donderdag 22 juli 2010

Monitor rassendiscriminatie 2009 hanteert oude cijfers

 
De gebruikelijke antisemieten en andere Israel-haters gebruikten eind juni het rapport van de Monitor Rassendiscriminatie -dat het wel meeviel met het antisemitisme in Nederland- gretig om het CIDI mee om de oren te slaan.
 
Wouter
_______________
 

Monitor rassendiscriminatie 2009 hanteert oude cijfers

do 01-07-2010

De Monitor rassendiscriminatie 2009 hanteert cijfers en gegevens uit 2008. Dit blijkt na bestudering van het vandaag gepubliceerde rapport. Eén van de conclusies, dat het antisemitisme afneemt, is gebaseerd op een vergelijking van cijfers uit het piekjaar 2006 met die van 2008, een jaar waarin de incidenten weer op een regulier niveau waren. De monitor gaat grotendeels over de ervaring van discriminatie door allochtonen. Verontrustende conclusies waren een gesignaleerde stijging van geweld tegen moslims, en het feit dat 70% van de incidenten niet wordt gemeld.

Het jaar 2009 en de eerste helft 2010 zijn niet in deze monitor opgenomen. CIDI concludeerde enkele dagen geleden dat het aantal gemelde antisemitische incidenten in 2009 met 55% was toegenomen vergeleken met het jaar daarvoor. Een groot deel van de incidenten, ook tegen andere minderheden, wordt overigens nooit gemeld.
 
De CIDI-gegevens over de toename van antisemitisme vorig jaar worden ondersteund door soortgelijke cijfers in het buitenland, het Meldpunt Discriminatie Amsterdam en het Meldpunt Discriminatie Internet voor 2009, die eveneens een stijging signaleren van het aantal antisemitische incidenten. 
 
Vast staat dat er geen geleidelijke ontwikkeling is, maar dat het stijgen of dalen van het aantal antisemitische incidenten een sterke samenhang vertoont met de situatie in het Midden-Oosten. Het door de Monitor rassendiscriminatie gekozen eikjaar 2006 was het piekjaar van de Libanonoorlog, en daarom totaal ongeschikt om conclusies over algemene trends op te baseren. Dit geldt nog sterker voor het absolute piekjaar 2002, toen in het kielzog van de intifada het aantal incidenten tot recordhoogte steeg.
 
Uit het in deze Monitor gerapporteerde onderzoek naar hoe allochtonen discriminatie ervaren - de hoofdmoot van de monitor -, blijkt dat een schokkend aantal incidenten nergens wordt gemeld omdat de slachtoffers ervan overtuigd zijn dat melden niet helpt. Het rapport spreekt zelfs van 70%. Hoewel dit onderzoek geen betrekking heeft op antisemitisme en homofobe incidenten, is bekend dat ook veel van deze incidenten om die reden niet worden gemeld.
 
CIDI is bezorgd door de in de Monitor Racisme gesignaleerde stijging van geweld tegen moslims in 2008, hoewel ook hier cijfers ontbreken over de 1,5 jaar daarna. Na de recente golf van homofoob geweld en de stijging van antisemitische incidenten in 2009, tonen deze cijfers over racistisch geweld tegen moslims eens te meer aan dat de regering en lagere overheden meer moeten doen om minderheidsgroepen in ons land te beschermen. 
 
Joden, moslims en homo's moeten net als elke andere burger ongestoord over straat kunnen lopen, zonder hun identiteit te hoeven verbergen of doelwit te worden van schelden of geweld, en alle jongeren moeten veilig naar school kunnen zonder angst voor uitsluiting. Racistisch  geweld, schelden en pesten horen niet thuis in Nederland.
 
Een betere aanpak moet leden van minderheidsgroepen het vertrouwen geven dat melden van discriminatie resultaat zal hebben.
 
CIDI is blij met de moties die onlangs in de Tweede Kamer zijn aangenomen tegen antisemitisme en doet een beroep op de steden om nu ook geweld, schelden en pesten op straat en elders aan te pakken. Daartoe is de inzet van undercover agenten een goed middel. Tegelijkertijd dienen in het onderwijs lessen prioriteit te krijgen die respect tussen mensen bevorderen. 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten