vrijdag 24 oktober 2014

Neve Shalom en de weg naar vrede (IMO)

 

Muurkleed geschilderd door schoolkinderen van Neve Shalom

 

 

http://www.israel-palestina.info/actueel/2014/10/23/neve-shalom-en-de-weg-naar-vrede/  

= IMO Blog = 

Ik las dat er in het vredesdorp Neve Shalom verschillende zomerkampen zijn gehouden voor Palestijnse kinderen uit vluchtelingenkampen, maar miste de kampen voor getraumatiseerde kinderen uit Sderot. Wikipedia beschrijft een paar incidenten en controverses van de afgelopen jaren. Zo had men in 2010 een groot bord buiten het dorp geplaatst waarop de doden van de entering van de Mavi Marmara (activisten van het aan Hamas gelieerde IHH) werden gehekeld en riep men op de blokkade van Gaza op te heffen. In 2012 werd de gemeenschap doelwit van racistische ‘price tag’ aanvallen, waarbij verschillende auto’s werden vernield en ondergekalkt met racistische leuzen. Ook op een van de gebouwen werden racistische leuzen aangetroffen. Hoezeer je het ook oneens kunt zijn met bepaalde standpunten, dergelijke acties zijn walgelijk.

Ik vind het zelf erg moedig dat mensen op deze manier heel concreet kiezen voor co-existentie en een andere manier van met elkaar omgaan, waarbij respect en gelijkwaardigheid het uitgangspunt is. Zij nemen daarmee een duidelijk standpunt in tegen de polarisatie en het je afsluiten voor de ander, tegen de haat en de angst die in de Joodse en Arabische gemeenschappen in Israel steeds meer gemeengoed is geworden. Toch bekruipt me een vervelend gevoel. Het lijkt wel alsof het begrip en het respect vooral van de Joodse bewoners komen, zij zijn voorzichtig in wat ze zeggen en ook vooral kritisch naar de eigen kant. De Arabieren spreken vrijer en tonen, behalve voor de feestdagen, weinig begrip voor de Joods-Israelische kant. Het conflict en het geweld dat daar een gevolg van is, wordt puur door het prisma van de bezetting bekeken, van het onderdrukkende Israel en de machteloze Arabieren als underdog. Misschien vinden er af en toe ook discussies plaats waarin de Arabische bewoners met een zionistische visie worden geconfronteerd, en kritisch worden bevraagd over de problemen en het antisemitisme in hun gemeenschap, maar dat wordt dan zorgvuldig binnenskamers gehouden. Anders zouden de Arabische bewoners zich weleens onveilig kunnen gaan voelen en heeft Maram het gevoel niet als gelijkwaardig mens te worden gezien. Er wordt als het ware overgecompenseerd voor de samenleving daarbuiten, waar de Arabieren zich als minderheid vaak minderwaardig en onbegrepen voelen.

Wat voor Neve Shalom lijkt te gelden, zie je terug in de gehele vredesbeweging en ook bij de vredesactivisten buiten het gebied. In de meeste samenwerkingsprojecten is men het er samen over eens dat Israel de boosdoener is en is het (pro-)Palestijnse narratief dominant. Men lijkt over te lopen van begrip voor de Arabieren en hun gevoelens, terwijl even begrijpelijke gevoelens van angst en onbehagen onder Joodse Israeli’s al gauw als racistisch en nationalistisch worden weggezet. Op deze manier wordt een werkelijke dialoog gefrustreerd, en zullen dergelijke projecten altijd marginaal blijven. Daarbij leiden ze ook niet tot werkelijk begrip voor elkaar en werkelijk gelijkwaardig samenleven. De Arabieren worden nauwelijks met het Joods-Israelische narratief geconfronteerd, hun vooroordelen en stereotypen over zionisme en Israel worden niet ter discussie gesteld.

Maram is bewoonster van het eerste uur, maar praat even fel en onverdraagzaam als veel Palestijnse ‘vredesactivisten’ binnen en buiten het gebied. Ze heeft in Neve Shalom waarschijnlijk geleerd dat Joden heel aardige en fijne mensen kunnen zijn, hun religie ook ten goede kan worden aangewend en hun feestdagen de moeite waard zijn om samen te vieren. Dat is winst, en als alle Palestijnen daar zouden staan waren we een stuk op de goede weg. Maar voor echte verzoening en vrede is het nodig dat zij ook begrijpt waarom Israel een leger nodig heeft (dat immers ook haar beschermt) en waarom men soms, uit angst en frustratie, met Arabieren niks te maken wil hebben, en dat er wel degelijk een grote diversiteit is in meningen, al ziet zij dat niet direct als ze het dorp uit rijdt. Het is triest dat ze in die 30+ jaar niet meer oog heeft gekregen voor de mooie kanten van Israel, de vrijheden die onder Palestijnen ongekend zijn, en hoe cruciaal een Joodse staat voor veel Joden is. Als zij staat voor hoe de andere Arabische inwoners erover denken, heeft men nog een lange weg te gaan naar werkelijke gelijkwaardigheid en co-existentie.

Een laatste punt. Uit een artikel van de journalist Aad Kamsteeg die het project afgelopen jaar bezocht, rijst de indruk dat men voor een eenstatenoplossing is. Hij schrijft:

De inwoners van het dorp vinden dat er een gemengd Joods/Arabische staat moet komen. In zo’n staat zouden burgers op basis van gelijkwaardigheid met elkaar moeten omgaan. Daoud zoekt geen oplossing in twee naast elkaar functionerende staten, maar in één staat met verschillende culturen, religies, talen en emoties.

In de rest van het artikel legt hij uit waarom deze utopie volgens hem niet werkt. Tot slot zegt hij Neve Shalom wel enorm te waarderen omdat Joden en Palestijnen elkaar hierdoor niet als ‘de ander’ zien maar als medemensen met dezelfde angsten en behoeften. Hij sluit af met:

Tegelijk is het anno 2013 irreëel de grote politiek te baseren op de positieve resultaten van dit soort kleine projecten. De tragiek is helaas dat de tweestatenoplossing steeds verder uit beeld raakt. 

Hierop schrijft de redactie van de Nederlandse nieuwsbrief dat men zich afvraagt wat voor realistisch alternatief hij ziet, omdat hij ook constateert dat de tweestatenoplossing een utopie lijkt te worden. Hieruit maak ik op dat zijn bewering klopt dat men in het dorp een eenstatenoplossing voor staat. Ik ben daar erg tegen. Wat op kleine schaal met moeite, en door strenge selectie van de bewoners, nog wel lukt gaat niet op nationaal niveau werken. Men gaat ook geheel voorbij aan de noodzaak voor Joden om een eigen staat te hebben, een plek waar men altijd naartoe kan, zichzelf kan verdedigen en niet afhankelijk is van de goede wil van anderen.

Zoals ook Kamsteeg opmerkt, zal in zo’n gemengde staat de Wet op de Terugkeer van Joden niet gehandhaafd blijven en is de kans reëel dat Joden een minderheid worden die hooguit getolereerd wordt. Het merendeel van de Palestijnen ziet Joden als indringers die niks te zoeken hebben in het land en maar ‘terug’ moeten keren naar Europa of Amerika. Wanneer het Neve Shalom is gelukt om deze visie onder de Palestijnen om te buigen in een van verzoening en respect is het een ander verhaal. Maar zolang er onder Palestijnen en in de Arabische wereld, maar ook in Europa, zoveel vijandschap is jegens de Joden, blijft een eigen staat noodzakelijk.

Ratna Pelle

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten