woensdag 7 januari 2015

Alleen een Palestijnse staat na onderhandelingen (Alfred Muller)

 

Een prima commentaar van Alfred Muller. Het probleem met artikel 49 van de Geneefse Conventie is, dat het plausibel is dat dit bedoeld is voor gedwongen verplaatsing van de eigen bevolking naar bezet gebied, maar dat het er niet expliciet staat. En dit maakt het toch erg ambigu, want doorgaans wordt over elke punt en komma van internationale verdragen en resoluties onderhandeld.

Opvallend is wel dat dit artikel nooit wordt gebruikt bij andere bezettingen met verplaatsing van de eigen bevolking (kolonisatie), waarbij ik ook aan Tibet denk, dat door de VN niet eens als bezet gebied erkend is. Het geeft maar aan hoe opportunistisch zo niet het internationaal recht, dan zeker de internationale politiek is.

 

Wouter

______________

 

Onder Beit Jala ten zuiden van Jeruzalem loopt de autoweg naar nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Foto:© Alfred Muller

De poging van de Palestijnse president Mahmud Abbas om een resolutie bij de Veiligheidsraad door te drukken die een Israëlische terugtrekking eist achter de grenzen van voor juni 1967, is mislukt. Hij heeft nu lidmaatschap aangevraagd bij zeker twintig internationale organisaties, waaronder het Internationaal Strafhof in Den Haag. Lidmaatschap daarvan zou betekenen dat Palestijnen Israëliërs voor deze rechtbank kunnen dagen.

Israël pleegt met de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, en de bouw van nederzettingen daar, misdaden tegen het internationaal recht, zo is de redenering. Velen in de internationale gemeenschap steunen Palestijnen in deze claim. De nederzettingen zijn volgens hen illegaal op grond van artikel 49 van de Geneefse Conventie. Daar staat dat „de bezettende macht geen delen van zijn eigen burgerbevolking zal deporteren of overplaatsen naar het gebied dat het bezet.”

Andere –veelal pro-Israëlische– deskundigen stellen daarentegen dat artikel 49 zich keert tegen gedwongen verplaatsing van burgers naar bezet gebied. Dat overkwam in de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld groepen Duitsers, Polen en Oekraïners. Israël echter heeft geen mens op enigerlei wijze gedwongen zich in nederzettingen te vestigen.

Soortgelijke situaties

Rechtsgeleerde Eugene Kontorovich van de Amerikaanse Northwestern University voegt daar nog een argument aan toe. Hij zegt dat internationaal recht is gebaseerd op regels die gelijkelijk worden toegepast in soortgelijke situaties. Hij wijst er echter op dat artikel 49 nooit is gebruikt om de Turkse bezetting van Noord-Cyprus aan te vechten, noch de Marokkaanse van de Westelijke Sahara of de Vietnamese van Cambodja.

Ook hebben sommigen moeite de term ‘bezetting’ te gebruiken. Van bezetting is sprake als een staat een andere staat bezet. Kontorovich zegt dat een staat alleen gebieden kan bezetten die aan een andere staat toebehoren. Verreweg de meeste landen accepteerden de Jordaanse annexatie van de Westoever in 1950 niet. En als het gebied niet aan Jordanië behoort, dan is er geen sprake van bezetting.

Reden te blijven?

Hier kunnen natuurlijk weer andere argumenten tegen worden ingebracht. Maar laten we eens stellen dat zij gelijk hebben: de nederzettingen zijn niet illegaal en er is geen sprake van bezetting. Is dat een reden voor Israël om te blijven op de Westelijke Jordaanoever?

Nee. Israël en de Palestijnen zijn wel degelijk gebaat bij een vredesregeling. Deze zal een Israëlische terugtrekking uit de Westoever inhouden. De Israëlische heerschappij heeft namelijk nadelige gevolgen voor zowel Palestijnen als Israelis. Palestijnen willen niet leven onder Israëls bestuur en Israël kan geen democratie én Joodse staat blijven als het zich niet terugtrekt.

Maar een Palestijnse staat kan alleen worden bereikt door onderhandelingen, waarbij beide partijen pijnlijke concessies doen. En niet, zoals Palestijnse leiders nu doen, door eenzijdige stappen te ondernemen buiten Israël om.

Israël Ingezoomd: elke week commentaar op gebeurtenissen uit Israël, Palestina en het Midden-Oosten.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten