelen aan de haalbaarheid van een tweestatenoplossing, en is nu actief in de beweging ‘Twee Staten, Eén Thuisland’: “Deze club, een burgerinitiatief van Israëliërs én Palestijnen, ziet heil in twee aparte staten met een fluïde scheiding, die samenwerken in een confederatie.” Dit deel van het interview is eigenlijk het interessantst, maar van de drie pagina’s die het interview in beslag neemt gaat maar een klein deel hierover; het merendeel wordt in beslag genomen door alle bekende aantijgingen tegen Israel. Een gemiste kans om nu eens uit de hoek van de beschuldigingen en het ‘wie heeft er gelijk’ te komen en naar de toekomst te kijken...

Baram doet zoals gezegd harde uitspraken in het interview. Hij zegt dingen als:
De Palestijnen wordt zo veel ontzegd: bewegingsvrijheid, de mogelijkheid om iets van hun leven te maken, om hun dromen na te jagen. Mijn land doet vreselijke dingen. En mijn landgenoten weten het niet. Dat moet anders.

Dat laatste wordt door veel Israeli’s betwist. Het hangt er ook erg vanaf waar je woont, en wat je wil weten en zien. Ouders met kinderen die in het leger dienen weten vaak vrij goed wat er speelt en dat er niet zo fraaie dingen gebeuren, en dat geldt des te meer voor mensen die zelf nog niet zo lang geleden dienden. Er zijn ook hopen films, boeken en artikelen verschenen waarin op vaak indringende wijze verslag wordt gedaan van de gevolgen van de bezetting en Israels veiligheidsbeleid voor de Palestijnen. Natuurlijk zijn er wegkijkers; er zijn ook zat Nederlanders die niet willen weten wat onze jongens in Afghanistan deden en wat onze vliegtuigen en schepen doen. Of waar ons spaargeld in belegd wordt. Of wat de gevolgen zijn van ons consumptiegedrag en onze spotgoedkope kleding voor mensen aan de andere kant van de wereld. Wegkijk gedrag zie je overal, en juist in Israel valt de vaak openhartige en felle interne kritiek op. Ook Baram is daarvan een voorbeeld, en hij kan in Israel vrij zijn mening verkondigen en rondreizen en met iedereen praten.
Baram zegt:
Als ik, ook onder linkse vrienden, een gesprek begin over een eventuele vergoeding van de schade aan de verdreven Palestijnen, krijg ik uitsluitend geïrriteerde reacties. Terwijl Israël jarenlang herstelbetalingen kreeg uit Duitsland.

Die geïrriteerde reacties begrijp ik wel. Als de verdreven Palestijnen een schadevergoeding moeten krijgen, dan ook de vele verdreven Joden uit Arabische staten. En ook de Palestijnen hebben onder de grootmoefti van Jeruzalem een hoop ellende veroorzaakt. De vergelijking met Duitsland gaat volledig mank, en zou je misschien zelfs om moeten draaien. De moefti  collaboreerde met de nazi’s en veel Palestijnen stonden achter hen en hoopten dat zij zouden helpen om ook het ‘Joodse probleem’ in Palestina op te lossen. De Palestijnen waren niet enkel slachtoffer zoals de Joden in Duitsland en Europa; zij waren de burgeroorlog eind 1947 begonnen, pleegden zelf talloze aanslagen op burgers (ja, ook toen al), en hun leiders hadden in de jaren ervoor consequent ieder compromis afgewezen. Zie voor een goed stuk hierover dit artikel van Benny Morris.

Baram vindt dat Israël de gevolgen van de Nakba onder ogen moet zien. Niet om al het veroverde land af te staan, zoals sommige Israëliërs vrezen, maar om het gesprek aan te gaan. „Ook mijn familie heeft van de Nakba geprofiteerd. Wij kregen, ver voor mijn geboorte weliswaar, een huis in West-Jeruzalem toegewezen waar een Arabier had gewoond. Maar juist degenen die van 1948 hebben geprofiteerd, willen er niet over praten.”

Dat klinkt nobel, maar zo’n gesprek is alleen mogelijk als men van twee kanten eerlijk naar de geschiedenis wil kijken en het eigen aandeel onder ogen wil zien. Weinig Israeli’s zien er geen been in om eenzijdig schuld te bekennen en daardoor nog meer eenzijdige claims en beschuldigingen over zich heen te krijgen. Ik sprak een tijd terug eens een vrouw uit Sderot die aan een dialooggroep met mensen uit Gaza deelnam, en er erg teleurgesteld uitkwam. Ze wees de ‘Israelische agressie’ af, ze was fel anti bezetting, en wat ze terug kreeg was geen afwijzing van terreur en opruiing tegen Israel maar de bewering dat Israel helemaal geen bestaansrecht heeft en het hele land eigenlijk de Palestijnen toebehoort. Zo is het meer goed bedoelende idealistische mensen uit de Israelische vredesbeweging vergaan. Ik vraag me af of Barams ervaringen in zijn gesprekken met Palestijnen beter zijn, en hoeveel hij er heeft gesproken die oprecht ook Israels bestaansrecht erkennen.
Daarbij is het de vraag of je van een nakba moet willen spreken, en veel Israeli’s zien dit als een provocatie omdat het Arabisch is voor ‘ramp’ ofwel shoah. Zo lijkt het alsof beide zaken op een lijn zijn te zetten, alsof de nakba een catastrofe was die het Palestijnse volk zomaar overkwam, zonder eigen aandeel….
Volgende keer meer over het ‘Twee Staten, Eén Thuisland’ idee.
Ratna Pelle

zondag 9 oktober 2016

Mediacommentaar NRC over Israel - 3

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/10/09/mediacommentaar-nrc-over-israel-3/

 

= IMO Blog = 

Ik schreef donderdag over de berichtgeving in NRC Handelsblad betreffende de ‘zaak Kiswanson’. Op 1 en 2 september verschenen nog twee artikelen in het kader hiervan. Het artikel ‘Wie bewijs verzamelt in Gaza, wordt tegengewerkt’ gaat over een man, Wissam Sheheibars, die twee kinderen verloor in de Gaza oorlog, omdat zij door een raket werden getroffen toen ze op het dakterras de vogels wilden voeren. Voor correspondent Derk Walters staat direct al vast dat zijn verhaal de waarheid is, en dat Israel dus weer eens fout zit. Zo is de wijk ‘volgens hen op geen enkele manier aan Hamas te koppelen’. Juist. Als zij dat zeggen is dat zo. Uiteraard zouden de bewoners het onmiddellijk vertellen aan de buitenlandse correspondent die op bezoek is als zij wisten dat Hamas ook actief is in de wijk. Je hoeft van Hamas immers niks te vrezen, iedereen in Gaza praat daarom altijd vrijuit over de misdaden en praktijken van Hamas. Ook is uiteraard zeker dat de raket van Israel komt. Alle raketten komen van Israel, sterker nog: alle ellende komt van Israel. Het is nog nooit voorgekomen dat raketten van Hamas in Gaza terecht kwamen en daar slachtoffers maakten, dus met die mogelijkheid hoeft  Walters uiteraard geen rekening te houden. Dat scheelt weer lastig uitzoekwerk; journalisten hebben het immers druk genoeg.

Het artikel meldt voorts: ‘Volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem zijn er tijdens de oorlog in totaal 250 kinderen uit de Gazastrook gedood in hun eigen huis.’

Ook hier geldt weer: als Betselem het zegt, zal het zeker kloppen. Negeer de onderzoeken van blogger Elder of Ziyon en anderen, waaruit bleek dat veel zogenaamde onschuldige burgers in feite strijders voor Hamas of een andere terroristische organisatie waren, dat kleine kinderen als menselijk schild dienden voor terroristen en dat jongeren vaak gerekruteerd werden door Hamas en consorten. Zulke zaken staan een mooi verhaal maar nodeloos in de weg. Het is veel simpeler als je de verhalen van Palestijnen en Israelische mensenrechtenorganisaties (die zich vaak op diezelfde Palestijnen baseren) gewoon kunt geloven, en alleen wantrouwig hoeft te zijn naar wat Israel en pro-Israelische bronnen zeggen.

Uiteraard kun je ook Al Haq leider Shawan Jabarin op zijn woord geloven. Hij komt uitgebreid aan het woord in dit artikel, omdat Al Haq informatie levert aan het internationaal strafhof, waar men deze zaak aan wil voorleggen, evenals andere vermeende oorlogsmisdaden gepleegd door Israel. En Al Haq is, zoals we weten, een volkomen objectieve en neutrale organisatie met een onberispelijke leider die zich nooit met welke radikale organisatie dan ook heeft ingelaten, geweld altijd eenduidig heeft veroordeeld en zich inzet voor vrede en verzoening tussen Israeli’s en Palestijnen.

Het artikel verwijst naar eerdere berichtgeving over de zaak Kiswanson, de Al Haq medewerkster die bewijs voor het vooronderzoek van het internationaal Strafhof verzamelt en nu zodanig wordt bedreigd dat ze haar werk niet goed kan voortzetten. Voor de NRC stond direct vast dat Kiswansons vermoeden dat de Mossad hierachter zit klopt, en dit hoefde dan ook niet nader onderzocht te worden. NRC schrijft:

Al-Haq wordt non-stop lastiggevallen met telefoontjes, e-mails en hackpogingen, zegt algemeen directeur Shawan Jabarin in een vergaderzaaltje op het hoofdkantoor in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever.

„Dan krijgen al onze medewerkers bijvoorbeeld een mailtje van oxfamnovib.co.uk met het aanbod van een baan. Alleen bestaat die website met die extensie niet. Als ze op die link klikken, worden onze computers geïnfecteerd. En al onze subsidieverstrekkers, van Duitsland tot Noorwegen, krijgen telefoontjes. ‘Heb je al gehoord van dat corruptieschandaal bij Al-Haq?’ Verzonnen natuurlijk.”

Het is zeer vreemd en ongehoord dat een onberispelijke organisatie als Al Haq zo wordt lastig gevallen. Ook “De collega’s bij de mensenrechtenorganisatie Al-Mezan in Gaza-Stad spreken van doodsbedreigingen per telefoon, mailtjes in een soort Arabisch dat „duidelijk uit het Hebreeuws” vertaald is, nep-sms’jes met het aanbod om de telefoon beter te beveiligen.” En het is uiteraard duidelijk wie daarachter zit:

Geen van beide organisaties twijfelt aan de afkomst van de bedreigingen. Jabarin: „Israël is de enige die een belang heeft om ons te stoppen én over technologie beschikt die geavanceerd genoeg is. Ik heb een nieuwe simkaart en twee uur later word ik gebeld, door dezelfde stalker die Nada Kiswanson lastigviel.” Woordvoerder Emmanuel Nahshon van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken wil niet op de aantijgingen reageren.

Waarom zou je met onafhankelijke experts praten, met mensen die de Shin Beth en Mossad kennen, evenals mogelijke andere vijanden van beide organisaties, voor een objectief verhaal? Nee, het volstaat om even in een zinnetje te melden dat een Israelische bron er niet op wil ingaan. Zo makkelijk kwijt je je tegenwoordig van je taak om verschillende bronnen te checken, om onafhankelijk en onpartijdig te zijn en feit en mening te scheiden. Ik vind mailtjes ‘in een soort Arabisch dat „duidelijk uit het Hebreeuws” vertaald is’ overigens nogal amateuristisch en knullig overkomen, en vraag me af of dit niet een manier kan zijn waarop juist Hamas of andere Palestijnse tegenstanders van deze ‘mensenrechten’organisaties hun pogingen hen dwars te zitten op Israel afschuiven? Met zulke zaken moet je rekening houden, maar bij de NRC volstaat het woord van Jabarin of Al Mezan uiteraard. Vervolgens meldt Jabarin: Alle bedreigingen vormen een „bewijs dat we op de goede weg zijn. We hebben onze feiten op orde, die kunnen niet aangevochten worden door Israël. Dat hebben ze trouwens nooit gekund. Dit is de reden dat ze ons ondermijnen: we zijn onafhankelijk.” Waarna nog maar eens wordt vermeld dat Al Haq in 2009 de Geuzenpenning heeft gekregen, maar die arme Jabarin hem van Israel niet mocht komen ophalen vanwege ‘vermeende betrokkenheid bij de Palestijnse groepering PFLPdie door Jabarin wordt ontkend, aldus de NRC. Men besluit dit zeer informatieve, objectieve en onpartijdige artikel met de volgende woorden van Jabarin:

De Al-Haq-directeur denkt dat een eventuele strafzaak tegen Israël ondanks alle hindernissen toch een goede kans maakt. „We hebben het morele gelijk aan onze zijde.” Hem raken ze niet, zegt hij. „Behalve met een kogel. Ik ben er klaar voor.” Hij zet zijn bril af, tikt hard met zijn ring op tafel.

Interessanter dan wat Jabarin denkt is hoe onafhankelijke experts dit inschatten. Een tijdje terug vertelde een strafrechtadvocaat in Een Vandaag (in reactie op Dries van Agt die meende dat Netanyahu een oorlogsmisdadiger is die door het Internationaal Strafhof berecht zou moeten worden) dat de kans dat dit vooronderzoek tot een daadwerkelijke aanklacht en veroordeling zal leiden klein is. Maar de NRC heeft blijkbaar meer belangstelling voor wat de pro-Palestina lobby te zeggen heeft, en laat liever activisten aan het woord die zich consequent tegen vrede en voor geweld hebben uitgesproken, om van hen te vernemen dat Israel de bron van alle kwaad is, en dat vervolgens kritiekloos neer te pennen. Dat wordt dan onder de naam van het deftige NRC verspreid, en zal op die manier meer invloed hebben dan wanneer het Palestina Kommitee of Palestine Link een dergelijk interview op hun site zou zetten. Naar het waarom van deze schaamteloze partijdigheid kunnen we slechts gissen. Naar de reden dat buiten het kringetje van Israel sympathisanten zo weinig mensen zich hier druk om lijken te maken ook.

In Duitsland heeft een uitzending van de ARD vol ongefundeerde aantijgingen tegen Israel geleid tot massaal protest en behandeling in de zogenaamde Rundfunkrat, het hoogste orgaan van de ARD. Bij Nederlandse media wordt je met je klachten op zijn best afgescheept met een korte reactie van de redactie in de trant van dat ‘als men geregeld kritiek van beide kanten krijgt, dat een bewijs is dat men het goed doet’. Maar vaker nog wordt je compleet genegeerd. Een instantie als de Rundfunkrat zou voor veel Nederlandse media een uitkomst zijn.

Ratna Pelle

 

Mediacommentaar NRC over Israel - 2

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/10/07/mediacommentaar-nrc-israel-2/

(augustus 2016)

Zie ook deel 1.

 

Nati Rom

Op 14 augustus bracht NRC Handelsblad een artikel over Nati Rom, inwoner van een nederzetting op de Westelijke Jordaanoever en activist voor Israel. Hij bindt de strijd aan met de BDS campagne en heeft daartoe zelfs een heuse ‘kliklijn’ opgezet, zo meldt NRC, waar mensen heen kunnen bellen als zij informatie hebben over anti-Israel activisten. Twee ministers hadden kort daarvoor opgeroepen om informatie over ‘iemand die zich voordoet als toerist, maar die eigenlijk in Israël verblijft als boycotactivist’ door te geven, zodat men ‘eraan kan werken om hem het land uit te krijgen’. In het artikel wordt de BDS beweging als volgt omschreven:

Twaalf jaar geleden begonnen Palestijnse activisten met de ‘BDS-beweging’, waarbij de afkorting staat voor ‘boycot, desinvesteren en sancties’. Hiermee hopen ze op geweldloze wijze een einde te maken aan de Israëlische bezetting en aan de discriminatie van Palestijnen. Een beproefde BDS-methode is om bedrijven en overheden die zich inlaten met illegale Joodse nederzettingen onder druk te zetten. Ook Nederlandse bedrijven zijn daar gevoelig voor.

Daaronder staat dat ‘in de ogen van Israëlische politici BDS echter een antisemitische poging is om Israël schade toe te brengen. Daarom heeft de regering dit jaar 30 miljoen euro toegekend aan Israëlische ambassades wereldwijd om de beweging tegen te gaan.’

Daarmee neemt de NRC stelling, voor BDS en tegen Israels strijd ertegen. Een neutralere omschrijving van waar BDS voor staat had meegenomen dat men vrede en onderhandelingen afwijst en niet in een tweestatenoplossing gelooft. BDS leiders zoals Omar Barghouti hebben dat letterlijk zo gezegd. En over hoe geweldloos de BDS is, kun je twisten. BDS-ers hebben artiesten geïntimideerd die in Israel (niet in de bezette gebieden) wilden optreden, in Nederland zijn voorstellingen van Israelische artiesten verstoord en Joodse en Israelische studenten hebben geregeld met geweld en intimidatie te maken vanuit groeperingen die achter BDS staan. Het lijkt erop dat de NRC de doelstellingen gewoon letterlijk van de website van een pro-BDS organisatie heeft geplukt. Waarom zou je ook moeite doen om eigen, onafhankelijk onderzoek naar een zaak te doen als je ook gewoon een paar regels van het Palestina Komitee of BDS Nederland kunt overpennen? En je komt er tegenwoordig prima mee weg, zo blijkt.

Het hele artikel ademt deze stellingname. Nati Rom en zijn acties tegen BDS worden subtiel weggezet als extremistisch. Zo wordt even fijntjes opgemerkt dat Rom geen handen van vrouwen schudt uit religieuze overwegingen en hij een gebreid keppeltje draagt. Veel BDS-ers zijn minstens even religieus en onverdraagzaam, maar daar zul je bij de NRC niet snel over lezen. De activiteiten van Nati Rom zijn in principe ook helemaal niet nieuwswaardig, en als hij dit voor een ander land zou doen dan zou de NRC er geen serieus artikel over schrijven. Maar het gaat over Israel en anti-Israel campagnes, het past in het plaatje van de machtige slinkse overactieve pro-Israellobby, en omdat Nati Rom in een nederzetting woont en religieus is, kan er ook nog een religieus-nationalistisch tintje aan worden gegeven. Een onderwerp dat die drie ingrediënten bevat kan men natuurlijk niet laten liggen.

 

Kuitenbrouwer

Op 15 augustus een felle reactie van Jan Kuitenbrouwer op Leon de Winter en anderen die Dyab Abou Jahjah van antisemitisme beschuldigen. Kuitenbrouwer vind het onzin dat volgens deze critici met ‘zionisten’ soms ‘Joden’ bedoeld wordt en drijft hier de spot mee.  Hij noemt dit ‘ultrasonoor antisemitisme’: je hoort het alleen als je over een speciaal, hypersensitief gehoor beschikt. Hij vergelijkt dit met de vroegere heksenvervolgingen: het bewijs is onzichtbaar, maar niettemin belastend. Leuk verzonnen, maar de vergelijking gaat natuurlijk volledig mank. Heksen bestaan niet, antisemieten wel. En antisemieten zullen, net als racisten en andere extremisten, vaak proberen hun visie een beetje in te kleden en als redelijk te presenteren. Dat men dan bepaalde woorden mijdt en verhullend taalgebruik hanteert, is niet ongebruikelijk. Kuitenbrouwer houdt zich hier wel erg van de domme.

Hij hekelt voorts mensen die in het volgens hem gematigde relaas van Abou Jahjah in Zomergasten toch radikale en antiwesterse denkbeelden hoorden:

Jahjah praatte met meel in de mond,” sprak oud-VPRO-cineast Hans Fels. „Hij probeert salonfähig te doen, maar het blijft een verhulde antisemiet.” Verhuld. Tja, ‘verhuld’ ben ik een aap op zoek naar een banaan. Is dat erg?

Jan Kuitenbrouwer gaat er kennelijk vanuit dat mensen altijd precies zeggen wat ze bedoelen en hun woordkeus nooit laten beïnvloeden door het publiek waarvoor ze spreken en wat ze willen bereiken. Natuurlijk moet je de aantijging ‘verhuld antisemitisme’ wel kunnen aantonen of onderbouwen, door er bijvoorbeeld op te wijzen dat het woord ‘zionist’ niet wordt gebruikt in de gangbare neutrale betekenis van iemand die het zionistische streven naar een staat voor het Joodse volk onderschrijft, maar dat daar van alles aan wordt toegeschreven dat heel toevallig ook door antisemieten vaak aan Joden wordt toegeschreven (macht, invloed achter de schermen, achterbaksheid, oorlogen financieren etc.). Abou Jahjah heeft genoeg uitspraken gedaan over Israel, haar inwoners en sympathisanten, en ook Joden, om deze beschuldiging te kunnen onderbouwen. En ja, dat is erg.

Antisemitisme en Israelhaat gaan vaak hand in hand en de Joodse gemeenschap heeft dan ook steeds vaker te maken met bedreigingen, intimidaties en soms geweld. Kuitenbrouwer bevestigt dit in feite zelf wanneer hij min of meer zegt dat het allemaal de schuld van de zionisten zelf is:  ‘Het zionisme is een etnisch gedefinieerde ideologie. Plomp gezegd: dat is vragen om moeilijkheden’. Ah, de zionisten zijn schuld aan het antisemitisme. Zonder Israel had het er allemaal ongetwijfeld heel anders uitgezien. Sterker nog, voor die tijd hadden we dat probleem niet. Toen was antisemitisme nog echt antisemitisme en was er geen term waarachter antisemieten zich konden verschuilen. Een stuk beter inderdaad. Ook zegt hij : ‘Dat die twee begrippen elkaar in hoge mate overlappen, kun je dat Abou Jahjah verwijten?’ Een dun gelegenheidsargument. Als dat zo is, dan is het des te redelijker om al het lelijks dat Abou Jahjah zegt over zionisten als een verkapte vorm van antisemitisme te zien. Veel Joden zijn inderdaad zionist, dat wil zeggen dat ze achter het bestaansrecht van Israel staan en zich ook (in meerdere of mindere mate) met Israel verbonden voelen en het opnemen voor deze staat. En op deze mensen doelt Abou Jahjah wanneer hij los gaat tegen ‘zionisten’, niet op de vele niet-Joden die Israels bestaan erkennen en het land een warm hart toedragen. Hij sluit af met:

De theorie van het ultrasonore antisemitisme leent zich intussen ook goed om kritiek op Israël te demoniseren: dit gaat niet over de racistische en fascistische aspecten van de Israëlische politiek, dit is hoe de Shoah begon! Als het geen bewuste strategie is, zou het er een moeten zijn.

HJe kon erop wachten. Wanneer mensen die geen overtuigd nazi zijn van antisemitisme worden beschuldigd, duurt het nooit lang voordat iemand roept dat het juist de zionisten zijn die antisemitisme in de hand werken en dat de aantijging vaak wordt misbruikt om Israel vrij te pleiten. Blijkbaar deelt Kuitenbrouwer de Israelhaat die lieden als Abou Jahjah uitbraken en ziet dit als legitieme kritiek op de ‘racistische en fascistische aspecten van de Israëlische politiek’. Welja, waarom zou je ook een poging doen genuanceerd te zijn? Wanneer je Abou Jahjah ziet als gematigd opiniemaker, verbaast het natuurlijk niet echt dat je er zelf even gratuite beschuldigingen uitflapt.

Ratna Pelle

 

Mediacommentaar NRC over Israel - 1

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2016/10/06/mediacommentaar-nrc-israel-1/  

(augustus 2016)

= IMO Blog =  

De laatste twee maanden stapelden de eenzijdige en suggestieve artikelen over Israel in NRC Handelsblad zich op, en schreeuwden om een kritische bespreking. In de Medianieuwsbrief waar ik ook aan meewerk, heb ik ze al kort behandeld. Hieronder in twee delen een uitvoeriger kritiek op de belangrijkste artikelen van augustus. Het ging om zeven artikelen (een artikel dat in de nieuwsbrief wel is geteld blijkt van 31 juli te zijn).

 

Abou Jahjah

Het eerste artikel is behoorlijk typerend voor waar de NRC tegenwoordig is beland qua niveau en objectiviteit inzake Israel-Palestina: een dankwoord van Dyab Abou Jahjah aan Nederland voor de vele positieve reacties op zijn Zomergasten optreden. Het stuk stinkt behoorlijk naar eigenwaan en het slijm druipt ervan af.  Mensen dachten vroeger negatief over hem omdat ze werden misleid door propaganda, maar na het zien van Zomergasten stelden ze hun mening bij, wat getuigt van een ‘openheid van geest die ooit zo typerend was voor Nederland’. Dit alles ‘in tegenstelling tot veel opiniemakers, die vaak niet in staat zijn om een positie aan te passen of om objectief te zijn’. Het wordt nog erger wanneer hij op neerbuigende toon over Thomas Erdbrink schrijft:

Een gevolg hiervan is hoe Thomas Erdbrink werd aangepakt door het publiek, omdat men de indruk had dat hij beledigend en agressief was. Het is waar dat Erdbrink mij heeft geïnterviewd alsof het Oog in Oog en niet Zomergasten was. En het is ook waar dat hij niet over de kalmte en ervaring beschikt die dit soort interviews vereist, waardoor hij vaak uit de bocht vloog en de indruk gaf dat hij van slechte wil was. Maar ik geloof dat ik juist daardoor veel vooroordelen en stereotypen kon ontkrachten. Op een bepaalde manier geloof ik dat Erdbrink zijn entree in de show voor mijn bestwil heeft opgeofferd. Hij zorgde voor het perfecte contrast dat mijn ware standpunten en aard duidelijk maakte.

Ik weet niet door welk publiek hij ‘aangepakt’ werd, maar feit is dat er altijd massaal wordt geklaagd over de Zomergasten presentator. Het is echter ongebruikelijk dat een gast zich naderhand negatief uitlaat over de presentator en daarbij ‘het publiek’ als dekmantel gebruikt van waarachter wordt uitgehaald naar het vermeende gebrek aan professionaliteit en ervaring. Het is ook laag bij de gronds dat op deze verkapte manier te doen zonder dat Erdbrink zich daartegen kan verdedigen. Ook Erdbrink heeft een column, en ook hij kwam terug op Zomergasten, maar in tegenstelling tot Abou Jahjah hield hij de toon luchtig en bescheiden en haalde naar niemand anders uit. Alleen zijn eigen fouten kwamen aan de orde. Zo hoort het. De combinatie van eigendunk en kritiek in dit artikel is tenenkrommend, en ik hoop van harte dat Abou Jahjah wat hij al aan goodwill mag hebben opgebouwd door zijn dubbele tong bij Zomergasten, nu weer kwijt is. Dus in dat opzicht is dit eigenlijk wel een goed artikel. Op een bepaalde manier heeft de NRC wellicht haar goede naam voor de bestwil van Jahjah’s tegenstanders opgeofferd. Dit artikel zorgt voor het perfecte contrast dat zijn ware aard duidelijk maakt.

 

Mossad

Daarna volgden in NRC een serie artikelen over een vermeend nieuw schandaal dat men op het spoor is. Ongehinderd door de journalistieke principes van hoor en wederhoor, het checken van feiten bij van elkaar onafhankelijke bronnen en de scheiding van feit en mening, werd het verhaal opgetekend van de Nederlands-Jordaanse mensenrechtenactiviste Nada Kiswanson, die naar eigen zeggen door de Mossad wordt bedreigd en geïntimideerd, omdat zij belastend materiaal verzamelt voor een vooronderzoek van het Internationaal Strafhof naar Israelische oorlogsmisdaden. De krant toont nergens bewijzen, men lijkt haar op haar woord te geloven. Zij doet dit onderzoek in opdracht van de radikale pro-BDS organisatie Al Haq, die eerder Nederlandse bedrijven voor de rechter probeerde te krijgen omdat zij met Israel zaken doen. Al Haq noemt Palestijns geweld legitiem verzet, is tegen het vredesproces (dit is ‘een stok op de Palestijnen mee te slaan’) en Al Haq directeur Sjawan Jabarin was in de jaren ’80 actief in de terreurgroep PFLP, waar hij volgens de Shin Beth nog steeds bij betrokken is. Hij is in Israel meermaals veroordeeld, o.a. voor het opzetten van trainingsprogramma’s voor PFLP strijders, en kreeg vanwege zijn kontakten met terroristen van zowel Israel als Jordanië jarenlang geen in- en uitreisvisa. NRC meldt echter slechts dat Al Haq een mensenrechtenorganisatie is ‘met een uitstekende reputatie’, waarna de toekenning van de Geuzenpenning in 2009 wordt vermeld. De krant hekelt vervolgens Israels strijd tegen Al Haq, die wordt neergezet als het tegenwerken en vernederen van mensenrechtenactivisten.

NRC geeft zoals gezegd geen enkel bewijs voor de aanname dat de Mossad achter de bedreigingen zit. Een niet te traceren telefoontje dat zogenaamd van Volksgezondheid komt, is genoeg voor Kiswanson om te concluderen dat ‘haar ergste vermoedens worden bevestigd: Israël zit hierachter. „Wie anders heeft er belang bij dat ik mijn werkzaamheden neerleg? En wie kan een nummer uit de logboeken van het Nederlandse telefoonnet laten verdwijnen?” De politie zou dit een hele plausibele redenering vinden, krijgt Kiswanson te horen van verschillende agenten (NRC zelf is blijkbaar niet even gaan informeren), want ‘De dreigementen lijken veel te geavanceerd voor een particulier. Hier moet een grote organisatie achter te zitten’. Daarop vertelt de NRC hoe professioneel en geraffineerd de Mossad is, met spionageacties en liquidaties op Europees grondgebied en zelfs een speciale eenheid ‘die informatie verzamelt over organisaties die volgens Israël de reputatie van het land kunnen schaden’. Bewijs geleverd, blijkbaar.

Het komt allemaal nogal complottheorie-achtig over. Al Haq heeft Israel in het verleden al vaker van absurde zaken beschuldigd, en het is een gebruikelijke bezigheid van veel Arabische organisaties en politici om Israel (of ‘zionisten’) van allerlei de schuld te geven. De NRC had daar niet zo kritiekloos in mee mogen gaan. De bedreigingen zijn erg genoeg, maar wie of wat daar achter zit is een ander verhaal en lijkt vooralsnog onduidelijk. Men had eventueel verschillende mogelijkheden kunnen geven, of zelf met een onafhankelijk iemand kunnen praten. Zo heb ik op pro-Israelische media gelezen dat Al Haq bij de Palestijnse Autoriteit en Hamas ook niet echt lekker ligt, terwijl weer anderen opperden dat als de Mossad een probleem met je heeft, men dat wel anders aanpakt. En was het risico dat het naar buiten zou komen sowieso niet te groot geweest voor de Mossad? Op alles wat Israel doet ligt immers een vergrootglas. Weegt de mogelijke winst van het stoppen van Kiswanson met het leveren van info voor een vooronderzoek (dat volgens insiders weinig kans zou maken om tot een echte aanklacht te leiden) op tegen het risico op negatieve publiciteit? Dat betwijfel ik.

Liefst 4 artikelen zijn aan de kwestie gewijd, inclusief een eigen hoofdcommentaar, een interview met de griffier van het Internationaal Strafhof en een artikel van de ombudsman. De ombudsman van NRC, die zich in het verleden weleens mild-kritisch uitliet over bijvoorbeeld de overdreven aandacht voor de ‘heel erg goede’ lobbyclub het CIDI, grossiert dit keer in nietszeggendheid. Het artikel gaat bijna uitsluitend over het gebruik van een gefingeerde naam voor de bedreiger van Kiswanson, wat tegen het NRC Stijlboek indruist. Verder meldt hij slechts:

‘Het relaas van Kiswanson is waar mogelijk gecheckt, dát zij wordt gestalkt (maar niet door wie) wordt ondersteund door documenten, inclusief de „glimmende brochure” die volgens haar in haar buurt was verspreid en waarin zij als een moslim-knuffelaar wordt neergezet. Die had de krant er wat mij betreft ook (deels) bij kunnen laten zien.’

Daaruit kunnen we dus concluderen dat de NRC meer bewijzen had moeten tonen en niet zomaar mocht meegaan in Kiswansons conclusie dat de Mossad hier wel achter moet zitten, maar dat zegt hij niet en hij zal de redactie daar dus ook wel niet op hebben aangesproken. Verschillende andere media, waaronder de NOS en RTL, namen het nieuws over, inclusief de aantijgingen richting de Mossad.

(Zie ook deel 2.)